direct naar inhoud van 6.3 Erfinrichting
Plan: Buitengebied 2009, partiele herziening manege-ontmoetingscentrum 't Zoekerveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003

6.3 Erfinrichting

6.3.1 Algemeen

Bij de inrichting van het erf aan de Wierdenseweg 29 is rekening gehouden met zowel de gebiedskenmerken uit de Omgevingsvisie Overijssel als het advies van ‘t Oversticht. Daarnaast is de gebruiksveiligheid erg belangrijk, gezien de toekomstige functie van de manege, in het ontwikkelingsplan ook wel 'Ontmoetingscentrum' genoemd.

Het advies van het Oversticht m.b.t. de erfinrichting richt zich met name op de ruimtelijk opbouw van het erf en de inpassing van het erf en de nieuwe woning in de omgeving. Het Oversticht heeft positief gereageerd op de in dit bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling. De opmerkingen van het Oversticht zijn verwerkt in het ontwikkelingsplan dat is opgenomen in Bijlage 1 bij deze toelichting.

Het ontwerp van het erf, met de nieuwe woningbouwkavel en met de omliggende gronden is afgestemd op de bestaande landschappelijke structuur en het bestaande kavelpatroon. Nieuwe bebouwing sluit qua ontwerp en architectuur aan op de aanwezige erfbebouwing (dit geldt ook voor de nieuwe woning). Beplanting op en rondom het erf worden afgestemd op het gebied. In deze toelichting van de inrichtingsschets bespreken we hoe dit vorm krijgt. De erfinrichtingsschets is opgenomen in figuur 6.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0023.png"

Figuur 6.2. Erfinrichtingsschets Wierdenseweg 29 en nieuwe woning (Bron: Eelerwoude)

6.3.2 Landschapselementen
6.3.2.1 Erf verstrengeld in het landschap

Kleinschaligheid herstellen door aanplant

De aanplant van nieuwe landschapselementen op de locatie aan de Wierdenseweg versterkt het oorspronkelijke kleinschalige landschap. Hierdoor wordt de landschapskarakteristiek van het kleinschalige ontginningslandschap versterkt. Ook draagt de aanplant van landschapselementen bij tot een aantrekkelijk woon- en recreatielandschap. Op de kaart in figuur 6.3. is te zien welke elementen worden aangeplant (aangegeven in het groen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0024.png"

Figuur 6.3. Aan te planten/ te herstellen landschapselementen (Bron: Eelerwoude)

Singel

Aan de achterkant van de manege (westkant) wordt een eikensingel geplant. Deze vervangt de historische singel die deels verdwenen is in de tijd. Onder de singel door is de weide achter de manege zichtbaar. Vanaf de westkant onttrekt de singel de manege deels uit het zicht, waardoor de bebouwing wordt opgenomen in het omringende landschap.

Knotwilgen

Aan de zuidkant van de manege wordt een knotwilgenrij (grauwe wilg) aangeplant. Verwijzend naar het beekdallandschap onttrekken de bomen de manege vanaf de Wierdense weg deels uit het zicht. De knotwilgenrij draagt bij aan de versterking van het kleinschalige ontginningslandschap.

Houtwal tussen manege en nieuwe woning

Tussen de nieuwe woning en het manegeterrein wordt een houtwal aangeplant. Deze dichte houtwal voorkomt dat ruitertjes van het manegeterrein afdwalen. De houtwal bestaat uit inheemse struiken boomsoorten. Te denken valt aan soorten als: boswilg, hazelaar, hulst, lijsterbes, eiken, meidoorn, Gelderse roos, kardinaalsmuts, kers, sleedoorn en vogelkers. Deze soorten groeien voorspoedig en ziektevrij op de beekeerdgrond op de locatie. Gekozen moet worden voor niet-giftige beplantingssoorten, omdat er veel kinderen op het ontmoetingscentrum zijn.

Bomen op de steilrand

Aan de westkant van de manege worden enkele eiken op de steilrand geplant. Deze versterken de steilrand en conserveert deze voor de toekomst. Onder de bomen door is het meest westelijke perceel vanaf de manege zichtbaar. Op de steilrand staat een bankje met uitzicht op de manege en de buitenmanege.

Speelbos

Aan de noordkant van de manege wordt een bos gerealiseerd waarin de kinderen kunnen spelen. Ook hier wordt gekozen voor inheemse struik- en boomsoorten.

Bomenrij langs de Wierdenseweg

Op gronden van de manege vervangt een bomenrij aan de wegkant de bestaande populieren. Deze sluit aan op de aanwezige bomenrij aan de noordkant van het perceel. Hierdoor ontstaat eenduidigheid en een mooie structuur.

Solitaire bomen en boomgroepen

Op het erf zijn boomgroepen opgenomen, zie de schets. Ook worden er solitaire bomen aangeplant. Bomen op het erf zorgen voor een rafelig silhouet, wat karakteristiek is voor een Twents erf. Daarnaast is het in westelijk twente van oorsprong gebruikelijk, om op het achtererf solitaire bomen aan te planten. Bij voorkeur een paardenkastanje of eik.

Hagenstructuur

Op de locatie worden veel beukenhagen aangeplant. Deze groeien op de beekeerdgrond zeer voorspoedig. Hagen zijn vriendelijke barrières voor de kinderen en zijn belangrijk voor de veiligheid op het terrein. Rond de nieuwe woning vormt de haag de markering tussen het voor- en achtererf. Daarnaast hebben de hagen een belangrijke ecologische functie.

Kleinschaligheid onderhouden door beheer

Bestaande landschapselementen vormen een bijzondere kwaliteit van het landschap. De inrichting van de locatie behoudt deze door herstel van bestaande landschapselementen. Op de kaart in figuur 6.3 is te zien welke elementen worden hersteld (aangegeven in het donkergroen).

Versterken houtwal

De westrand van het perceel bestaat uit een houtwal. Deze is smal geworden door gebruik van de omliggende gronden. In de realisatie van het project wordt de houtwal versterkt. Naast de bestaande houtwal wordt nieuwe beplanting aangeplant. Te denken valt aan dezelfde soorten als genoemd onder het kopje ‘Houtwal tussen manege en nieuwe woning’ hierboven.

Niet levende landschapselementen dragen bij aan kwaliteit

Gekloofde eikenpalen

Waar hagen niet volstaan bij het tegenhouden van kinderen en dieren, wordt een raster geplaatst van gekloofde eikenpalen. Dit past bij het karakter van het landelijke gebied en past vanuit cultuurhistorisch oogpunt bij een erf.

6.3.2.2 Randen

In het ontwerp is veel zorg besteed aan de randen van het terrein. Dit heeft zowel ruimtelijke als praktische redenen. Er is vanuit ruimtelijk oogpunt veen zorg besteedt aan het landschap. De manege tast het omliggende aantrekkelijke landschap niet aan. Door de groene randen is de overgang van de manege naar het landschap geleidelijk. Ook draagt het initiatief bij aan de kleinschaligheid van het landschap.

De praktische reden waarom veel zorg is besteedt aan het ontwerp is het feit dat de manege veilig moet zijn voor kinderen. Kinderen gebruiken de manege. Het is belangrijk dat zij niet makkelijk het terrein aflopen. Hagen en hekken sluiten het terrein op aantrekkelijke wijze af. In de onderstaande figuren wordt weergegeven op welke wijze invulling is gegeven aan de randen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0025.png"

Figuur 6.4. Impressiefoto van hoe een rand er niet uit hoort te zien (Bron: Eelerwoude)

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0026.png"

Figuur 6.5. Impressiefoto van hoe een rand bij de manege wel vormgegeven moet worden (Bron: Eelerwoude)