direct naar inhoud van 4.2 Milieuaspecten
Plan: Wierden-Centrum 2006, partiële herziening Stationsstraat 36
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000039-0003

4.2 Milieuaspecten

4.2.1 Bodem

In verband met de uitvoerbaarheid van het plan is de kwaliteit van de bodem voor de wet een belangrijk afwegingsaspect bij de beoordeling van bestemmingsplannen. De gemeente dient bij het opstellen van een bestemmingsplan dat ontwikkelingen mogelijk maakt, onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de grond. In onderliggend bouwplan gaat het om een uitbreiding van de aula. Gelet op de kleinschaligheid van het plan, is een bodemonderzoek niet vereist.

4.2.2 Geluid

In beginsel heeft iedere (spoor)weg een geluidzone. Dit geldt echter niet voor de volgende wegen:

  • wegen gelegen in een als woonerf aangeduid gebied;
  • wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur.

In hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder (Wgh) is (in geval van zonering) de verplichting opgenomen tot het verrichten van een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting op de gevels van woningen (en daarmee gelijk te stellen geluidsgevoelige objecten) binnen de in artikel 74 genoemde onderzoekszone van een (spoor)weg of grote lawaaimaker.

Het perceel Stationsstraat 36 in Wierden ligt binnen een 30 km-zone. Een akoestisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk.

4.2.3 Externe veiligheid

De uitbreiding van de aula is aangevraagd om de bedrijfsvoering van de uitvaartvereniging te kunnen optimaliseren. Daarbij is de uitbreiding dusdanig kleinschalig, ca. 23m², dat nader onderzoek in het kader van externe veiligheid niet aan de orde is.

4.2.4 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. Dit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wettelijke regels geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend.

Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding van de aula aan de stationsstraat in Wierden mogelijk. Gelet op de kleinschaligheid van het plan worden de NIBM-grenzen niet overschreden en is een luchtkwaliteitsonderzoek niet noodzakelijk.