Buitengebied 2009, herziening Hexelseweg 63

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Structuurvisie Wierden

De structuurvisie van de gemeente Wierden is een toekomstvisie op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente: vanaf nu tot 2030. Naast de vraag wat de gemeente Wierden wil bereiken (ruimtelijke ontwikkelingsvisie), staat er ook in hoe de gemeente Wierden dit wil bereiken (uitvoeringsparagraaf). De structuurvisie is op 5 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad. Op onderstaande afbeelding is visiekaart te zien zoals opgenomen in de Structuurvisie Wierden.

Figuur 4.6: visiekaart Structuurvisie Wierden (Bron: Gemeente Wierden)

De structuurvisie onderscheidt drie deelgebieden. Per deelgebied is een visie gemaakt. Onderhavig plangebied valt onder het deelgebied "Landelijk gebied, inclusief Hoge Hexel en buurtschappen". Voor dit deelgebied wordt gestreefd naar goede ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven en biedt daarnaast kansen voor verbrede landbouw. Ook is er ruimte voor functieverandering in vrijkomende agrarische bebouwing, natuurbeheer en de ontwikkeling van enkele nieuwe landgoederen. Verrommeling en verpaupering worden zoveel mogelijk tegengegaan. De Ecologische Hoofdstructuur is ontwikkeld en de wateropgaven in de verdroogde natuurgebieden met nog steeds grote natuurwaarden (TOP-gebieden) en voor de beken zijn uitgevoerd. Het landelijk gebied heeft zich nog meer ontwikkeld als aantrekkelijk recreatiegebied op regionaal niveau. De Regge is bevaarbaar. Er is ruimte voor landelijk wonen, waarbij de leefbaarheid in het landelijk gebied en de buurtschappen optimaal is gebleven.

Op basis van de visiekaart is het plangebied gelegen in een stadsrandzone, waarbij gestreefd wordt naar het handhaven van de openheid en de es. De structuurvisie biedt ruimte aan functieveranderingen van erven, waardoor verrommeling en verpaupering zoveel mogelijk worden tegengegaan. Tevens biedt de structuurvisie ruimte voor landelijk wonen, waarbij de leefbaarheid in het buurtschap optimaal blijft.

Toetsing

Onderhavig initiatief zorgt in zijn algemeenheid voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Door de sloop van een groot oppervlak aan landschapontsierende schuren en de inpassing van een compensatiekavel in het bebouwingslint langs de Hexelseweg in samenhang met een inrichtingsplan, vindt een algehele verbetering van de ruimtelijke kwaliteit plaats. Het inrichtingsplan voorziet erin dat bij zowel het bestaande als het nieuwe erf doorzichten naar de dekzandrug/es hersteld worden respectievelijk bewaard blijven. Afwisseling in zicht op het relief met open weilanden en gesloten bebouwing, alsmede het versterken van de karakteristieke erfstructuur en behoud open ruimte zorgen ervoor dat het geheel op een landschappelijk verantwoorde wordt ingepast, waarbij goed wordt aangesloten bij de gebiedskenmerken.

4.3.2 Landschapsontwikkelingsplan Wierden

De landschapsvisie van Wierden was geformuleerd in een ‘Landschapsbeleidsplan’. Met dit ‘Landschapsbeleidsplan’ heeft de gemeente een actief landschapsbeleid gevoerd. Dit is met name het toetsingskader geweest voor het verlenen van subsidies voor nieuwe aanplant en voor onderhoud van bestaande groene landschapselementen. Het nieuwe Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een landschappelijk toetsingskader dat de gemeente kan benutten bij het opzetten van Groene diensten projecten en het beoordelen van subsidieaanvragen, initiatieven en projecten. Daarnaast biedt het aanknopingspunten voor om projecten in te dienen. Het is tevens de bedoeling om financiering van landschapsprojecten meerjarig vast te leggen. Het voordeel hiervan is, dat er sneller ingesprongen kan worden op lokale initiatieven zonder dat er iedere keer een ruimtelijk kader moet worden ontwikkeld. De opstelling van het LOP heeft niet als doel om meer regelgeving op te leveren. De regelgeving omtrent landschap wordt vastgelegd in de Verordening Landschapssubsidies en de Kapverordening. Daarnaast geeft het Bestemmingsplan Buitengebied aan wat wel en niet kan in het buitengebied.

Figuur 4.7: uitsnede LOP Wierden (Bron: Gemeente Wierden)

Onderhavig plangebied is op basis van het LOP gelegen in het deelgebied "Dorpsrand Wierden". De opgaven van het LOP voor dit deelgebied zijn:

• Het bieden van een stevige landschappelijke structuur en een sterk eigen karakter waarbinnen verschillende ontwikkelingen kunnen plaatsvinden en handvatten bieden voor diverse ruimteclaims in het gebied.
• Duurzame instandhouding en waar mogelijk versterking van de oude buurtschappen rond Wierden. Het behouden en versterken van de identiteit en het cultuurhistorisch karakter van de buurtschappen Huurne en Het Loo zijn belangrijke doelen. De buurtschappen vormen de motor voor ontwikkelingen.
• Behoud karakteristieke (resterende) openheid en steilranden van Loonderesch en van bijbehorend ensemble van bebouwing en beplanting.
• Versterken ruimtelijke en functionele samenhang kern Wierden en buitengebied (bijvoorbeeld versterken netwerk van wandel- en fietspaden) en stimuleren van recreatief medegebruik van het buitengebied als uitloopgebied voor Wierden en omgeving.

Om de landschappelijke kwaliteit te kunnen waarborgen en nieuwe ontwikkelingen te kunnen inpassen in het landschap, is het daarom belangrijk dat een stevige landschappelijke groenstructuur wordt ontwikkeld. Daarbij is het niet alleen belangrijk dat waardevolle bestaande landschapsstructuren behouden blijven, maar dat ook nieuwe landschapsstructuren worden toegevoegd. Een stevige landschappelijke groenstructuur biedt bovendien de mogelijkheid om diverse recreatieve routestructuren in zich op te nemen.

Toetsing

Het voorgenomen plan sluit aan bij de uitgangspunten van het LOP Wierden. Middels het voorgenomen initiatief in combinatie met een uitgebreid inrichtingsplan op basis van de gebiedskenmerken wordt een oud buurtschap rond Wierden instandgehouden. Tevens wordt een nieuwe compensatiekavel in een bestaand bebouwingslint toegevoegd, waarbij het inrichtingsplan ervoor zorgt dat het geheel op een landschappelijk verantwoorde wordt ingepast, waarbij goed wordt aangesloten bij de gebiedskenmerken.

4.3.3 Welstandsnota

De Welstandsnota van de gemeente Wierden is oorspronkelijk vastgesteld in de raadsvergadering van 15 juni 2004. De herziening is vastgesteld in de raadsvergadering van 25 augustus 2009. Er is een wijziging in het beleidsstuk doorgevoerd naar aanleiding van de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en vastgesteld in de raadsvergadering van 5 oktober 2010. De welstandsnota onderscheidt 21 deelgebieden in de gemeente Wierden. Onderhavig plangebied valt binnen deelgebied 1 'Heuvels'.

4.3.3.1 Deelgebied 1a: 'Overgangsgebied'

Het overgangsgebied is een afgeleide van deelgebied 1 ‘Heuvels’. Voor wat betreft de kenmerken sluit het overgangsgebied aan bij deelgebied 1 'Heuvels'. Het overgangsgebied is een gebied waar al een grote variatie aan bebouwing aanwezig is en wat in feite een gebied is wat over gaat van “stedelijk” naar “landelijk”.

Er zijn in dit deelgebied veel burgerwoningen. Ook is veel nieuwbouw gepleegd, waarbij de nieuwe bebouwing varieert in grootte en type: van stadswoning met een eenvoudige plattegrond en een zadeldak, tot nieuwe woningen in traditionele boerenstijl, notariswoningen en grote villa’s.

4.3.3.2 Welstandscriteria

De welstandsnota formuleert eisen ten aanzien van:

• stedenbouwkundige en landschappelijke situering;
• Massa en vorm;
• Gevels;
• Materiaal-, kleurgebruik en detaillering;
• Eventuele eisen reclame-uitingen (indien van toepassing);
• Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en erkers;
• Dakkapellen;
• Erfafscheidingen.

Voor een uitgebreide uitwerking van de welstandseisen wordt verwezen naar de 'Welstandsnota' van de gemeente Wierden.

4.3.3.3 Toetsing aan de Welstandsnota

Voor wat betreft de bouw van de woning wordt geconstateerd dat de welstandscommissie bij een concreet bouwplan dient te beoordelen of ze voldoen aan de redelijke eisen van welstand. Op dit moment is er nog geen concreet bouwplan voor de woning. Voor wat betreft de andere veranderingen aan het erf wordt geconstateerd dat het goedgekeurde inrichtingsplan zoals beschreven in Hoofdstuk 3 laat zien dat de ruimtelijke ontwikkelingen passen in het landschap en op het erf en dat hiermee een ruimtelijke kwaliteitsverbetering wordt behaald. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit op het bestaande erf treedt op door vereenvoudiging in beplanting en verharding en door een aanpassing van de buitenkant van het te behouden bijgebouw. Het nieuwe erf kan gebouwd worden in aansluiting op de bebouwing in het lint.

4.3.4 Beleidskader Rood voor rood

Op 16 maart 2005 hebben Provinciale Staten van Overijssel het rvr-beleid vastgesteld door middel van de partiële herziening van het streekplan Overijssel 2000+ “Rood voor rood met gesloten beurs”. De verdere uitwerking ervan heeft zijn beslag gekregen in het door Gedeputeerde Staten opgestelde uitvoeringskader. Het is aan de gemeenten om een eigen beleidskader te ontwikkelen voor toepassing van Rood voor rood. Dit is vertaald in het 'Beleidskader Rood voor rood met gesloten beurs gemeente Wierden'. Onderhavig beleidsdocument bevat de spelregels waar aan voldaan moet worden als het gaat om het indienen van een aanvraag, het beoordelen van een aanvraag en als het gaat om het afhandelen van een aanvraag.

Het Rood voor Rood beleid van de gemeente Wierden is in mei 2011 gewijzigd. In paragraaf 3.1 van dit beleid staat dat voor aanvragen die bij de gemeente Wierden zijn ingediend voor het geactualiseerde beleid is vastgesteld, het beleid gold ten tijde van de aanvraag.

Toetsing

In oktober 2010 heeft Eelerwoude een principeverzoek voor toepassing van de regeling rood voor rood op het perceel Hexelseweg 67 te Wierden ingediend. Dit verzoek is opgenomen in Bijlage 4. Het gewenste plan is getoetst aan de criteria van betreffend Rood voor rood document. Geconcludeerd is dat het plan voldoet aan deze criteria. Het college van B&W heeft toestemming gegeven om het plan verder uit te werken. Hiertoe heeft Eelerwoude een rapport opgesteld waarin het plan verder uitgewerkt en onderbouwd is. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de juridisch-planologische uitwerking van het rapport van Eelerwoude.