direct naar inhoud van Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Rondweg Enter 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000023-0003

Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de volgende activiteiten:

adres   activiteit   bestaande oppervlakte in m²   maximale goothoogte in m  
Rondweg 44   9 recreatiewoningen en een kleinschalig kampeerterrein   936   6  
nb. bovenstaande oppervlakten zijn inclusief de oppervlakte van de (bedrijfs-)woning en bijgebouwen.  

  • b. sanitaire voorzieningen;
  • c. daarbij behorende centrale voorzieningen, waaronder begrepen dagrecreatieve voorzieningen, detailhandel en dienstverlenende bedrijven (één en ander uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste van de verblijfsrecreatieve voorzieningen) en horeca;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, landschappelijke inpassing en groenvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de tot ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

8.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de in de tabel in 8.1 aangegeven bestaande oppervlakte;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan de in de tabel in 8.1 aangegeven maximale goothoogte;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 15o bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c tot en met f geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
8.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, tenzij ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan meerdere bedrijfswoningen aanwezig waren in welk geval dit aantal bedrijfswoningen gehandhaafd kan worden;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aanbouwen en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan 750 m3, exclusief de inhoud van kelders voor zover deze zijn gelegen onder een gebouw en deze van buiten niet toegankelijk is, met dien verstande dat indien op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere inhoud aanwezig was, deze grotere inhoud als maximum geldt.
8.2.3 Recreatiewoningen

Voor recreatiewoningen gelden bovendien de volgende regels:

  • a. het aantal recreatiewoningen mag niet meer dan 9 bedragen;
  • b. de inhoud van een recreatiewoning inclusief onderkeldering, aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 300 m3 bedragen, met dien verstande dat de recreatiewoningen landschappelijk zijn ingepast;
  • c. vrijstaande bijgebouwen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat indien reeds legaal vrijstaande bijgebouwen aanwezig zijn, deze gehandhaafd mogen blijven;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 7 m bedragen;
  • f. de afstand tot een andere recreatiewoning mag niet minder dan 5 m bedragen.
  • g. in afwijking van het bepaalde onder b tot en met f geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
8.2.4 Bijgebouwen en overkappingen

Voor bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • b. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 8 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte 15% lager dient te zijn dan het bedrijfswoning, met een minimum van 1 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt in geval van bedrijfswoningen met één bouwlaag, dat de bouwhoogte van een bijgebouw niet meer dan 4 m mag bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, echter niet in geval van herbouw;
  • f. de oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen wordt meegerekend bij de maximale oppervlakte genoemd in 8.6 .
8.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte van ballenvangers 10 m mag bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 en toestaan dat de bestaande oppervlakte wordt vergroot tot niet meer dan de in de tabel van 8.6 opgenomen maximale oppervlakte, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak is aangetoond door middel van een bedrijfsplan;
  • b. het perceel landschappelijk wordt ingepast (passend binnen het gemeentelijk landschapsbeleid).
8.4.1 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 8.1 juncto artikel 1.53 (begripsomschrijving woning) voor de huisvesting van twee huishoudens ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot twee afzonderlijke woningen;
  • b. 8.1 ten behoeve van een hobbymatige paardenbak, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot woningen van derden niet minder bedraagt dan 50 meter;
    • 2. de oppervlakte van een paardenbak niet meer bedraagt dan 1.200 m2 .
8.5.1 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' en bedrijven van de categorie I en 2 toestaan, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen, met dien verstande dat ten behoeve van de nieuwe bedrijfsfunctie de oppervlakte van alle gebouwen (inclusief (bedrijfs-) woningen en bijgebouwen bij woningen) mag worden vergroot, met een maximale oppervlakte, zoals genoemd in onderstaande tabel:

adres   bestaande oppervlakte in m²   maximale oppervlakte in m²  
Rondweg 44   936   1.075  
nb. bovenstaande oppervlakten zijn inclusief de oppervlakte van de (bedrijfs-)woning en bijgebouwen.  

8.6.2 Specifiek afwegingskader

Indien toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid, zoals genoemd onder 8.6.1 , dient ter zake een bodemonderzoek, een flora- en faunaonderzoek,en een inrichtingsplan te worden overgelegd.

Bij beoordeling van het inrichtingsplan wordt in ieder geval getoetst op de volgende onderdelen: groen en groensingels, waterberging, verharding en parkeervoorzieningen op eigen terrein.

8.6.3 Algemeen afwegingskader

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden, zoals genoemd in 8.6.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.