direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Urkerhard
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.Urkerhard-0507

Artikel 15 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ยดWaarde - Beschermd dorpsgezicht` aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:de bescherming en instandhouding van het dorpsgezicht. Bij besluit van 30 juni 2007 zijn deze gronden door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangewezen als beschermd dorpsgezicht ex artikel 35 van de Monumentenwet.

15.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • 1. Het is verboden op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het vergraven en egaliseren van gronden;
    • b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
    • d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
    • e. het aanbrengen van leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • f. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
    • g. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
    • h. het slopen of verwijderen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • 2. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.2 sub 1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 1 beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen;
  • 3. geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.2 sub 1 is vereist voor:
      • werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
      • werken en werkzaamheden welke op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.