Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Reintsweg 1a, 1b en 1c in Enter
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0189.BP2013000003-VA01

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Structuurvisie Wierden
De structuurvisie Wierden is opgesteld voor het gehele grondgebied van de gemeente Wierden en betreft de periode tot 2030. De structuurvisie vormt het toetsingskader voor de beoordeling van nieuwe plannen en initiatieven. Bestemmingsplannen en projectbesluiten moeten getoetst worden aan de structuurvisie. De structuurvisie is op 5 oktober 2010 door de gemeenteraad vastgesteld.
 
Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie
Ambitieniveau
De gemeente Wierden zet in op de verdere uitwerking van de lijnen die zijn uitgezet in de Ontwikkelingsvisie 2005. De ambitie van de gemeente is ?div style="font-style: italic;">een actieve en zelfbewuste gemeente zijn, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft en die onderneemt
? Over 20 jaar is de gemeente nog meer een groene, ondernemende, recreatieve gemeente met (deels) stedelijke trekjes en een hele mooie woon- en leefomgeving. Waar nodig wordt samengewerkt met andere gemeenten of andere overheden. Er wordt aansluiting gezocht bij de Omgevingsvisie Overijssel. Rode draden in de Omgevingsvisie Overijssel vormen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.  
 
Centrale waarden
De gemeente Wierden ontleent haar identiteit aan haar ligging op het overgangsgebied tussen de Sallandse Heuvelrug en het Twentse landgoederenlandschap, op de kruising van snelwegen en spoorlijnen, doorsneden door de Regge en dichtbij de Twentse steden. De identiteit kan kort worden samengevat als
een gemeente die verbindt.
Het gaat daarbij om verschillende soorten verbindingen en verbindingen op verschillende niveaus.
 
Gemeente Wierden verbindt:
  • Stad en land
  • Wonen, werken en recre?n (kruispunt van snelwegen en spoorlijnen)
  • Landschapstypen
In de onderstaande afbeelding (3.1) zijn de kernkwaliteiten van deze identiteit schematisch weergegeven. Op basis van de kernkwaliteiten komen de centrale waarden van de gemeente Wierden naar voren. Ook deze zijn in de afbeelding weergegeven.  
  
Afbeelding 3.1. Schema Kernkwaliteiten en centrale waarden gemeente Wierden (bron: gemeente Wierden)
  
Het versterken van de centrale waarden vormt de basis voor de toekomstige ontwikkeling van Wierden. Kiezen voor deze waarden betekent kiezen voor een duidelijke identiteit. Het verder ontwikkelen van deze identiteit vormt dan ook het vertrekpunt voor de visie op de toekomstige (ruimtelijke) ontwikkeling van Wierden en aanknopingspunten voor de uitwerking in projecten en beleidsthema?.
 
De voorgenomen wijziging van het perceel Reintsweg 1b (wonen en hergebruik van een vrijgekomen agrarisch bedrijfsgebouw) past binnen de centrale waarden van de gemeente. De bouw van een nieuwe woning met inwoning op het perceel Reintsweg 1a is eveneens in overeenstemming met de structuurvisie.
3.5.2 Beleidsnota Archeologie
Het gemeentelijke archeologiebeleid staat beschreven in de Beleidsnota Archeologie die door de gemeenteraad op 5 oktober 2010 is vastgesteld. Voor de hele gemeente is onderzoek verricht om inzicht te krijgen in de aanwezige archeologische waarden ?in de kans dat archeologische resten in de ondergrond aanwezig zijn.
Op basis van het archeologisch onderzoek is een verwachtingskaart opgesteld. Aan de op kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De verwachtingskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Doel van de verwachtingenkaart is dat deze met bijbehorende bestemmingen en regels in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen wordt overgenomen. De juridische bescherming wordt geregeld in de planregels. Er zijn drie verschillende categorie?
  1. Beschermd archeologisch monument
Deze terreinen zijn op grond van de Monumentenwet 1988 aangewezen als beschermd archeologisch monument. Het beschermingsregime voor deze terreinen staat geheel los van het bestemmingsplan. Wel moeten deze terreinen opgenomen worden op de verbeelding. De gemeente Wierden heeft zes terreinen van zeer hoge archeologische waarde, beschermd.
  1. Archeologisch waardevol gebied
Dit zijn terreinen die staan op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van Overijssel. In deze terreinen zijn archeologische waarden vastgesteld. Voor deze terreinen geldt een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. Binnen de gemeente Wierden zijn 23 van dergelijke terreinen aanwezig. Deze terreinen hebben allemaal een hoge archeologische waarde. 
  1. Archeologisch onderzoeksgebied
Voor deze gebieden met een hoge archeologische verwachting geldt een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. Ontheffing voor ontwikkelingen in het buitengebied ligt voor gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde op 10 ha, voor gebieden met een middelhoge en hoge verwachting op 5.000 m? respectievelijk 2.500 m? 
 
De percelen Reintsweg 1a en 1b hebben een hoge verwachtingswaarde. De locatie waar de grond geroerd zal worden, Reintsweg 1a, overschrijdt de 2500 m2 echter niet, waardoor ontheffing van de onderzoeksplicht geldt.
3.5.3 Welstandsnota Gemeente Wierden
E?van de instrumenten die het gemeentebestuur heeft om een actief beleid te voeren om de kwaliteit van de leefomgeving te bevorderen, is het welstandstoezicht. Het welstandstoezicht gebeurt op basis van het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Via haar welstandsnota wil de gemeente de ruimtelijke kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving duurzaam bevorderen. Hiervoor zijn verschillende criteria ontwikkeld die bij de welstandsbeoordeling van een bouwplan een rol spelen.
 
Het welstandsbeleid van de gemeente Wierden is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het belang van een aantrekkelijke gebouwde omgeving dient te behartigen. Door het opstellen van een welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten. Het welstandsbeleid in de gemeente Wierden kent algemene en gebiedsgerichte welstandscriteria. In het buitengebied worden de deelgebieden "Heuvels", "Heuvelranden", "De Kolonie", "Heideontginningen, "Koppen en beken", "Recreatiegebieden" en "Sportparken" onderscheiden. Het welstandsbeleid voor het buitengebied richt zich op het cre?n van samenhang en continu?it tussen de bebouwing en het omliggende landschap. Voor de verschillende deelgebieden gelden afzonderlijke welstandscriteria die in de welstandsnota worden beschreven.
 
De locatie Reintsweg 1a en 1b ligt in het gebied aanduid als 'Koppen en beken'.
Het Koppen en bekengebied is het natte gebied tussen Enter, Wierden en Almelo. Dit gebied kent veel verhogingen in de vorm van dekzandkoppen, vaak niet veel meer dan ? ?wee meter uitstekend boven de omgeving. Daarop lagen bouwlanden die eeuwenlang bemest zijn waardoor het hoogteverschil nog versterkt is.
 
Het landschap is een lappendeken bestaand uit kamers van houtwallen die de bouwlanden omzomen, met veel afzonderlijke erven. De plek van nagenoeg alle boerderijen is gekoppeld aan dat hoogteverschil en niet aan de bochtige, onbeplante wegen. De verkaveling volgt eveneens het hoogteverschil, zodat er geen rechte percelen zijn. De beekdalen waren natte hooilanden of weidegebieden met houtsingels langs de sloten, hier kwam geen bebouwing voor. Het beekdallandschap is inmiddels nagenoeg verdwenen. Het beeld van hoge bouwlanden en lage graslanden is in het huidige landschap moeilijk herkenbaar.  

De nieuw te bouwen woning zal aan de criteria van de welstandsnota voldoen. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten van belang.
 
Wonen
Onder de functie wonen vallen de volgende twee bebouwingstypes:
Paradijsvogels
: De agrarische functie is veranderd in een woonfunctie. De woonboerderijen hebben het karakter van het oude basiserf. Kan ook een nieuwe boerderette zijn, dit zijn woningen met de uiterlijke kenmerken van een boerderij, maar met hoge zijmuren. Ze komen het meeste voor langs de linten rond de kernen Wierden en Enter.
 
Nieuwe villa na sloop
: Alle gebouwen zijn gesloopt en straatgerichte villa? op de locatie van oude boerderijen, dit heeft niets meer met een boerderij te maken, vaak is de landschappelijke inpassing gebrekkig en past de architectuur niet bij de omgeving. De villa? staan op plekken met een hoge beeldkwaliteit in het koppen en bekenlandschap langs de Regge, aan de rand van de heuvels van Wierden, Enter en de Kolonie. Bij voorkeur kloeke gebouwen.
 
Erven
De vele erven zijn rijkelijk omgeven door erfbeplanting. Er zijn nog aardig wat agrarisch functionerende erven aanwezig, maar dat worden er steeds minder, ook door het aantrekkelijk woonklimaat van dit landschap. Doordat de erven niet aan de weg zijn gekoppeld, heeft een deel een met bomen beplante oprijlaan. 
 
Voor de woonlocaties Reintsweg 1a en 1b te Enter is advies gevraagd bij de ervenconsulent van het Oversticht. Op 16 mei 2012 heeft de ervenconsulent advies verstrekt over de gewenste situatie. Dit advies is nader toegelicht in paragraaf 4.3.3.
3.5.4 Bodemkwaliteitskaart
In opdracht van de gemeente Wierden is in 2005 door Witteveen+Bos een wegbermonderzoek uitgevoerd langs het wegenstelsel dat beheerd wordt door de gemeente Wierden. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een bodemkwaliteitskaart met bodembeheerplan. Hierbij is eveneens het landelijk gebied betrokken. In algemene zin heeft de bodemkwaliteitskaart tot doel de gebiedseigen bodemkwaliteit binnen het gebied vast te stellen. Hiermee wordt inzicht verkregen in de -van natuurlijke of antropogene oorsprong- diffuse verontreinigingen binnen een gebied. In het rapport is aangegeven welke consequenties de aangetoonde grondkwaliteit heeft voor mogelijk grondverzet.
Op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit in werking getreden. Dit besluit verplicht de gemeenten een functieklassenkaart vast te stellen en biedt de gemeenten tevens de mogelijkheid gebiedsgericht bodembeleid te voeren. De gemeente streeft het bodembeleid in 2011 te herzien.
 
Ter plaatse van de woningen Reintsweg 1a en 1b zijn geen gegevens bekend.
3.5.5 Geluidbeleid
De mate waarin het geluid het (woon)milieu mag belasten is geregeld in verschillende wetten en regelingen. Afhankelijk van de bron en regeling gelden er voorkeursgrenswaarden, streefwaarden of maximale grenswaarden voor geluidgevoelige functies. Bij plannen waarbij geluidgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt, is akoestisch onderzoek nodig indien het plangebied binnen de onderzoekszone van geluidsbronnen (weg, spoor, industrie) is gelegen.
Omdat vanwege het conserverende karakter met dit wijzigingsplan geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt, is nader onderzoek niet nodig. De gemeente Wierden zal voor nieuwe ontwikkelingen in het plangebied een zelfstandige planologische procedure opstarten. Er zal dan rekening gehouden moeten worden met het gebiedsgericht geluidsbeleid van de gemeente Wierden dat op 18 januari 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Op basis van het functioneel gebruik van de ruimte is de gemeente Wierden onderverdeeld in een negental gebieden:
  • natuur- en extensiveringsgebied;
  • landbouwontwikkelingsgebied;
  • verwevingsgebied;
  • woonwijk;
  • centrum;
  • historisch lint;
  • woon-werkgebied;
  • bedrijventerrein; 
Voor ieder gebied is in het geluidsbeleid voor de thema's bedrijven en verkeer een passende geluidskwaliteit opgenomen (afbeelding 3.2). De geluidskwaliteit geeft aan wat de ambitie is voor dat gebied. Daarnaast geeft de ambitietabel ook aan indien dit noodzakelijk is waar de ruimte zit voor mogelijke afwijkingen van de ambitie (bovengrens) (afbeelding 3.3).
 
Afbeelding 3.2. Tabel geluidsklasse 
 
Afbeelding 3.3. Tabel gebiedstypering
 
De nota geluidsbeleid en de hierbij horende nota hogere grenswaarden van de gemeente Wierden schept het lokale geluidbeleid kader, vormt uitgangspunt voor een eventuele hogere waarden afweging en schetst de voorwaarden en criteria waaraan getoetst wordt.
 
Voor de woonpercelen Reintsweg 1a en 1b is het volgende uit het geluidsbeleid van belang.
Dit gebied omvat het grootste deel van het buitengebied van Wierden. Kenmerkend voor dit gebied zijn de vele functies: wonen, recreatie, landschap, landbouw en overige economische functies. Hiernaast liggen in dit gebied kansen voor de ontwikkeling van sterlocaties voor de intensieve veehouderij. De algemene kwalificatie voor de geluidsambities in het verwervingsgebied is "redelijk rustig" voor verkeerslawaai en "rustig" voor industrielawaai. Wanneer er voor de agrarische sector een drukke periode is, bijvoorbeeld oogstseizoen, dan treden tijdelijk hogere geluidsniveaus op. De bovengrens  voor het verwevingsgebied is 'onrustig' wanneer sprake is van een nieuwe bestemming.
 
In de onderhavige situatie wordt een agrarische woning omgezet naar een burgerwoning. Ondanks de nieuwe woonbestemming, zal er voor wat betreft geluid geen wijzigingen optreden, omdat de feitelijke situatie nagenoeg onveranderd blijft. In paragraaf 4.2.3 wordt nader ingegaan op de akoestische situatie ter plaatse. Hieruit blijkt dat de gevelbelasting de norm van 48 dB niet overschrijdt. Daarom kan gesteld worden dat het plan voldoet aan het geluidsbeleid van de gemeente Wierden.
3.5.6 Handhavingsbeleid
In augustus 2010 is het Handhavingsbeleidsplan Ruimtelijke Ordening door het college van Burgemeester en wethouders vastgesteld. In het handhavingsbeleidsplan staat beschreven hoe wordt omgegaan met aan het licht gekomen handhavingszaken die te maken hebben met ruimtelijke ordening. In het beleidsplan wordt beschreven welke instrumenten er bij handhavend optreden tot de beschikking staan en hoe deze worden ingezet. Globaal wordt er een indeling gemaakt van voorkomende handhavingszaken en de prioriteit die daar door Wierden aan wordt toegekend. Vooral het toekennen van prioriteiten is een belangrijk onderdeel van dit beleid. Op basis hiervan worden keuzes gemaakt in de volgorde van het oppakken van handhavingszaken.
 
3.5.7 Landschapsontwikkelingsplan
Door de gemeente Wierden is een Landschapsontwikkelingsplan (LOP) opgesteld, dat op 10 februari 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het LOP is een gemeentelijk beleidsplan met als doel het waarborgen van het behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van het Wierdense landschap. Tevens wordt in het plan aangegeven hoe de gemeente, in samenwerking met een groot aantal organisaties, gaat werken aan het behoud en ontwikkeling het landschap.
 
In het LOP is het landschap geanalyseerd en zijn er doelstellingen geformuleerd, waarbij de gemeente is ingedeeld in 13 verschillende deelgebieden. Aan de hand hiervan is er een visie ontwikkeld. De landschapsontwikkelingsvisie is gericht op:
  • het behouden en versterken van de herkenbaarheid en diversiteit aan landschappen en landschapstypen;
  • het behouden en versterken van de (kern)kwaliteiten van het gebied;
  • het bieden van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen, binnen een landschappelijk kader.
De percelen Reintsweg 1a, 1b en 1c liggen in een gebied aangeduid als 'Jonge ontginnningen'. De jonge ontginningen kenmerken zich door hun (relatief) grotere schaal, rechte (beplante) wegen en een regelmatige verkaveling. Tevens kenmerkt zij zich door de verspreide bebouwing. De erven zijn merendeels naar de weg gericht en kennen een rationele opbouw in de opstallen en de beplanting.
 
In de huidige opbouw van de bebouwing en erven treden geen grote veranderingen op. Met uitzondering van de nieuw te bouwen vrijstaande woning, blijft de huidige bebouwing in belangrijke mate gehandhaafd.
 
De nieuwe situatie brengt daarom geen nadelige gevolgen voor het ter plaatse aanwezige landschap met zich mee.
    
3.5.8 Ontwikkelingsplan LOG's Wierden
In het Reconstructieplan Salland-Twente zijn twee landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) in de gemeente aangewezen: LOG De Kolonie en LOG Wierden. Voor deze gebieden zijn ontwikkelingsvisies opgesteld die op 30 september 2008 door de gemeenteraad (gewijzigd) zijn vastgesteld. Via het Ontwikkelingsplan LOG's Wierden wil de gemeente sturing geven aan de ontwikkeling van de LOG's. Het ontwikkelingsplan is juridisch-planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied.
 
De woonlocaties Reintsweg 1a en Reintsweg 1b liggen niet binnen een landbouwontwikkelingsgebied. De betreffende gronden liggen binnen een verwevingsgebied.
3.5.9 Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
In 2006 is het gemeentelijk beleid Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing Gemeente Wierden vastgesteld. Het hoofddoel van hergebruik van VAB's is van sociaal-economische aard. Hierdoor wordt ruimte geboden aan nieuwe activiteiten voor het buitengebied en wordt de resterende economische waarde van leeggekomen agrarische bebouwing benut door andere bedrijvigheid. De leefbaarheid van het platteland wordt hierdoor in stand gehouden c.q. vergroot. Een bijkomende doelstelling is het verbeteren van de omgevingskwaliteit.
 
Het VAB-beleid is niet op alle percelen in het buitengebied van toepassing. De reikwijdte van het VAB-beleid is vastgelegd in het betreffende beleidsdocument.
Op basis van de reikwijdtecriteria kan vastgesteld worden dat de grote schuur op het perceel Reintsweg 1b in aanmerking komt voor de toepassing van het VAB-beleid.
 
Er is gekozen voor het opstellen van toetsingscriteria waarin een vrijgekomen agrarisch bedrijfsgebouw moet voldoen, wil er sprake kunnen zijn van herinvulling. Het gaat hierbij om de volgende toetsingscriteria:
  • De activiteiten moeten binnen de gebouwen plaatsvinden;
  • Er mag geen buitenopslag plaatsvinden;
  • De nieuwe functie moet leiden tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (o.a. relatie met welstandsnota en het (op te stellen) Landschapsontwikkelingsplan) en mag geen ongewenste verstedelijking of aantasting van landschappelijke/natuurlijke waarden veroorzaken. Dit moet eventueel gepaard gaan met sloop van een deel van de bestaande bebouwing;
  • De nieuwe activiteit mag bestaande agrarische bedrijven in de omgeving niet belemmeren in de bedrijfsvoering;
  • Voor VAB-activiteiten in het landbouwontwikkelingsgebied geldt het ?ee, tenzij?principe. Medewerking kan alleen worden verleend als goed onderbouwd kan worden dat op een specifieke plek in het landbouwontwikkelingsgebied geen afbreuk wordt gedaan aan de doelstellingen van dat gebied. Uitgangspunt voor deze gebieden blijft dat de huidige en toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden in de zin van verdere intensivering niet belemmerd mogen worden;
  • De nieuwe activiteit moet zich verhouden tot een woonfunctie in de directe omgeving (bijvoorbeeld categorie 1 en 2 van de VNG-brochure ?edrijven en milieuzonering? dan wel een daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen activiteit);
  • Het milieu mag niet extra worden belast ten opzichte van de milieubelasting van het stoppende of gestopte (deel van het) bedrijf (stank, geluid, luchtkwaliteit, veiligheid, etc);
  • De bestaande infrastructuur moet berekend zijn op de nieuwe activiteit, er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • Eventuele parkeerplaatsen worden ingepast in het groen c.q. de omgeving;
  • Er mag geen sprake zijn van een industri? uitstraling, dergelijke activiteiten horen thuis op een bedrijventerrein;
  • Er moet sprake zijn van landschappelijke inpassing, waarvoor, afhankelijk van de impact van de nieuwe activiteit, een landschapsplan c.q. beeldkwaliteitplan voor het totale erf (en de directe omgeving) ingediend moet worden. De vorm en omvang van de gebouwen in relatie tot de landschapskwaliteit en het handhaven of verbeteren van de landelijke uitstraling van het gebied. Daarbij gaat het vooral ook om het ensemble van gebouwen op en de inpassing van het gehele erf in de omgeving. Ook is de zonering van de groene ruimte (o.a. Streekplan, maar ook de welstandsnota en het op te stellen landschapsontwikkelingsplan), de situering in het landschap, de aanwezige natuur- en landschapswaarden en de ligging ten opzichte van de woonkern bepalend;
  • Er mag enkel sprake zijn van detailhandel indien de detailhandelsactiviteiten kleinschalig en duidelijk ondergeschikt zijn aan de ?oofdactiviteit?en daarmee een directe relatie hebben;
  • Reclame-uitingen dienen in overeenstemming met de welstandsnota te zijn.  
De bedrijfsactiviteit ligt niet in een landbouwontwikkelingsgebied. De activiteit kan niet aangemerkt als een 'zware' activiteit die verder gaat dan categorie 1 en 2 van de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering". De nieuwe activiteit levert geen extra belasting ten opzicht van de milieubelasting ter plaatse. Gelet op het gegeven dat Reintsweg 1a nu al een 'burgerwoning' is, vormt de bedrijfsactiviteit evenmin een belemmerende factor voor omliggende agrarische bedrijven. De bestaande infrastructuur behoeft niet te worden aangepast. De betreffende activiteit is minder belastend voor de infrastructuur dan de in het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" toegelaten functie. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein. Bij het bedrijfspand is voldoende ruimte aanwezig en ligt op enkele meters vanaf de openbare weg.
 
Kortom de nieuwe activiteit past zonder meer op zijn huidige locatie en brengt geen negatieve effecten voor de (directe) omgeving met zich mee.