Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Landgoed Haarboer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000021-VA01 |
De Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel zijn op 1 juli 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De Omgevingsvisie is een samenvoeging van het streekplan, Verkeers- en Vervoersplan, Waterhuishoudingsplan en het Milieubeleidsplan. Deze visie is opgesteld met een doorkijk tot 2030. In de Omgevingsverordening zijn instructies opgenomen ten aanzien van de inhoud van de juridisch-planologische documenten. In deze paragraaf komt als eerste de visie aan bod en in navolging hierop de verordening.
Voor de omgevingsvisie heeft de provincie twee thema's die leidend zijn voor alle beleidskeuzes: duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen in projecten en regels. Ontwikkelingsperspectieven schetsen de ontwikkelingsrichtingen voor gebieden. Voor de groene omgeving worden de volgende ontwikkelingsperspectieven geschetst:
In de omgevingsvisie schrijft de provincie dat zuidwest-Twente een veelzijdig landbouw-, natuur- en recreatiegebied blijft met grote en kleine kernen in een karakteristiek Twents verstedelijkingspatroon, met een kenmerkend bekenstelsel.
Het plangebied is gelegen in waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied. Als het gaat om de drinkwatervoorziening is de ambitie een betrouwbare drinkwatervoorziening (zowel in kwaliteit als kwantiteit). Grondwater als bron heeft bij de provincie de voorkeur. De provincie zorgt voor voldoende beschikbare bronnen. Kwetsbare drinkwatervoorzieningen worden onderzocht op maatregelen voor een betere bescherming. De provincie hanteert onder andere de volgende uitgangspunten:
Daarnaast is de provincie van mening dat drinkwaterwinningen duurzaam moeten worden ingepast en ingericht. Dat betekent dat naast een goede bescherming tegen verontreinigingen de inbreuk op het natuurlijk watersysteem zo klein mogelijk is en de schade aan functies als landbouw en natuur zoveel mogelijk wordt beperkt.
De grondwaterbeschermingsgebieden zijn door de provincie aangegeven op kaarten behorende bij de Omgevingsvisie. In verband met de voorgenomen gedeeltelijke verplaatsing van de drinkwaterwinning Wierden is de begrenzing van het waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied en het intrekgebied Wierden gewijzigd (besluit van 1 december 2010).
In de Omgevingsvisie is een uitvoeringsmodel ontwikkeld voor het sturen op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid waarbij voor de toelaatbaarheid van nieuwe ruimtelijke plannen drie stappen worden onderscheiden. Hieronder wordt het plangebied landgoed Haarboer aan de hand van het uitvoeringsmodel beoordeeld. Hierin worden drie stappen onderscheiden.
In de eerste stap dient de keuze te worden gemaakt of de ontwikkeling nodig dan wel mogelijk is. Hierbij moet worden getoetst aan de principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik (SER-ladder) en grondwaterbescherming. In de Omgevingsvisie is aangegeven dat voor gebiedsontwikkelingen op het gebied van woningbouw, bedrijfslocaties en toeristische en recreatieve voorzieningen de zogenaamde SER-ladder moet worden doorlopen. Hierbij worden ruimtelijke keuzes op de volgende wijze gemaakt:
De twee nieuw te realiseren woningen in het kader van de rood voor roodregelingen worden gerealiseerd op bestaande bouwlocaties. De bestaande bedrijfsbebouwing en het zomerhuis worden gesloopt. Hiermee wordt optimaal voldaan aan het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Het plangebied is gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Binnen een grondwaterbeschermingsgebied zijn geen functies met risico op grondwaterverontreiniging toegestaan, tenzij de beschermingssituatie verbetert. De wijziging van de agrarische bouwpercelen in wonen wordt aangemerkt als een verbetering.
De tweede stap is de toets van de beoogde ontwikkeling aan de ontwikkelingsperspectieven voor het plangebied. Op onderstaande ontwikkelingsperspectievenkaart is af te lezen dat het hele plangebied binnen het mixlandschap met landbouw, natuur, water en wonen als goede buren ligt. Hier ligt het accent op veelzijdige gebruiksruimte. Geconstateerd wordt dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen de ontwikkelingsperspectieven.
Ontwikkelingsperspectieven
De derde en laatste stap is de toets van deze ontwikkeling aan de gebiedskenmerken en stelt de vraag aan de orde hoe de ontwikkeling op een goede wijze kan worden ingepast. Bij de gebiedskenmerken wordt onderscheid gemaakt in normatieve en richtinggevende uitspraken. Voor het rood voor roodverzoek op landgoed Haarboer zijn alleen de natuurlijke laag en de laag van het agrarisch cultuurlandschap van toepassing. In onderstaande tabellen worden per laag de relevante gebiedskenmerken en uitspraken beschreven:
Natuurlijke laag
Laag van het agrarisch cultuurlandschap
De binnen landgoed Haarboer voorgenomen ingrepen passen binnen de hierboven weergegeven gebiedskenmerken en normatieve en richtinggevende uitspraken.
De wijze waarop aan het beleid uit de Omgevingsvisie uitvoering moet worden gegeven is vastgelegd in de Omgevingsverordening. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de provincie Overijssel. De Omgevingsverordening heeft de status van:
De Omgevingsverordening is een uitvoeringsmodel van de Omgevingsvisie en is opgesteld in de vorm van voorschriften. In veel voorschriften is gekozen voor proces- en motiveringsvereisten. In de Omgevingsverordening moet elk inhoudelijk thema geregeld zijn, waar de provincie de mogelijkheid op wil hebben om juridische instrumenten in te kunnen zetten. Het inzetten van juridische instrumenten vindt plaats op basis van de interventieladder.
De Omgevingsverordening stelt onder andere "regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden (grondwaterbeschermingsgebieden)". Gelet op de voorgenomen gedeeltelijke verplaatsing van de drinkwaterwinning Wierden is de begrenzing van het grondwaterbeschermingsgebied en het intrekgebied gewijzigd. Op de volgende pagina is kaartbijlage 1a opgenomen die behoort bij de Wijziging Omgevingsverordening Overijssel (met de nieuwe begrenzing van het grondwaterbeschermingsgebied bij Wierden). De Wijziging Omgevingsverordening Overijssel is op 1 december 2010 vastgesteld.
In de verschillende zones van de beschermingsgebieden gelden verschillende regels, afhankelijk van de mate van kwetsbaarheid. In waterwingebieden zijn in beginsel geen activiteiten toegestaan die niet direct samenhangen met de winning. Grondwaterbeschermingsgebieden zijn, gezien de langere verblijftijden van het op te pompen water, minder kwetsbaar dan waterwingebieden. In deze gebieden gelden regels gericht op het verbieden van of het stellen van voorwaarden aan grondwaterbedreigende activiteiten. Naast extra milieuregels gelden in de beschermingsgebieden ook ruimtelijke beperkingen. Voor het ruimtelijke ordeningsbeleid is het uitgangspunt dat het risico op verontreiniging van het grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden wordt tegengegaan. Met betrekking tot de grondwaterbescherming zijn de voorgenomen ingrepen niet aan te merken als een groot en grootschalig project als bedoeld in artikel 3.2.2.3 van de Verordening.
Kaartbijlage 1a Milieubeschermingsgebied met de functie waterwinning Wierden
Hoofddoel van de Reconstructiewet concentratiegebieden, die op 1 april 2002 in werking is getreden, is de bevordering van een goede ruimtelijke structuur van het concentratiegebied, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie en toerisme, water, milieu en infrastructuur, alsmede ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en van de economische structuur. Eerste stap in de reconstructie van de concentratiegebieden was het opstellen van een reconstructieplan.
Met het reconstructieplan "Salland-Twente", dat sinds 4 november 2004 formeel van kracht is geworden, wil de provincie Overijssel ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden scheppen voor de landbouw, en tegelijk veel problemen op het gebied van milieu, natuur, landschap, water en leefbaarheid aanpakken. Centraal voor Zuidwest-Twente staat het versterken van de economische vitaliteit van het gebied. Daarnaast moet de kwaliteit van landschap en natuur behouden worden en moet een gezond platteland samen gaan met een gezond sociaal klimaat waar mensen van alle leeftijden en afkomst kunnen wonen en werken.
Via het reconstructieplan is het reconstructiegebied voor het onderdeel intensieve veehouderij ingedeeld in drie zones: landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebied en extensiveringsgebied. In het plangebied liggen agrarische gebieden die onderdeel uitmaken van het verwevingsgebied. De hoofdlijn van het beleid in het verwevingsgebied is:
De doelstellingen en de visie van het Reconstructieplan hebben het karakter van richtinggevend beleid. De provincie acht het hierbij van belang dat bestemmingsplannen worden aangepast aan de reconstructiezonering. Geconcludeerd kan worden dat het verzoek past binnen het beleidskader van het Reconstructiebeleid.
Het Natuurgebiedsplan Overijssel vormt de basis voor het aanvragen van subsidies agrarisch natuurbeheer (san) en subsidieregeling natuurbeheer (sn) door particulieren. Aangezien bij rood voor roodverzoeken een verplichte investering geldt in de ruimtelijke kwaliteit, kan voor dit deel geen gebruik worden gemaakt van deze subsidieregelingen. Indien meer natuur wordt gerealiseerd, is voor het meerdere wel subsidie mogelijk. Verder geldt als voorwaarde dat de natuurontwikkeling overeenkomstig de in het natuurgebiedsplan gewenste inrichtings-/ en beheersmaatregelen wordt gerealiseerd.
In het Natuurgebiedsplan is voor landgoed Haarboer niet voorzien in natuurontwikkeling en agrarisch natuurbeheer.