direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Wierden, herziening Rijssensestraat 22 Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2011000001-0003

4.2 Geluid

4.2.1 Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies. De bedrijfswoning is aan te merken als een geluidsgevoelige functie. Een bedrijfswoning wordt beschreven als een gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe bestemd is en wordt volgens artikel 1 Wgh beschermd tegen geluidhinder.

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek in Bijlage 2bepaalt de geluidsbelasting aan de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg of spoorweg wordt ondervonden. In het voorliggende geval is er sprake van een geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg waardoor een akoestisch onderzoek noodzakelijk is.

De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt op de voorgevel t.g.v. de Rijssensestraat met maximaal 11 dB overschreden als gevolg van verkeer op deze weg. De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 63 dB conform de geluidnota en Wet geluidhinder wordt niet overschreden. Hogere waarden worden alleen verleend bij ruimtelijke ontwikkelingen die voldoen aan zogenaamde ontheffingscriteria.

  • 1. De Wet geeft een aantal hoofdcriteria (overwegingen) voor het mogen toepassen van de hogere waarde, er moet onderzoek gedaan zijn waaruit blijkt dat de hogere waarde noodzakelijk is om het plan mogelijk te maken;
  • 2. Uit het onderzoek moet blijken dat maatregelen (bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde niet doeltreffend zijn (bezwaren stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard).

De exacte maatregelen kunnen pas worden bepaald als het plan definitief is voor de bouwaanvraag. Soms kan dat direct als er niets meer veranderd maar vaak wordt een plan gewijzigd totdat de bouwaanvraag wordt ingediend.

4.2.2 Maatregelen

Onderzocht moet worden welke maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting te reduceren in de volgorde van bron – overdracht – ontvanger.

Bronmaatregelen

Deze kosten zijn hoog omdat het om relatief klein wegvak gaat. De wegbeheerder zal over het algemeen niet instemmen voor de aanpak van een klein wegdeel omdat dit onderhoudstechnisch en bij de gladheidbestrijding tot problemen leidt.

Overdrachtsmaatregelen

Voor een geluidreductie door een grotere afstand uit de wegas is geen ruimte. Het plaatsen van schermen is niet realistisch en uit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst.

Maatregelen aan de gevels

Wanneer een hogere grenswaarde wordt verleend zijn maatregelen aan de gevels noodzakelijk. De kosten van de maatregelen zijn sterk afhankelijk van de keuze voor het ventilatiesysteem. Wanneer wordt gekozen voor een natuurlijke toevoer via openingen in de geluidbelaste gevel zijn susroosters/suskasten noodzakelijk.

4.2.3 Conclusie

Aan de voorgevel van het betreffende pand is een vide aanwezig, waardoor de voorgevel als een 'dove' gevel beschouwd kan worden. Naarmate de afstand van de weg groter wordt neemt de belasting verder af. Ook in dat geval is een hogere grenswaarde nodig. Om in het ontwerp zo vrij mogelijk te zijn, ook naar de toekomst, is echter uitgegaan van de hoogste waarde op de voorgevel. Door hier vanuit te gaan kan de vide eventueel in de toekomst ook als woonruimte in gebruik worden genomen.

De bron- en overdrachtsmaatregelen die voor de woningen getroffen dienen te worden om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, ontmoeten overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard. De ontheffingsgrond is:

  • door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen;
  • vervanging van bestaande bebouwing

In alle gevallen waarin ontheffing wordt verleend, worden eisen gesteld aan het binnenniveau en de indeling van de woning. De binnenwaarde, waaraan bij het realiseren van de nieuwe woning zal moeten worden voldaan, bedraagt 33 dB. Na dat het definitieve ontwerp gereed is kunnen de noodzakelijke geluidwerende maatregelen in het kader van de omgevingsvergunning worden vastgesteld.