Plan: | Buitengebied, herziening 2009, Molendijk 103 (2023), Hoeselderdijk 18 en Boltensweg 1 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2023000014-ON01 |
het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening 2009, Molendijk 103 (2023), Hoeselderdijk 18 en Boltensweg 1" met identificatienummer NL.IMRO.0189.BP2023000014-ON01 van de gemeente Wierden;
de verbeelding van het bestemmingsplan , bestaande uit de kaart met het nummer ;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2009000002-0002' van de gemeente Wierden;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009, herziening 2012 (veegplan)' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2012000013-VA01' van de gemeente Wierden;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2019000005-VA01' van de gemeente Wierden;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel kleinschalige gastouderopvang het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een gastenverblijf of bijbehorend bouwwerk, welke een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, die voor mantelzorg geschikt is, waarbij sprake is van één huishouden op het perceel;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
Een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (kwekerijen en houtteelt daaronder niet begrepen) en/of door middel van het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, fruitteeltbedrijf, een (boom)kwekerijbedrijf, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een vis- of wormenkwekerij;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het centraliseren van bebouwing;
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan niet meer dan vier personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, enkel slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, indien en voor zover twee bestemmingsvlakken middels de aanduiding relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, zoals weergegeven Bijlage 1;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;
Oorspronkelijke afkorting van 'Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water-, en Wegenbouw en de Verkeerstechniek, non-profit kennispartner voor (decentrale) overheden, aannemers en adviesbureaus;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
de bouwlaag op de begane grond;
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
kleinschalig bouwwerk waarin op non profit basis activiteiten ontplooid worden die een maatschappelijk belang dienen op het gebied van educatie, cultuur, cultuurhistorie, welzijn of gemeenschapszin;
het niet bedrijfsmatig houden van vee;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet Milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden, of dieren biologisch worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
Een tent, tentwagen, een kampeerauto of een (sta-)caravan;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
een gedeelte van een gebouw, dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw;
een terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van niet meer dan 25 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
tijdelijke (maximaal 12 maanden) opslag van organisch materiaal zoals bladeren, berm- en slootmaaisel uit de omgeving op agrarische grond dat wordt gebruikt ter verbetering van de bodemstructuur van de agrarische gronden. De ondergrond mag niet worden verhard, indien dit gewenst is dan kan aansluiting worden gezocht bij het agrarisch erf waarbinnen en aansluiten aan het bestemmingsvlak kuilvoerplaten zijn toegestaan;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een van boven afgesloten of afgedekte ruimte met maximaal één wand;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
met dien verstande dat dit niet geldt voor vollegrondsteelt zoals bij wijnbouw en/of aspergeteelt;
een blokhut waarvoor een vergunning ingevolge artikel 2.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben. Er is sprake van een trekkershut indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie;
een vergund of onder het overgangsrecht vallend gebouw binnen een gebiedsbestemming (zoals bedoeld in artikel 3, 7, 8, 12 en 19 van de bestemmingsplannen "bestemmingsplan Buitengebied 2009", "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2012 (veegplan)" en "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)");
Parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de richtlijnen van de CROW-publicatie 'Toekomstbestendig parkeren', publicatie 381 (december 2018)';
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een gebied waarin oppervlaktewater wordt opgeslagen in waterpartijen om het te infiltreren in de bodem;
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, bestaande uit één hoofdrijbaan of hoofdrijbanen, daaronder niet begrepen de in-/uitvoegstroken, voorsorteervakken, weefvakken, fietspaden en parallelwegen;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
het woonachtig zijn in een hoofdverblijf;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden afwijkende goothoogtes ten behoeve van esthetische accenten (tot een maximum van 25% van de totale gootlengte) buiten beschouwing gelaten;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de hiermee gelijk te stellen denkbeeldige gevels van overkappingen en aanbouwen en de buitenzijde van daken en dakkapellen, met dien verstande dat een kelder dient te worden meegerekend indien er sprake is van een ruimtelijke uitstraling en de kelder van buiten toegankelijk is met uitzondering van de inhoud van een kelder bij een recreatiewoningen, deze moet altijd worden meegerekend bij de inhoudsbepaling.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De op de verbeelding voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
Op de op de verbeelding voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde ten dienste van de bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval gerekend het uitvoeren van de in Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "S" is vermeld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval niet gerekend het uitvoeren van de in Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "T" is vermeld.
Overeenkomstig de in artikel 3.1 sub h opslag van organisch materiaal ten behoeve van verbetering van de bodemstructuur is toegestaan met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de in de Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "A" is vermeld.
Het in 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.11 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De op de verbeelding voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf met daarbijbehorende gebouwen (niet zijnde rijhallen), bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
Voor alle bouwwerken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14, wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval niet gerekend:
mits:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden genoemd in 4.6.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden genoemd in 4.6.1 onder l ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, geldt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De op de verbeelding voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
Op de op de verbeelding voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde ten dienste van de bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14, wordt in ieder geval gerekend het uitvoeren van de in Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "S" is vermeld.
Het bepaalde onder 5.5.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van het in Bijlage 5 opgenomen landschappelijk inpassingsplan.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14, wordt in ieder geval niet gerekend het uitvoeren van de in Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "T" is vermeld.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de in de Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "A" is vermeld.
Het in 5.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.11 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
Op de tot 'Natuur' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde ten dienste van de bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen, met dien verstande dat voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde ten behoeve van informatievoorzieningen een bouwhoogte geldt van niet meer dan 2,50 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot 2,50 m.
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de in Bijlage 2 genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een "A" is vermeld.
Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.11 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, en voorzieningen, zoals bruggen, dammen, duikers, stuwen, sluizen en beschoeiingen.
Op de tot 'Water' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, ten dienste van de bestemming, waarvoor geldt dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen, met dien verstande dat:
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, tuinen en erven.
Voor gebouwen geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie en van het bepaalde in Artikel 13 (bebouwingsgrenzen).
Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval niet gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' wordt tot een met de bestemming strijdig gebruik in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van nieuwe gebouwen overeenkomstig de in artikel 8.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik en/of het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' overeenkomstig de in lid 8.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de sanering van de in Bijlage 6 genoemde loodverontreiniging
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen in de zin van landhuizen, alsmede voor:
met daarbijbehorende gebouwen, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, tuinen en erven.
Voor gebouwen geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie en van het bepaalde in Artikel 13 (bebouwingsgrenzen).
Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen gelden de volgende regels:
Voor bijbehorend bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder c en toestaan dat een erker met een inhoud van niet meer dan 20 m3 wordt gebouwd;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde 9.2.2 onder b en toestaan dat de inhoud van een woning wordt vergroot tot 1.000 m³ ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat:
dit niet mag leiden tot twee afzonderlijke woningen;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder e en 9.2.3 onder e ten behoeve van een afwijkende dakhelling;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 onder a voor het bouwen van extra bijbehorende bouwwerken tot een oppervlakte van 150 m², met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 onder a voor het bouwen van extra bijbehorende bouwwerken tot een oppervlakte van niet meer dan 250 m2, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 onder a en f in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken meer mag bedragen dan 250 m² in geval er in de bestaande situatie meer dan 250 m² aanwezig is, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.4 ten behoeve van een hobbymatige paardenbak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 ten behoeve van het gebruik van een bijbehorend bouwwerk, gastenverblijf of een recreatiewoning als een afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 14 wordt in ieder geval niet gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' wordt tot een met de bestemming strijdig gebruik in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van nieuwe gebouwen overeenkomstig de in artikel 9.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik en/of het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' overeenkomstig de in lid 9.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de sanering van de in Bijlage 6 genoemde loodverontreiniging
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 10.2 is niet van toepassing op:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 10.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zoals genoemd in Bijlage 2 indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "A" is vermeld, met dien verstande dat het ingrepen dieper dan 50 cm betreft.
Het in 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde:
De voor 'Waarde - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Waarde - Natuur en landschap' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde geldt de volgende regel:
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een eenmaal als bedrijfswoning gerealiseerd bouwwerk blijft bij de toepassing van deze regels aangemerkt als bedrijfswoning.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen dient, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan een verkeersbestemming zoals aangeduid in de bestemmingsplannen "bestemmingsplan Buitengebied 2009", "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2012 (veegplan)" en "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)", de volgende afstanden uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de op de verbeelding nader onderscheiden wegen in acht genomen:
bestemming | afstand |
Verkeer - 4 | 15 m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 ten behoeve van een kleinere afstand tot de as van de weg, indien dat uit stedenbouwkundig oogpunt ter plaatse aanvaardbaar is en uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daar uit oogpunt van het wegbeheer en de verkeersveiligheid geen bezwaar tegen bestaat.
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
Indien in Bijlage 2 voor bepaalde gronden een ''S'' en/of een ''A'' en/of een ''T'' zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de ''S'', de ''A'' en de ''T''.
Ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij:
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 15.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch en Agrarisch met waarden - Landschap wijzigen in de bestemming 'Verkeer-3' en/of 'Verkeer-4' zoals opgenomen in de bestemmingsplannen "bestemmingsplan Buitengebied 2009", "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2012 (veegplan)" en "bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)", de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 17.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag verleent pas een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en/of gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan van het bepaalde in 18.1.1 afwijken, indien:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 18.1.1, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor het pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het bepaalde in 19.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2009, Molendijk 103 (2023), Hoeselderdijk 18 en Boltensweg 1 van de gemeente Wierden.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De griffier De voorzitter