6.3 De conclusies
In de voorgaande hoofdstukken is de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan onderbouwd. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
-
a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
-
b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
-
c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
-
d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
Samenvattend kan op basis van voorgaande hoofdstukken gesteld worden dat:
- er geen belangen van gebruikers en/of eigenaren van aanliggende gronden kunnen worden geschaad. De situatie voor naastgelegen percelen wordt juist beter doordat er een milieubelastend bedrijf verdwijnt;
- het plan in het kader van milieuaspecten, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie acceptabel is;
- landschappelijke inpasbaarheid is niet van toepassing, omdat er enkel sprake is van een bestemmingswijziging waarbij geen nieuwbouw plaatstvindt;
- de verkeerssituatie wordt niet negatief beinvloed. De situatie verbeterd juist, doordat er sprake meer is van in- en uitrijdend landbouwverkeer.
Al met al heeft een evenredige belangenafweging plaatsgevonden op basis waarvan gesteld kan worden dat de bestemmingswijziging naar "Wonen" aanvaardbaar is in het kader van een goede ruimtelijke ordening.