Plan: | Oranjewijk, fase 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0184.BPU2018OW-0301 |
Het plangebied van dit uitwerkingsplan Oranjewijk, fase 3 maakt deel uit van het woongebied Oranjewijk aan de oostkant van Urk. Voor het gebied is op 15 december 2016 het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)' vastgesteld. In dat bestemmingsplan is voor het zuidelijke gedeelte van het plangebied de bestemming 'Woongebied - uit te werken' opgenomen.
Nu er concrete bouwplannen zijn, is een uitwerkingsplan nodig om de geplande ontwikkelingen planologisch en juridisch mogelijk te maken. Het voorliggende uitwerkingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader om de gewenste ontwikkelingen op gronden van het laatste deel van de ontwikkellocatie te borgen.
Het doel van dit uitwerkingsplan is om op een deel van de gronden, de derde fase, de ontwikkeling van de toekomstige bouwlocatie Oranjewijk mogelijk te maken.
In dit uitwerkingsplan wordt aangetoond dat met de beoogde ontwikkeling van de laatste fase wordt voldaan aan de randvoorwaarden (uitwerkingsregels), zoals die in het geldende bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)' zijn gesteld.
Afbeelding - ligging Oranjewijk
In bovenstaande afbeelding is de Oranjewijk weergegeven. Het (deels) toekomstige woongebied ligt aan de zuidoostzijde van Urk. Op de luchtfoto is de eerste fase van Oranjewijk al in aanbouw.
Ten zuiden van het plangebied is de Urkerweg (N351) gelegen. De Zeewijk vormt aan de noordzijde van de Oranjewijk de grens. De westelijke grens wordt gevormd door de Polderwijk. Aan de oostzijde ligt de plangrens op een kavelsloot, aansluitend aan het agrarisch gebied.
In onderstaande afbeelding zijn de contouren weergegeven van het uitwerkingsgebied, fase 3. De plangrens is de begrenzing van de uit te werken bestemming 'Woongebied - uit te werken' zoals deze in het geldende bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)' is opgenomen.
Afbeelding - contouren plangebied
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)' zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 15 december 2016.
Afbeelding - verbeelding bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)'
In de bovenstaande afbeelding is het voorliggende uitwerkingsgebied met een rode contour in het geldende bestemmingsplan weergegeven. Het uitwerkingsgebied is volledig bestemd als 'Woongebied - Uit te werken'. Het zuidelijkste deel van het uitwerkingsgebied heeft de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg'.
In paragraaf 3.3.1 wordt nader ingegaan op de randvoorwaarden die in de bestemming 'Woongebied - uit te werken' zijn opgenomen.
Het uitwerkingsplan 'Oranjewijk, fase 3' bestaat, naast deze toelichting, uit de volgende stukken:
De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het uitwerkingsplan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.
Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen.
De toelichting is niet juridisch bindend, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het uitwerkingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het uitwerkingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek dat aan het uitwerkingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het uitwerkingsplan.
De ontwikkeling van de Oranjewijk gebeurd in drie fases. Fase 1 betreft het noordelijk deel van het nieuwe Oranjewijk. De woningen in fase 1 zijn inmiddels gerealiseerd. Het betreft voor het merendeel grondgebonden woningen en beneden-en bovenwoningen.
Fase 2 ligt in het midden van het plangebied en de realisatie van de woningen is momenteel in voorbereiding.
Fase drie, het uitwerkingsgebied, ligt momenteel nog braak.
De stedenbouwkundige hoofdopzet van Oranjewijk voor zowel fase 2 als 3 is uitgewerkt in het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)'. De beschrijving uit het geldende bestemmingsplan wordt gedeeltelijk in deze paragraaf opgenomen.
Hoofdopzet
De stedenbouwkundige hoofdopzet kenmerkt zich door een traditionele verkavelingtypologie waarbij op gebouwniveau de Urker sfeer zich kan uiten. In de nieuwe wijk wordt ruimte geboden voor wonen, ontmoeting, voorzieningen, groen en water.
Afbeelding - Verkaveling
Openbare ruimte
De openbare ruimte wordt ingericht door middel van straten, voet- en fietspaden, groen, water, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen. Zowel in de bestaande fase 1 en 2 als in fase 3 is/wordt in het ontwerp veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de openbare ruimte.
Water en groen vormen de samenbindende elementen van wijk en worden gebruikt om een aantrekkelijk openbaar gebied te maken. Er is geen sprake van versnipperd groen, maar gecentraliseerd groen gecombineerd met langzaam verkeersroutes, speelvoorzieningen en water. Zowel in noord-zuidrichting als in oost-westrichting lopen groene assen door de hele wijk, zie onderstaande afbeelding.
Afbeelding – Groen- en waterstructuur in Oranjewijk
Ontsluiting en parkeren
De ontsluiting heeft een duidelijke en overzichtelijke structuur. De wegenstructuur is zuid-noord georiënteerd, met een entree vanaf de Urkerweg en een ontsluiting vanaf de Zeewijk en de Kotter. Fase 3 wordt ontsloten met de Polderwijk via de Zate en vervolgens op de Ransuil.
Al deze wegen hebben een breder straatprofiel dan de overige erfontsluitingswegen binnen het plangebied. Om sluipverkeer te voorkomen en de veiligheid te vergroten is een aantal knikken in deze wegen aangebracht.
Afbeelding – Hoofdwegenstructuur in Oranjewijk
In de gehele wijk wordt op straatniveau het benodigd aantal parkeerplaatsen bovengemiddeld gerealiseerd. Op deze wijze kan vrijwel overal voor de deur geparkeerd worden. Om parkeerproblemen in de toekomst te voorkomen ligt de parkeernorm beduidend hoger dan bij de naastgelegen wijken. In Oranjewijk wordt ruimte geboden voor twee bovenwijkse parkeervoorzieningen. De eerste is gerealiseerd en is gelegen nabij de nieuwe basisschool, centraal gelegen in de wijk.
In fase 3 wordt aan de zuidzijde een tweede extra bovenwijkse parkeervoorziening gesitueerd nabij de kinderboerderij. Bij de inrichting van de bovenwijkse parkeervoorziening wordt rekening gehouden met de gebruikswaarde (deze moet bijvoorbeeld ook geschikt zijn voor kleine evenementen zoals tentenkampen en dergelijke).
Het nieuwe stedenbouwkundig plan voor fase 3 is wederom gebaseerd op een gevarieerd woningbouwprogramma, vertaald in een nieuwe grondexploitatie. Het gaat hierbij om een verscheidenheid van woningbouwtypologieën (zoals vrijstaande woningen, rijwoningen, patiowoningen, twee-onder-één-kap woningen, duplexwoningen en appartementen) in diverse segmenten (goedkoop, midden en duur).
Naast de typologieën en segmentering zijn de woningen onderverdeeld in doelgroepen. Ongeveer de helft van de woningen wordt levensloopbestendig uitgevoerd. Een deel daarvan is geschikt voor ouderen met een zorgvraag. Deze woningen worden verspreid over het gebied gebouwd.
Afbeelding - Stedenbouwkundig ontwerp Oranjewijk fase 2 en 3
Er is binnen het plan ruimte voor de ontwikkeling van verschillende buurtjes en specifieke woonmilieus. Streven is om de buurtjes een dorpse maat en schaal te geven. De bewoners krijgen de ruimte om een eigen identiteit aan de buurtjes te geven door op verschillende plaatsen vrijheid te bieden in de opzet en architectuur van de (individuele) woningen. Om optimaal te kunnen genieten van het aanwezige water is er in het plan ruimte voor het realiseren van verschillende typen woningen op- aan- of in het water. Het watergerelateerd wonen langs de Urkerweg zorgt voor de geleidelijke overgang tussen toekomstig bebouwd gebied en de landelijke omgeving.
In fase 3 wordt gestapelde bebouwing ingezet om bepaalde stedenbouwkundige punten te accentueren en te versterken. De massa van de gestapelde bebouwing wordt echter kleinschalig gehouden (maximaal vier lagen hoog). De wijk biedt hiermee voor elk segment aantrekkelijke woningen die voldoen aan de hedendaagse eisen.
In fase 3 wordt ruimte geboden voor 156 woningen, waarvan het merendeel levensloopbestendig wordt (ca 70%). Zie onderstaand schema.
Woningcategorieën en typologieën (indicatief) | Percentage | Aantal | |
grondgebonden (levensloopbestendig) | sociale huur | 5,8% | 9 |
gestapeld (levensloopbestendige) | sociale huur | 17,9% | 28 |
gestapeld (levensloopbestendig) | particuliere huur | 17,9% | 28 |
klein grondgebonden: aaneengesloten (rij/hoek) | koop | 12,2% | 19 |
groot grondgebonden: aaneengesloten (rij/hoek) | koop | 8,3% | 13 |
grondgebonden: geschikt voor ouderen (levensloopbestendig) | koop | 14,1% | 22 |
gestapeld (levensloopbestendig) | koop | 2,6% | 4 |
grondgebonden twee aaneen (2-1 kap) | koop | 3,8% | 6 |
grondgebonden: vrijstaand (waaronder de waterwoningen) |
koop | 7% | 11 |
Gestapeld (levensloopbestendig) | Combinatie koop en particuliere huur | 10,3% | 16 |
Totaal woningen | 100% | 156 |
In het onderhavige uitwerkingsplan kan voor toetsing aan het rijksbeleid worden aangesloten bij het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)'. De beleidskaders van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening die in dit bestemmingsplan zijn beschreven, zijn nog steeds van kracht.
In het onderhavige uitwerkingsplan kan voor toetsing aan het provinciaal worden aangesloten bij het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)'. De beleidskaders van het Omgevingsplan Flevoland 2006, de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland en de Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland Water 2015 die in dit bestemmingsplan zijn beschreven, zijn nog steeds van kracht.
Het Omgevingsplan Flevoland 2006 is in januari 2017 partieel herzien voor het onderdeel natuur. Deze partiële herziening is voor de beleidskaders van het uitwerkingsplan niet van belang.
Omgevingsvisie FlevolandStraks
Op 8 november 2017 hebben de Provinciale Staten van Flevoland de Omgevingsvisie FlevolandStraks vastgesteld. De visie gaat over de periode tot 2030 en verder. Het geeft aan welke kansen en opgaven er voor Flevoland liggen en welke ambities voor de toekomst er zijn. Het bijzondere verleden van de jongste provincie van Nederland vormt de basis van de visie.
Flevoland is gemaakt voor ontwikkeling. De ontwikkelingsgerichtheid is onderdeel van onze identiteit. Hier grijpt de provincie met lef de kansen van nieuwe ontwikkelingen. En de ontwikkelingen blijven doorgaan. Denk aan opgaven zoals woningbouw, bedrijvigheid, herontwikkelingen, nieuwe voorzieningen, klimaatverandering, bodemdaling, waterveiligheid, transformatie in landbouw, duurzame energie. Alle opgaven - klein of groot- omarmt de provincie op een wijze, waarbij ze de kenmerkende elementen van de polder koesteren. Binnen deze kenmerken geven ze ruimte aan ontwikkelingen. De overheden hebben de polders aangelegd en ingericht. Het is een plek waar inwoners, organisaties en ondernemers hun idealen kunnen realiseren. Hierdoor krijgt de provincie meer verrassing,spontaniteit en variatie. Mensen maken Flevoland.
De ambitie van de gemeente Urk sluit naadloos aan op de Omgevingsvisie FlevolandStraks. Het voormalig eiland Urk heeft binnen de provincie Flevoland haar eigen identiteit. De inwonersaantallen nemen toe op Urk, en navenant de vraag naar woningen ook. Met het uitwerkingsplan worden woningen, juridisch en planologisch, mogelijk gemaakt in het uitwerkingsgebied. Met het uitwerkingsplan worden ook waterwoningen gebouwd in het zuiden van het plangebied. De uitstraling van deze woningen zorgen voor een mooie en passende entree van het vissersdorp waarbij nieuwe ontwikkelingen worden toegepast en er aandacht is voor de waterveiligheid en duurzame energie.
Afbeelding - uitsnede geldend bestemmingsplan met de bestemming 'Woongebied - Uit te werken'
Op grond van artikel 10.2 van het geldende bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)' werken burgemeester en wethouders het plan, voor zover het de gronden met de bestemming 'Woongebied - Uit te werken' betreft, in zijn geheel of in gedeelten uit volgens de volgende regels:
Afbeelding - beoogde verkaveling binnen het plangebied uitwerkingsplan
Aangetoond moet worden dat met het voorliggende uitwerkingsplan Oranjewijk, fase 3 aan de uitwerkingsregels wordt voldaan:
De Ladder voor duurzame verstedelijking is de motiveringsvereiste voor onder meer bestemmingsplannen die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken. Op 1 juli 2017 is de het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd, waardoor er een nieuwe Laddersystematiek geldt.
In artikel 3.1.6 lid 2 Bro wordt beschreven dat een toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, het volgende bevat:
Uitwerkingsplan
In het geldende bestemmingsplan Oranjewijk (2016) hebben de betreffende gronden reeds de bestemming 'Woongebied - Uit te werken'. In het kader van het geldende bestemmingsplan is al een laddertoets doorlopen, daarbij is:
Met deze uitwerking wordt voor fase 3 gevolg gegeven aan de uitwerkingsplicht zoals deze is opgenomen in het geldende bestemmingplan (zie paragraaf 3.3.1). Er is geen sprake van gewijzigde inzichten en er wordt op basis van het voorliggende uitwerkingsplan Oranjewijk, fase 3 geen nieuw beslag gelegd op gronden.
Hierdoor voldoet dit uitwerkingsplan aan de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.
Ter onderbouwing van de ontwikkeling 'woningbouw- en werklocaties Urk 2005 - 2025' is in 2005 een m.e.r.-procedure doorlopen. De m.e.r.-procedure richtte zich destijds op de totale ontwikkeling van bijna 4.000 woningen en 20 hectare bedrijventerrein tot 2025.
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) en zijn voorloper 'Waterwijk' is uitgebreid bekeken of er een nieuwe m.e.r.-procedure moest worden doorlopen. Er is destijds geconcludeerd dat een nieuwe m.e.r.-procedure niet nodig is.
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is er aandacht besteed aan de kwaliteit van de bodem (zie paragraaf 4.3 in Oranjewijk (2016)). In het moederplan is afgezien van een vooronderzoek, omdat er aangenomen werd dat er geen zodanige verontreiniging aanwezig kon zijn dat deze een principiële belemmering zal vormen voor de gewenste bestemmingen.
In het kader van het geldende bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is destijds stilgestaan bij het waterbeleid, de waterveiligheid, de grondwaterstand, het oppervlakte water en de aan te leggen riolering. In de waterparagraaf uit het vigerende bestemmingsplan is rekening gehouden met de bestemming 'Woongebied - Uit te werken'. Op grond daarvan heeft de gemeente vooroverleg gevoerd met het Waterschap Zuiderzeeland. Het waterschap gaf te kennen in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan, maar gaf aan graag betrokken te worden met de verdere uitwerking van fase 3.
In de uitwerkingsregels van het geldende bestemmingsplan is een bepaling opgenomen met betrekking tot het hoeveelheid water dat minimaal gerealiseerd moet worden (zie paragraaf 3.3.1.1). In paragraaf 3.3.1.2 wordt aangetoond dat met voorliggend uitwerkingsplan daaraan wordt voldaan.
Het voorliggend uitwerkingsplan wordt in het kader van het vooroverleg aangeboden aan het waterschap.
In het geldende bestemmingsplan is aandacht besteed aan fase 3. Aangegeven is dat bij de aanbesteding van het bouwrijp maken van fase 3 het opstellen van en werken met een ecologisch werkprotocol als randvoorwaarde is opgenomen. In dit ecologisch werkprotocol wordt vastgelegd welke mitigerende maatregelen genomen moeten worden. Met het opstellen van het nieuwe werkprotocol voor fase 2 en 3 zal het plangebied opnieuw ecologisch worden beoordeeld. Daarbij wordt opgemerkt dat de zetpalen uit fase 2 zullen moeten worden verplaatst naar een nieuwe duurzame locatie.
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is het plangebied opnieuw ecologisch beoordeeld. Een nieuwe natuurtoets werd toen niet meer noodzakelijk geacht. Dit geldt ook voor de voorliggende uitwerking
Wet natuurbescherming
Per 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking getreden. Deze wet heeft de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 1998 (en Boswet) vervangen. In de nieuwe Wet natuurbescherming treedt de provincie op als bevoegd gezag (met uitzondering van landelijke projecten). Inhoudelijk zijn als gevolg van de wetswijziging voornamelijk (maar niet uitsluitend) veranderingen opgetreden in de soortenbescherming (voorheen Flora- en faunawet).
De wetswijziging heeft geen gevolgen voor dit uitwerkingsplan.
In het plangebied zijn géén cultuurhistorische waardes aanwezig. Tot aan de inpoldering van de Noordoostpolder in 1939 maakte het plangebied deel uit van de Zuiderzee. Na de inpoldering is het land ontgonnen en vanaf die tijd in gebruik geweest als landbouwgrond. In 2006 is vooruitlopend op de ontwikkeling van het gebied als woonwijk het plangebied met een zandpakket opgehoogd.
Afbeelding - Uitsnede archeologische beleidskaart Urk
De archeologische waarden en verwachtingen zijn aangegeven op de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Urk. De meest recente beleidskaart en het archeologisch beleid zijn vastgesteld op 17 december 2015. Op de beleidskaart is het hele plangebied aangemerkt als een gebied met een lage verwachtingswaarde.
Een nader archeologisch onderzoek is in het kader van het voorliggende uitwerkingsplan niet nodig.
Uitgangspunten
In het huidige bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is bij het berekenen van de parkeerbalans voor fase 3 uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
Parkeerbehoefte
Voor het bepalen van de parkeerbehoefte zijn de navolgende parkeerkencijfers gehanteerd:
functies |
parkeer norm |
aantal woningen |
parkeer- behoefte |
vrijstaand (incl. bezoekers)* | 1,9 pp/won | 11 | 20,9 pp |
twee-onder-een-kap (incl. bezoekers) | 1,9 pp/won | 6 | 11,4 pp |
rijwoning (incl. bezoekers) | 1,4 pp/won | 63 | 88,2 pp |
appartementen (incl. bezoekers) | 1,4 pp/won | 76 | 106,4 pp |
TOTAAL | 156 | 226,9 pp |
* één parkeerplaats op eigen terrein
Op basis van de parkeerkencijfers wordt voor fase 3 van de woonwijk een parkeerbehoefte geraamd van 227 parkeerplaatsen.
Parkeeraanbod
Met het bepalen van het aantal parkeerplaatsen is uitgegaan van de laatst bekende stedenbouwkundige verkaveling zoals opgenomen in paragraaf 2.2.1.2 van deze toelichting.
locaties | parkeerplaatsen |
parkeren in het openbaar gebied (op maaiveld niveau)* | 183 pp |
parkeren op eigen terrein vrijstaande woningen (garage met oprit = 1,0 pp) |
4 pp |
parkeren op eigen terrein twee onder een kap- / hoekwoningen (garage met oprit = 1,0 pp) | 6 pp |
parkeren op eigen terrein bij waterwoningen (vrijstaande woningen) | 14 pp |
parkeren op eigen terrein app.complexen(op maaiveld niveau) | 70 pp |
TOTAAL | 277 pp |
* een deel van de benodigde openbare parkeerplaatsen aan de Pieter van Vollenhovenstraat liggen buiten het uit te werken
woongebied
In de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is de voorwaarde opgenomen dat met het aantal parkeerplaatsen voldaan moet worden aan de parkeernormen uit de 'Notitie parkeernormen Urk 2014, eerste herziening'.
Geconcludeerd wordt dat met 277 parkeerplaatsen er sprake is van meer dan voldoende parkeercapaciteit binnen de derde fase van Oranjewijk. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat er 37 parkeerplaatsen feitelijk gereserveerd zijn voor de parkeerbehoefte bij de kinderboerderij.
Ook wanneer deze buiten beschouwing worden gelaten zijn er voldoende parkeerplaatsen aanwezig (277-37 = 240 parkeerplaatsen).
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is een integraal onderzoek uitgevoerd naar wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, externe veiligheid en bedrijven en milieuzonering (zie “Omgevingsonderzoeken Oranjewijk Urk fase 2 & 3” document 16M8014.Rapport.RL d.d. 27 juni 2016, zoals opgenomen in bijlage 7 van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016)). In dit onderzoek zijn ook de te realiseren woningen van fase 3 meegenomen.
Met uitzondering van het aspect 'wegverkeerslawaai' zijn de conclusies uit dit onderzoek in deze paragraaf opgenomen.
In het kader van het voorliggende uitwerkingsplan is een akoestisch onderzoek uitgevoerd om aan te tonen dat wordt voldaan aan de uitwerkingsregel, dat binnen de voor 'geluidszone - weg' aangewezen gronden geluidgevoelige gebouwen alleen mogen worden gebouwd indien op géén van de gevels de ten hoogste toegestane grenswaarde wordt overschreden (zie paragraaf 3.3.1).
Op 21 augustus 2012 zijn in het kader van het bestemmingsplan Waterwijk (2012) voor 10 woningen hogere grenswaarden vastgesteld variërend van 49 tot 50 dB. Bij het verlenen van deze grenswaarden is rekening gehouden met een snelheidsverlaging en het toepassen van stil asfalt op het wegvak van de Urkerweg binnen de bebouwde kom.
De hogere waarden zijn toegekend aan de waterwoningen zoals die destijds in het bestemmingsplan waren vastgelegd. Er is voor 4 woningen een hogere waarde van maximaal 49 dB en voor 6 woningen een hogere waarde van maximaal 50 dB vastgesteld.
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is voor het wegverkeer op de Urkerweg een berekening gemaakt om inzicht te krijgen in de geluidsbelastingen voor het uit te werken woongebied van fase 3. In het akoestische rapport werd geconcludeerd dat bij de uitwerking van het woongebied de geluidgevoelige objecten die werden voorzien in het gebied tussen de 48 dB en de 50 dB contour van de Urkerweg getoetst konden worden aan de verleende hogere grenswaarden uit 2012.
Nieuwe akoestische rapportage
Inmiddels is een definitieve verkaveling opgesteld waarin, afwijkend van de oorspronkelijke plannen, zeven waterwoningen zijn voorzien. Op basis van deze verkaveling is opnieuw een akoestisch onderzoek uitgevoerd, waarbij voor de Urkerweg is uitgegaan van een maximumsnelheid van 50 km/uur en stil asfalt binnen de bebouwde kom en een maximumsnelheid van 80 km/uur en regulier asfalt buiten de bebouwde kom.
De nieuwe akoestische rapportage is als bijlage 1 opgenomen in de toelichting.
In het rapport zijn de geluidbelastingen voor de 7 waterwoningen als gevolg van het verkeer op de Urkerweg berekend. Hieruit blijkt dat drie waterwoningen een maximale geluidbelasting ondervinden van maximaal 49 dB. Drie waterwoningen ondervinden een maximale gevelbelasting van 50 dB en één woning 51 dB. De maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden.
Nieuwe Hogere Grenswaarden
Op grond van deze berekeningen blijkt dat met de nieuwe verkaveling niet voldaan kan worden aan de ten hoogste toegestane grenswaarde uit het besluit Hogere Grenswaarde uit 2012.
Ten behoeve van het besluit hogere waarden uit 2012 zijn aanvullende geluidsreducerende maatregelen reeds onderzocht en is geconcludeerd dat deze niet haalbaar zijn.
Op basis van het nieuwe akoestisch onderzoek wordt het bevoegd gezag (de gemeente) verzocht nieuwe hogere grenswaarden te verlenen. Daarmee wordt met het uitwerkingsplan voldaan aan de uitwerkingsregel m.b.t. akoestiek (zie paragraaf 3.3.1).
Voor de waterwoningen die een geluidbelasting ondervinden van 53 dB of meer(exclusief aftrek), dient door middel van gevelisolatie te worden gezorgd voor een niveau van 33 dB in de verblijfsruimten van de woningen.
Om een en ander in het voorliggende uitwerkingsplan te borgen zijn de waterwoningen op de verbeelding en in de planregels met bouwvlakken binnen de bestemming 'Water' nader vastgelegd. Op deze manier wordt gegarandeerd dat op geen van de gevels van de waterwoningen de geluidsbelasting de ten hoogste toegestane grenswaarde overschrijdt.
In het kader van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is nagegaan in welke mate de ontwikkeling bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Uit paragraaf 4.8.2 van het moederplan blijkt dat de ontwikkeling ruim onder de grenzen uit de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen’ blijft. De voorgestane ontwikkeling is daarmee niet in strijd met het bepaalde in de Wet milieubeheer en de eisen omtrent een goed woon- en leefklimaat.
In het omgevingsonderzoek bij het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is bekeken of er risicovolle inrichtingen, transportleidingen of transportassen voor gevaarlijke stoffen in de omgeving van het plangebied aanwezig zijn. Daarbij is gebruik gemaakt van de publieke risicokaart.
Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening is de publieke risicokaart nogmaals bekeken, zie onderstaande afbeelding.
Afbeelding - Overzicht risicovolle bedrijven in de omgeving van het plangebied
Geconcludeerd kan worden dat de aanwezige risicobronnen in de omgeving geen belemmering vormen voor de besluitvorming inzake het realiseren van de nieuwe woningen in het plangebied.
Ten behoeve van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016) is in het omgevingsonderzoek gekeken naar de bedrijven en milieuzonering zie paragraaf 4.8.4 van de toelichting. Geconcludeerd wordt dat voor de bestaande bedrijven in de omgeving van het plan geldt (met uitzondering van kinderboerderij De Stekplek) de maatgevende richtafstand op basis van de VNG-publicatie gerespecteerd wordt.
Er is derhalve sprake van een milieuhygiënisch te verantwoorden situatie en een goede ruimtelijke ordening. De nieuwe woningen zullen bovendien de bestaande bedrijven niet belemmeren in hun bedrijfsvoering.
Er komen in of in de nabijheid van het plangebied geen kabels en/of leidingen voor die directe planologisch-juridische regeling behoeven in het bestemmingsplan
Zoals in het bestemmingsplan Waterwijk uit 2012 al is gemeld, heeft ruimtelijke ordening invloed op het energieverbruik. Door gebruik te maken van actieve en passieve zonne-energie wordt de energiebalans gunstig beïnvloed.
Door de woningen zodanig te situeren dat een optimale zoninstraling en/of dakorientatie ontstaat, wordt gebruik gemaakt van passieve zonne-energie. In het stedenbouwkundig ontwerp voor de tweede en derde fase wordt wederom zoveel mogelijk met het bovenstaande rekening gehouden. Er zijn meerdere locaties opgenomen waar zo optimaal mogelijk kan worden geprofiteerd van passieve zonne-energie.
Actieve zonne-energie dient tevens meegenomen te worden in het bouwkundig ontwerp van de woningen. Er wordt hier vooral gedacht aan het aanbrengen van energiebesparende installaties, zoals zonneboilers en dergelijke. Verder dient niet alleen aandacht te worden geschonken aan het woningontwerp met de juiste spouw- en dakisolatie, maar ook aan de hoogte, dakhelling en de nokrichting van de woning. Bij het bouwkundig ontwerp wordt rekening gehouden met het gebruik van milieuvriendelijke en duurzame materialen. Verder moet door een juiste toepassing van geluid- en vochtisolatie een gezond intern woonmilieu ontstaan.
De gemeente Urk stimuleert de bouw van 'nul op de meter' woningen, waarbij zelfs een starterslening tot de mogelijkheden behoort naast de subsidie op de aanschaf van zonne-panelen. In het overleg over de grondverkoop maakt de gemeente afspraken met de bouwaannemers over het aantal 'nul op de meter'-woningen.
Uitgangspunt bij een uitwerkingsplan is dat dit uitwerkingsplan juridisch bezien deel gaat uitmaken van het 'moederplan', in dit geval het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)'. Ter plaatse van het uitwerkingsplan wordt de globale bestemming 'Woongebied - Uit te werken' in het 'moederplan' vervangen door de uitgewerkte bestemmingen, i.c. de bestemmingen 'Verkeer', 'Groen' en 'Water; dit alles binnen het juridisch kader van het 'moederplan'.
In principe zijn de regels van het bestemmingsplan 'Oranjewijk (2016)', direct van toepassing op dit uitwerkingsplan. Hoofdstuk 1 Inleidende regels, Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen en de overgangsbepalingen in Hoofdstuk 4 van de regels van dat 'moederplan' gelden direct voor dit uitwerkingsplan. Als hulp voor de lezer zijn de bepalingen van Hoofdstuk 1 en 3 van het moederplan integraal overgenomen. Daarmee wordt voorkomen dat voor een compleet overzicht van de regels voor het gebied gekeken moet worden in twee documenten. Zodoende kan tegen de bepalingen in Hoofdstuk 1, 3 en 4 in dit uitwerkingsplan geen beroep worden ingesteld. In de slotregel is bepaald met welke naam het onderhavige uitwerkingsplan moet worden aangehaald.
De regels van het onderhavige uitwerkingsplan zijn ingedeeld in vier hoofdstukken, conform de systematiek in de SVBP2012 (Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2012), te weten:
In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn de artikelen opgenomen met de verschillende bestemmingen. In dit uitwerkingsplan komen de volgende bestemmingen voor:
Op gronden die binnen fase 3 grenzen aan het water is de aanduiding 'waterhuishoudkundige en/of waterstaatkundige functie' opgenomen. In de planregels is een omgevingsvergunningsstelsel opgenomen voor 'het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'. Zonder vergunning is het niet mogelijk (grond)werkzaamheden uit te voeren die nadelige gevolgen zouden kunnen hebben voor de functie van de damwand.
Ter plaatse van het appartementencomplex aan het water is het de bedoeling dat de oostelijke en zuidelijke gevel van het gebouw voor ten minste 70% in het water staan. De gevel van het appartementencomplex moet dan een waterkerende werking krijgen. Daartoe is op de verbeelding een aanduiding 'gevellijn' opgenomen.
Artikel 5 Water
De gronden met de bestemming 'Water' zijn bestemd voor watergangen, waterpartijen, oevers, taluds en de waterhuishouding. Met waterhuishouding wordt bedoeld de voorzieningen en activiteiten die nodig zijn om het grondwater en oppervlaktewater te beheren. Ook op deze gronden mag niet worden gebouwd. Alleen bruggen met een maximale hoogte van 3 m zijn toegestaan.
Het gebruik van water als ligplaats voor woonboten of -schepen, drijvende recreatiewoonverblijven en dergelijke is niet toegestaan, met uitzondering van de waterwoningen in het zuiden van het plangebied.
Deze waterwoningen, met bijbehorende steigers mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'wonen'. De situering van de woningen zelf worden op de verbeelding nader bepaald door middel van bouwvlakken, vanwege de nabijheid van de Urkerweg (zie paragraaf 4.8.1).
Binnen het uitwerkingsplan zijn geen dubbelbestemmingen opgenomen. Wel ligt er een gebiedsaanduiding geluidszone - weg over een gedeelte van het plangebied. De regeling voor deze gebiedsaanduiding is overgenomen uit het moederplan.
Economische uitvoerbaarheid
In het kader van het bestemmingsplan dient te worden aangetoond dat de ontwikkelingen die mogelijk gemaakt worden economisch uitvoerbaar zijn.
De woonwijk Oranjewijk wordt binnen de actieve grondpolitiek van de gemeente Urk ontwikkeld. Het kostenverhaal is daarom vervat in een grondexploitatie. Deze grondexploitatie sluit met een positief resultaat, daardoor is de economische uitvoerbaarheid van het plan Oranjewijk (2016) bewezen.
Grondexploitatie
Omdat de gemeente de gronden in eigen bezit heeft is het niet nodig een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.2.1. Besluit ruimtelijke ordening te maken.
Het uitwerkingsplan Oranjewijk, fase 3 maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Oranjewijk (2016). De economische uitvoerbaarheid is daarmee geregeld.
Dit plan betreft een uitwerking van het bestemmingsplan Oranjewijk. Dat bestemmingsplan heeft reeds een uitgebreide procedure doorlopen. Onderhavig uitwerkingsplan past binnen de uitwerkingsregels.
Het ontwerp-van het uitwerkingsplan is beoordeeld door het waterschap Zuiderzeeland en door de provincie Flevoland. De reacties van het waterschap en de provincie zijn samengevat en van beantwoording voorzien in de NOTA VAN BEANTWOORDING REACTIES 3.1.1 BRO OVERLEG UITWERKINGSPLAN "Oranjewijk fase 3”. Deze is als bijlage 2 in de toelichting opgenomen.
Naar aanleiding van de reacties is de toelichting en het akoestisch onderzoek geactualiseerd.
Het ontwerp van het uitwerkingsplan 'Oranjewijk, fase 3' heeft, samen met het ontwerp-besluit Hogere grenswaarde 'Oranjewijk fase 3', vanaf 6 augustus 2018 tot en met 17 september 2018 voor eenieder ter inzage gelegen. Eenieder is in de gelegenheid gesteld om een zienswijze kenbaar te maken.
De gemeente heeft gedurende de periode van terinzagelegging géén zienswijzen ten aanzien van het ontwerp-uitwerkingsplan ontvangen.
De tervisielegging van het ontwerp-uitwerkingsplan geeft dus geen aanleiding om het uitwerkingsplan te wijzigen.
Het uitwerkingsplan Oranjewijk, fase 3 is door het college van Burgemeester en Wethouders van Urk ongewijzigd vastgesteld. Voor de inhoud van het besluit wordt verwezen naar de tekst in het bijgevoegde Vaststellingsbesluit.