Op basis van de uitgevoerde digitale watertoets dient de normale procedure gevolgd te worden. In het advies zijn verschillende thema’s benoemd die in de waterparagraaf opgenomen en, afhankelijk van de concrete invulling van het plan, moeten worden aangevuld.
Thema Waterveiligheid
Het plangebied ligt niet in een beschermingszone van een primaire waterkering. Voor het onderdeel primaire waterkering zijn geen uitgangspunten voor het thema veiligheid van toepassing.
Het plangebied ligt niet buitendijks. Voor het onderdeel regionale waterkeringen zijn geen uitgangspunten voor het thema veiligheid van toepassing.
Het plangebied ligt niet in een beschermingszone van een overige waterkering. Voor het onderdeel regionale waterkering zijn geen uitgangspunten voor het thema veiligheid van toepassing.
Thema Voldoende Water
Wateroverlast Streefbeeld:
Het watersysteem, zowel in landelijk als in stedelijk gebied, is op orde. Het hele beheergebied voldoet aan de vastgestelde normen.
Uitgangspunt wateroverlast:
Het waterschap streeft naar een robuust watersysteem dat de effecten van toekomstige klimaatveranderingen en bodemdaling kan opvangen. De planontwikkeling is gelegen in een watersysteem dat op basis van de toetsing in 2012 voldoet aan de normering voor wateroverlast. Een dergelijk systeem kan het water verwerken tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Het verharden van grond met bebouwing of bestrating leidt tot een versnelling van de afvoer van neerslag naar het watersysteem. Waar het verharde oppervlak als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling toeneemt, dienen compenserende maatregelen te worden genomen om piekafvoeren te verwerken. Afwenteling op omliggende gebieden wordt voorkomen en de bergingsruimte in het watersysteem blijft behouden.
De beleidsregel 'Compensatie toename verhard oppervlak en versnelde afvoer ' is begin 2013 door het waterschap vastgesteld. Vanaf het moment van vaststelling van de beleidsregel is de situatie van het beheergebied op dat moment het referentiekader geworden, oftewel de nulsituatie. De compensatieplicht geldt
zodanig voor de netto toename van het verhard oppervlak voor een bouwvlak sinds begin 2013.
Randvoorwaarde(n) wateroverlast
Het plangebied ligt in stedelijk gebied. De Staartweg wordt over een lengte van circa 1.300 m aan de zuidzijde verbreedt met 0,5 meter. Het verhard oppervlak neemt als gevolg van de ontwikkeling netto met circa 650 m2 toe. Samen met enkele aanpassingen aan bestaande inritten, kruisingen en rotondes neemt het verharde oppervlakte van de Staartweg toe met circa 750 m2. Tevens wordt aan de zuidzijde een nieuw fietspad gerealiseerd. Het verharde oppervlak van het fietspad bedraagt 1.660 m2. Het fietspad wordt gerealiseerd ter plaatse van een bestaande sloot. Deze sloot wordt ten behoeve van het fietspad gedempt. De te dempen sloot heeft een oppervlak van circa 1.885 m2. Per saldo verdwijnt er dus 1.885 m2 aan open water en neemt het verharde oppervlak toe met 2.410 m2.
Compensatie toename verhard oppervlak
Omdat de toename van het verharde oppervlak groter is dan 750 m2, dient er gecompenseerd te worden. De compensatie is gerealiseerd in het aanleggen van natuurvriendelijke oevers in de watergang aan de noordzijde van de Staartweg in het natuurgebied Staartreservaart. De natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd vanaf de locatie van de Orcaruiters tot de rotonde in de Staartweg ter hoogte van de Nagel. Voor de aanleg van de natuurvriendelijke oevers is afstemming geweest met het waterschap. Het waterschap heeft hiervoor een watervergunning verleend.
Ter plekke van de te dempen watergang wordt onder het nieuwe fietspad een IT-riool aangelegd. Deze rioolbuis neemt een deel van de functie van de te dempen watergang over. Via een systeem van duikers wordt de rioolbuis verbonden met de bermsloot aan de zuidzijde van Staartweg, die ten oosten van de aansluiting met de Waaiershoek ligt.
Thema Schoon water
Slechte kwaliteit kwelwater:
Bij het ontwerp van een nieuw watersysteem moet rekening gehouden worden met de hoeveelheid kwel en de kwelwaterkwaliteit. Het plangebied is (gedeeltelijk) gelegen in een gebied met kwel van matige tot slechte kwaliteit. Het waterschap wordt vroegtijdig betrokken voor advies over het ontwerp van het nieuwe
watersysteem.
Bij de realisatie van de hierboven beschreven compenserende maatregelen is in overleg met het waterschap rekening gehouden met het kwelwater.
Goede structuurdiversiteit
Streefbeeld
Het waterschap streeft naar goede leef-, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden voor de aquatische flora en fauna in het beheergebied.
Bij de inrichting van het watersysteem wordt gestreefd naar het realiseren van een ecologisch gezond watersysteem. Oevers worden bij voorkeur duurzaam en indien passend bij de functie natuurvriendelijk ingericht. Bij de dimensionering van het watersysteem wordt rekening gehouden met de te verwachten waterkwaliteit.
Goede oppervlaktewaterkwaliteit
Streefbeeld
Het grond- en oppervlaktewater biedt leef-, verblijf-, en voortplantingsmogelijkheden voor de (aquatische) flora en fauna in het beheergebied. De chemische toestand van deze wateren vormt hier geen belemmering voor.
Uitgangspunten
In het ontwerp van het watersysteem wordt uitgegaan van het principe 'schoon houden, scheiden, zuiveren'. Verontreinigingen worden voorkomen of aangepakt bij de bron.
Randvoorwaarden
Conform de Waterwet (Ww) is het verboden om zonder vergunning afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in welke vorm dan ook te brengen in oppervlaktewateren. Schoon hemelwater mag zonder waterstaatswerk direct geloosd worden in oppervlaktewater. Als hiervoor een voorziening zoals een drain of buis wordt aangebracht is hiervoor een vergunning nodig.
Uitlogende materialen
Lozingen op oppervlaktewater als gevolg van uitlogende materialen verwerkt in bouwwerken (bijvoorbeeld zinken of koperen daken) zijn meldingsplichtig, aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld. Voor lozingen in kwetsbaar water van alle typen oppervlakken gemaakt van uitlogende materialen worden voorwaarden gesteld door het waterschap.
Goed omgaan met afvalwater
Streefbeeld
Veel menselijke activiteiten hebben een negatief effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater doordat ze water verontreinigen. Het waterschap zorgt met de regulering of behandeling van afvalwater dat zo veel mogelijk van deze effecten teniet worden gedaan. Verontreiniging van het oppervlaktewater door afvalwater (huishoudelijk afvalwater, vervuild hemelwater en bedrijfsafvalwater) wordt voorkomen.
Uitgangspunten
Voor bestaande gebieden wordt gestreefd naar het afkoppelen van verhard oppervlak. Afstromend regenwater van vervuilde oppervlakken wordt daarbij gezuiverd. Verontreinigingen door afvalwater worden voorkomen. Onder schoon hemelwater wordt verstaan:
·
Hemelwater van verhardingen met een verkeersintensiteit lager dan 1000 voertuigen per dag;
·
Hemelwater vanaf parkeerplaatsen met minder dan 50 plaatsen;
·
Hemelwater van daken/woningen waarbij geen voor het watersysteem schadelijke uitloogbare stoffen zijn gebruikt;
·
Hemelwater van onverhard terrein;
·
Hemelwater van centrumgebieden (met uitzondering van marktterreinen).
Thema Voldoende Water
Goed functionerend watersysteem
Streefbeeld
Het watersysteem zorgt in normale situaties voor een goede doorstroming en afwatering in het beheergebied en maakt het realiseren van het (maatschappelijk) gewenste grond- en oppervlaktewaterwaterregime (GGOR) mogelijk. Waterschap Zuiderzeeland streeft er naar dat de feitelijke situatie van het watersysteem overeenkomt met de legger. Op die manier kan het waterschap weloverwogen anticiperen op en reageren in extreme situaties.
Randvoorwaarden goed functionerend watersysteem
Het waterschap streeft naar een robuust en klimaatbestendig watersysteem met grote peilvakken. Versnippering van het watersysteem is een ongewenste situatie. Nieuwe ontwikkelingen sluiten aan op bestaande peilvakken en de inrichting wordt afgestemd op de functie van het water. In nieuwe watersystemen wordt gestreefd naar aaneengesloten waterelementen met een minimum aantal duikers en/of andere kunstwerken en zonder doodlopende einden. Het watersysteem wordt dusdanig ingericht dat het goed controleerbaar en beheersbaar is.
De planontwikkeling leidt niet tot nieuwe peilvakken. De planontwikkeling heeft geen gevolgen voor het streefpeil van het oppervlaktewater in of in de omgeving van het plangebied. Het functioneren van het huidige watersysteem (doorstroming, afwatering, realiseren van het gewenste peil) zal door de planuitvoering niet verslechteren.
Dempen bestaand oppervlaktewater
In het plangebied wordt water gedempt. Voordat met enige demping wordt gestart, dient de compensatie van open water (verleggen, verbreden of nieuw aanleggen) te zijn aangelegd. De voor demping van bestaande watergangen gebruikte materialen moeten voldoen aan de eisen uit het Besluit Bodemkwaliteit en /of de waterbodemkwaliteitskaart van waterschap Zuiderzeeland.
Om het nieuwe fietspad te kunnen realiseren wordt de bestaande bermsloot gedempt. Het tracé van het fietspad volgt de bestaande bermsloot.
Ter plekke van de te dempen watergang wordt onder het nieuwe fietspad een IT-riool aangelegd. Deze rioolbuis neemt een deel van de functie van de te dempen watergang over. Via een systeem van duikers wordt de rioolbuis verbonden met de bermsloot aan de zuidzijde van Staartweg, die ten oosten van de aansluiting met de Waaiershoek ligt. Het huidige watersysteem blijft daarmee grotendeels intact.