Buitengebied 2009, partiele herziening Goorseweg ong.-Eversdijk 16 in Enter

1.1 Aanleiding

Aanleiding voor het voorliggende bestemmingsplan is de verplaatsing van het agrarisch bedrijf van de familie Kempe aan de Eversdijk 16 in Enter naar de Goorseweg ong. in Enter. De verplaatsing is noodzakelijk i.v.m. uitvoering van het landinrichtingsplan Enter. Om een goede uitvoering te kunnen geven aan het landinrichtingsplan is de verplaatsing van het agrarische bedrijf aan de Eversdijk 16 noodzakelijk. Het overgrote deel van de gronden van het agrarische bedrijf wordt ingezet ten behoeve van natuurontwikkeling, in samenhang met het bereiken van waterdoeleinden, in het Reggedal. Het overige deel van de gronden wordt gebruikt als ruilmiddel t.b.v. de uitvoering van het landinrichtingsplan. Overigens maakt de natuurontwikkeling in het Reggedal ook onderdeel uit van het landinrichtingsplan Enter.

De eigenaar van het agrarische bedrijf, de heer Kempe, wil zijn bedrijf aan de Eversdijk 16 voortzetten aan de Goorseweg. Deze locatie is als nieuwvestigingslocatie vastgelegd in het landinrichtingsplan Enter. Deze locatie aan de Goorseweg ligt ten zuiden van de kern Enter.

Het vestigen van een agrarisch bedrijf aan de Goorseweg is momenteel planologisch niet mogelijk omdat deze gronden in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009' van de gemeente Wierden bestemd zijn als agrarische gronden zonder bouwmogelijkheden. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in het herbestemmen van deze gronden zodat de vestiging van een agrarisch bedrijf mogelijk wordt. De bestaande bedrijfswoningen aan de Eversdijk 16 zal worden bestemd als zijnde wonen. De agrarische bouwmogelijkheden verdwijnen van het perceel.

In voorliggend bestemmingsplan zal worden aangetoond dat de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan de Eversdijk 16 naar de Goorseweg en de functiewijziging van het agrarische perceel aan de Eversdijk 16 naar wonen, vanuit ruimtelijk en planologisch oogpunt verantwoord is.

In dit bestemmingsplan is rekening gehouden met onder meer:

• nota's en visies op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau;
• de nieuwe eisen ten aanzien van de vormgeving van het project; hierbij wordt gedoeld op gestandaardiseerde regels en een digitale verbeelding, gebaseerd op objectgerichte vlakken en voorzien van een codering zoals omschreven in het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO).