direct naar inhoud van 4.5 Beschrijving stedenbouwkundige verkaveling
Plan: Zenderink, uitwerkingsplan 1e fase
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01

4.5 Beschrijving stedenbouwkundige verkaveling

In de structuurschets van Wierden uit 1993 is het gebied Zenderink aangewezen als toekomstig woongebied. Ruim 10 jaar later zijn daadwerkelijk de mogelijkheden verkend voor woningbouw in het gebied. Naarmate de plannen concreter zijn geworden is er overleg gevoerd met omwonenden en andere belangstellenden. Dit traject heeft ertoe geleid dat voor Zenderink een belemmeringenkaart en een kwaliteitskaart is opgesteld. Op de belemmeringenkaart staat aangegeven met welke hindercontouren rekening gehouden moet worden en welke beperkingen er gelden voortkomend vanuit bijvoorbeeld de bodemgesteldheid of ecologie. De kwaliteitskaart verschaft inzicht in de waardevolle landschapselementen en bebouwingskarakteristiek.

De belemmeringenkaart en de kwaliteitskaart zijn vervolgens samengevoegd tot een kansenkaart waarin de structurerende elementen van het gebied zijn vastgelegd. De kansenkaart is de basis geweest voor het stedenbouwkundig plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01_0008.jpg"

Figuur 6: Kansenkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01_0009.jpg"

Figuur 7: Stedenbouwkundig plan

Zenderink krijgt een geheel eigen karakter gebaseerd op het huidige landschap. De landschappelijke opbouw van het gebied biedt een goede basis voor het aanbrengen van een differentiëring in woonmilieus. De wijk krijgt een parkachtig en landelijk karakter. Daarnaast is er sprake van een duidelijke tweedeling. Gescheiden door de centrale wadi liggen twee landschappelijk verschillende gebieden.

Op het hoger gelegen, westelijke deel van Zenderink wordt ingespeeld op de hoge ligging door het aanbrengen van nieuwe bebouwingsclusters met daar tussen open en groen gebied (en wadisysteem) ter waarborging van de zichtlijnen. Ieder cluster heeft een eigen identiteit. Binnen elk cluster is telkens ten minste één verbijzonderend element toegevoegd in de vorm van een boerderijerf. Dit sluit aan bij de agrarische sfeer op de es. De beoogde moderne 'boerderijbebouwing' met grote dakvlakken vormen de blikvangers van de clusters.

Oostelijk van de centrale wadi blijft de bestaande sterke kavelstructuur gehandhaafd. Bestaande houtwallen en bomen zijn opgenomen in het plan. De nieuwe stedenbouwkundige structuur speelt hierop in. De strokenverkaveling is versterkt door deze (verspringend ten opzicht van elkaar) te laten doorsteken tot in de centrale wadi. Als scheiding tussen de stroken onderling is steeds een brede houtwal met ernaast een wadi opgenomen in het plan. Om deze redenen is boomaanplant langs de hoofdontsluiting van dit gedeelte achterwege gelaten. Deze weg staat haaks op de houtwallen en is een afgeleide van (het grillige) verloop van de Lage Eggeweg welke enigszins parallel aan deze weg ligt. Langs de bestaande wegen wordt de al aanwezige lintbebouwing versterkt met nieuwe bebouwing.

Het bouwprogramma

Het bebouwingspercentage van Zenderink zal lager zijn dan gebruikelijk in Wierden. Dit komt doordat op de es een lagere bebouwingsdichtheid zal worden toegepast om de openheid van het landschap beleefbaar te houden. Ook zullen er grotere kavels worden uitgegeven (>400 m2), zich daarmee onderscheidend van andere nieuwe wijken in Wierden.

Uitgegaan wordt van de bouw van 21 woningen in deze eerste fase, waarna in totaal 80 woningen gerealiseerd zullen gaan worden. Met Zenderink wordt ingezet op levensloopbestendig en duurzaam bouwen. De gemeente heeft het ambitieniveau ten aanzien van energiezuinig bouwen vastgesteld op 10% energiezuiniger dan het Bouwbesluit.

Groen & landschap

De bestaande landschappelijke kwaliteiten zijn de basis voor het stedenbouwkundig plan. Belangrijke onderdelen uit het plan zijn daarom de versterking van het coulissenlandschap en het beleefbaar houden van de hoogteverschillen van de es door middel van zichtlijnen en een lage bebouwingsdichtheid. De bestaande bomen worden (zoveel mogelijk) behouden en meegenomen in het ontwerp voor de wijk. In het plan vormen oude routestructuren, zoals oude zandpaden, de inspiratiebron voor het aanbrengen van een langzaamverkeersstructuur, die op verschillende punten aanhaakt op de omgeving.

Flora en fauna

Bestaande en nieuwe lijnvorminge beplantingen kunnen gaan dienen als gidsroutes voor vleermuizen. Combinaties tussen waterbergingslocaties en delen van de openbare groenzones worden kansrijk geacht als fourageergebied voor de voorkomende uilen. Rondom het plangebied zijn nestkasten voor uilen aangebracht zodat deze hun plek kunnen blijven vinden in het gebied.

Verkeer en parkeren

Het uitgangspunt is om de wijk zo autoluw mogelijk te maken. Er zal worden aangesloten op de bestaande infrastructuur waarbij de Hexelseweg een grote rol speelt. Een verlegging van de bebouwde komgrens van de Hexelseweg in noordelijke richting is daarom wenselijk. Elk wooncluster krijgt twee ontsluitingswegen voor calamiteitenverkeer, via bijvoorbeeld een fietspad. Deze ontsluitingen worden daarom tenminste 3,5 meter breed. Als parkeernorm voor de woonwijk geldt minimaal 1,5 parkeerplaats per woning, waarbij 1 parkeerplaats op eigen erf wordt meegerekend als er een garage wordt gebouwd.

Water

Het watersysteem zal duurzaam worden ingericht door onder meer het afkoppelen van het oppervlaktewater en het gebruik van wadi's. In de wijk is beleving van water belangrijk en zal ook de educatieve kant van water in de wijk aandacht krijgen in de vorm van een waterspeeltuin.

Er wordt een hemelwaterstelsel (infiltratie / afvoerwatergangen en/of wadi's) aangelegd om het hemelwater in te bergen. Op veel plaatsen in het plangebied liggen wadi's langs de woonstraten en de doorgaande straten. Deze wadi's sluiten op hun beurt weer aan op de centrale wadi die buiten het huidige plangebied valt. Door de verspreide ligging is infiltratie van regenwater binnen het gehele plangebied mogelijk.

Het hoogteverschil in Zenderink bedraagt gemiddeld 5 meter en in bepaalde delen van het gebied is de bodem slecht doorlatend (keileem in ondergrond). De planontwikkeling wordt begeleid door een hydroloog.

Duurzaamheid

Bij het ontwerp voor Zenderink, en de daarin te bouwen woningen moet rekening worden gehouden met de toekomst. De voorkeur ligt hier bij de toepassing van de slimste oplossing voor een probleem, en niet de gemakkelijkste. Zo is in de verkaveling rekening gehouden met de zongerichtheid van de woningen. Tegelijkertijd mag er een oververhitting optreden in de zomer. Voor wat betreft de energievoorziening wordt uitgegaan van besparingen en de toepassing van duurzame energie nu of in de toekomst. Zo zal er rekening moeten worden gehouden met de eventuele toepassing van zonne-energie in de toekomst door de dakhellingen en de dakoriëntatie daarop af te stemmen.

Qua materiaalgebruik, moeten er materialen worden toegepast die niet schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid van de bewoners. Zo mogen er geen zware metalen worden gebruikt en moet er FSC-hout worden toegepast. Daarnaast kunnen er alleen materialen worden gebruikt waar geen schadelijke stoffen uit vrijkomen en moeten duurzame maatregelen mogelijk worden gemaakt die de hoeveelheid stof in de woning beperken.

1e fase

Met de aanleg van de 1e fase van Zenderink wordt de centrale wadi gedeeltelijk aangelegd. Oostelijk daarvan wordt een begin gemaakt met de aanleg van de coulissen; de houtwallen met wadi's en ertussen woningbouw. De nieuwe hoofdontsluiting vormt, globaal, de begrenzing van de 1e fase aan de oostzijde. Daarnaast behelst de 1e fase de aanleg van de woningen in het zuidelijke deel van Zenderink (het gebied tussen de Hexelseweg en de West Kluinveenweg).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01_0010.jpg"

Figuur 8: Verkavelingsplan