direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - Gas
Plan: Bedrijventerrein Enter-Rijssen 2008
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2011000016-VA01

Artikel 9 Leiding - Gas

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:

  • a. (een) leiding(en) ten behoeve van het transport van aardgas;

met daarbij behorende:

  • b. leidingzone;
  • c. veiligheidszone;
  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
9.2 Bouwregels

Op de voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
9.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.

9.3.1 Afwegingskader

Een in 9.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de gasleiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.

9.3.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 14.2 vermelde voorbereidingsprocedure.

9.4 Aanlegvergunning
9.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • c. graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m;
  • d. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 0,30 m;
  • e. diepploegen dieper dan 0,30 m;
  • f. het planten van hoogopgaande bomen en/of houtopstanden die dieper kunnen wortelen dan 0,30 m;
  • g. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;
  • h. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
  • i. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • j. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk.
9.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 9.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
9.4.3 Afwegingskader

Een in 9.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. het behoud van een veilige ligging van de gasleiding en de continuïteit van de functie van de gasleiding zijn gewaarborgd;
  • b. met het oog op een zorgvuldige afweging door burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.