Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Landgoed Haarboer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000021-VA01 |
In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening staat dat elke gemeente een structuurvisie moet maken. In zo'n visie staat wat de gemeente op lange termijn met de ruimte in haar gemeente wil doen (op het gebied van wonen, ondernemen, infrastructuur (wegen, verkeer e.d.) en recreëren). De structuurvisie van de gemeente Wierden is een integrale toekomstvisie op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente: vanaf nu tot 2030. Nieuwe initiatieven worden getoetst aan de structuurvisie. De structuurvisie is op 5 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad.
In 2005 heeft de gemeenteraad een ontwikkelingsvisie voor de gemeente Wierden vastgesteld. In de structuurvisie wordt ingezet op een verdere ontwikkeling van de in de ontwikkelingsvisie vastgestelde lijnen. De ambitie is "een actieve en zelfbewuste gemeente zijn, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft en die onderneemt". Nog meer dan nu zijn we over 20 jaar een groene, ondernemende, recreatieve gemeente met (deels) stedelijke trekjes en een hele mooie woon- en leefomgeving. Waar nodig werken we samen met andere gemeenten of overheden. In de toekomstplannen zoeken we aansluiting bij de Omgevingsvisie Overijssel. Hierin spelen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol.
Wat zijn nu (ruimtelijk gezien) de sterke kanten van de gemeente Wierden? De gemeente Wierden ligt op het overgangsgebied tussen de Sallandse Heuvelrug en het Twentse landgoederenlandschap, dichtbij de natuur en vlakbij de Twentse steden. De gemeente is goed bereikbaar via diverse snelwegen en spoorlijnen. En ook water (De Regge) ontbreekt niet. Wierden is een gemeente die verbindt. De gemeente verbindt:
Dit noemen we de identiteit van de gemeente. Dit kan ook nog wat verder worden verfijnt. In onderstaande figuur staan de sterke kanten van de gemeente (de kernkwaliteiten en centrale waarden).
Kernkwaliteiten en centrale waarden gemeente Wierden /de sterke kanten van de gemeente
In de structuurvisie kijken we vooruit naar 2030. Waar staan we in 2030? Voor het rood voor roodverzoek op landgoed Haarboer kunnen er 2 centrale waarden worden uitgehaald.
Centrale waarde 4: Recreatief
In 2030 is onze gemeente nog aantrekkelijker voor toeristen. We hebben ervoor gezorgd dat onze gemeente op het gebied van het toerisme en recreatie op de kaart staat. Daarbij hebben we met name ingespeeld op het verblijven in onze groene en rustige omgeving. Mensen kunnen dan nog meer genieten van de natuur en cultuur(historie) in Wierden. De kern Wierden is een uitvalsbasis voor bezoekjes aan de nabij gelegen grote steden waar van alles te doen is. Wierden is ook geschikt voor het maken van tochten in de landschappelijk waardevolle omgeving. Het dorp is goed ontsloten met wandel-, fiets- en ruiterpaden. In Enter zijn veel toeristische activiteiten: je kunt een bezoek aan een museum bijvoorbeeld combineren met varen op de Regge. Of een bezoek brengen aan het dorp zelf met haar karakteristieke, oude gebouwen.
Centrale waarde 5: Groen en blauw
In 2030 heeft de gemeente een vitaal landelijk gebied. Lelijke agrarische bedrijfsgebouwen zijn gesloopt. Hiervoor in de plaats zijn er nieuwe woningen gebouwd. Het ziet er mooier uit en het landelijk gebied blijft op deze manier aantrekkelijk om er te wonen.
Het landschap is in 2030 nog mooier geworden. Wij hebben hiervoor gezorgd door allerlei regelingen, zoals de uitvoering van groene en blauwe diensten en het Spakenplan plus. Het landschap ten westen van Enter (de krans-es) blijft open. Aan de oostkant van de Entergraven tot aan de Regge is alleen ruimte voor landelijk wonen, zoals is vastgelegd in bestaand beleid (beleid Nieuwe landgoederen, Vrijkomende Agrarische Bebouwing en Rood voor rood). De gemeente heeft verschillende landschappen. In 2030 is deze diversiteit versterkt. De Regge is een natuurlijk meanderende rivier, die ook toegankelijk en bevaarbaar is voor de recreant (bijvoorbeeld met de Enterse Zomp). De gemeente Wierden heeft een gezond en veerkrachtig watersysteem en een duurzame waterketen.
In de structuurvisie is voor het landelijk gebied de volgende deelvisie gemaakt: Wierden heeft een vitaal platteland. De gemeente streeft naar goede ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven en biedt daarnaast kansen voor verbrede landbouw. Ook is er ruimte voor functieverandering in vrijkomende agrarische bebouwing, natuurbeheer en de ontwikkeling van enkele nieuwe landgoederen. Verrommeling en verpaupering worden zoveel mogelijk tegengegaan. De Ecologische Hoofdstructuur is ontwikkeld en de wateropgaven in de verdroogde natuurgebieden met nog steeds grote natuurwaarden (TOP-gebieden) en voor de beken zijn uitgevoerd. Het landelijk gebied heeft zich nog meer ontwikkeld als aantrekkelijk recreatiegebied op regionaal niveau. De Regge is bevaarbaar. Er is ruimte voor landelijk wonen, waarbij de leefbaarheid in het landelijk gebied en de buurtschappen optimaal is gebleven.
Het rood voor roodverzoek op landgoed Haarboer past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie.
De gemeente Wierden kent aantrekkelijke dorpse woonmilieus. Ze biedt met deze woonmilieus een woonklimaat die bij veel groepen op de woningmarkt in trek is. De gemeente wil in de komende jaren die aantrekkelijkheid voor alle groepen behouden en waar mogelijk versterken. Recente demografische cijfers laten zien dat de bevolkingsgroei de komende jaren stagneert. Kwantitatieve groei is niet meer dé dominante richting; er zal meer moeten worden ingespeeld op kwaliteit. De bevolking- en huishoudensamenstelling verandert; de bevolking telt steeds minder jongeren en meer ouderen. Op deze ontwikkelingen wil de gemeente Wierden tijdig inspelen onder meer door het uitzetten van een duidelijke koers ten aanzien van woonkwaliteit en een gedifferentieerd woningaanbod voor verschillende groepen.
Om de daad bij het woord te voegen heeft de gemeente Wierden recent haar beleidskader wonen bijgesteld. Op 27 april 2010 heeft de gemeenteraad dit beleidskader in de vorm van de gemeentelijke Woonvisie "Nieuwe dynamiek in wonen" vastgesteld. Deze beleidsomslag is echter niet van vandaag op morgen realiteit. Vanuit het bestaande beleid zijn ontwikkelingen ingezet die nog tot bloei moeten komen. De gemeente wil haalbaar beleid neerzetten dat meer ruimte biedt voor de vraag van de woonconsument, waarbij op een vloeiende wijze de omslag van beleid wordt gerealiseerd. Initiatieven vanuit het verleden krijgen dan ook de kans om tot ontwikkeling te komen, terwijl bij nieuwe ontwikkelingen het nieuwe beleid wordt ingezet. Zo wil de gemeente Wierden de dynamiek behouden en voorkomen dat wisselende inzichten leiden tot een situatie waarin elke ontwikkeling onmogelijk wordt.
Eén van de instrumenten die het gemeentebestuur heeft om een actief beleid te voeren om de kwaliteit van de leefomgeving te bevorderen, is het welstandstoezicht. Het welstandstoezicht gebeurt op basis van het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Via haar welstandsnota wil de gemeente de ruimtelijke kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving duurzaam bevorderen. Hiervoor zijn verschillende criteria ontwikkeld die bij de welstandsbeoordeling van een bouwplan een rol spelen.
Het welstandsbeleid van de gemeente Wierden is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het belang van een aantrekkelijke gebouwde omgeving dient te behartigen. Door het opstellen van een welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten. Het welstandsbeleid in de gemeente Wierden kent algemene en gebiedsgerichte welstandscriteria.
Het plangebied ligt in deelgebied 1 'Heuvels' van de welstandsnota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste criteria. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar de welstandsnota.
Ingevolge het bestemmingsplan Buitengebied 2009 heeft het landgoed grotendeels de bestemming 'agrarisch gebied met landschappelijke waarde' met enkele bosbestemmingen. De Ypeloweg 18 en 20 hebben de bestemming 'Agrarisch bouwblok'. Daarnaast is het noordelijk plangebied aangewezen als archeologisch monument. Voor deze laatste aanduiding geldt dat de kwaliteit van het archeologisch monument van primaire betekenis is. Op grond van de bouwvoorschriften mag ter plaatse van deze aanduiding in principe niet worden gebouwd. Ypeloweg 18 en 20 worden volgens bijlage 5 beide als karakteristiek pand aangemerkt.
Doelstelling van het Rood voor Rood-beleid is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied door de sloop van landschapsontsierende agrarische bedrijfsgebouwen en door overige verbeteringen van de ruimtelijke kwaliteit. Bij sloop van minimaal 850 m² aan voormalige agrarische bebouwing kan een woning worden teruggebouwd. In totaal wordt in dit project 2.424,5 m² aan voormalige agrarische bedrijfbebouwing en het zomerhuis gesloopt.
Het rood voor roodverzoek voor landgoed Haarboer dateert uit 2007. In juli 2008 heeft het college van Burgemeester en wethouders in principe ingestemd met het initiatief om twee rood voor roodwoningen op landgoed Haarboer te realiseren.
Ingevolge de beleidsnotitie moet de aanvraag aan onderstaande voorwaarden voldoen:
Verbeteren/investeren in de ruimtelijke kwaliteit door landschappelijke inpassing (erfbeplanting/natuurelementen), architectonische inpassing en/of herstel van cultuurhistorische elementen/karakteristieke bebouwing
Op landgoed Haarboer wordt als investering in de ruimtelijke kwaliteit zowel ingezet op een landschappelijke inpassing van de bebouwde erven als op het herstel van de cultuurhistorische elementen en karakteristieke bebouwing. De landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd door streekeigen hagen, boomgaarden, singels en solitairen aan te planten. Daarnaast wordt de traditionele hakhoutwal langs de es hersteld. Ten aanzien van de cultuurhistorische meerwaarde wordt geïnvesteerd in de renovatie van beide boerderijen en het bakhuisje. Ook wordt het karakteristieke bijgebouw op het erf van Ypeloweg 18 herbouwd (renovatie is vanwege de slechte bouwkundige staat niet mogelijk) tot twee gastenverblijven.
Sloop landschapsontsierende agrarische bedrijfsgebouwen
Op het perceel Ypeloweg 18 wordt 1.516,5 m² gesloopt en op de Ypeloweg 20 908 m². Alleen de karakteristieke gebouwen blijven staan.
Herbestemming agrarische dienstwoning tot burgerwoning of sloop en extra bouwkavel
De beide boerderijen worden herbestemd als burgerwoning. Indien de woningen met inpandige deelruimte de inhoud van 1.000 m³ te boven gaat, is het beleid inzake grotere woningen in het landelijk gebied van toepassing.
Sloop van minimaal 850 m² vergunde bedrijfsgebouwen voor 1-1-2004 of 4500 m² kassen
Voor de sloop van bedrijfsgebouwen op beide slooplocaties kunnen twee woningbouwkavels worden verkregen.
Bouwkavel op plek zelf of elders bij kwaliteitswinst (aansluitend aan kern of buurtschap of aansluitend aan bestaande bebouwing)
Eén rood voor roodwoning wordt binnen het voormalige agrarische bouwblok aan de Ypeloweg 18 gerealiseerd. Vanwege de traditionele erfinrichting van Ypeloweg 20 was het stedenbouwkundig en ruimtelijk niet wenselijk om hier een nieuwe rood voor roodwoning te bouwen. Deze rood voor roodwoning wordt daarom op de bestaande bouwlocatie van het zomerhuis gebouwd.
Sloop van het gehele complex, met uitzondering van sloop van karakteristieke en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
De karakteristieke bebouwing blijft behouden. Dit zijn op nr 18 de deel bij de woning en een gedeelte van de wagenloods. De oude stal wordt herbouwd (totaal 297,5 m²). Op nr 20 blijft de deel bij de woning en het bakhuisje behouden (totaal 364 m²).
Agrarische en andere belangen in omgeving worden niet aangetast
Uit de milieutoets (zie hoofdstuk 4) blijkt dat het rood voor roodverzoek de agrarische en andere belangen in de omgeving niet aantast.
Uit het voorgaande blijkt dat het rood voor roodverzoek op landgoed Haarboer voldoet aan de uitgangspunten van het gemeentelijk rood voor roodbeleid.
Uitgangspunt van rood voor rood (RVR) is de sloop van het hele complex met uitsluiting van de voormalige dienstwoning. Een combinatie van RVR en vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) is daarom slechts mogelijk indien direct hergebruik aan de orde is. Met name wanneer er sprake is van een karakteristiek gebouw op een locatie, kan een combinatie van VAB en RVR uitkomst bieden. Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de doelstelling van ontstening van het buitengebied, geldt dat in totaal maximaal 300 m² bedrijfsbebouwing aanwezig mag blijven. Mocht de deelnemer hiervan af willen wijken, dan is een duidelijk zichtbare meerwaarde in ruimtelijke kwaliteit vereist. Het totaalbeleid is hierbij bepalend.
Het uitgangspunt van het VAB-beleid is hergebruik binnen bestaande gebouwen. In sommige situaties is het denkbaar dat de ruimtelijke kwaliteit beter gediend wordt met het direct slopen en herbouwen overeenkomstig kwalitatieve criteria. Hierbij geldt onder meer dat de nieuwbouw tegemoet komt aan de beeldkwaliteit van het erf als geheel, alsmede dat er een reductie van steen plaatsvindt: alle niet voor hergebruik bestemde schuren moeten worden gesloopt.
Het karakteristieke bijgebouw op het erf van Ypeloweg 18 wordt in het kader van het VAB-beleid omgezet naar twee gastenverblijven. Uit een bouwkundige opname blijkt dat er boktor in de gebinten zit en de muren dermate zijn aangetast (scheuren), dat hergebruik van de bestaande schuur feitelijk onmogelijk is. Gelet hierop heeft het college van B&W ermee ingestemd om het karakteristieke bijgebouw te herbouwen, mits het bijgebouw in de oude stijl wordt herbouwd, zodat de cultuurhistorische waarde van het erf blijft behouden en recht wordt gedaan aan de doelstellingen van het RVR en VAB-beleid.
Op 27 mei 2003 heeft het college de beleidsregels voor woningen met grotere inhoud in het landelijk gebied verruimd. Naast het bestaande inwoonbeleid wordt medewerking verleend aan het verbouwen van een agrarische bedrijfswoning of burgerwoning met een inhoud van tenminste 1000 m³, bewoond door 2 huishoudens en met een inhoud van tenminste 1500 m³, bewoond door 3 huishoudens. De verbouwing mag alleen plaatsvinden binnen de bestaande hoofdvorm en de karakteristiek van de boerderij in stand blijft en sanering van ontsierende bijgebouwen plaatsvindt. Verder worden als voorwaarden gesteld dat:
In de regels van dit bestemmingsplan is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bij omgevingsvergunning een karakteristiek pand /voormalige bedrijfswoning met een omvang van minimaal 1.000 m³ respectievelijk 1.500 m³ te verbouwen ten behoeve van twee respectievelijk drie woningen.
Sinds medio 2002 werkt een speciaal daarvoor opgerichte werkgroep aan een opdracht van de Streekcommissie Zuidwest Twente: "Stel voor de toekomst van het landelijk gebied ten zuiden van Wierden een visie op, waarin landbouw, plattelandsontwikkeling, waterwinning en waterretentie samengaan door toepassing van meervoudig ruimtegebruik." "Waterland Wierden" omvat globaal het gebied van de buurtschappen Rectum en Ypelo. Centraal in dit gebied ligt het beekdal van de Eksose Aa. In dit gebied is een groot aantal ontwikkelingen actueel, waaronder een gedeeltelijke verplaatsing van de waterwinning Wierden. Vitens heeft het voornemen een derde puttenveld te realiseren binnen het landgoed Haarboer ten behoeve van de winning van 4 miljoen m³/jaar. De huidige winning bleek namelijk niet langer duurzaam te zijn. Als onderdeel van de verplaatsing zal Vitens een goed infiltrerende waterbuffer aanleggen in het gebied Dakhorst om de effecten van de nieuwe winning op de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Voor deze verplaatsing is een merprocedure gevolgd. Hieruit bleek dat een gedeeltelijke verplaatsing van de waterwinning mogelijk is.
Om de verplaatsing van de waterwinning planologisch mogelijk te maken, is het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009, herziening waterwinning Wierden' in procedure gebracht. Het ontwerp-bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen en wordt in oktober 2011 ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.
Landgoed Haarboer heeft in dit bestemmingsplan gedeeltelijk de gebiedaanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' en gedeeltelijk de gebiedsaanduiding 'Milieuzone - waterwingebied' gekregen. Deze gebiedsbestemmingen zijn in voorliggend bestemmingsplan overgenomen.
De visie op het landschap in de gemeente Wierden is beschreven in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), dat op 10 februari 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld. De algemene doelstellingen voor het LOP zijn:
In het LOP is de gemeente Wierden onderverdeeld in verschillende deelgebieden, die onderling een sterke samenhang hebben, maar die tegelijkertijd ruimtelijk, functioneel en qua ontwikkelingen en beleid van elkaar verschillen. Per deelgebied zijn de eigen kenmerken, kwaliteiten, ontwikkelingen, kansen en bedreigingen uiteengezet. Daarnaast zijn de verschillende specifieke opgaven voor de deelgebieden bepaald.
Het plangebied ligt in het deelgebied 'dorpsrand Wierden'. In dit gebied worden als kansen gezien:
Het beleid is gericht op het bieden van een stevige landschappelijke structuur en een sterk eigen karakter waarbinnen verschillende ontwikkelingen kunnen plaatsvinden en handvatten bieden voor diverse ruimteclaims in het gebied. Ook wordt ingezet op het versterken van de ruimtelijke en functionele samenhang met de kern Wierden en het buitengebied en het stimuleren van recreatief medegebruik van het buitengebied als uitloopgebied voor Wierden en omgeving.
Volgens de visie is het landschappelijk gewenst dat naast de landbouw, ontwikkelingen als (kleinschalige) recreatieve initiatieven, initiatieven op het gebied van waterberging en -winning, natuur en landschap en alternatieve vormen van landbouw worden ingepast. Ook functieverandering van historische erven, met als doel behoud van de cultuurwaarden van die erven, wordt ondersteund. Deze landschappelijke structuren kunnen worden gefinancierd door rood voor rood en VAB-verzoeken.
De uitvoering van het LOP krijgt vorm door het uitvoeren van projecten, regievoering door de gemeente bij particuliere aanvragen en samenwerking tussen de gemeente en diverse instanties. Het rood voor roodverzoek op landgoed Haarboer past binnen de uitgangspunten van het Landschapsontwikkelingsplan.
Het gemeentelijke archeologiebeleid staat beschreven in de Beleidsnota Archeologie die door de gemeenteraad op 5 oktober 2010 is vastgesteld. Voor de hele gemeente is onderzoek verricht om inzicht te krijgen in de aanwezige archeologische waarden én in de kans dat archeologische resten in de ondergrond aanwezig zijn. Op basis van het archeologisch onderzoek is een verwachtingskaart opgesteld. Aan de op kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De verwachtingskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Doel van de verwachtingenkaart is dat deze met bijbehorende bestemmingen en regels in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen wordt overgenomen. De juridische bescherming wordt geregeld in de bestemmingsplanregels. Er zijn drie verschillende categorieën:
Deze terreinen zijn op grond van de Monumentenwet 1988 aangewezen als beschermd archeologisch monument. Het beschermingsregime voor deze terreinen staat geheel los van het bestemmingsplan. Wel moeten deze terreinen opgenomen worden op de verbeelding. De gemeente Wierden heeft zes terreinen van zeer hoge archeologische waarde, beschermd.
Dit zijn terreinen die staan op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van Overijssel. In deze terreinen zijn archeologische waarden vastgesteld. Voor deze terreinen geldt een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. Binnen de gemeente Wierden zijn 23 van dergelijke terreinen aanwezig. Deze terreinen hebben allemaal een hoge archeologische waarde.
Voor deze gebieden met een hoge archeologische verwachting geldt een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. Ontheffing voor ontwikkelingen in het buitengebied ligt voor gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde op 10 ha, voor gebieden met een middelhoge en hoge verwachting op 5.000 m², respectievelijk 2.500 m².
Deze ontheffingen gelden niet wanneer een plangebied binnen een straal van 50 meter van een AMK-terrein of archeologische waarneming ligt.
Volgens de archeologische verwachtingskaart heeft het plangebied een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Daarnaast is de noordelijke es in het plangebied aangewezen als archeologisch monument.
De gemeente Wierden heeft haar beleid ten aanzien van toerisme vastgelegd in de "Nota Recreatie en toerisme 2005". De belangrijkste reden het toerisme en de recreatie een impuls te geven komt voort uit het feit dat de wens bestaat de werkgelegenheid in de gemeente te bevorderen en de locale economie te versterken. Daarnaast biedt recreatie en toerisme een alternatief waar het gaat om de teruglopende werkgelegenheid in de agrarische sector. Er wordt nader gekeken welke activiteiten nader ontplooid moeten worden om het toerisme in de gemeente een impuls te geven.
Nota Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied
In deze nota worden ten aanzien van de verblijfsrecreatieve ambities de volgende uitgangspunten genoemd:
In paragraaf 4.7.2 van de nota is het beleid voor 'plattelandskamers-appartementen als hoofdactiviteit' opgenomen. Bij de inrichting en totstandkoming van plattelandskamers worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De gastenverblijven voldoen aan bovengenoemde uitgangspunten en zijn onder de noemer 'plattelandskamers' in dit bestemmingsplan opgenomen.
In deze beleidsregel wordt het gemeentelijk beleid ten aanzien van beroep en bedrijf aan huis beschreven. Ten opzichte van het voorheen geldende beleid, is het nu ook mogelijk een bedrijf aan huis te starten. Er wordt onderscheid gemaakt in voorwaarden ten aanzien van het beroep/bedrijf, de woning en de woonomgeving.
De mate waarin het geluid het (woon)milieu mag belasten is geregeld in verschillende wetten en regelingen. Afhankelijk van de bron en regeling gelden er voorkeursgrenswaarden, streefwaarden of maximale grenswaarden voor geluidgevoelige functies. Bij plannen waarbij geluidgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt, is akoestisch onderzoek nodig indien het plangebied binnen de onderzoekszone van geluidsbronnen (weg, spoor, industrie) is gelegen.
De gemeente Wierden zal voor nieuwe ontwikkelingen in het plangebied een zelfstandige planologische procedure opstarten. Er zal dan rekening gehouden moeten worden met het gebiedsgericht geluidsbeleid van de gemeente Wierden. Het gebiedsgericht beleid moet nog worden vastgesteld. Op basis van het functioneel gebruik van de ruimte is de gemeente Wierden onderverdeeld in een negental gebieden:
Voor ieder gebied is in het geluidsbeleid voor de thema's bedrijven en verkeer een passende geluidskwaliteit opgenomen. De geluidskwaliteit (figuur 1) geeft aan wat de ambitie is voor dat gebied. Daarnaast geeft de ambitietabel (figuur 2) ook aan indien dit noodzakelijk is waar de ruimte zit voor mogelijke afwijkingen van de ambitie (bovengrens).
De nota geluidsbeleid en de hierbij horende nota hogere grenswaarden van de gemeente Wierden schept het lokale geluidbeleid kader, vormt uitgangspunt voor een eventuele hogere waarden afweging en schetst de voorwaarden en criteria waaraan getoetst wordt.
Op 15 december 2009 heeft het college de nota gemeente Wierden naar een veilige bestemming vastgesteld. Met deze nota is vastgesteld dat er afgeweken wordt van het geldende externe veiligheidsbeleid. Bij ruimtelijke ontwikkelingen rondom het spoor vindt er een overschrijding van de oriëntatiewaarde plaats. Om deze reden zal het externe veiligheidsbeleid worden herzien.
Klimaatprogramma
De rijksoverheid heeft voor de klimaatproblematiek de volgende doelstellingen geformuleerd:
In 2007 hebben het ministerie van VROM en de VNG een klimaatakkoord getekend, waarbij de gemeenten deze doelstellingen onderschrijven. De kern van het akkoord is dat gemeenten en Rijk een gezamenlijke inspanning leveren voor een schoner, duurzamer en zuiniger Nederland. Er zijn afspraken vastgelegd over maatregelen op een aantal terreinen: duurzame overheid, duurzame energieproductie, schone en zuinige mobiliteit, energiezuinige gebouwde omgeving, duurzame (agrarische) bedrijven en klimaatbestendige leefomgeving. De gemeente Wierden is bezig met het ontwikkelen van een eigen energiebeleid, in het kader hiervan is een aanvraag ingediend bij de doeluitkering 'Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven' (SLOK). Per thema zijn projecten aangegeven.