Plan: | Buitengebied 2009, herziening waterwinning Wierden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2010000048-VA01 |
In deze paragraaf wordt ingegaan op het beoogde plan, zowel voor wat betreft de grondwaterwinning als de waterbuffer.
Grondwaterwinning Wierden
De huidige waterwinning Wierden is niet duurzaam, om de volgende redenen:
Als oplossing voor deze problematiek wil Vitens de winning gedeeltelijk verplaatsen naar een nieuw te realiseren derde puttenveld bij Rectum-Ypelo. Het gaat om de verplaatsing van een onttrekking van 2 miljoen m3 grondwater per jaar van het bestaande puttenveld I (Nijverdalsestraat 98) naar een nieuw te realiseren puttenveld III (Enterweg, Rectum-Ypelo). Per 28 september 2010 is de vergunning voor het gedeeltelijk verplaatsen van de grondwaterwinning verleend. De totale onttrokken hoeveelheid grondwater blijft gelijk aan de in 1989 vergunde hoeveelheid van maximaal 8 Mm3/jaar. Als gevolg van de gedeeltelijke verplaatsing verandert de begrenzing van de beschermingsgebieden (waterwin-, grondwaterbeschermings- en intrekgebied). De provincie Overijssel heeft daarom de Omgevingsvisie Overijssel en de Omgevingsverordening Overijssel 2009 (per 1 december 2010) gewijzigd vastgesteld.
Waterbuffer Dakhorst
Integraal onderdeel van het project voor het verplaatsen van de waterwinning is de aanleg van een waterbuffer bij Dakhorst. Deze buffer moet onder andere worden aangelegd voor infiltratie van oppervlaktewater om de effecten van de winning te verminderen.
Arcadis heeft in opdracht van Vitens het ontwerp voor de Waterbuffer Dakhorst gemaakt. Het ontwerp is neergelegd in de rapportage "Plantoelichting Waterbuffer Dakhorst Wierden" (definitief rapport, 21 september 2010) en is opgenomen als Bijlage 2 Toelichting ontwerp waterbuffer Dakhorst bij deze toelichting. In Bijlage 3 Kaart ontwerp waterbuffer Dakhorst is de kaart opgenomen die bij de rapportage hoort. Hierna wordt een korte toelichting op het ontwerp gegeven. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de rapportage zelf (zie Bijlage 2 Toelichting ontwerp waterbuffer Dakhorst).
De buffer bij Dakhorst bestaat uit een deel permanent water en een deel retentie. De al aanwezige laagtes in het gebied worden benut voor permanente waterberging. Rondom het gebied worden kades aangelegd. Bij een normale waterstand in de Eksosche Aa wordt het water via een inlaatvoorziening aan de zuidrand van de buffer gevuld. Via smalle verbindingsgreppels wordt het water naar de permanente waterbekkens gevoerd. Bij hoog water zal vrijwel het gehele gebied zich vullen met water. Bij de voor- en najaarssituatie is de retentie zo vormgegeven dat de oorspronkelijke verkavelingsstructuur zichtbaar wordt door hogere ruggetjes of landtongen. De langste landtong ligt ter hoogte van de gasleiding, omdat hier niet ontgraven mag worden. Deze landstrook maakt op deze manier onderdeel uit van het ontwerp.
Een waardevolle bestaande boomgroep van elzen en een grote wilg (in het midden van de waterbuffer) wordt gehandhaafd. De grond wordt hier niet afgegraven of opgehoogd. Ook de waardevolle bomen (veelal eiken) langs de Eksosche Aa worden gespaard door ter plaatse de kade niet af te graven. Tegen de eigendomsgrens aan de westzijde worden de bestaande houtsingels aangevuld en verlengd met nieuwe houtsingels.
Het huidige fietspad wordt omgeleid. In het zuidelijke deel van het gebied ligt het pad op de te handhaven kade langs de Eksosche Aa. Daarna buigt het pad naar het westen af, kruist de buffer en gaat vervolgens om de buffer heen op de natuurlijke of deels opgehoogde kade. Bij het permanente water wordt het fietspad op palen gezet als een houten vlonderpad.
Aan de noord- en westzijde van de buffer worden op de hogere delen achter de kade enkele poelen aangelegd. Deze poelen zijn bestemd voor amfibieƫn als knoflookpad en kamsalamander. Ze worden gevoed door het grondwater en hemelwater (staan niet in verbinding met de waterbuffer).
Door het grote oppervlak permanent water behoudt het gebied zijn open karakter. Het streefbeeld is een open gebied met water en vochtige gras- of hooilanden. Door de grote oeverlengte en de afwisseling in de steilte van de oevers kan er een grote soortenrijkdom ontstaan.