Plan: | Buitengebied 2009, herziening Recreatiepark De Tolplas |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000012-VA01 |
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging op de Monumentenwet 1988, regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Nieuw in de wet is dat gemeenten een archeologische zorgplicht krijgen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.
Bureau Baac heeft voor het grondgebied van de gemeente Wierden een inventarisatie opgesteld van de archeologische verwachtingen. Het plangebied is getoetst aan archeologische verwachtingskaart. Een uitsnede van de kaart is opgenomen in afbeelding 5.1.
Afbeelding 5.1 Archeologische verwachtingskaart (Bron: gemeente Wierden)
Voor het plangebied geldt deels een hoge en deels een lage archeologische verwachtingswaarde op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart.
Naar aanleiding van overleg met de regio-archeoloog is echter de conclusie getrokken dat kan worden afgezien van (verkennend) archeologisch onderzoek. Een aanzienlijk deel van het terrein wordt momenteel gebruikt als opslag van (afgegraven) grond van elders van het recreatiepark. Deze hopen grond worden vóór aanvang van de bouw over het plangebied verspreid, waarna het terrein wordt geëgaliseerd. Dit heeft tot gevolg dat ten opzichte van de huidige situatie een terreinophoging van ca. 20-30 cm zal plaatsvinden. Bovendien ligt het 'gele zand' dicht aan de oppervlakte van het oorspronkelijke maaiveld. Op grond hiervan zal een fundering dieper dan 50 cm voor de bouw in het plangebied niet noodzakelijk zijn.
Wanneer tijdens de graafwerkzaamheden onverhoopt archeologische resten worden aangetroffen, dient dit op grond van de Monumentenwet 1988 te worden gemeld bij het bevoegd gezag.