direct naar inhoud van 3.7 Water
Plan: Urkerhard
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.Urkerhard-0507

3.7 Water

Inleiding

Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. In de 20e eeuw is, doordat er te weinig rekening is gehouden met het waterbelang, veel ruimte aan het water ontrokken en veel afvalwater direct geloosd op oppervlaktewater. Om de toekomst van Nederland veilig te stellen is het nodig om te anticiperen op klimaatsveranderingen en bij de ruimtelijke planvorming goed rekening te houden met water. De waterbeheerder heeft de taak, kennis en kunde om daar zorg voor te dragen. Daarom is het belangrijk om hem vroegtijdig te betrekken bij de planvorming.

Huidig watersysteem

Oppervlaktewater

Het gebied Urkerhard bestaat uit verschillende peilvakken. Van west naar oost zijn dit: Urk 6 met als peil NAP -3,60 m, Urk 7 met als peil NAP -4,50 m, Urk 8 met als peil NAP -5,30 m, Zeewijk met als peil NAP -4,00 en zuidelijk NAP - 4,80 m en Polderwijk met als zomerpeil NAP -4,70 en als winterpeil NAP -4,90 m. (zie ook onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0184.Urkerhard-0507_0007.png"

De Noord, blauwe contour. Rode pijlen zijn inlaatpunten. Rode figuren zijn stuwen waarover water wordt afgevoerd naar het lager gelegen peilvak.

Het oppervlaktewater binnen deze peilvakken bestaat voornamelijk uit de lange singels. In Urk 8 is een grote vijver aanwezig. Het oppervlak aan water is circa 8 ha.

Het watersysteem is ingericht als een cascadesysteem waarbij de peilvakken in serie geschakeld zijn en er dus steeds afgevoerd wordt naar het lager gelegen peilvak. Dit gebeurt met behulp van vaste stuwen. Zeewijk beschikt over een apart watersysteem. In droge perioden wordt het peil gehandhaafd door water in te laten uit de watergang aan de noordzijde van de Staartweg. Deze watergang wordt gevoed door een inlaat vanuit het IJsselmeer. Vanuit Zeewijk wordt overtollig water afgevoerd naar de Urker-d-tocht. Polderwijk heeft ook een eigen watersysteem. Hier wordt in droge periodes water ingelaten vanuit de Urker-d-tocht. Afwatering gebeurt via een stuw richting de Lage Afdeling (Zie ook het figuur hierboven).

Hydraulisch gezien functioneert het systeem goed. De opstuwing is beperkt door de ruime dimensionering van het aanwezige water en de kunstwerken. Er is in de huidige situatie voldoende waterberging in het systeem om extreme neerslag te kunnen opvangen. In het kader van het Waterplan is berekend dat het stedelijk watersysteem voldoet aan de normen van wateroverlast die zijn afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water.

Voor het bepalen van eventueel benodigde berging is de afvoer uit de peilgebiedenvan belang. In de huidige situatie is gedimensioneerd op hydraulischfunctioneren zonder dat daarbij de maximale afvoernorm van 1,5 l/s/ha in acht is genomen. Voor een bestaande wijk is deze afvoernorm niet noodzakelijk.

Grondwater

Het gebied Urkerhard wordt aangemerkt als kwelgebied. De maaiveldhoogte varieert van NAP -2,5 m tot NAP -4,5. De stijghoogte in het eerste watervoerende pakket wordt op basis van peilbuismetingen en de Grondwaterkaart van Nederland geschat op NAP -3,70.

Oppervlaktewaterkwaliteit en ecologie

In het Waterplan is de waterkwaliteit op Urk in het algemeen gekarakteriseerd als matig tot slecht. Er worden hoge gehalten stikstof en fosfaat aangetroffen wat mogelijk de oorzaak is van overmatige algenbloei. Het zuurstofgehalte voldoet niet overal aan de norm, waardoor vissterfte kan optreden. Oorzaken van de mindere waterkwaliteit in Urkerhard zijn achterstallig baggeronderhoud en nutriƫntenrijke, brakke kwel. Om de waterkwaliteit te verbeteren wordt het systeem doorgespoeld met IJsselmeerwater. Het water dat wordt gebruikt voor de doorspoeling wordt afgevoerd naar de Urkervaart en van daaruit weer opgepompt naar het IJsselmeer. In Polderwijk wordt water ingelaten vanuit de d-tocht. Omdat dit ook niet van bijzonder goede kwaliteit is, wordt in Polderwijk het 'schone' gebiedseigen water zoveel mogelijk vastgehouden en wordt door een hoger peil dan de omliggende polder de kwel zoveel mogelijk tegengegaan. Circulatie vindt hier plaats met behulp van een pomp.

Riolering

Urkerhard is grotendeels gerioleerd met een gescheiden stelsel. De Natuurwijk en een deel van de Staart is gerioleerd met een verbeterd gemengd stelsel. Het systeem voldoet aan de basisinspanning. In het westelijk gedeelte van Urkerhard is al het verhard oppervlak van de wegen aangesloten op een regenwaterstelsel. Hierbij is geen onderscheid gemaakt in type wegen (soort verharding en frequentie van gebruik). In de nieuwe wijken Polderwijk en Zeewijk is dit onderscheid wel gemaakt.

Toekomstig watersysteem

Oppervlaktewatersysteem

Het watersysteem moet geschikt zijn voor de primaire functie: de afvoer van overtollig water om wateroverlast te voorkomen. Dit betekent een systeem zonder hydraulische knelpunten en met voldoende berging om pieken in neerslag en afvoer op te vangen.

Er is in het kader van plannen tot afkoppelen van verhard oppervlak in Urk een bergingsberekening uitgevoerd. Hieruit blijkt dat door het afkoppelen in de deelwijk Top het systeemgedrag enigszins verslechtert. Dit is het geval in Urk 13, het peilvak van waaruit Urkerhard een belangrijk deel van zijn water ontvangt.

De berging van de bestaande gebieden wordt daardoor beter benut waardoor er geen gevaar voor wateroverlast ontstaat. Verder moet de afvoer van water uit het nog aan te leggen gebied aan de norm van 1,5 l/s/ha voldoen. De stuwen zullen hierop worden afgesteld. Het bestaande gebied hoeft om de volgende redenen niet aan deze norm te voldoen:

  • via voorgenoemde maatregelen zal zowel in het bestaande als nieuwe watersysteem van Urkerhard geen wateroverlast optreden;
  • de afvoer uit het plangebied zal, door de te nemen maatregelen in het bestaande gebied en in het nieuwe gedeelte in zijn totaliteit niet of niet noemenswaardig toenemen, waardoor het ontvangende watersysteem niet extra wordt belast;
  • als de afvoer van het bestaand stedelijk gebied naar 1,5 l/s/ha teruggebracht zou worden, vraagt dit veel extra waterberging. De extra ruimte die dat vergt is niet reĆ«el aanwezig.

Functies

Het aan het plangebied grenzende natuurgebied Toppad wordt via een pomp van water voorzien vanuit de vroegere Urker d-tocht. Het water uit de Urker d-tocht was water afkomstig van het oostelijk gelegen landbouwgebied. Het water bevatte daarom van de landbouw afkomstige stoffen. De Urker d-tocht heeft ten oosten van de toekomstige Waterwijk een afvoer richting Urkervaart gekregen, waardoor de landbouwafvoer niet meer door de nieuwe wijken van Urk en langs het Toppad naar de Urkervaart loopt.

Door de beoogde en deels reeds uitgevoerde beheermaatregelen in het watersysteem (o.a. baggeren, afkoppelen, natuurvriendelijke oevers) wordt voorzien dat de eigen waterkwaliteit van de stadwateren in Urkerhard zal verbeteren. Daarnaast wordt het stadwater in Urkerhard met IJsselmeerwater ververst en/of aangevuld. Op deze wijze wordt de aanvoer van water naar het Toppad gegarandeerd en zal de waterkwaliteit nabij het inlaatpunt van het Toppad van betere kwaliteit zijn dan het voorheen via de Urker d-tocht aangevoerde landbouwwater.

Grondwater

Het kwelwater is van mindere kwaliteit en moet zoveel mogelijk worden tegengegaan.In de nieuwe wijken gebeurt dit door het opzetten van een 'hoogwatersysteem'.

Waterkwaliteit

In het Waterplan is als maatregel opgenomen de hoeveelheid inlaatwater te verminderen. Andere maatregelen zijn het vasthouden en benutten van schoon regenwater in de grachten en het afkoppelen van relatief schone oppervlakken. Voor een nadere beschrijving van maatregelen wordt verwezen naar het Waterplan en de notitie "Inlaatbeheer Urk", Grontmij 2007.

Riolering

Bij het revitaliseren van verhardingen in het hoofdbemalingsgebied zal, indien nodig, gelijktijdig met het vervangen dan wel vernieuwen van de verharding de riolering worden vernieuwd. Het merendeel van de riolering voldoet niet meer aan de basiskwaliteit en moet vervangen worden. Binnen het bestemmingsplan Urkerhard wordt mogelijk alleen aan de Ransuil afgekoppeld.

Conclusie

Veel van de eerdergenoemde zaken worden niet via het bestemmingsplan geregeld. In het bestemmingsplan is een waterbestemming opgenomen voor watergangen en waterpartijen. Bij herstructureringslocaties zal aandacht geschonken worden aan mogelijkheden voor het afkoppelen en bergen van water.