direct naar inhoud van 7.1 Resultaten vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Bestemmingsplan IJsselmeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013IJM-0301

7.1 Resultaten vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het bestemmingsplan IJsselmeer is door de gemeente voor het verplichte overleg ex artikel 3.1.1. Bro aangeboden aan Rijk, provincie Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland. Van genoemde instanties is een inhoudelijke reactie ontvangen van Rijkswaterstaat en de provincie Flevoland. In deze reactienota worden de ingekomen reacties van genoemde instanties van een gemeentelijke reactie voorzien. Tevens wordt aangegeven of en hoe het bestemmingsplan aangepast wordt.

A. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied

1. Waterparagraaf

Uit de waterparagraaf blijkt dat overleg is gevoerd met waterschap Zuiderzeeland. Omdat het bestemmingsplan betrekking heeft op een hoofdwatersysteem had dit overleg ook met Rijkswaterstaat moeten plaatsvinden. Bij toekomstige plannen wordt gevraagd om ook Rijkswaterstaat bij de voorbereiding van het plan / de waterparagraaf te betrekken.

Reactie gemeente

Rijkswaterstaat IJsselmeergebied zal in het vervolg eerder betrokken worden bij de planvorming. Vanwege het conserverende karakter van het bestemmingsplan waarbij geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden is dat niet eerder gedaan dan het overleg ex 3.1.1. Bro zoals dat nu heeft plaatsgevonden.

2. Rijksbeleid

In paragraaf 2.1 staat dat het Barro eisen stelt aan buitendijkse gebieden en daar aanvullende voorschriften voor opstelt medio 2012. Inmiddels zijn deze voorschriften op 1 oktober 2012 in de Staatscourant gepubliceerd. U dient het plan hiermee te actualiseren.

Reactie gemeente

De betreffende paragraaf in de toelichting is aangepast.

3. Vaargeulen

Op pagina 11 worden onder provinciaal beleid (2.2) de twee vaargeulen in het plangebied besproken. Deze zijn Rijksvaarwegen en dienen onder Rijksbeleid te vallen in plaats van provinciaal beleid.

Reactie gemeente

De betreffende passage is verplaatst naar de beschrijving van het Rijksbeleid.

4. Externe veiligheid

De vaarverbindingen worden slecht incidenteel gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen maar dit dient niet uitgesloten te worden met dit bestemmingsplan. Dit dient aangepast te worden op pagina 19 van de toelichting (kopje Urk - Den Oever).

Reactie gemeente

De betreffende alinea is aangepast in het ontwerp bestemmingsplan door aan te geven dat deze route incidenteel gebruikt wordt voor vervoer van gevaarlijke stoffen.

5. Bestemmingsregels

Artikel 3.1 en artikel 4.1 sluiten uit dat beroepsvaart buiten de transportroutes kan varen. Echter het gehele IJsselmeergebied is aangewezen als open vaarwater voor recreatie- en beroepsvaart. Alleen in de vaargeul is sprake van een vooraf bepaalde doorvaartdiepte en vaarroutesignalering

Reactie gemeente

De artikelen worden aangepast, zodat beroepsscheepvaart ook buiten de vaargeulen mogelijk is.

6. Bestemmingsregels

In artikel 3.3.1. a wordt een uitzondering gemaakt in de begripsbepaling 1.6 voor het maken van ondiepe en weder te dichten sleuven en gaten voor het leggen van buizen,drainagebuizen en kabels. Indien deze activiteiten ontplooid worden dan dient Rijkswaterstaat IJsselmeergebied als bevoegd gezag op voorhand geconsulteerd te worden. Verder wil de dienst benadrukken dat handelingen en werkzaamheden in het kader van regulier beheer en onderhoud ook binnen de bestemmingen Water en Natuur niet vergunningplichtig zijn.

Reactie gemeente

Wanneer dergelijke activiteiten aangevraagd / besproken en/of bekend zijn bij de gemeente zal het bevoegd gezag geïnformeerd worden en worden de plannen afgestemd met Rijkskwaterstaat.

B. Provincie Flevoland

1. Archeologie

Binnen het plangebied bevindt zich een provinciaal archeologisch aandachtsgebied. Ook op de concept beleidskaart van de gemeente is een onderzoeksverplichting opgenomen bij plangebieden groter dan 1.5 ha en dieper dan 50 centimeter. De verbeelding dient aangepast te worden, er dient een medebestemming ter bescherming van de archeologische waarden te krijgen. Zowel de toelichting als ook regels dienen dan hierop aangepast te worden.

Reactie gemeente

In het ontwerp bestemmingsplan is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen en tevens zijn beschermende regels opgenomen in de planregels van het bestemmingsplan.

2. Natuuraspecten

Het bestemmingsplan maakt in artikel 3.3.1 van de planregels een omgevingsvergunning mogelijk voor diverse werkzaamheden zoals ontginnen van gronden alsook het aanleggen van stranden kunnen mogelijk gemaakt worden. Van deze activiteiten kan niet op voorhand worden uitgesloten dat deze significante effecten kunnen hebben op het Natura 2000-gebied IJsselmeer. Om dat te kunnen bepalen dient een voortoets in de zin van de Natuurbeschermingswet 1998 te worden gedaan. Mocht de uitkomst hiervan het opnemen van hiervoor beschreven omgevingsvergunningsstelsel onderbouwen, dan dient als nadere voorwaarde aan de omgevingsvergunning te worden verbonden dat voor de aangevraagde werkzaamheden een natuurbeschermingsvergunning kan worden verleend.

Reactie gemeente

Om te voorkomen dat er activiteiten mogelijk gemaakt worden die mogelijk kunnen zorgen voor significante effecten heeft de gemeente genoemde mogelijkheden uit het bestemmingsplan gehaald. Het is niet waarschijnlijk dat er binnen de planperiode ontginningsactiviteiten en bijvoorbeeld nieuwe stranden worden aangelegd. Wanneer er toch dergelijke activiteiten mogelijk gemaakt dienen te worden dan zal dat moeten plaatsvinden met een specifiek (ontwikkelings) bestemmingsplan.

3. Fuiken

Op de verbeelding zijn langs de oever zones aangegeven voor fuiken. Wij hebben de indruk dat deze niet op de juiste plaats gesitueerd zijn. Voorts mist de provincie vanuit de Flora- en faunawet een onderzoek naar het effect van de fuikenopstelling op beschermde vissoorten

Reactie gemeente

De gemeente heeft naar aanleiding van de opmerking van de provincie nogmaals kritisch gekeken naar de locatie van de fuiken op de verbeelding. Ook is contact opgenomen met de Nederlandse Vissersbond. Gezamenlijk is geconstateerd dat de zone voor fuiken correct op de verbeelding is weergegeven, deze zijn dan ook overgenomen uit het ´oude´ bestemmingsplan IJsselmeer.

Wat betreft het effect van fuikenopstellingen op beschermde vissoorten blijkt uit verschillende onderzoeken dat ongeveer 1 á 2 op de 100 gevangen vissen in een fuik op de ´rode´ lijst (beschermd) staan. Dit zal in dit geval dan ook niet anders uitpakken. Dit zal naar de mening van de gemeente niet zorgen voor significant negatieve effecten op de instandhoudings doelstellingen van de betreffende soorten.

Verder worden vergunningen voor fuiken door het ministerie afgegeven en wanneer daar aanleiding toe is kan het ministerie de vergunning weigeren. Dit bestemmingsplan bestemt bestaande rechten waarvoor vergunning is verleend (het fuikengebied is overgenomen vanuit het ´oude´ bestemmingsplan IJsselmeer) en maakt nieuwe ontwikkelingen niet mogelijk. Tenslotte wordt er continu onderzoek gedaan (vismonitoring) door IMARES Wageningen waarbij de visstanden op het IJsselmeer worden bijgehouden. Als daar aanleiding toe is, wordt de fuikenvisserij naar bepaalde soorten voor een bepaalde periode gesloten. In de ogen van de gemeente is daarmee voldoende zeker gesteld dat de aanwezige fuiken niet voor een significant negatief effect op beschermde soorten zal zorgen. Tenslotte is navraag gedaan bij de lokale visserij; alle certificaten, vergunningen en ontheffingen zijn in hun bezit.