direct naar inhoud van Artikel 32 Water
Plan: Buitengebied 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000002-0002

Artikel 32 Water

32.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kanalen, vaarten, plassen, waterbergingen, watergangen, voorzieningen voor het keren en beheersen van water en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. oeverstroken;
  • c. de recreatie- en beroepsvaart;
  • d. extensief recreatief medegebruik;
  • e. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - bebouwing voor gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer, opslag, stalling, sanitaire voorzieningen en aan de recreatieve functie verbonden horeca-activiteiten;

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, zoals bruggen, dammen, duikers, stuwen, sluizen en beschoeiingen.

32.2 Bouwregels

Op de tot Water bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

32.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - bebouwing;
  • b. de oppervlakte van de gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer, opslag, stalling alsmede sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de recreatieve functie met daaraan verbonden horeca-activiteiten mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8,50 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
32.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van scheepvaarttekens, bruggen, sluizen en daarmee gelijk te stellen kunstwerken niet meer mag bedragen dan 15 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 2,50 m;
  • c. de bouw van aanlegsteigers en vissteigers niet is toegestaan.
32.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 32.2.1 onder b ten behoeve van de uitbreiding van de toegestane oppervlakte tot 200 m2;
  • b. 32.2.1 onder c ten behoeve van de uitbreiding van de toegestane oppervlakte tot 150 m2;
  • c. 32.2.2 onder c ten behoeve van de bouw van aanlegsteigers en vissteigers, mits:
    • 1. de lengte van de aanlegsteiger, gemeten evenwijdig aan de oever, niet meer dan 20 m bedraagt;
    • 2. de breedte van de aanlegsteiger, gemeten haaks op de oever, niet meer dan
      2 m bedraagt;
    • 3. de lengte van een vissteiger, gemeten evenwijdig aan de oever niet meer dan 2 m bedraagt;
    • 4. de breedte van een vissteiger, gemeten haaks op de oever, niet meer dan 1 m bedraagt.
32.3.1 Afwegingskader

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
32.3.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.