Plan: | TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22e Buitengebied Schuur voor Schuur Tubbergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0183.TAMBUISVSTUBBERGEN-VG01 |
Preambule
Dit plan beoogt het Buitengebied met Kwaliteit van de gemeente Tubbergen toe te passen in het buitengebied van Tubbergen. Juridisch is het plan een nieuw hoofdstuk in het omgevingsplan van de gemeente Tubbergen. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1 lid 2 Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit deel van het omgevingsplan weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22e van het omgevingsplan van de gemeente Tubbergen.
In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22e' gelezen worden.
De bijlage bij de in deze voorziening weergegeven hoofdstukken moet gelezen worden als onderdeel van Bijlage 22e bij het omgevingsplan van de gemeente Tubbergen.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in meters (m), m² of m³ zijn uitgedrukt.
Voor zover de meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 in strijd zijn met de meet- en rekenbepalingen in dit artikel, gaan deze meet- en rekenbepalingen voor. Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Voor overkappingen geldt een inhoud gerekend tussen de buitenzijde van de denkbeeldige gevelvlakken verticaal geprojecteerd vanaf de buitenzijden van de afdekking;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de afstand tussen de zijdelingse perceelgrenzen en het punt van het op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Gronden binnen de functie 'Agrarisch - 1' mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
* In die gevallen dat de bestaande oppervlakte, inhoud, goothoogte, bouwhoogte en dakhellingen afwijkt van hetgeen is bepaald in het schema, worden de bestaande maatvoeringen als ten hoogste toelaatbaar aangehouden.
^ Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken geldt geen minimale dakhelling.
+ De goothoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
++ De bouwhoogte van een aangebouwd of vrijstaand bijbehorend bouwwerk zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning/plattelandswoning.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden om binnen deze functie de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Binnen één jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van het TAM-Omgevingsplan dient geheel uitvoering te zijn gegeven aan de sloop van de in Bijlage 2 met de letter D aangeduide te slopen bouwwerken en bijbehorende erfinrichtingsmaatregelen.
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken in overeenstemming met deze functie wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bedrijfswoning te gebruiken voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de functie zijn toegelaten, met uitzondering van functies die op basis van VAB+ beleid zijn toegelaten, in welk geval vervangende nieuwbouw is toegestaan waarbij de inhoud van de bestaande bebouwing niet mag worden vergroot.
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 5.2 opgenomen beoordelingsregels.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
* In die gevallen dat de bestaande oppervlakte, inhoud, goothoogte, bouwhoogte en dakhellingen minder (dakhelling) of meer bedragen dan in het schema is voorgeschreven, worden de bestaande maatvoeringen als ten minste (dakhelling) en ten hoogste toelaatbaar aangehouden..
^ Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken geldt geen minimale dakhelling.
++ De bouwhoogte van een aangebouwd of vrijstaand bijbehorend bouwwerk zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning/plattelandswoning.
+ De goothoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,00 m bedragen,tenzij de bestaande hoogte minder bedraagt.
Voor het bouwen van overige andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden om binnen deze functie de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Tot een niet verboden gebruik van gronden en bouwwerken met deze functie wordt in aanvulling op het gestelde in 5.3.1 in ieder geval niet gerekend:
Binnen één jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van het TAM-Omgevingsplan dient geheel uitvoering te zijn gegeven aan de sloop van de in Bijlage 2 met de letter D aangeduide te slopen bouwwerken en bijbehorende erfinrichtingsmaatregelen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bedrijfswoning te gebruiken voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 5.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de waterhuishouding, de cultuurhistorische, geomorfologische en archeologische waarden en de waarden van landgoederen.
De in 5.5.1 onder a genoemde vergunning kan voorts slechts worden verleend indien er zodanige compensatie plaatsvindt dat de landschappelijke structuur niet onevenredig wordt geschaad.
Gronden en bouwwerken binnen de functie 'Bos' mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 6.2 opgenomen beoordelingsregels.
Binnen de voor 'Bos' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 6.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het is verboden om binnen deze functie de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in lid 6.4.1 genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend, indien wordt voldaan aan de volgende beoordelingsregels:
Gronden en bouwwerken binnen de functie 'Wonen - Wonen in het buitengebied' mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daar bijbehorende:
Voor het bouwen van vrijstaande bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden om binnen deze functie de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Tot een met de functie strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 7.1 opgenomen functieomschrijving zonder aanleg van de parkeerplaatsen zoals aangegeven bij de letter O in het in Bijlage 2 opgenomen Landschappelijke inpassingsplan Agelerweg 32 Reutum, teneinde te komen tot voldoende parkeergelegenheid.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze functie wordt in ieder geval niet gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken voor inwoning. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Gronden en bouwwerken binnen de functie 'Wonen' mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 8.2 opgenomen beoordelingsregels.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden om binnen deze functie de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Tot een met de functie strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Tot een met de functie strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 8.1 opgenomen functieomschrijving zonder aanleg van de parkeerplaatsen zoals aangegeven bij de letter P in het in Bijlage 2 opgenomen Landschappelijke inpassingsplan Knooperf de Veldboer 18 Langeveen, teneinde te komen tot voldoende parkeergelegenheid.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken voor inwoning. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor:
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 9 opgenomen beoordelingsregels.
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde functies een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s) , mede bestemd voor:
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 10 opgenomen beoordelingsregels.
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde functie(s) een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 11 opgenomen beoordelingsregels.
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen functie(s) zullen op of in deze gronden geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze gebiedsaanwijzingen.
Ten behoeve van deze gebiedsaanduiding zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd, tenzij deze reeds aanwezig zijn.
Voor het bouwen van overige andere bouwwerken geldt de volgende regel:
Mits de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsverbindingen niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten, kan met een vergunning worden afgeweken van het bepaalde in 11.3.1 die zin dat de in de andere daar voorkomende functie(s) genoemde gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze functie wordt in ieder geval gerekend:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde functie(s), een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 11.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien met een vooraf ingewonnen schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder wordt aangetoond dat de werken of werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd en de werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de verbinding.
Grond die in aanmerking genomen moet worden bij een verleende omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit voor het bouwen mag, behoudens intrekking van die omgevingsvergunning, niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning in aanmerking worden genomen.
In aanvulling op het gestelde in artikel 22.29 gelden de in artikel 14 opgenomen beoordelingsregels.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen van deze regels zullen, wanneer op gronden grenzend aan de functie “Verkeer” gebouwen en overkappingen worden opgericht, de afstand van de gebouwen en overkappingen tot de as van de weg a. ten minste 15,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welke geval de afstand tot de as van de weg;
Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten. Hieronder wordt in ieder geval gerekend:
Een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit voor het bouwen en/of gebruik van gronden, wordt niet eerder verleend dan nadat op eigen erf in voldoende mate is voorzien in de benodigde parkeerruimte.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.