direct naar inhoud van Omgevingsvisie
Plan: Omgevingsvisie Staphorst voor elkaar
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01

Omgevingsvisie

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0001.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0002.jpg"

Hoofdstuk 1 AMBITIE

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0003.jpg"

1.1 Een omgevingsvisie voor Staphorst

Dit is de omgevingsvisie van de gemeente Staphorst. Met deze visie zetten we de koers uit voor de leefomgeving. Dit doen we voor de lange termijn met 2030 als tijdshorizon. De Omgevingsvisie Staphorst voldoet aan de uitgangspunten van de Omgevingswet. Staphorst loopt daarmee vooruit op de wet die naar verwachting in januari 2021 in werking treedt. Nu moeten initiatiefnemers nog voldoen aan veel wetten voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. In 2021 wordt het voor iedereen makkelijker om de omgeving te veranderen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0004.jpg"

1.2 Sociaal en fysiek, kernen en platteland

De omgevingsvisie vervangt het bestaande (inter)sectorale beleid voor de leefomgeving, zoals de 'Kadernota Buitengebied' (2008) en de 'Structuurvisie 2030 kernen Staphorst, Rouveen en IJhorst' (2013). Dit beleid hebben we in de omgevingsvisie geïntegreerd door de verschillende thema's (nog) beter op elkaar af te stemmen en het sociale domein en het buitengebied in de visie nadrukkelijk mee te nemen. Binnen de Omgevingswet worden het fysieke en sociale domein integraal benaderd. Thema's zoals gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, onderwijs, welzijn en zorg zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met thema's uit het fysieke domein (zoals verkeer, wonen, werken, recreatie en landschap). De boom hiernaast laat dat goed zien.
Daarnaast besteden we extra aandacht naar de belangrijkste opgaven in het buitengebied van de gemeente Staphorst.

1.3 Dromen, denken, durven, doen

In de omgevingsvisie mogen we 'dromen' over de toekomst. We moeten 'nadenken' of het wel kan wat we bedacht hebben. We moeten 'durven' pionieren en durven loslaten. Maar, geheel in de Staphorster traditie, moet de omgevingsvisie uiteindelijk leiden tot 'doen'! Dromen, denken, durven, doen past helemaal bij de Staphorster houding die de gemeente heeft aangenomen in de 'missie en visie'. Het is ook een vrije vertaling van de beleidscyclus uit de Omgevingswet. Het betekent dat we in deze omgevingsvisie mogen dromen en mijmeren over - en grote ambities hebben voor - het leven in 2030 (met een doorkijk naar 2050), maar dat we ook de koppeling moeten maken naar de realiteit van nu en de komende vijf jaar ('met het hoofd in de wolken en beide benen op de grond').

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0005.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0006.jpg"

Deze houding heeft ook tot gevolg dat niet alles uit deze visie direct uitvoerbaar hoeft te zijn; soms gaat het om ambities die misschien pas over tien jaar kunnen worden gerealiseerd en soms betekent het blijvend investeren in cruciale zaken zoals klimaatadaptatie. Andersom maakt dromen, denken, durven, doen het ook nodig om een financiële vertaling te geven van de voorgestelde maatregelen. Dit wordt opgenomen in de maatregelentabel in de uitvoeringsparagraaf. We hebben in de uitvoering van deze visie de samenleving hard nodig. Door de samenleving intensief te betrekken en door het sociale en fysieke domein gezamenlijk op te pakken loopt Staphorst voorop in Nederland bij het implementeren van de Omgevingswet. Daarom is deze omgevingsvisie exclusief als pilot benoemd in de Tweede Tranche Pilots Omgevingsvisie van het Ministerie.

1.4 Uitnodigen tot kwaliteitsverbetering

De Omgevingsvisie Staphorst is gericht op verbetering van de 'omgevingskwaliteit'. De visie geeft de kaders voor (particuliere) initiatieven en nodigt inwoners en partijen uit met ontwikkelingen te komen die bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Daarbij gaat het niet alleen om ruimtelijke kwaliteit, maar ook om kwaliteitsverbetering op bijvoorbeeld het gebied van recreatie, ecologie, leefbaarheid, zorg, duurzaamheid en (agrarische) economie.

1.5 Lotgenoten worden deelgenoten, worden bondgenoten

Uitgangspunt van deze omgevingsvisie is 'uitnodigingsplanologie'. Daarbij is de vraag: Hoe nodigen we de inwoners van Staphorst uit om met plannen en initiatieven te komen die een bijdrage leveren aan de gemeentelijke beleidsopgaven op sociaal maatschappelijk en fysiek gebied? Het is daarom van groot belang dat de visie aansluit bij de wensen van de bewoners en ondernemers, maar ook van maatschappelijke organisaties en overheden als provincie en waterschap. Daarom hebben we de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties nauw betrokken bij de totstandkoming van de visie, bijvoorbeeld door meerdere participatieronden per kern te organiseren. Ook bij de uitvoering zullen we een ieder betrekken.

De volgende bijeenkomsten zijn gehouden. Daarbij is ook aangegeven van welke methodes gebruik is gemaakt. De resultaten zijn op de volgende pagina's samengevat. In een afzonderlijk document zijn alle verslagen opgenomen.

  • Scenarioplanning 31 januari 2017

- Bepalen meest impactvolle trends

  • Dialoogavond Staphorst 13 februari 2017

- Moodboards, kaarten, vragenlijsten en wilde ideeën

  • Dorpsavond IJhorst 16 februari 2017

- Ruimtevolk, Agenda IJhorst 2036

  • Denktank 20 februari 2017

- Drie tafels met kwaliteiten, trends en oplossingsrichtingen

  • Plattelandscafé 20 februari 2017

- Vier tafels met kwaliteiten/trends en oplossingsrichtingen

  • Dialoogavond Rouveen 21 februari 2017

- Moodboards, kaarten, vragenlijst en wilde ideeën

  • Overleg OSR 28 februari 2017

- Overleg over verkeer en winkelend publiek centrum Staphorst

  • Scenarioplanning 7 maart 2017

- Verdieping trends

  • Scenarioplanning 4 april 2017

- Scenario's opstellen 2030

  • Industriële contactclub 5 april 2017

- Bijeenkomst met gemeente over omgevingsvisie en verkeers- en vervoersplan

  • Predikantenoverleg 6 april 2017

- Overleg met betrekking tot omgevingsvisie

  • Dorpsraden 10 april 2017

- Vergadering met gemeente en de dorpsraden, omgevings-visie kwam ook aan bod

  • Scenarioplanning 9 mei 2017

- Formuleren maatschappelijke opgaven en doorvertaald op kaart

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0007.jpg"

  • Denktank 9 mei 2017

- Terugkoppeling van wat is opgehaald in de eerste ronde en de mogelijkheid om hierop te reageren aan de hand van panelen en kaarten

  • Dialoogavond gemeentebreed 11 mei 2017

- Voorleggen van koers 'Staphorst, voor elkaar!'

- Terugkoppeling van wat is opgehaald in de eerste ronde en de mogelijkheid om hierop te reageren aan de hand van panelen en kaarten

  • Inloopavond gemeentebreed 21 september 2017

- Mogelijkheid om ontwerp-omgevingsvisie integraal te bekijken

- Mogelijkheid om mondeling en/of schriftelijk in te spreken op de ontwerp-omgevingsvisie

- Mogelijkheid om zelf met initiatieven en plannen te komen.

  • Terinzagelegging ontwerp-omgevingsvisie van 6 september tot en met 17 oktober 2017
  • Expertsessies in het kader van de landelijke Pilot Omgevingsvisie 6 juli en 9 november 2017

In het kader van het vooroverleg hebben verschillende overheden, zoals de provincie en omliggende gemeenten, gereageerd op de ontwerp-omgevingsvisie.

Ook intern hebben we een aantal sessies georganiseerd:

  • Sessie met college: 23 november 2016, 26 januari 2017, 16 maart 2017, 20 juni 2017
  • Raad: 29 november 2016, 21 maart 2017
  • Diverse projectteams
  • Projectteam+: 26 oktober 2016, 25 januari 2017, 8 maart 2017, 12 september 2017
  • Gecombineerde sessie Scenarioplanning sociaal domein en fysiek domein: 4 april 2017

Zowel de dialoogavonden in Staphorst en Rouveen, waar mensen op een 'marktplein' beelden konden plakken en hun mening en ideeën kwijt konden, als de denktank (voor de maatschappelijke organisaties) en het plattelandscafé (voor de belanghebbenden op het platteland) hebben veel nuttige informatie opgeleverd. Dit geldt ook voor de enquête die we onder de bevolking hebben gehouden. IJhorst volgde een apart traject waarvan de resultaten zijn ingevoegd in de omgevingsvisie.

Zoals al eerder gezegd is het uitgangspunt van deze omgevingsvisie 'uitnodigingsplanologie'. We willen de inwoners van Staphorst niet alleen informeren, maar juist ook actief betrekken en de creativiteit en expertise onder de burgers mobiliseren. Dit zorgt voor een verrijking van de visie en het creëren van draagvlak onder de inwoners.
In de eerste participatieronde zijn in de verschillende kernen van Staphorst de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties op uiteenlopende manieren uitgedaagd om mee te denken. Met behulp van moodboards, kaarten en vragenlijsten konden zij hun ideeën over de kernkwaliteiten, uitdagingen en oplossingen kwijt.
Kernthema's die in iedere participatie sessie naar voren kwamen zijn de bereikbaarheid van Staphorst, de kansen voor recreatie en toerisme, ondernemerschap en arbeidsethos, de wens voor fiets- en wandelpaden, het voorzieningenaanbod en duurzaamheid.
Krachten en kernkwaliteiten van Staphorst die uit de bijeenkomsten van 13 februari, 20 februari en 21 februari kwamen, zijn ondernemersdrang en arbeidsethos, sociale cohesie, het complete voorzieningenaanbod en de cultuurhistorische- en landschappelijke waarde van de gemeente.

Uitdagingen zitten in het verbeteren van de bereikbaarheid, het behouden van jongeren en hoogopgeleiden in de gemeente, het stimuleren van sociale cohesie en ontmoetingen, de toekomstige vergrijzing en het behouden van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden.
Mogelijke oplossingsrichtingen bevinden zich in het aanleggen van fiets- en wandelpaden, de komst van een station en een nieuwe A28 afslag, het realiseren van betaalbare woningen en de aanleg van glasvezel.

Andere belangrijke thema's die uit de eerste participatie naar voren kwamen zijn duurzaamheid, waarbij de meningen verdeeld zijn over de weg die moet worden ingeslagen ten behoeve van de energietransitie en religie. Sommige mensen stelden duurzaamheid heel belangrijk te vinden terwijl anderen aangaven het nut er niet van in te zien. Zo brachten sommigen naar voren dat religie belangrijk is voor het DNA van Staphorst en dat de zondagsrust moet worden geëerbiedigd, terwijl anderen vonden dat daardoor toerisme en recreatie onvoldoende van de grond komen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0009.png"

Tijdens de bijeenkomst in IJhorst op 16 februari 2017 werden duidelijk oplossingsrichtingen genoemd, zoals woningbouw voor alle leeftijden, focus op recreatie en streekproducten en het opzetten van een 'huiskamer' voor het dorp met een variëteit aan voorzieningen.
Logischerwijs komen bij het plattelandscafé van 20 februari 2017 vooral agrarische thema's aan bod. Er werd gevraagd om eenvoudige regelgeving ten aanzien van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen (VAB's). Ook alternatieve vormen van duurzaamheid, zoals kleine windmolens op agrarische erven, zonnepanelen, bio raffinage en mestkrakers werden besproken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0010.jpg"

De input van bewoners aan de ene kant en ondernemers en maatschappelijke organisaties aan de andere kant conflicteerden ze niet met elkaar en waren dus vooral complementair. De thema's die in de eerste participatiesessies naar voren kwamen werden in de latere bijeenkomsten voornamelijk bevestigd en aangevuld met nieuwe complementaire ideeën.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0011.jpg"

De industriële contactclub (ICC) gaf op 5 april 2017 aan dat de bereikbaarheid van Staphorst voor hen prioriteit nummer één vormt. Ook het behouden van werknemers in Staphorst is volgens hen van belang. Ook kwamen zij met het idee om het imago van Staphorst te verbeteren, de kwaliteiten zijn er, en dit te gebruiken om mensen te behouden en aan te trekken.

In het predikantenoverleg van 6 april 2017 werd aangegeven dat de rol van de kerk nog steeds erg belangrijk is in Staphorst, en dat de religie een kracht is van de gemeente Staphorst. Ook wezen zij erop dat de sociale cohesie onder jongeren niet meer vanzelfsprekend is, en aandacht behoeft.

Aan de hand van huidig beleid, analyses en de eerste ronde participatie is er een raamwerk opgesteld. In de tweede ronde participatie is dit raamwerk aan de burgers en maatschappelijke organisaties voorgelegd. Hierbij konden participanten hun mening geven over het raamwerk en eventuele tekortkomingen benoemen.

Uit de denktank van 9 mei 2017 blijkt het raamwerk breed gedragen te worden onder de participanten. In de tweede ronde wordt nogmaals bevestigd dat bereikbaarheid een belangrijk onderwerp is voor Staphorst. Een snelle toegang tot de snelweg, vermindering van de verkeerstroom in het hart van Staphorst en de aanleg van fietspaden komen hierbij naar voren. Bovendien werd ook hier onderstreept dat het kansen op kan leveren als Staphorst zich meer open stelt voor recreanten en toeristen. Over het thema aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, dat uit de scenarioplanning sociaal domein naar voren kwam, werd gezegd dat er ook verantwoordelijkheden bij bedrijven liggen om hier een rol in te spelen, door bijvoorbeeld zelf pendeldiensten op te zetten vanaf Meppel of Zwolle of actief de industrie van Staphorst te promoten richting inwoners en onderwijs.
Tijdens de dialoogavond van 11 mei wordt het raamwerk grotendeels ondersteunt. Er worden echter ook een aantal nieuwe ideeën geopperd. Zo komt het idee Park Staphorst naar boven en wordt ruimte voor woningbouw in de kleine kernen Punthorst, IJhorst en Olde Dijk aangemoedigd door de aanwezige bewoners. Verder wordt er druk op de kaart getekend en ruimte voor bedrijvigheid ingetekend langs de A28. Duurzaamheid is ook een onderwerp dat tijdens deze avond de nadruk krijgt, waarbij een aantal inwoners het belang van openbaar vervoer, energieneutraal bouwen en de energietransitie onderstrepen. Bovendien wordt de zorg over het beleid ten aanzien van de fysieke omgeving van De Streek uitgesproken.

Tijdens de als informatiemarkt ingerichte inloopavond op 21 september 2017 heeft een aantal mensen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de ontwerp-omgevingsvisie te bekijken. Alle thema's waren op grote panelen uitgebeeld. Ook heeft een aantal mensen mondeling en/of schriftelijk ingesproken op de ontwerp-omgevingsvisie.
Daarnaast heeft tiental bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties een zienswijze ingediend. Ook hebben de provincie, de buurgemeenten en de Veiligheidsregio een reactie gegeven. Hieruit blijkt waardering voor het integrale karakter van deze omgevingsvisie, maar op een aantal onderdelen wordt aanvulling of aanpassing gevraagd. Waar dat kon, is dit doorgevoerd. In de reactienota zijn de reacties samengevat en beantwoord.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0012.jpg"

De door Ruimtevolk in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu georganiseerde expertsessies in het kader van de Pilot Omgevingsvisie op 6 juli en 9 november 2017 hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd. In de eerste sessie lag de nadruk op de verbinding van het fysieke en sociale domein terwijl in de tweede sessie het integrale afwegingsschema en de maatregelentabel centraal stonden. Uit een vergelijking met de verschillende Pilots blijkt Staphorst voorop te lopen.

Al met al is er door bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties actief meegedacht aan de omgevingsvisie. De creativiteit en expertise van de participanten is dankbaar gebruikt om een echte Staphorster omgevingsvisie op te stellen.

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 beschrijven we de koers van Staphorst richting de toekomst. Daarbij houden we 2030 aan als stip op de horizon met een doorkijk naar 2050. Op basis van een grondige analyse (die als afzonderlijke bijlage is toegevoegd) hebben we de identiteiten, kernkwaliteiten en ambities gevat is het credo 'Staphorst; voor elkaar!'. Dit is zeg maar de essentie van het DNA van Staphorst. In het tweede deel van hoofdstuk 2 hebben we aan de hand van dit sociale en fysieke raamwerk per thema richting gegeven aan toekomstige ontwikkelingen. Het raamwerk en de verschillende ontwikkelingen vormen samen de integrale omgevingsvisie. Dit is verbeeld op de integrale omgevingsvisiekaart, die is opgenomen aan het einde van hoofdstuk 2. In hoofdstuk 2 is als kader ook een beschrijving van het leven van de familie Dunnink (de meest voorkomende naam in Staphorst) in 2030 opgenomen, om een idee te geven hoe dat leven eruit zou kunnen zien. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoering. Dit is een belangrijk onderdeel van de visie, omdat zo ideeën kunnen worden omgezet in actie. Dit is een uitgestoken hand naar de samenleving om mee te doen en initiatieven te ontplooien.

Deze omgevingsvisie is het resultaat van een samenwerking tussen de Staphorsters en de gemeente. Daarom kan waar we in de 'wij-vorm' spreken ook worden gelezen als 'wij Staphorsters!'

Hoofdstuk 2 DE KOERS VAN STAPHORST

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0013.jpg"

2.1 Staphorst voor elkaar!

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0014.jpg"

2.1.1 Inleiding

De identiteit van Staphorst

Met 'Staphorst voor elkaar!' pakken we - op basis van wat we hebben opgehaald in de analysefase - de essentie van het DNA van Staphorst. Daarbij gaat het om de huidige identiteit, maar vooral ook om de gewenste identiteit van Staphorst. Staphorst voor elkaar gaat er niet alleen om dat hier het nabuurschap nog levend is, maar ook dat de instelling van de gemiddelde Staphorster er één is van no-nonsense; 'hier komt het voor elkaar!'

Verbindende thema's

De leidraad 'Staphorst voor elkaar!' vertalen we in drie verbindende thema's die de kapstok vormen voor het integraal werken binnen de gemeente. Dit doen we, omdat we willen breken met de gewoonte sectoraal te denken en te werken. In de geest van de Omgevingswet willen we juist integraal denken en werken. In Staphorst gaan we daarin verder dan de Omgevingswet van ons vraagt. Wij willen niet alleen integraal opereren binnen de fysieke leefomgeving, maar ook het fysieke en sociale domein met elkaar verbinden. Daarom is het van belang sector-overstijgende thema's te formuleren die door de sectoren heen lopen en met het ene been in het sociale en met het andere been in het fysieke domein staan. Dit zijn in Staphorst:

  • Innovatieve plattelandseconomie; de economie kent een sterke fysieke component (bedrijventerreinen), maar ook een sterke sociale kant (arbeidsmarkt).

  • Gezonde en dynamische samenleving; dit lijkt op het eerste gezicht misschien vooral een sociaal thema, maar gezondheid heeft ook een belangrijke fysieke component, in de vorm van beweegvriendelijke omgeving en goede leefomstandigheden.

  • Verantwoord vernieuwen; dit gaat over het op een manier vernieuwen van de fysieke leefomgeving die oog heeft voor duurzaamheid, het culturele erfgoed, de ruimtelijke kwaliteit en de andere twee sector-overstijgende thema's. Zodoende ligt er ook een sterke relatie met het sociale domein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0015.jpg"

2.1.2 Innovatieve plattelandseconomie!

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0016.jpg"

Ondernemend

We worden vaak (alleen) met klederdracht en mooie boerderijen geassocieerd maar we zijn een zeer ondernemende gemeenschap. Staphorst kent een sterke ondernemersgeest en een hoog arbeidsethos. Die zijn terug te zien in de grote werkgelegenheid en lage werkloosheid in Staphorst. De ondernemers binnen onze gemeente zijn betrouwbaar (als klant wordt je altijd goed geholpen) en er heerst een no-nonsense-instelling (het wordt gewoon geregeld). In Staphorst komt het voor elkaar!

Vernieuwend

We zijn een vernieuwende gemeente met karakter en lef. Dit blijkt uit de vele bedrijven die tot het neusje van de zalm behoren in hun bedrijfstak, maar ook uit de ambitie van de gemeente om voorop te lopen met een frisse aanpak: het EPOS-traject en deze omgevingsvisie, die zoals gezegd pilot is in de Tweede Tranche Pilots Omgevingsvisie, getuigen hiervan.


Unieke combinatie van maken en innoveren

We behouden de kwaliteiten van de sterk aanwezige maakindustrie. Juist om die industrie te wapenen voor de toekomst is het belangrijk meer aandacht te hebben voor innovatie. Dit is zo omdat beroepen in deze industrie steeds sterker leunen op kennis, maar ook omdat de maakindustrie kan profiteren van innovaties die hier of elders gedaan zijn. Daarbij kan gedacht worden aan het toepasbaar maken van kennis en het opschalen van start-ups (dit heet scale-ups), die verhoudingsgewijs veel banen opleveren. Bovendien benutten we op deze manier de unieke combinatie van handen en hoofden!


Passend onderwijs

Daarom zullen we het kennis- en voorzieningenniveau versterken. We stimuleren samenwerking tussen scholen en bedrijven en zorgen voor passend onderwijs ('een leven lang leren'). Om te voorzien in een sterke behoefte van het bedrijfsleven creëren we een betere mix tussen laag- en hoogopgeleiden, tussen vakmensen en kenniswerkers. Daarvoor is het belangrijk Staphorst aantrekkelijk te houden voor laagopgeleiden en aantrekkelijker te maken voor hoogopgeleiden. Om ondernemers en de bevolking optimaal deel te laten nemen van nieuwe communicatiemiddelen gaan we de digitale infrastructuur sterk verbeteren. We leggen op zoveel mogelijk plekken glasvezel aan.


Strategische ligging versterken

We liggen ontzettend strategisch tussen de grote steden Meppel, Zwolle en Kampen aan de A28 die de Randstad verbindt met het noorden en het Duitse achterland. Om deze ligging beter te benutten, verbeteren we de ontsluiting op de A28. Daarbij zorgen we er voor dat de aansluiting op de bedrijven in het dorp sneller wordt. Om de economie een impuls te geven, bijvoorbeeld door jonge kenniswerkers aan te trekken, is het echter ook essentieel om ook over goede OV-verbindingen te beschikken. Dit blijkt uit onderzoek en uit de gesprekken met bedrijven in Staphorst. Gelukkig loopt het spoor al door de gemeente. Nu willen graag weer een station. Een locatie dicht bij de bedrijven ligt voor de hand.


Faciliteren van bedrijven

Innovatie gebeurt niet alleen in Sillicon valley en op de Hi-Tech-campus in Eindhoven. Google Chrome is ontwikkeld in een boerenschuur op het platteland van Denemarken. Zo zijn er ook voorbeelden van innovatieve bedrijven die zijn ontstaan uit schuren in Staphorst. We staan daarom kleinschalige bedrijven in vrijkomende agrarische bebouwing (vab's) toe. Grote bedrijven bieden we de ruimte op bedrijventerreinen. Een moderne innovatieve plattelandseconomie gaat echter over veel meer dan bedrijventerreinen. We benutten daarom de kansen voor de verbreding van de economie door ons ook te gaan richten op recreatie en toerisme, horeca, zorg, zzp'ers en werken aan huis.


Inclusief ondernemen

De wetgever heeft met de Omgevingswet beoogt meer ontwikkelruimte te bieden en tegelijkertijd een betere leefomgeving te creëren. Daarom is het belangrijk dat we bedrijven faciliteren, maar dat bedrijven zelf ook bijdragen aan maatschappelijke doelen. 'Voor elkaar' betekent in dit verband ook 'inclusief ondernemen'. Staphorst ondernemers zijn gelukkig nu al betrokken bij de lokale samenleving. We stimuleren bedrijven 'voor elkaar' - dus met oog voor de leefomgeving - te ondernemen en anderen daarbij betrekken.

2.1.3 Een gezonde en dynamische samenleving!

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0017.jpg"

Ook straks voor elkaar

'Voor elkaar!' is altijd vanzelfsprekend geweest in Staphorst. Er is sprake van een grote saamhorigheid en sociale cohesie. Een grote zelfstandigheid en zelfredzaamheid gaan samen met een goede opvang als dit niet gaat. Dit 'Staphorster model' staat onder druk door de toegenomen individualisering en de weggevallen sociale zekerheid. We willen echter ook in de toekomst die warme betrokken samenleving zijn die we altijd zijn geweest maar dan natuurlijk vertaald naar de toekomst. Dit betekent dat de huidige dynamiek van de Staphorster samenleving behouden moet blijven en dat de gezondheid meer aandacht krijgt.


Ruimte aan de samenleving

We bieden de samenleving de ruimte en het vertrouwen om de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dit geeft de beste garantie op maatwerkoplossingen en zorgt voor de gewenste dynamiek. Tegelijkertijd willen we voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen. We zullen daarom voldoende mogelijkheden bieden om degenen die hulp nodig hebben deze hulp te bieden, of te zorgen dat anderen deze bieden. Maatschappelijke organisaties kunnen hier hun rol in pakken.
Het past in deze lijn dat wij ons best doen initiatieven uit de samenleving zoveel mogelijk te versterken en te versnellen, zolang ze bijdragen aan de met elkaar in deze visie afgesproken doelen.

Voorkomen is beter dan genezen

Gaandeweg dringt het besef door dat de gezondheidszorg in Nederland vooral gericht is op het genezen van zieken, terwijl het voorkomen ervan goedkoper is, maar belangrijker nog, de gezondheidsbeleving centraal zou moeten staan. Deze benadering wordt 'positieve gezondheid' genoemd en deze willen wij gebruiken als uitgangspunt voor het gezondheidsbeleid. Het mooie is dat gezondheid een sterk verbindend thema is, omdat het zowel fysieke componenten heeft (zoals een beweegvriendelijke omgeving) als sociale (de relatie met inkomen bijvoorbeeld). Meer bewegen stimuleren we door de (bestaande en nieuwe) omgeving in te richten met ommetjes, speelplaatsen, trapveldjes en sportgelegenheid en door evenementen te organiseren.


Anticiperen op toename ouderen

Staphorst is qua bevolkingsontwikkeling altijd een 'groene' gemeente geweest. Dit betekent dat er relatief (ten opzichte van het Nederlands gemiddelde) veel jongeren en weinig ouderen wonen. Uit de demografische berekeningen blijkt echter dat ook in Staphorst de vergrijzing eraan komt, zij het later dan in de rest van Nederland. Dit heeft gevolgen voor de vragen en behoeften die er uit de samenleving komen. Deze kunnen uiteenlopend zijn omdat de ouderen niet één gelijksoortige (homogene) groep zijn. Hierop moeten we als gemeente (en de maatschappelijke organisaties) anticiperen. We zorgen er daarom voor dat voldoende woningen levensloopbestendig worden uitgevoerd. Ook houden we met de inrichting van de buitenruimte rekening met het toenemend aantal ouderen.


Jongeren aan Staphorst binden

Daarnaast zijn jongeren een doelgroep, hoe veel verschillen er binnen die groep ook zijn, waarvoor we in de toekomst specifieke aandacht hebben. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om te zoeken naar mogelijkheden voor de jeugd om op een leuke en gezonde manier samen te komen. We richten ons ook op de jong volwassenen: hoe kunnen we die de gelegenheid bieden in Staphorst te blijven wonen als ze dat willen? Welke banen, woningen en voorzieningen moeten er dan zijn?


Onderwijs essentieel

Onderwijs van groot belang voor het succesvol kunnen deelnemen aan de moderne maatschappij. Natuurlijk is onderwijs belangrijk voor de aansluiting van de samenleving op de markt (lees: om een baan te kunnen vinden), zoals al beschreven is onder 'innovatieve plattelandseconomie', maar is ook essentieel voor participatie in de samenleving in brede zin. Zo kan laaggeletterdheid en het daarom niet kunnen lezen en begrijpen van formulieren zorgen voor allerlei achterstanden. Het streven is daarom alle jeugd met minimaal niveau MBO4 van school te laten gaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0018.jpg"


Combinatie van mantel- en professionele zorg

Zorgen voor elkaar staat zoals gezegd centraal in Staphorst. Dit kan op vele manieren. In Staphorst wordt al veel mantelzorg verleend. Hieraan wordt in principe ruimte aan geboden. Aanvullend op de mantelzorg blijft er behoefte aan professionele zorg aan ouderen, zieken en andere hulpbehoevenden, omdat de aard van de zorg dit soms vraagt, maar ook omdat niet iedereen een mantelzorger heeft of wil hebben. Verder is het belangrijk dat de locatie van zorgfaciliteiten wordt afgestemd op de plek van de zorgbehoevenden en vice versa, ook al zal dat belang in de toekomst wegens de zorg via media als internet afnemen. Deze fysieke vertaling van de zorg uit zich bijvoorbeeld in het bepalen van de plek van woonservicezones, wat gebieden zijn rondom een zorgpunt waar mensen zorg dus bij de hand hebben.


Staphorst in de regio

Wij willen wegens de wens ons eigen karakter te behouden bestuurlijk zelfstandig blijven, maar wij realiseren ons natuurlijk dat Staphorst niet op zichzelf staat, zeker niet in 2030. We zijn nu al op allerlei manieren verknoopt met de regio, Nederland, Europa en de wereld. De regio is het platform om diverse vraagstukken samen op te pakken. We leggen daarom met het oog hierop diverse nieuwe netwerkrelaties met omliggende regio's en steden aan en we koesteren de samenwerkingsverbanden met de provincie en omliggende gemeenten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0019.jpg"

2.1.4 Verantwoord vernieuwen

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0020.jpg"

De voren doortrekken naar de toekomst

Staphorst heeft een rijke cultuurhistorie met fantastische en afwisselende landschappen, waaronder het veenweidelandschap en de Streek, met een geheel eigen verhaal, dat Staphorst uniek maakt in de wereld. Tegelijkertijd staan we voor grote uitdagingen die ook invloed zullen hebben op die kwaliteiten. Het credo 'voor elkaar!' krijgt zo een eigen invulling in het thema 'verantwoord vernieuwen'. Een 'voor' is immers ook een spoor in een akker. We koesteren de 'voren' uit het verleden en trekken deze door naar de toekomst. Hoe we dat doen, staat hieronder.


Maatschappelijke meerwaarde

We geven ontwikkelingsmogelijkheden aan de landbouw en zetten schaalvergroting incidenteel door. Tegelijkertijd koesteren we het fraaie landschap. De ruime mogelijkheden vragen dus ook om een maatschappelijke tegenprestatie. Dit past ook perfect in de geest van de Omgevingswet: ruimte bieden èn de leefomgeving verbeteren. Daarbij gaat het overigens niet alleen om het landschap maar ook om andere maatschappelijke doelen. In het natuurbeheer zou dit heel goed kunnen samengaan. We stimuleren dat boeren en Staatsbosbeheer samen werken in het beheer van natuurgebieden. Bovendien willen we zorgen dat de natuur beleefbaar en de (cultuur)historie afleesbaar en voelbaar worden. Zo kunnen deze kwaliteiten ook een rol spelen in het onderwijs en bij het bewegen.


Energie van de toekomst

Een van de grootste uitdagingen waar Nederland en Staphorst voor staan is het voorzien in de toekomstige energiebehoefte en het nakomen van de afspraken die in het klimaatakkoord van Parijs zijn gemaakt. De gemeenteraad van Staphorst heeft dit al vertaald in de doelstelling ook lokaal energieneutraal te zijn in 2050. Voor elkaar kan zo met een beetje fantasie ook worden vertaald naar het motto 'voor elke aar moet je zaaien' (wat overigens ook goed past bij de inslag van veel Staphorsters). Dat betekent onder meer dat we nu moeten investeren in de energie van de toekomst. Daarbij denken we aan energie van wind, zon en aarde. We gaan ervan uit dat we 'los van het gas' moeten komen. Dit past bij de van oudsher autarkische instelling van Staphorst. Een mooie ambitie die past bij de energiedoelstelling is wederom de duurzaamste gemeente van Nederland te worden, wat we al tweemaal eerder zijn geweest. Hier hoort ook bij dat we aangepast zijn aan het veranderende klimaat. Klimaatadaptatie heeft onder andere betrekking op een 'meeverend' watersysteem.


Een geweldig woonmilieu

Staphorst biedt een fijne leefomgeving aan haar inwoners. Dit wordt ook gewaardeerd, zo blijkt uit de participatieronden. We blijven zorgen voor een zo gezond en zo veilig mogelijke leefomgeving. Graag voorzien we ook in de toekomstige woonwensen. Dit betekent dat we ons specifiek moeten richten op de starters op de woningmarkt, omdat het voor hen extra moeilijk is een huis te vinden in de eigen gemeente. Het is belangrijk in deze behoefte te voorzien om vakmensen vast te houden en kenniswerkers aan te trekken. De Slagen kan hierin flink bijdragen. De ouderen c.q. senioren zijn ook een aparte doelgroep, waarmee rekening moet worden gehouden bij het nadenken over het wonen van de toekomst. Gelet op hun wens dichtbij voorzieningen te wonen, ligt het voor de hand locaties in of dichtbij het centrum hiervoor te reserveren. Enige menging met andere leeftijdsgroepen kan overigens ook voordelen opleveren, zoals elkaar kunnen helpen met boodschappen doen, op de kinderen passen en helpen met de computer of telefoon. Ook blijkt er een behoefte te bestaan aan landelijk wonen in het duurdere segment. Hiervoor kijken we ook naar plekken in het buitengebied. We stimuleren de sanering van oude (agrarische) opstallen en het daarvoor in de plaats terugbouwen van woningen aansluitend bij de kernen en buurtschap Punthorst. Belangrijker echter nog dan het zoeken naar nieuwe mogelijkheden is dat we de bestaande ontwikkelingen op gang brengen.


Ruimte voor ontmoeting

De fysieke leefomgeving is de ruimte waar we elkaar ontmoeten. Als zodanig is de inrichting van de ruimte dus ook belangrijk voor de hoeveelheid sociale verbanden en kan het helpen zaken als eenzaamheid te bestrijden. Natuurlijk geldt dit bij uitstek voor de plekken waar al veel mensen samenkomen, zoals winkelgebieden, parken en maatschappelijke voorzieningen. Het centrum en dan met name het marktplein zijn zulke plekken, maar faciliteren de ontmoeting nog onvoldoende. Wij willen daarom werken aan een duidelijker hart van het dorp met een zodanige inrichting dat mensen elkaar makkelijker ontmoeten. We geven het gebied ook een kwaliteitsimpuls door te zorgen voor een betere aankleding en diversifiëring.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0021.jpg"


Burgergerichte overheid

De wetgever stimuleert met de Omgevingswet dat gemeenten meer overlaten aan de samenleving. Wij willen ons ontwikkelen van een regisserende, bepalende overheid naar een loslatende, voorwaardenscheppende, burgergerichte overheid. We werken al langer zo in het sociale domein, waarbij we uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid en het belang van een eigen netwerk. Voor het fysieke domein werken we in dit verband aan het Epos-traject, dat een op deze leest geschoeide vergunningverlening voor ogen heeft. De nu voorliggende omgevingsvisie biedt samen met het omgevingsplan het kader op basis waarvan initiatieven kunnen worden afgewogen. Wegens het eigen karakter van Staphorst blijven wij graag bestuurlijk zelfstandig. Dit neemt niet weg dat wij graag en intensief regionaal willen samenwerken als het gaat om vraagstukken omtrent de leefomgeving.

2030

De wereld van de familie Dunnink in Staphorst

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0022.jpg"
Een kijkje in het leven van

In de scenarioplanning voor het sociaal domein, die parallel aan de analyse van het fysieke domein heeft plaatsgevonden, is een aantal toekomstscenario's verkend. Het meest wenselijke scenario, dat aansluit op de kern van deze omgevingsvisie (Staphorst; voor elkaar!), is hieronder uitgewerkt door een kijkje te geven in het leven van de familie Dunnink in 2030. We hebben voor die naam gekozen omdat het de meest voorkomende is in Staphorst.


Situatieschets: Nederland en Staphorst in vogelvlucht

Nederland is een fijn land om in te leven. Na efficiënte bezuinigingen is ons land uit de dip gekomen en groeit de economie stabiel. Het uitgavenpatroon van de (lokale) overheid is structureel verlaagd door het standaardiseren en digitaliseren van processen over verkokerde beleidsterreinen heen.
Ondanks de druk vanuit het Rijk om schaalvergroting is de omvang van Staphorst al jaren hetzelfde. Staphorst blijft Staphorst. Samenwerking in regionaal verband heeft echter meerwaarde en doet Staphorst op allerlei gebieden om zo een leefbare en vitale leefomgeving in stand te houden.


Bevolkingsopbouw/groen en grijs

De bevolkingsomvang neemt toe, we hebben steeds kleinere huishoudens en meer diversiteit. We hebben een gezonde mix van jong en oud, en met diverse achtergronden. Ondanks dat de vergrijzing met 60% toegenomen is het in Staphorst prettig wonen en werken. Doordat het economisch best goed gaat en de verzorgingsstaat ondanks de versobering nog redelijk in tact is, blijf ons land aantrekkelijk voor immigranten. De culturele diversiteit is in de loop der jaren niet alleen in Nederland maar ook in Staphorst toegenomen.

Door vergrijzing en de hoge levensverwachting zijn er relatief veel alleenstaande ouderen. 1 op de 4 Nederlanders is vandaag de dag ouder dan 65 jaar, een toename van 30% ten opzicht van 2015. De 'huishoudensverdunning' heeft zich ook in Staphorst doorgezet, een gemiddeld huishouden bestaat uit twee personen. Met de groei van het aantal huishoudens is ook de behoefte aan woningen gegroeid.
 

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0023.jpg"
Veranderende arbeidsmarkt

Iedereen doet mee naar vermogen, al dan niet in een sociale werkplaats. Er is sprake van een gezonde concurrentie in de markt. Bedrijven en onderwijs werken veel samen, immers: Samen leidt je mensen op.
De digitalisering en robotisering heeft helaas ook een negatief effect op de arbeidsmarkt. Vooral in het midden van de arbeidsmarkt verdwijnen banen. Een deel van de werkenden in dat segment vindt een baan op een hoger niveau, maar een grote groep is gedwongen te gaan werken aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Daar ontstaat verdringing en een overschot aan personeel. De uitkeringen zijn versoberd, waardoor mensen die werkloos raken financieel vaak een flinke stap terug moeten doen.
Het aantal 65-plussers dat werkt is flink toegenomen. Daardoor is de omvang van de potentiele beroepsbevolking redelijk gelijk gebleven. De overheid promoot de enorme kennis en ervaring van ouderen en is daarmee redelijk succesvol: ouderen boven de 55 komen steeds makkelijker aan een baan.


Tweedeling leefstijlen

We gaan ervan uit dat er in 2030 geen sprake is van een tweedeling in de maatschappij als het gaat om inkomensverschillen en dergelijke.


Solidariteit; we doen het zelf we doen het samen

Nederland blijft een land van onverminderde solidariteit. Door de bezuinigingen en de economische groei is de druk op de begroting van het sociaal domein langzaam afgenomen ten opzichte van het begin van deze eeuw. Veel collectieve voorzieningen zijn versoberd, maar nog steeds in stand gehouden om de meeste kwetsbaren te ondersteunen. We hebben oog voor elkaar, vrijwilligerswerk doen we naast betaald werk vanuit zorg voor elkaar. Ook kan vrijwilligerswerk een opstap zijn naar betaald werk. Iedereen heeft een basisinkomen, we leven in een inclusieve samenleving. We hebben bloeiende verenigingen in Staphorst.


Opleiding/onderwijs

Het aanbod van mensen op de arbeidsmarkt sluit goed aan bij de vraag om een juiste mix van ( technisch) hoog- en laaggeschoolde mensen. Dit komt omdat jongens en meisjes steeds vaker naar het technasium gaan en er is meer maatwerk mogelijk is binnen het vervolgonderwijs. Maar ook meiden doorlopen steeds vaker hun vervolgopleiding op het juiste niveau en in de door hen gewenste richting. Onderwijs is meer dan onderwijs alleen: het heeft ook een maatschappelijke functie.
Levenslang Leren is vanwege de snelle digitale ontwikkelingen en hogere pensioenleeftijd noodzakelijk. Om in de digitale economie, waarin Nederland excelleert, wereldwijd aan de top te blijven, is een 'leven lang leren' essentieel gebleken. Bedrijven werken samen met onderwijsinstellingen om het opleidingsniveau van werknemers te verhogen. En iedereen tussen de 23-70 jaar kan gebruik maken van het LevenLangLeren-budget, beschikbaar gesteld door de overheid.


Zorg

De meeste dienstverlening is gedigitaliseerd en zorg op afstand is dé standaard om ook in Staphorst de zorgvoorzieningen op peil te kunnen houden. Tevens is vanuit kostenbeheersing sterk ingezet op preventie en monitoring en wordt gestuurd op een gezonde leefstijl voor jong en oud. Benodigde professionele zorg is beschikbaar, naast dat we veelal ook voor elkaar zorgen in het informele circuit. Er zijn versoberde collectieve voorzieningen beschikbaar.


Technologie

Techniek is aangepast op de inwoner van Staphorst en er is een gezonde mix van techniek en mens.


Duurzaamheid

Vanuit de Europese Unie bestaat nu strikte regelgeving op het gebied van duurzaamheid, één van de weinige beleidsgebieden waarop wel structurele besluitvorming heeft plaatsgevonden. Vooral lokale ontwikkelingen en innovaties hebben in Nederland een enorme impuls gegeven aan de verduurzaming. Duurzame nieuwbouw is dé standaard geworden en woningen en openbare gebouwen wekken meer (duurzame) energie op dan dat ze kosten. Gevolg ook: lagere woonlasten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0024.jpg"
Jantje en Hendrik (generatie 40-70)

Jantje en Hendrik (beide 55 jaar) zijn de grondleggers van het familiebedrijf in de maakindustrie. Hun bedrijf met 3D-printers maakt goedkope reserveonderdelen voor van alles en nog wat. Hendrik is CEO, onderhoudt vooral de klantcontacten en is het gezicht van het bedrijf. Hij werkt full-time. Het familiebedrijf heeft het goed en Hendrik en Jantje willen daarom ook een goede werkgever zijn. Ze faciliteren hun medewerkers tot (persoonlijke) doorontwikkeling. Helaas moeten ze hoogopgeleid personeel van buiten Staphorst zoeken om bij te kunnen blijven op het gebied van 3D-print innovatie. Vanwege de robotisering ook bij hen in het bedrijf zijn er daarnaast minder laagopgeleide medewerkers nodig. Hendrik en Jantje bieden in hun bedrijf volop mogelijkheden voor re-integratie en outplacement-trajecten. Ook hebben hun werknemers de mogelijkheid om te sparen voor betaald mantelzorgverlof.


Jantje werkt part-time in het bedrijf en verzorgt de bedrijfsadministratie in de bedrijfscloud. Daarnaast verleent ze mantelzorg aan oma Aaltje Dunnink: samen doen ze de boodschappen. Het voelt ongemakkelijk om dit mantelzorg te noemen want in Jantjes ogen is het gewoon iets wat je doet voor elkaar. Hoezo mantel- 'zorg?'. Nu hun 3 volwassen kinderen zelfstandig zijn heeft Jantje iets meer vrije tijd. Fijn, want Jantje past ook regelmatig op haar kleinkinderen van 2 en 5 jaar en daar geniet ze enorm van.


Hendrik en Aaltje wonen aan De Streek in de familieboerderij. Oma woont direct naast hen in de mantelzorgunit en ze eten alle avonden gezamenlijk, ook dat is iets wat ze met de paplepel is ingegoten. De drie volwassen kinderen schuiven met hun partners regelmatig aan in boerderij Dunnink.


Caroliene en Gerrit Dunnink (generatie 25-40)

Caroliene Dunnink-Compagner (27 jaar) fietst elektronisch en dus snel van haar huis naar haar werk in Staphorst over de fietssnelweg. Caroliene werkt full-time als HRM-makelaar in het familiebedrijf van haar man Gerrit Dunnink (33 jaar). Caroliene is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de benodigde kwaliteiten en (technische) vaardigheden van het personeel van het familiebedrijf. Ook zorgt ze voor de outplacement-trajecten van overbodig geworden werknemers vanwege de robotisering binnen het bedrijf. Wanneer ze aankomt op haar werk, checkt ze altijd even of de kinderen veilig op school zitten, ze kan precies zien waar ze zijn. Niet dat het echt nodig is, want als er iets aan de hand is, krijgt ze direct een signaal. Haar kinderen dragen tegenwoordig een Health Watch. Zo heeft de gemeente inzicht in de gezondheid en leefstijl van haar kinderen en krijgt Caroliene regelmatig gericht advies voor hun voeding of beweging. De zorgverzekeraar biedt haar een goedkopere verzekering aan in ruil voor de real time data van haar kinderen.


Haar man Gerrit werkt in het familiebedrijf en is verantwoordelijk voor de digitaal-technische aansturing van de 3D-printers. Ook is hij de 3D-print adviseur: hij helpt particulieren met het in 3D vertalen van individuele wensen. Hij zal op termijn zijn vader opvolgen als CEO.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0025.jpg"
Ruben en Lucas (generatie 0-18)

Caroliene en Gerrit hebben samen 2 kinderen van 2 en 5 jaar. Ruben en Lucas zitten allebei op school. Het schoolsysteem start op 2-jarige leeftijd naar Belgisch voorbeeld. Kinderopvang en peuterspeelzalen zijn geïntegreerd in de school. Ze krijgen beide 2-talig onderwijs, omdat Engels een belangrijke wereldtaal is. Digitale leermiddelen zijn niet meer weg te denken uit het schoollokaal. In de klas van Ruben en Lucas zit een goede mix van lagere en hogere SES. Dit komt omdat ook als ouders niet werken, kinderen toch al van jongs af aan elke dag naar school of de geïntegreerde peuterspeelzaal gaan.


Rianne Dunnink (generatie 18-23)

Rianne is 21 jaar en de jongste dochter van Hendrik en Jantje Dunnink. Ze is net klaar met haar financiële opleiding en heeft bij het bedrijf waar ze haar eindopdracht afrondde een baan gekregen. Omdat ze opgeleid is voor een beroep van de toekomst ontstond er een naadloze aansluiting vanuit haar opleiding naar de arbeidsmarkt. Ze is nu familiehypotheekadviseur: ze regelt dat familieleden via een collectief geld aan elkaar uitlenen voor de aankoop van vastgoed, waarin het schenkingsrecht op slimme wijze wordt benut. Ze werkt volledig vanuit huis of bij de klant en treft haar collega's middels online meetings.


Naast haar werk volgt Rianne meerdere online-opleidingen. Soms vindt ze het lastig om daar voldoende tijd aan te besteden, maar haar werkgever verwacht dit wel van haar. Ze volgt gratis een samengestelde opleiding met vakken van de beste universiteiten ter wereld. Zo hoeft ze haar LevenLangLeren-budget nu nog niet aan te spreken. Ze helpt daarnaast oma Dunnink met het installeren van en leren omgaan met nieuwe software op oma's tablet en Health Watch.


Oma Aaltje Dunnink (generatie 70+)

Net als haar achterkleinkinderen draag ook oma Dunnink (75 jaar) een Health Watch. Het geeft haar een gerust gevoel, want als er iets aan de hand is, wordt er direct een signaal doorgegeven aan haar dochter of bij spoed aan de nooddiensten. Ook geeft de Health Watch inzicht in haar vitale functies. Deze worden op afstand continu gemonitord en ze krijgt net als haar kleindochter regelmatig gericht advies voor voeding of beweging. De zorgverzekeraar biedt ook haar een goedkopere verzekering aan in ruil voor haar real time data.


Oma Aaltje had vroeger met haar man een boerderij, maar hun kinderen wilden geen carrière in de agrarische sector. Dus toen in 1997 opvolging uitbleef heeft hun zoon de Vrijkomende Agrarische Bestemming gebruikt om een bedrijfshal op te bouwen. Ze hebben destijds de omslag gemaakt naar de maakindustrie. Aaltje komt rond van een AOW. Die is niet heel ruim, maar ze kan zich goed redden. Haar geld zit in de grond en gebouwen (boerderij, extra levensloopbestendige woning + bedrijfshal). Samen met haar kleindochter Rianne (die familiehypotheekadviseur is) is ze aan het onderzoeken wat ze het beste kan doen met het vastgoed. Ze wil het schenkingsrecht op slimme wijze benutten.


Oma Aaltje Dunnink heeft jaren geleden samen met haar inmiddels overleden man een levensloopbestendige woning naast de familieboerderij laten bouwen. Met behulp van domotica zal zij daar nog lang zelfstandig kunnen wonen met haar kinderen en kleinkinderen dichtbij. Ruimte voor ontmoeting met haar leeftijdsgenoten is op loopafstand. Omdat ze nog zo vitaal is doet ze veel vrijwilligerswerk, onder andere koffie-bezoekjes aan haar eenzame buurvrouw. Ook gaat ze trouw naar de vrouwenvereniging van de kerk. Ze hoopt hier nog vele jaren in goede gezondheid te kunnen wonen. In de toekomst zal er wellicht dag- en nachthulp voor haar in huis gehaald worden.

2.2 Uitwerking naar thema’s

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0026.jpg"

2.2.1 Inleiding

In het vorige hoofdstuk hebben we de koers richting de toekomst beschreven aan de hand van de drie kernkwaliteiten. In dit hoofdstuk werken we die verder uit per thema. We onderscheiden de volgende thema's:

  • 1. Landbouw en landschap hand in hand
  • 2. Een fantastisch woon- en leefklimaat
  • 3. Ondernemend Staphorst
  • 4. Bereikbaar langs alle wegen
  • 5. Verbinden van onderwijs en arbeidsmarkt
  • 6. Versterken van sociale cohesie en integratie
  • 7. Jongeren gezond en ouderen vitaal
  • 8. Duurzaam voor elkaar

2.2.2 Landbouw en landschap

Uniek landschap

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0027.jpg"

Het buitengebied van Staphorst is uniek. Binnen de gemeente is het landschap ontzettend gevarieerd, van het Slagenlandschap, via de Streek, tot het Reestdal. En het mooie is dat het landschap bij wijze van spreken in één oogopslag de ontstaansgeschiedenis van Staphorst vertelt. De sociaal-culturele structuur is in het landschap zichtbaar en we ontlenen een sterke identiteit en eigenheid door dat landschap. Het boerderijenlint de Streek met de stegen en het aansluitend houtsingellandschap zijn namelijk de drager van het gehele Staphorster grondgebied en bepalen daarmee het karakter en deels ook de (fysieke) identiteit van Staphorst. Dankzij de bijzondere landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten is een deel van het buitengebied dan ook opgenomen in de landschappelijke canon van Nederland. Het landschap hangt sterk samen met de ontwikkelingen in de landbouw. Die samenhang, op basis van gelijkwaardigheid, vormt een vraagstuk voor de toekomst. Daarom is dit de te titel van deze paragraaf. Landschap heeft echter ook een waarde op zich. We doen bijvoorbeeld in de lijn van het Landschapsplan ook aan landschaps(her)ontwikkeling (zie kaart), zoals met het project 'Versterking lintenstructuur open slagenlandschap' en het project 'Versterking dekzandgebied (waaierstructuur).' In dit verband kunnen we ook nog het Top-project 1.2: 'Vernieuwing houtsingellandschap Staphorst' noemen (de vernieuwing van het houtsingellandschap Rouveen is al uitgevoerd).


De boer als beheerder

De boeren hebben dit landschap gemaakt tot wat het is. Nog steeds is het buitengebied van Staphorst hoofdzakelijk in gebruik als agrarisch gebied en is de agrarische bedrijvigheid een belangrijke pijler voor de economie van Staphorst. De landbouw is echter sterk in ontwikkeling: de voortgaande schaalvergroting betekent aan de ene kant dat veel boeren stoppen en aan de andere kant dat de boeren die doorgaan, grotere stukken land beheren en grotere bedrijfsgebouwen nodig hebben. Overigens is die schaalvergroting in Staphorst in vergelijking met andere delen van Nederland nog bescheiden. Toch heeft deze trend wel zijn weerslag op het landschap. Zo worden bouwblokken groter en worden elzensingels soms gerooid.


De Omgevingswet biedt uitkomst

De hoge kwaliteit mag het gebied niet 'op slot' zetten. De gemeente wil graag èn ruimte bieden aan ontwikkelingen in het buitengebied, zoals schaalvergroting, èn werken aan behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteiten. Dit past perfect in de dubbele doelstelling van de Omgevingswet, namelijk het stimuleren van ontwikkelingen en het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving. We streven naar een landschap waarin wonen, natuur en landbouw elkaar versterken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0028.jpg"

Dit betekent dat we nieuwe ontwikkelingen in het landschap toestaan, mits er rekening wordt gehouden met de karakteristieken van het landschapstype, zoals we beschreven hebben in het landschappelijk raamwerk. Daarbij gaat het om de landschappelijke identiteit en kwaliteit, de herkenbaarheid van de verschillende landschapstypen, de cultuurhistorische betekenis van het landschap en het credo 'behoud door ontwikkeling'. De landschappelijke kwaliteiten zoals die per deelgebied op de kaart en in het hiernaast weergegeven kader (landschappelijk raamwerk) zijn benoemd, vormen de ingrediënten in de afweging om nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied te kunnen toestaan.


Ook de natuurwaarden, het water en de aanwezigheid van cultuurhistorische en archeologische waarden zijn van belang in de afweging van ontwikkelingen. Zo mag een agrarisch bedrijf bijvoorbeeld flink uitbreiden mits dit goed wordt ingepast in de verkaveling, voldoende groen wordt aangebracht en(/of) de initiatiefnemer een bijdrage levert aan kwaliteiten zoals duurzaamheid.

Behoud door ontwikkeling betekent ook dat de verschillende kwaliteiten een inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen zijn. We geven deze kwaliteiten mee aan initiatiefnemers. Zij kunnen positief scoren als ze bijdragen aan de kenmerken van het desbetreffende landschapstype. Een landschapsconsulent zal ze hierbij helpen.


Grote ontwikkelingen

Ook bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen hanteren we het landschap als belangrijke leidraad. Dit betekent dat we uitgaan van de volgende drie stappen:

  • 1. We gaan uit van zuinig ruimtegebruik aan de hand van de Ladder voor Duurzame verstedelijking. We zoeken dus in eerste instantie binnenstedelijk naar locaties om te ontwikkelen.
  • 2. We situeren ontwikkelingen, wanneer we toch buitenstedelijk ruimte moeten vinden, aansluitend aan het bestaand stedelijk gebied en daar waar relatief de minst hoge landschappelijke waarden liggen. Zo voorkomen we in elk geval aantasting van het open slagenlandschap en het houtsingellandschap.
  • 3. We passen de nieuwe ontwikkelingen zo goed mogelijk in. Daarbij gaan we uit van echt robuuste groenstructuren - ook met het oog op duurzaamheidsdoelstellingen - en het principe 'eerst het landschap maken, dan pas ontwikkelen'. Ook laten we de verkaveling van het onderliggende landschap zoveel mogelijk terugkomen. Het structuurplan van Rouveen-Zuid is een goed voorbeeld van gebruiken van de duidelijke typische smalle lijnvormige verkaveling in het nieuwe ontwerp. Rouveen West IV een goed voorbeeld van gebruiken van de duidelijke typische smalle lijnvormige verkaveling in het nieuwe ontwerp, waardoor de bebouwing aansluit op de slagenstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0029.jpg"
Landbouw krijgt de ruimte

Schaalvergroting, biologisch en verbreding

Bestaande bedrijven in het buitengebied krijgen de ruimte voor intensivering, specialisatie, schaalvergroting en verbreding, gericht op grondgebonden landbouw, mits er een wezenlijke bijdrage plaatsvindt aan de drie kernkwaliteiten. Een goede landschappelijke inpassing is hier onderdeel van. Zo sluiten we ook aan op de provinciale omgevingsvisie: 'Ondernemers kunnen ruimte voor ontwikkeling verdienen door te investeren in aanvullende kwaliteitsvoorwaarden op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en sociale kwaliteit. Op deze manier stimuleren we om innovatief te ondernemen en zo proeftuin en etalage van vernieuwing te zijn.'

Ook nevenactiviteiten krijgen volop de ruimte maar moeten plaatsvinden in bestaande gebouwen en mogen niet ten koste gaan van de landbouw.

Met het oog op de mogelijke behoefte van boeren aan een alternatief voor schaalvergroting, staan we open voor en stimuleren we biologische landbouw en verbrede of multifunctionele landbouw. Zo bieden we biologische bedrijven meer ruimte. Ook staan we nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijvigheid zoals kleinschalige verblijfsrecreatie toe.


Dierenwelzijn en -gezondheid

In de Handreiking Kwaliteitsimpuls agro en food; 'Een goede boer als buur' staat dat de ambitie van de provincie is een Overijsselse agro- en foodsector die een inspirerende bijdrage levert aan de uitvoering van de 15 ambities uit de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV). In de UDV werken 10 partijen uit de dierlijke voedselketen sinds 2009 samen aan het verduurzamen van de Nederlandse veehouderij. Wij staan achter die ambities. Deze hebben ook betrekking op dierenwelzijn en -gezondheid. Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de stalruimte (en daarmee op het landschap) en voor keurmerken.


Volksgezondheid

In de provinciale handreiking staan ook ambities voor de volksgezondheid. Zo mogen burgers niet ziek worden van de agrarische activiteiten en mag de omgeving geen noemenswaardige overlast hebben. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning zal deze omgevingsvisie worden gehanteerd. Duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit, gezondheid en sociale kwaliteit zijn de rode draden bij alle initiatieven in de fysieke leefomgeving.


Intensieve veehouderij

We bieden met het oog op het milieu en de volksgezondheid geen ruimte aan nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven. Wel staan we bestaande bedrijven toe te groeien, voor zover dit mogelijk is binnen de Programmatische Aanpak Stikstof en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving nabij het desbetreffende bedrijf dit toestaat.


Hervestiging

Bij uitplaatsing van agrarische bedrijven uit de Streek is hervestiging mogelijk in het omliggende buitengebied, mits dit geen beperkingen voor aanwezige agrarische bedrijven oplevert en dit ook landschappelijk goed wordt ingepast. Hervestiging wordt geconcentreerd in enkele linten in het buitengebied waarbij we wel de openheid van het landschap waarborgen.


Voormalig agarische bedrijfsgebouwen

Als gevolg van de voortschrijdende schaalvergroting stoppen veel bedrijven en blijven de bijbehorende gebouwen leeg staan. Zoals bij wonen en leefbaarheid is aangegeven, mogen deze gebouwen voor andere activiteiten worden gebruikt, mits de kwaliteit omhoog gaat. Met andere woorden, als er een bijdrage aan de drie kernkwaliteiten wordt geleverd. Zo kunnen ook startende innovatieve bedrijven een plek krijgen in een boerenschuur. Ook kleinschalige verblijfsrecreatie is mogelijk. Nieuwe activiteiten mogen echter geen belemmering zijn of vormen voor bestaande agrarische activiteiten.

Landschappelijk Raamwerk

Beekdallandschap Reest

Deelgebiedsomschrijving
* De bovenloop van de Reest wordt gekenmerkt door open heideontginningen. De middenloop bestaat vooral uit oude ontginningen met de meer verspreide erven en voornamere boerenhoeven en de benedenloop bestaat vooral uit beekdalgronden met veel bosbeplanting en landgoederen.
* Het beekdal is nog steeds een kleinschalig landschap met een grillig kavelpatroon.

Deelgebiedsvisie
* Voor het Reestdal streven we naar behoud en ontwikkeling van het kleinschalige en afwisselende natuur- en cultuurlandschap.
* We zetten het beleid 'Van Sober naar Rijk' door
* We voorkomen versnippering in het landschap
* We benadrukken de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit; de nadruk op natuur liggen.
* Het verschil tussen het half open oostelijke deel en het relatief open westelijke deel verder ontwikkeld met graslanden, waardevolle essen, bosjes en perceelgrensbeplanting (oostelijk deel) en solitaire bomen en erven met erfbeplanting (westelijk deel).
* Ook komt er extra aandacht voor recreatie en de beeldkwaliteit van erven in Beekdallandschap.

Bos- en heidelandschap

Deelgebiedsomschrijving
* Het bos-en heidelandschap bestaat uit besloten boslandschap van hoofdzakelijk naaldbos, afgewisseld met open plekken met heidevelden en vennen.
* Het boslandschap is op te delen in twee bossen. De Witte Bergen is hoofdzakelijk natuurlijk bos en is ontstaan vanaf 1900, en het Staphorster Bos is ontginningsbos, aangeplant in periode 1930-1940.

Houtsingellandschap De Streek

Deelgebiedsomschrijving
* De Streek wordt gekenmerkt door een landschap met boerderijlinten met aangrenzende houtsingels.
* De boerderijen liggen vlak naast en in meerdere lagen achter elkaar. De elzensingels volgen de kavelgrenzen, eikenlanen de historische dwarswegen. Steeds meer elzensingels verdwijnen.
* Viaducten over de A28 in het groen.
* Karakteristiek onderscheid tussen houtsingellandschap bij Staphorst en bij Rouveen.

Deelgebiedsvisie
* Voor houtsingellandschap de Streek geldt dat er wordt gestreefd naar behoud, herstel en versterking van de landschappelijke kwaliteiten. Het gebied bepaalt in belangrijke mate de identiteit en herkenbaarheid van Staphorst / Rouveen.
* Ook de ruimtelijke kwaliteit van de achterkant van de erven wordt verbeterd.
* Ontwikkelen van een recreatieve routestructuur die ommetjes vanuit het lint mogelijk maakt en bijzondere plekken in het buitengebied verbindt.

Jonge ontginningenlandschap

Deelgebiedsomschrijving
* Jonge ontginningen van voormalige hoogveen-complexen met lintbebouwing met grote erven en tamelijk veel groen.
* Grote groene kamers door wegbeplanting.

Deelgebiedsvisie
* Voor het dekzandgebied geldt dat de kavelstructuur - de 'waaier' waarvan alle lijnen uitkomen in de puntlanden - wordt benut als vormgevend principe voor landschapsversterking. In het dekzandgebied gaat het hierbij vooral om wegbeplanting en perceelgrensbeplanting.
* De verkaveling is het landschappelijke kader bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals dorpsuitbreidingen en de eventuele inplaatsing van nieuwe agrarische bedrijven in de primaire landbouwgebieden.

Oeverlanden Meppelerdiep

Deelgebiedsomschrijving
* De oeverlanden zijn hoger gelegen dan de omgeving en het gebied is omgeven door dijken (alleen dijk langs Meppelerdiep waterkerende functie).
* Het gebied heeft een geïsoleerde ligging noordelijke deel door doorsnijding Hoogeveense Vaart.
* Karakteristieke oude bewoningsplaats op rivierduin (Hamingen en huisterp Olde Staphorst).

Deelgebiedsvisie
* Voor dit gebied wordt gestreefd naar het behoud van het (open) cultuurlijke / (besloten) natuurlijke karakter en natuurontwikkeling (meander Meppelerdiep).
* De historische stouwdijk wordt geaccentueerd en het bebouwingscluster Hamingen met de ligging op een rivierduin wordt ruimtelijk versterkt.

Open slagenlandschap

Deelgebiedsomschrijving
* Typisch slagenlandschap met karakteristieke knikken in de verkaveling, soms duidend op voormalige ontginningsassen.
* Veel sloten, en ook veel moderne lintbebouwing, ook "landelijk wonen".
* Open en grootschalig, maar ook tamelijk veel restanten van oude beplantingsstructuren (ook opschot).
* Het gebied heeft hoofdzakelijk een agrarische functie.


Deelgebiedsvisie
* Bij het open slagenlandschap wordt gestreefd naar behoud en versterking van het open en weidse landschap.
* De Klaas Kloosterweg, de Afschuttingweg, de Rechterensweg en de Buiten Middenweg vormen de hoofdstructuren van het gebied. De bouwstenen voor het versterken van deze hoofdstructuren zijn tweezijdige wegbeplanting (indien er voldoende ruimte is) en groene erven.

Slagenlandschap Olde Maten

Deelgebiedsomschrijving
* Karakteristiek oud slagenlandschap met zeer langgerekte percelen en veel elzensingels en wilgen.
* Karakteristieke verre doorzichten, soms geblokkeerd door dwarssingels.
* Onderdeel van reeks natuurgebieden, aansluitend op De Wieden.
* Zicht op fraai ensemble van bebouwing en beplanting op rivierduin Zwartewatersklooster.
* In het gebied zelf komt alleen langs enkele wegen enige verspreide bebouwing voor.

Deelgebiedsvisie
* In de Olde Maten zorgen we voor de combinatie van natuurontwikkeling en versterking van het landschap.
* Hierbij is de afwisseling tussen de verschillende successiestadia - moeras, grasland, bos, etc. - zowel voor natuur als landschap waardevol.

Cultuurhistorie

De Streek

De Streek is het meest karakteristieke deel van de gemeente. Dit gebied, dat is aangewezen als (Rijks) beschermd dorpsgezicht, is bepalend voor de identiteit van Staphorst. Tegelijkertijd is de Streek een gemengd gebied, waar wonen en (agrarische) bedrijvigheid dicht op elkaar zitten.

We koesteren het dorpsgezicht, maar we hebben ook oog voor het leef- en wooncomfort en voor de duurzaamheidsdoelstellingen. Dat we de leef- en woonkwaliteit hoog in het vaandel hebben, betekent ook dat we bedrijven die qua omvang of hinder niet meer in De Streek passen, alternatieve locaties bieden.


Monumenten

Staphorst kent bovengemiddeld veel (rijks)monumenten (rond de 500!). Het behoud van deze monumenten, die vooral in de Streek staan, speelt een belangrijke rol, maar ook de vraag welke (her)gebruiksmogelijkheden er zijn om de cultuurhistorische waardevolle van schuren te verruimen, bijvoorbeeld voor woondoeleinden. Erkenning voor monumentenbezitters en het bieden van mogelijkheden staan voorop in ons erfgoedbeleid. Monumenten blijven voor het oog intact en onaangetast, maar het achterhuis en de binnenzijde mogen naar alle vrijheid worden aangepast voor voldoende leef- en wooncomfort. Ook bieden we ruimte en mogelijkheden om (rijks)monumenten met oog voor de monumentale waarden te verduurzamen. Dit moet wel gebeuren met inachtneming van de kernkwaliteiten. De gemeente vervult verder - in het belang van bewoners van rijksmonumenten - een goede signaleringsfunctie richting de Rijksdienst Cultureel Erfgoed.


Boerderijen en erven buitengebied

Boerderijen en hun erven dragen in hoge mate bij aan de kwaliteit van het landschap. De Streek is hier het beste voorbeeld van. Het belang van de inrichting en beplanting van erven wordt in den lande nogal eens onderschat. Het is daarom in het buitengebied essentieel dat aan initiatiefnemers wordt gevraagd hier op te letten en dit als inspiratiebron te gebruiken. Educatie op dit vlak, zoals Staphorst nu al doet, kan eigenaren hierin ondersteunen.

Landschapselementen

Landschapselementen zoals houtwallen zijn ontzettend belangrijk voor de beleving van het landschap maar ook voor de natuurwaarden, omdat veel dieren hiervan gebruik maken bij het zoeken naar voedsel. We stimuleren en zien erop toe dat boeren hiermee rekening houden in hun bedrijfsvoering. Schaalvergroting mag niet tot gevolg hebben dat bijvoorbeeld houtsingels verdwijnen.

We streven in dit verband ook naar een kwalitatief hoogwaardig en veilig bomenbestand, ten behoeve van een aantrekkelijke leefomgeving voor de burger en de flora en fauna. Het beheer en onderhoud van bomen richt zich op de instandhouding van een goed onderhouden, gezond, veilig en divers bomenbestand, waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit.


Beweegvriendelijke omgeving

Voldoende bewegen is belangrijk voor de gezondheid. Daarom gaan we de (bestaande en nieuwe) omgeving beweegvriendelijker maken. We zoeken naar mogelijkheden om daarbij de natuurlijke, landschappelijk en cultuurhistorische kwaliteiten van Staphorst te gebruiken. Zo leggen we ommetjes aan door het unieke houtsingellandschap op de vaak onverharde achterpaden achter de Oude Rijksweg - Gemeenteweg en op andere plekken in en rond de dorpen. Ook creëren we fietsmogelijkheden naar het Staphorsterbos en Olde Maten. Hiermee leggen we bovendien verbindingen tussen de kernen van de gemeente en het buitengebied. Minstens zo belangrijk zijn ommetjes binnen de woonkernen. Dit geldt zeker voor doelgroepen zoals ouderen en hondenbezitters, maar ook voor (kleine) kinderen om veilig naar school of speelplaats te kunnen gaan.


Immaterieel erfgoed

We zetten het immateriële erfgoed in met het oog om het elkaar laten ontmoeten van mensen en het bestrijden van de eenzaamheid. De Museumboerderij en evenementen, zoals de Staphorstdagen, zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Maar ook kan worden gedacht aan het vertellen van streekverhalen door ouderen of het leren van streekeigen ambachten aan jonge mensen, natuurlijk met inzet van sociale media.

Natuur

Staphorst kent veel natuurwaarden die onderdeel zijn van het landschap, zoals weidevogels en diverse plantensoorten. We vinden het belangrijk dat boeren als beheerders van het landschap, maar ook wegens de zorgplicht1 en als maatschappelijke tegenprestatie, rekening houden met deze natuurwaarden in hun bedrijfsvoering. Het doel van de Omgevingswet is zoals gezegd meer ontwikkelruimte te bieden èn de fysieke leefomgeving te verbeteren. De wetgever stelt daarbij dat nieuwe ontwikkelingen een 'maatschappelijke meerwaarde' moeten hebben. In de omgevingsvisie is dit aan de hand van de kwaliteiten in Staphorst specifiek uitgewerkt in het afwegingskader.

Daarnaast hebben we ook enkele echte natuurgebieden zoals Olde Maten. Deze zijn vaak slecht toegankelijk voor recreanten. Waar mogelijk (met het oog op de kwetsbare natuurwaarden) stellen we ook deze natuurgebieden open ten behoeve van educatie en recreatie. We leggen ook meer fiets- en wandelpaden aan.


Archeologie

De archeologische beleidsadvieskaart gebruiken we als instrument om bij de keuze van toekomstige bouwlocaties de archeologie zoveel mogelijk te ontzien. Verder geven we in voorkomende gevallen aan in welke gebieden de initiatiefnemer archeologisch onderzoek moet doen voor de aanvraag van vergunningen die kunnen leiden tot verstoring van de bodem.


Duurzaamheid

Het buitengebied biedt ook ruimte aan duurzaamheidsmaatregelen. Dit geldt voor maatregelen op gebouwen of op het erf, zoals kleine windturbines of zonnepanelen op het dak, maar ook voor grootschaligere manier plaats te bieden aan duurzaamheidsoplossingen zoals zonnevelden en energieopslag. Hiervoor hebben we een zone aan de zuidkant van de gemeente in gedachte. Zie verder de paragraaf 'duurzaamheid'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0030.jpg"
Recreatie en toerisme

De mogelijkheden voor recreatie en toerisme zijn onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit en de beleving van natuur, landschap en cultuurhistorie. Het slagenlandschap en De Streek zijn een inspiratiebron om de recreatie en toerisme een impuls te geven. We bieden daarom ruimte aan initiatiefnemers om boerderijen en boeren schuren te (her)gebruiken voor recreatieve doeleinden. Verder gaan we onder bedrijvigheid in op de recreatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0031.jpg"

Water

Klimaatadaptatie

Uit de onderzoeken blijkt dat het veranderende klimaat in Nederland voor meer extremen in het weer zorgt zoals extreme regenval, extremere stormen, grotere periodes van droogte en hitte. Ook stijgt de zeespiegel en zijn de seizoenen verstoord (zachtere winters en hete zomers). Dit heeft consequenties voor de leefomgeving en de openbare ruimte. Klimaatadaptatie is het proces waarbij de samenleving zich aanpast aan het actuele of verwachte klimaat en de effecten daarvan, om de schade die gepaard kan gaan met klimaatverandering te beperken en de kansen die de klimaatverandering biedt te benutten. Natuurlijke systemen passen zich uitsluitend aan bij het actuele klimaat en de effecten daarvan; menselijke interventies kunnen aanpassingen in natuurlijke systemen faciliteren'. Water speelt zo ook in de toekomst van de gemeente een grote rol.

Waterkwantiteit (grond- en oppervlaktewater)

Het Het watersysteem moet aangepast worden op de pieken in de neerslag met lange droge perioden en heftige regenbuien. Het streefbeeld voor het watersysteem is daarom een functioneel, duidelijk en duurzaam watersysteem, waarbij geen wateroverlast ontstaat en waar de mogelijkheden zijn benut om schoon hemelwater te infiltreren in de bodem. Het watersysteem moet geschikt zijn om water te bergen, vast te houden en af te voeren.

Waterkwaliteit

Het streefbeeld is om regenwater- en afvalwaterstromen zoveel mogelijk te scheiden. De gemeente is nu al actief op het gebied van afkoppelen en deze lijn wordt in de komende jaren doorgezet. Schoon water wordt waar mogelijk geïnfiltreerd. In het buitengebied geldt dat het behalen van de waterkwaliteitsdoelstelling voor de waterlichamen een belangrijk speerpunt is in de komende periode. Het ideaalbeeld is dat er middels voorlichting een groot bewustzijn ontstaat van het belang om goed om te gaan met water in en rondom het huis.

Waterbeleving

Er wordt gestreefd naar een ecologisch gezond systeem waarbij aandacht is voor beleving van water, dat zichtbaar is en waar natuurvriendelijke oevers zijn ingericht met voldoende waterplanten en waar mogelijkheden aanwezig zijn om te recreëren en te vissen. Verder is het streven dat er voldoende mogelijkheden in de gemeente zijn om te kunnen zwemmen in open water.

2.2.3 Een fantastisch woon- en leefklimaat

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0032.jpg"

Fantastisch woonmilieu

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0033.jpg"

Het is goed wonen in Staphorst. De kwaliteit van woningen en de woonomgeving zijn over het algemeen naar tevredenheid van onze inwoners. Dat willen we graag zo houden: we hebben de ambitie om een goed woon- en leefklimaat aan te blijven bieden, niet alleen in de kern Staphorst, maar ook in de kernen Rouveen en IJhorst. We focussen ons hierbij op zowel kwaliteit (groen en prettige leefomgeving) als kwantiteit (meer woningen).

Onder verantwoord vernieuwen hebben we gezegd dat we een geweldig woonmilieu en een fijne leefomgeving aan haar inwoners wil bieden. Daarbij hebben al verschillende doelgroepen en mogelijkheden benoemd. Hieronder werken we dit verder uit.


Demografische ontwikkelingen 

We zijn ons bewust van de (demografische) ontwikkelingen die op ons afkomen. In de periode van 2016-2020 neemt het aantal huishoudens naar verwachting met 350 toe. In de periode van 2021-2025 zal het aantal huishoudens naar verwachting met 320 toenemen. Dit komt doordat we een jonge bevolking hebben en er sprake is van huishoudensverdunning (meer 1 tot 2 persoonshuishoudens). Om die reden zal er ook in 2030 nog steeds een groei van de bevolking zijn. Daarmee zijn we uniek in Nederland. Tegelijkertijd zal de komende jaren - ook, of zelfs, in Staphorst - de vergrijzing toenemen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0034.jpg"


Hoeveel gaan we bouwen?

In de kern Staphorst (tot aan de Kleine Hoogteweg) is ruimte om tot 2030 430 woningen te bouwen, waarmee voldaan wordt aan de behoefte. In Rouveen is een vraag naar 185 woningen. We bouwen verschillende typologieën, al naar gelang de behoefte. In IJhorst bouwen we iets meer woningen dan waar strikt genomen vraag naar is (22 woningen). Hierdoor versterken we de leefbaarheid van het dorp, en kunnen voorzieningen behouden blijven.


Voor wie gaan we bouwen?

We onderscheiden de volgende doelgroepen:

  • 1. We zorgen voor een voldoende ruim woningaanbod, om te voorkomen dat Staphorsters noodgedwongen naar omliggende gemeenten verhuizen. We richten ons ook op terugkeerders die eerder vanwege de krapte op de woningmarkt geen geschikte woning konden vinden. We willen een doorbraak forceren in de stagnatie van woonwijk De Slagen. Dit is ook voor de komende visieperiode de uitleglocatie. Wanneer blijkt dat hierin geen beweging zit dan kijken we ook naar andere locaties.

  • 2. De demografische ontwikkelingen leiden met name tot een grote vraag naar woningen voor starters. Daarbij vraagt de betaalbaarheid van woningen voor starters en kleine huishoudens onze aandacht. We realiseren daarom in alle kernen rijenwoningen tot maximaal € 165.000 voor starters en (half)vrijstaande woningen tussen de 2 en 3 ton, bedoeld voor de doorstromers tot 55 jaar. Onze inzet ligt daarbij op het aanbieden van vrije bouwkavels. We vergroten ook het aanbod aan sociale koopwoningen door met de corporatie afspraken te maken, eengezinshuurwoningen te verkopen en daar woningtypen voor kleinere huishoudens terug te laten komen. We onderzoeken met de corporatie of (voormalige) huurwoningen ook als kluswoningen ingezet kunnen worden. Specifiek in de kern Staphorst onderzoeken we de mogelijkheden voor zelfbouwlocaties en particulier opdrachtgeverschap. Het toevoegen van nieuwbouw rij- en hoekwoningen is markttechnisch mogelijk, maar we houden wel rekening met de (al grote) bestaande voorraad in dit segment.

  • 3. We anticiperen op de vergrijzing door te zorgen voor levensloopbestendige woningen (zoals nultredenwoningen) en verdichten we met name in de nabijheid van voorzieningen. Hierdoor creëren we ook meer draagvlak voor de voorzieningen en houden we het niveau op peil. We ondersteunen het langer zelfstandig wonen van verschillende doelgroepen. Mantelzorg (noaberschap) is daarbij heel belangrijk en past goed in het credo 'voor elkaar'. De toegankelijkheid van de woonomgeving is ook van belang voor het langer thuis blijven wonen.

  • 4. Daarnaast is er vraag naar woningen in het duurdere segment. Daarbij gaat het met name om grote kavels in een groen woonmilieu.

  • 5. We bieden alternatieve (tijdelijke) huisvestingsoplossingen voor vergunninghouders en andere doelgroepen en maken hierover prestatieafspraken met de woningcorporatie.

We zien nu dat voor het langer thuis blijven wonen soms de particuliere woningvoorraad moet worden aangepast. Bij nieuwbouw houden we hier gelijk rekening mee. We voegen zoveel mogelijk flexibele woningen toe, geschikt voor meerdere levensfases. We voorzien ook in verzorgd wonen: zelfstandig wonen in combinatie met begeleiding/zorg van ouderen en andere doelgroepen met zorgvraag. Ook de combinatie jong-oud kan voor beide doelgroepen heel inspirerend zijn.


Waar gaan we bouwen?

We willen verantwoord vernieuwen en daarom houden we bij woningbouwontwikkelingen - groot of klein - oog voor, en maken we gebruik van, onze cultuurhistorie en het unieke slagenlandschap. Dit is ook in lijn met de Ladder voor Duurzame verstedelijking. Als een soort 'drietrapsraket' laten we de ontwikkeling van nieuwbouw zoveel mogelijk binnenstedelijk en aansluitend aan het bestaand stedelijk gebied plaatsvinden. Pas zodra deze locaties benut zijn, of zodra ze blijken ongeschikt te zijn voor woningbouwdoeleinden, zal er naar reservelocaties gekeken worden. Staphorst blijft de hoofdkern, maar we verliezen de overige kernen niet uit het oog. Dat wil zeggen dat de grootste woningbouwopgaven in Staphorst worden geconcentreerd. Maar ook de andere kernen behouden hun eigen woonservicegebied. Dit betekent het volgende:

  • 1. Allereerst worden de reeds ingezette ontwikkelingen afgerond (stap 1). Hierbij gaat het om inbreidingslocaties, zoals de Triangellocatie en de Levensboomlocatie in Rouveen. Daarbij is wel belangrijk dat de 'inbreiding' met woningbouw niet ten koste gaat van de leefbaarheid en het groene, dorpse karakter van Staphorst. Zoals gezegd is in grote delen van Staphorst namelijk al sprake van weinig groen in de wijken. We moeten dus slim inbreiden op een Staphorster schaal. Onder voorwaarden kan in de Streek nog enige inbreiding plaatsvinden. We benutten de ruimte in De Streek die vrijkomt door vertrekkende bedrijven, maar we zien er wel op toe dat de saneringslocaties niet te dicht worden bebouwd. Het slagenlandschap moet namelijk zichtbaar en herkenbaar blijven vanaf de Oude Rijksweg en de Gemeenteweg, maar ook vanaf de A28. Ook moedigen we het ombouwen van boerderijen in De Streek en Rouveen tot (meerdere) woningen aan (woningsplitsing (horizontaal en verticaal)). We willen de regelgeving op dit punt verder versoepelen door geen eisen te stellen wanneer binnen het bestaande casco woningen worden gerealiseerd. Door de boerderijen ook horizontaal te mogen splitsen zijn ook kleinere appartementen in boerderijen mogelijk, mits uiteraard voldoende aandacht wordt geschonken aan aspecten als (brand) veiligheid e.d.. De enige voorwaarden is dat er geparkeerd moet worden op eigen erf en dat monumentale boerderijen aan de buitenzijde niet aangetast mogen worden. Dit kan ook bijzonder interessant zijn voor starters, vanwege de betaalbaarheid en de binding met de dorpen binnen de gemeente Staphorst. Zo behouden we de jongeren voor de eigen economie. In stap 1 gaat het ook om de bekende uitbreidingslocaties, zoals het eerste deel van de Slagen. Er zullen juridische stappen worden gezet om dit project vlot te trekken.

  • 2. Vervolgens worden buitenstedelijke projecten/fasen die in voorbereiding zijn, ontwikkeld (stap 2). Dit gaat om het tweede deel van de Slagen (tot de Kleine Hoogteweg). Om meer ruimte te bieden aan werken aan huis, zoals zzp'ers doen, en om een soepeler overgang te krijgen naar (zware) bedrijventerreinen ontwikkelen we de locaties aan de oostzijde van het spoor en ten westen van de Slagen als woon-werklocaties.

  • 3. Alleen als blijkt dat er een kwantitatieve dan wel kwalitatieve behoefte is aan extra ruimte voor nieuwe woningen buiten het bestaand stedelijk gebied, dan komen deze locaties in beeld (stap 3). Ontwikkeling van deze locaties dient gepaard te gaan met een wezenlijke bijdrage aan de drie kernkwaliteiten. In lijn met de Omgevingswet denken we aan woningbouw op bestaande kavels en binnen bestaande bebouwing, zowel binnen- als buitenstedelijk. Dit kan door woningsplitsing of hergebruik van bestaande bebouwing. Bij voorkeur is dit dichtbij een van kernen, om zo te zorgen dat de afstand tot de voorzieningen niet te groot is; dit heeft immers minder verkeersbewegingen tot gevolg en meer bestedingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0035.jpg"

In het verleden kon de behoefte naar grote woningen in een groene omgeving worden ingevuld via transformatielocaties aan het lint of via het open plekken beleid. Tijdens de participatieronde kwam echter veelvuldig naar voren dat het 'te vol' wordt aan het lint. Er is behoefte aan meer 'lucht' tussen de bebouwing. Het stopzetten van de huidige regeling uit het 'open-plekken-beleid' kan hieraan bijdragen. De vraag zal echter blijven bestaan. Om aan deze vraag te voldoen, kunnen kavels op nieuwe locaties worden gerealiseerd. Hiervoor hebben we drie mogelijke zoekgebieden op de kaart aangegeven. Door het realiseren van een nieuw groen 'woonlint' aan de Schuthekkeweg, in het verlengde van de Van Doornveldschool, kan een nieuw (groen en ruim opgezet) woonmilieu gecreëerd worden dat niet concurreert met de huidige uitleglocaties die weer een heel ander woonmilieu vertegenwoordigen. Aanvullend is er de mogelijkheid het open-plekken-beleid alleen op de kop van de Streek nog van toepassing te verklaren omdat het lint op die locaties nog relatief dun is. Daarnaast kan nog gedacht worden aan weerszijden van de Kleine Hoogteweg. Dit biedt misschien niet hetzelfde milieu als de andere locaties, maar zo kan wel de dorpsrand mooi worden afgerond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0036.jpg"

Een uitgestoken hand

We lopen achter op de opgave en we kunnen geen geschikt aanbod zetten tegenover de vraag. Creativiteit is nodig om toch extra woningen te realiseren. Daarom is deze visie ook een uitgestoken hand naar de samenleving om met goede woningbouwplannen te komen. We willen veel ruimte bieden maar er moet wel wat tegenover staan: er moet sprake zijn van een duidelijke bijdrage aan de kernkwaliteiten (de drie bollen). Een landschapsconsulent of -coördinator (zoals in Overijssel en Drenthe en in gemeenten als Vianen) gaat in gesprek met de initiatiefnemer en bepaalt of sprake is van een duidelijke bijdrage aan de kernkwaliteiten. Zie hiervoor verder het hoofdstuk 'Uitvoering'.

Dit betekent ook dat we het VAB -beleid2 en het Rood voor Rood beleid laten vervallen. Dit beleid is oorspronkelijk bedoeld om kwaliteitsverbetering tot stand te brengen, maar in de praktijk wordt vooral gestuurd op normen (vierkante meters) en financiële aspecten. We willen weer terug naar de kwaliteitsdoelstelling. Dit geldt ook voor de uitbreiding van bestaande woningen in het buitengebied. Een hoger aantal vierkante meters dan normaal gangbaar is toegestaan mits daar wat tegenover staat. Wat het VAB-beleid betreft willen we net als bij De Streek de regelgeving los laten. Binnen het casco van een bestaand pand mag men vrijuit met alternatieve invullingen komen. Elk initiatief is in die zin bespreekbaar. Kwaliteits- en milieueisen zullen uiteindelijk bepalen of een initiatief doorgang kan vinden. De financiële paragraaf van het Rood voor Rood beleid vervalt en we gaan alleen uit van een ruimtelijke en sociale beoordeling. We brengen de sloopnorm van 850 m2 terug naar 750 m2.


Monitoring

Om te voorkomen dat we gaan concurreren met omliggende gemeenten, stemmen onze kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwbehoefte goed af binnen de regio. Bovendien monitoren we - geheel in de geest van de Omgevingswet - ontwikkelingen met betrekking tot wonen en de woningmarkt goed. Zo nodig passen we hier het uitvoeringsprogramma op aan. Jaarlijks maken we prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0037.jpg"
Bestaande woningen

Het is natuurlijk belangrijk om nieuwe woningen te bouwen en dit verantwoord te doen. De meeste duurzaamheidswinst is echter te halen in de bestaande voorraad door besparing en energieopwekking. We stimuleren bewoners daarom om woningen, waaronder ook de monumentale boerderijen, energetisch te verbeteren. Dit drukt niet alleen de woonlasten, maar het kan ook - als meer mensen meedoen - een algehele kwaliteitsimpuls voor de woning en de wijk tot gevolg hebben. Omdat vanuit monumentale overweging niet elk pand zich leent om energie op te wekken, kiezen we met name voor de oplossing zonneweides aan te leggen. Op niet-monumentale panden aan de Streek kunnen uiteraard zonnepanelen worden geplaatst.

Bestaande woningen kunnen ook gesplitst worden, bijvoorbeeld voor kamerverhuur of het realiseren van appartementen in bestaande gebouwen. Hierbij moet aandacht geschonken worden aan de omgeving, zoals (brand)veiligheid, het voldoen aan parkeernormen en de privacy waarborgen. Belangrijk is dat het realiseren van appartementen ook een versterking van de ruimtelijke kwaliteit biedt.


Leefbaarheid

Prettig wonen is een belangrijk onderdeel van de leefbaarheid in een gemeenschap, maar die leefbaarheid wordt door meer aspecten bepaald. Sociale cohesie is zo'n aspect. Gelukkig is er veel onderlinge betrokkenheid tussen de inwoners in de drie dorpen en in het buitengebied. Hier zijn we trots op, en dat willen we ook graag vasthouden. In paragraaf 2.2.7 gaan we hier uitgebreid op in.

Ook de bereikbaarheid (niet per sé de nabijheid) van voorzieningen is bepalend voor de leefbaarheid, alsook de kwaliteit van de leefomgeving en de nabijheid van groen en andere ontspanningsmogelijkheden. Bij de leefbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving zijn verder veiligheid en gezondheid bepalende factoren. Voor gezondheid zijn milieuaspecten bepalend.

Geluid

Geluid manifesteert zich op verschillende wijzen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van geluid van wegen, spoorwegen, luchtvaart, bedrijven en evenementen. Voor wat betreft de beoordeling van de geluidsaspecten zijn verschillende wettelijke kaders aan de orde, waaronder de Wet geluidhinder.

Het geluidbeleid van de gemeente Staphorst sluit aan op de bestaande wet- en regelgeving. In bepaalde gevallen kan worden afgeweken van de grenswaarden.

Geur

De Wet geurhinder en veehouderij biedt gemeenten de mogelijkheid om hun eigen geurbeleid te voeren. De gemeente Staphorst biedt in sommige situaties ruimere mogelijkheden. In De Streek worden functieveranderingen maximaal mogelijk gemaakt. Ook in de rest van het buitengebied wordt waar mogelijk meer ruimte geboden om ruimtelijke ontwikkelingen in combinatie met (bestaande intensieve) veehouderij mogelijk te maken.

Luchtkwaliteit

De luchtkwaliteit is binnen het fysieke domein naast geluid de meest bepalende milieufactor voor een goede gezondheid en een goed leefklimaat. Een slechte luchtkwaliteit kost levensjaren. De luchtkwaliteit in Staphorst is in het algemeen goed, maar direct langs de A28 zijn de concentraties fijnstof, roet en stikstofoxide hoog. Daarom is het belangrijk bij de situering van gevoelige bestemmingen zoals woningen rekening te houden met die situatie. Verder zorgen we ervoor dat de luchtkwaliteit minimaal gelijk blijft maar liever verbetert. De Nederlandse normen bieden overigens geen garantie voor een gezonde leefomgeving. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat uit van (veel) strengere normen.


Altijd groen nabij

Het landschap rondom de kernen is een belangrijke drager van die geweldige woonkwaliteit maar ook van onze identiteit. Het is zeg maar het 'hoogpolige tapijt' waarin de dorpen ontspannen liggen. Het buitengebied is altijd dichtbij. Het is echter nog niet altijd goed genoeg ontsloten om vanuit het dorp makkelijk een ommetje te kunnen maken. Hierin gaan we verandering brengen.

Ook dichtbij huis willen we zorgen dat de woonomgeving groener wordt. We investeren daarom in de kwaliteit van de bestaande openbare ruimte en bij nieuwbouw en herstructurering leggen we afspraken vast om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De openbare ruimte richten we ook beweegvriendelijker in, we letten op de sociale veiligheid en we houden rekening met doelgroepen zoals ouderen. Daarom zorgen we voor ommetjes en verbindingen binnen de woonkernen, bijvoorbeeld voor doelgroepen zoals ouderen, hondenbezitters en (kleine) kinderen. Zie verder paragraaf over dit onderwerp. Bewoners kunnen zelf ook veel doen door bijvoorbeeld hun tuin groen in te richten. Dit is heel belangrijk voor de berging van water bij grote regenbuien. Zo kan iedereen zijn steentje bijdragen (of eigenlijk weghalen) aan wat met een mooi woord 'klimaatadaptatie' heet.

Het bestaande groen draag bij aan het authentieke karakter van de gemeente Staphorst. Bij de inrichting van de openbare ruimte moet aandacht zijn voor:

- De identiteit en herkenbaarheid van woonkernen, straten, landschappen en dergelijke.
- Leefbaarheid en veiligheid in woon- en werkgebieden.
- Recreatief gebruik en beleving van natuurwaarden in de openbare ruimte.

De bestaande basisgroenstructuur geeft een goed beeld van het bestaande groen. Daarin zijn beeldbepalende groenelementen opgenomen, zoals bomenrijen, grootschalige groenstroken en specifieke (groene) plekken (zoals centra, openbare gebouwen, begraafplaatsen, sportvelden, parken e.d.), maar ook het netwerk van speelplaatsen, fiets- en wandelroutes, zal in een volgende versie van de omgevingsvisie (de omgevingsvisie 2.0) worden opgenomen. Deze structuur kunnen we dan blijven gebruiken om de diverse functies in de openbare ruimte vorm te geven.


Veiligheid

Brandveiligheid

Vanwege de dichte bebouwing met rieten daken en de ligging langs de A28 is brandveiligheid van groot belang in Staphorst. Net als bij externe veiligheid (zie hierna) is in het Besluit kwaliteit leefomgeving het brandaandachtsgebied geregeld, waarbij het gaat om het rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een plasbrand, een fakkelbrand of een wolkbrand. Naast de regels over brand als extern veiligheidsrisico, worden er in bouwvoorschriften ook regels gesteld omtrent brandveiligheid. Zo zijn er in het Besluit bouwwerken leefomgeving regels opgenomen over het beperken van ontwikkeling en uitbreiding van brand in bouwwerken, het bestrijden van brand, vluchtroutes en de bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten.

Juist vanwege de rieten daken en de A28 willen we de brandweer- en de ambulancepost behouden. We hechten in dit verband ook grote waarde aan de zichtbaarheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid van de politie. Daarom zien wij erop toe dat het aantal -wettelijk- toegezegde wijkagenten daadwerkelijk in de gemeente komt en dat deze actief en zichtbaar zijn op straat. Wij vinden dat preventie de beste manier is om veiligheid te creëren binnen de gemeente. Dit kan op zeer diverse manieren.

Externe veiligheid

Daarnaast is de externe veiligheid van belang. De risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen ter plaatse van inrichtingen (bedrijven), over weg, over spoor en door buisleidingen vallen hieronder. Op dit moment is er veel wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. De meeste regels met betrekking tot externe veiligheid zijn te vinden in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (Bkl), één van de algemene maatregelen van bestuur bij de Omgevingswet. In het Bkl zijn doorgaans minimumnormen te vinden voor de kwaliteit van externe veiligheid. Het plaatsgebonden risico zal de belangrijkste norm zijn over veiligheid van de fysieke leefomgeving die in het Bkl geregeld wordt. Deze norm is vastgesteld voor kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en locaties.

Naast het plaatsgebonden risico is het groepsrisico van belang. Het groepsrisico geeft de kans weer waarbij een groep van 10 of meer personen tegelijkertijd om het leven komt door een ongeval bij een (complexe) activiteit met externe veiligheidsrisico's. Door rekening te houden met het groepsrisico geeft het bevoegd gezag aan welk risico in een gebied nog aanvaardbaar is en welke maatregelen het wil treffen om het risico op overlijden van groepen te beperken. Het groepsrisico wordt op gemeentelijk niveau geregeld in het omgevingsplan in de vorm van aandachtsgebieden. Dit zijn gebieden waar een risico bestaat dat een bepaald scenario zich verwezenlijkt (zoals een fakkelbrand, explosie of een gifwolk). Naast de aandachtsgebieden kan er in een omgevingsplan ook een veiligheidsrisicogebied worden vastgesteld. Dit is een locatie waar activiteiten met complexe externe veiligheidsrisico's worden toegelaten.

Waterveiligheid

Waterveiligheid gaat over overstromingen, die levensbedreigend zijn als je je niet op tijd in veiligheid kunt brengen. Er is overigens een verschil tussen wateroverlast en overstromingen. Wateroverlast komt door extreme regenbuien en teveel rivierwaterafvoer. Nieuw beleid moet zorgen voor basisveiligheid voor iedereen. Ook moet het de gevolgen (door middel van een duurzame ruimtelijke inrichting) van een overstroming beperken. Daarnaast moet het de bewustwording van inwoners over mogelijke risico's vergroten. Daar waar mogelijk wordt ingezet op slimme combinaties van maatregelen. Daarbij gaan we uit van de zogenaamde meerlaagsveiligheid, die bestaat uit drie 'lagen' aan de bescherming tegen overstroming die elkaar aanvullen.

  • De eerste laag is het voorkómen van een overstroming. Dit is èn blijft de belangrijkste pijler van het waterveiligheidsbeleid.
  • De tweede laag zet in op het slim inrichten van het gebied achter de dijken zodat de schade beperkt blijft als het toch misgaat.
  • De derde laag werkt aan een betere organisatorische voorbereiding op een mogelijke overstroming (bijvoorbeeld een rampenplan of voorlichting).

Sociale veiligheid

Bij sociale veiligheid gaat het over de beleving van de mensen en hun betrokkenheid bij en deelname aan de samenleving. De kwaliteit van de leefomgeving bepaalt onder andere de veiligheidsbeleving van buurtbewoners. Daarnaast is het een beoogd doel van de Omgevingswet om bij te dragen aan meer vertrouwen in de overheid.

2.2.4 Ondernemend Staphorst

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0038.jpg"

Bedrijvig Staphorst

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0039.jpg"

Economisch vitaal

We zetten in op een economisch gezonde en vitale gemeente, waardoor ook de inwoners gezond en vitaal blijven. Een welvarende en goed opgeleide samenleving als voorwaarde voor een gezonde en dynamische samenleving. We bieden genoeg ruimte voor bedrijvigheid, zodat er voldoende banen zijn voor de inwoners van Staphorst. Ook gaat we actief de samenwerking met de regio aan, zodat Staphorst meer van betekenis kan zijn voor de regio, en de regio meer van betekenis kan zijn voor Staphorst.


Ondernemersgeest

Het hoge arbeidsethos, de ondernemersdrift, betrouwbare ondernemers en de hoge mate van sociale cohesie bieden een stevige fundament voor de economie van Staphorst. Mede hierdoor kwam Staphorst de economische crisis goed door en ligt de werkloosheid ruim onder het Nederlands gemiddelde. Staphorst is een bedrijvige gemeente. Hoewel de agrarische bedrijvigheid nog de hoofdfunctie is van het buitengebied, moeten we in de komende jaren ruimte bieden aan een scala aan andere ontwikkelingen en activiteiten, zoals de maakindustrie, recreatie en toerisme, horeca, zorg, zzp'ers en werken aan huis.


Excellente ligging

De geografische ligging van Staphorst, als schakel tussen West-, Oost- en Noord-Nederland, tussen Meppel en Zwolle in en de , is uiterst gunstig. De A28 en de spoorlijn die de gemeente doorkruisen, bieden kansen voor economische impuls. Door in te zetten op een nieuwe afslag van de A28 en een treinstation in de gemeente (zie paragraaf 2.2.5 bereikbaar langs alle wegen) kunnen we deze kwaliteit nog beter benutten. Indien het economisch verantwoord is voor Staphorst, is de gemeente bereid mee te werken aan ontwikkeling en uitbreiding van Haven Meppel, omdat deze ook binnen het grondgebied van Staphorst valt en de gemeente hiervan kan meeprofiteren.


Handen en hoofden

De maakindustrie vormt de ruggengraat van de economische structuur in Staphorst. In deze en andere sectoren in de Staphorster economie ligt de nadruk (nu nog) op lager opgeleiden. Dit gaat echter veranderen, zo hebben ondernemers in de participatie laten weten. Ook de beroepen in de maakindustrie zullen in de toekomst sterker leunen op kennis. Om ook in de toekomst een vitale gemeente te blijven, is het essentieel om hoogopgeleiden in de gemeente te behouden en nieuwe aan te trekken. Minstens zo belangrijk is het om te zorgen dat jonge mensen langer doorleren en zich beter kwalificeren; minimaal MBO4 is de ambitie. Door de maakindustrie te verrijken met meer innovatie kan Staphorst de plek worden waar uitvindingen worden omgezet in daadwerkelijk producten (toegepaste kennis of 'applied sience'). Zo benutten we de unieke combinatie van handen en hoofden. Bovendien blijkt uit onderzoek dat 'scale-ups' meer werkgelegenheid creëren dan 'start-ups'.


Nieuwe terreinen

In een ondernemende gemeente als Staphorst vinden we het belangrijk om genoeg ruimte te bieden voor bedrijvigheid binnen de gemeente. Tot 2020 kan in de behoefte aan bedrijventerreinen (35 hectare) maar ten dele worden voorzien door uitgifte van de bedrijventerreinen De Esch 0 en de Bullingerslag en door de herstructurering van de Baarge.

We lopen voor op de programmering uit de Structuurvisie 2030 en moeten op dit moment 'nee' verkopen. Dit is een ongewenste situatie. Recentelijk is een behoefteonderzoek3 uitgevoerd, waaruit blijkt dat er nu vraag zit in de markt (de behoefte varieert tussen de 9 en 10 hectare op een termijn van 10 jaar) en dat het daarbij vooral gaat om de vraag naar grote kavels. Specifiek blijkt dat de grootste vragers bij De Esch willen zitten en niet aan de Bullingerslag, achter het spoor.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0040.png"

Om in de behoefte te kunnen voorzien, zijn de Bullingerslag en het gebied tussen de Achthoevenweg en de oude Achthoevenweg (net als in de Structuurvisie) als zoekgebieden aangewezen, maar wel in een kleinere en lichtere vorm (zie visiekaart).

De bedoeling is deze gebieden in te richten (in elk geval deels) als woon-werkzone. Dit is nuttig omdat de economie steeds meer is ingesteld op bedrijven aan huis. Bovendien grenst het terrein aan de Oosterparallelweg (aan de oostzijde) aan een groene omgeving waardoor een aantrekkelijk woon- werkmilieu gerealiseerd kan worden. Voor de driehoek aan de Achthoevenweg is het van belang dat een overgangszone wordt gecreëerd tussen bedrijventerrein De Esch en de woningbouwlocatie De Slagen.

Zoekgebied bedrijventerrein

Het probleem is dat de vraag naar grote kavels nu zo acuut en prominent is, dat we niet kunnen wachten op de beschreven oplossingen aan de Achthoevenweg en de geringe uitbreiding van de Bullingerslag.

Bovendien geven ondernemers zelf aan dat dit geen ideale locaties zijn. Daarom is op de kaart aan de oost- en zuidzijde van de nieuwe aansluiting op de A28 het zoekgebied bedrijventerrein opgenomen. Dit gebied heeft geen grote landschappelijke waarde en sluit uitstekend aan op de nieuw te realiseren op- en afritten op de A28 en de Gorterlaan, waardoor het een aantrekkelijk gebied is voor grotere bedrijven met veel transportbewegingen. Bovendien zullen we dit terrein zeer groen en duurzaam inrichten om ook aan de energie- en duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen voldoen. Ook wanneer de nieuwe op- en afritten op enigerlei wijze geen doorgang kan vinden, is dit een uitstekend alternatief, omdat daarmee de spoorwegovergang en eventueel sluipverkeer via de Gemeenteweg kan worden gemeden wanneer de oostkant van het spoor in ontwikkeling gebracht zou worden.

Duurzaam energielandschap

Verder is op de kaart het gebied 'duurzaam energielandschap' aan de zuidzijde van de gemeente opgenomen (tussen spoor, Whemeweg en Uithofsweg). We bieden hier bestaande ondernemers, zoals recycling- puinverwerkingsbedrijven, grondopslagbedrijven en bedrijven die een bijzondere bijdrage leveren op de energie en duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente goede en ruime locaties aan. Deze bedrijven kunnen zich vestigen wanneer ze investeren in energie en duurzaamheid. Een bedrijf dat in grondopslag doet, zal dus tevens een maatschappelijke meerwaarde moeten bieden op het gebied van duurzame energie, bijvoorbeeld door een zonneweide aan te leggen. Bovendien willen we dit soort bedrijvigheid niet op onze reguliere bedrijventerreinen. Verder is de ontsluiting op de A28 hier uitstekend en plattelandswegen worden op die manier gevrijwaard van zwaar verkeer.

Deze functies situeren we in een stevige groenstructuur die past bij de structuur van het onderliggende landschap. Dergelijke nieuwe terreinen zullen als het ware moeten opgaan in het landschap. Dit kan bijvoorbeeld verdiept en door het werken met taluds. Zodoende passen we deze functies goed in. Zie voor het energielandschap verder de paragraaf duurzaamheid.


Hoogwaardige bedrijventerreinen

In Staphorst leggen we prioriteit op het voorzien van geschikte bedrijfsruimte voor de uitbreidingsvraag van bestaande bedrijven. Dit is van belang voor het creëren van werkgelegenheid, en om te voorkomen dat bedrijven uit de gemeente wegtrekken.

Gepaste bedrijvigheid in Rouveen (inclusief de bedrijven aan De Streek) en IJhorst kan de uitbreidingsmogelijkheden binnen de geldende bestemmingsplannen benutten. Wanneer uitbreiding buiten dat kader onontbeerlijk is voor een goede bedrijfsvoering in de toekomst, ligt verplaatsing naar de bedrijventerreinen van Staphorst in de rede. De gemeente treedt daarbij faciliterend op en houdt - naast de ruimtelijke afweging - ook rekening met de investering die het bedrijf moet doen voor verplaatsing. Verplaatsing moet immers niet leiden tot faillissement. Ruimte voor startende ondernemers, zzp'ers en kleine zelfstandigen met bedrijven die zich goed verhouden tot een woonomgeving, kan gevonden worden in vrijkomende agrarische bebouwing in het lint van De Streek. We zetten in op duurzaamheid van de bedrijventerreinen en duurzaam bouwen. Daarnaast herstructureren we bestaande bedrijventerreinen om deze toekomstbestendig te maken. De herstructurering van De Baarghe is daar een mooi voorbeeld van. De bedrijventerreinen van de Esch grenzend aan de A28 hebben een representatieve uitstraling; deze bedrijven vormen het visitekaartje van Staphorst. Een goede beeldkwaliteit en positie van de gebouwen in het landschap is extra van belang vanwege de nieuwe entree die Staphorst krijgt vanwege de verplaatsing van de op- en afritten. Hierbij is het ook essentieel om een veilige omgeving te creëren om te ondernemen. Parkmanagement op bedrijventerreinen krijgt in Staphorst meer en meer vorm en we faciliteren de verdere uitbreiding hiervan.


Bedrijvigheid en landschap in harmonie

In de gemeente Staphorst worden hoogwaardige bedrijventerreinen gecombineerd met karakteristieke landschappen. We moedigen economische ontwikkeling en verbreding van de economische activiteiten aan, zolang dit niet ten koste gaat van de natuurlijke en landschappelijke waarde van Staphorst. Bij bedrijfshuisvesting houden we ook rekening met het leefklimaat van de omgeving en eventueel omliggende woningen, zodat werken en wonen elkaar niet negatief beïnvloedt. Zowel de bebouwde als de onbebouwde omgeving is bepalend voor de soort en verschijningsvorm van de bedrijven. Vanuit het begrip sociale kwaliteit vinden we het zoeken van de dialoog met de omgeving heel erg belangrijk. Vanaf het eerste stadium van planontwikkelingen willen we dat de omgeving kan meepraten.


De gemeente als facilitator en aanjager

We zetten in op samenwerking, kennisontwikkeling en -uitwisseling tussen bedrijven en gemeenten en stimuleren zo innovaties, ook op het gebied van duurzaamheid. We leggen netwerkrelaties met omliggende regio's en steden aan, waarbij overleg tussen de vier O's (ondernemers, overheid, onderzoek en onderwijs) de kern vormt. Zo kunnen we van elkaar leren en op elkaar afstemmen en zo slim ruimtelijk economisch beleid voeren.

Door middel van een accountmanager voor bedrijven, samenwerking omtrent parkmanagement voor bedrijventerreinen en een platform voor ondernemers en werkgevers gaan we een actieve samenwerking met bedrijven aan. We nemen een faciliterende rol in ten opzichte van ondernemers. Daarnaast verminderen we de regeldruk. Op die manier kunnen initiatieven worden versneld en start-ups (en scale-ups) worden gestimuleerd. Om tot een volwassen innovatieve plattelandseconomie te komen, verbeteren we niet alleen de fysieke, maar ook de digitale infrastructuur: glasvezel is een prioriteit voor de gehele gemeente.


Compleet aanbod van voorzieningen

Eigen voorzieningen

Iedere kern binnen de gemeente Staphorst heeft eigen voorzieningen, waarbij de kern Staphorst, behalve voor haar eigen inwoners, ook voor de omgeving een aantrekkelijk winkelgebied is. De kern Staphorst biedt een compleet aanbod aan voorzieningen en heeft en houdt voldoende gratis parkeerplaatsen.


Compleet voorzieningenaanbod in de kern Staphorst

Om het centrum van Staphorst als hoofdwinkelgebied te versterken zorgen we voor concentratie en goede afstemming van het winkelaanbod en versterken we de complementariteit van de detailhandel, warenmarkt en overige publieksfuncties. We zorgen voor een betere circuitvorming en minder eilandstructuur in het centrum van Staphorst or een betere oversteekbaarheid heldere looproutes en creëren van verblijfs- ontmoetingsgebieden. We voorkomen nieuwe grootschalige detailhandel buiten de bestaande detailhandelsstructuur. Ook realiseren we een hoogwaardige kwaliteit en uitstraling van het winkelgebied. Het centrum, dat nu vooral functioneel van opzet is, krijgt een hogere belevingswaarde. Het bieden van een hoogwaardige kwaliteit en uitstraling van het winkelgebied vergroot de aantrekkingskracht en de identiteit hiervan.

Groenvoorzieningen, straatmeubilair, straatwerk, verlichting, bewegwijzering en seizoensgebonden sfeerelementen, terrassen en winkeluitstallingen dragen bij aan een aangenaam verblijfsklimaat. De kwaliteit hiervan moet in het centrum hoog zijn. Hierdoor wordt de tijd die de bezoeker in een centrum doorbrengt verlengd. We kijken ook naar de functie van het marktplein in combinatie met de herontwikkeling van het gemeentehuis en mogelijke nieuwbouw van appartementen voor jongeren en ouderen. In het omgevingsplan nemen we beleid op ten aanzien van reclameborden, om daarmee ongewenste vormen van reclame tegen te kunnen houden. Daarnaast zetten we in op het behouden van het zwembad in Staphorst.


Behoud van de voorzieningen in Rouveen en IJhorst

Om de kernen Rouveen en IJhorst vitaal te houden maken we ons hard voor het behoud van de aanwezige voorzieningen in Rouveen en IJhorst. Het is hierbij van belang dat we samenwerken met de inwoners en slimme oplossingen bedenken om basisvoorzieningen in stand te houden. In Rouveen willen we het voorzieningenniveau uitbreiden. Hier is reeds mee gestart bij het realiseren van een woonservicegebied aan de Seringenhof te Rouveen. Dit is ingegeven door groei van het dorp via de woningbouwplannen Rouveen West IV en de woningbouw op de Triangellocatie. De groei van Rouveen zet door, waardoor het draagvlak van voorzieningen voldoende is.

Dit geldt in de eerste plaats voor een nieuwe buurtwinkel waar een deel van de bevolking behoefte aan heeft. De gemeente wil een faciliterende rol aannemen, maar het draagvlak zal uit het dorp zelf moeten komen. In IJhorst bestaat vanuit de bewoners de wens om een brede maatschappelijke en multifunctionele voorziening te realiseren. Hierin faciliteren en ondersteunen we de inwoners waar mogelijk (zie hiervoor ook paragraaf 2.2.7. (sociale cohesie).

Verder ondersteunen we particuliere initiatieven op voorwaarde van een wezenlijke bijdrage aan de kernkwaliteiten. De gemeente ziet het belang van het op peil houden van het voorzieningenniveau, maar ziet geen toekomst in het tegen de stroming in stand houden van voorzieningen.


Woonservicegebieden

We vinden het belangrijk dat iedereen binnen de gemeente volwaardig kan participeren en zo lang mogelijk zelfstandig kan functioneren in zijn of haar leefomgeving. Daarom worden niet alleen in Staphorst, maar ook in Rouveen en IJhorst woonservicegebieden ontwikkeld. Dit zijn gebieden waar niet alleen wonen met zorg mogelijk is, maar waar ook ruimte is voor ontmoeting. In de paragraaf sociale cohesie is hierop verder ingegaan.


Een vitale vrijetijdseconomie

Een mooi vertrekpunt… maar ook onderbenutte kansen

Het fantastische landschap, de beleefbare natuur, de rijke cultuurhistorie en de aanwezigheid van diverse recreatieparken, minicampings en B&B's bieden een uitstekende basis voor een dynamische vrijetijdseconomie. Er zijn echter ook nog een aantal zaken die beter kunnen. Driekwart van de bedrijven in verblijfsrecreatie verloederen op het moment en missen contact met de markt. Zonder verandering hierin zal het aandeel van toerisme en recreatie dus dalen en zullen de vitaliteitsproblemen verder toenemen. Verbetering van de kwaliteit binnen en buiten de bedrijfsgrenzen moet zorgen voor een ommekeer. Door gemeentebreed actief beleid te voeren ten bate van de recreatieve markt halen we meer uit de recreatieve en toeristische potentie. We zorgen dat de kansen worden gegrepen, zodat de economische en fysieke vitaliteit en impact van de vrijetijdseconomie worden vergroot, en meer mensen van de recreatieve en toeristische waarde van Staphorst kunnen profiteren.


Merk Staphorst

Toeristisch A-merk

We maken van Staphorst een toeristisch A-merk door de culturele identiteit in een nieuw en modern jasje (bijvoorbeeld via mode met het Staphorster stipwerk of het unieke karakter van 1.300 boerderijen in een (dubbel) lint en het karakteristieke en unieke slagenlandschap dat je op deze grote schaal nergens in Europa tegen komt) uit te dragen met behoud van de eigenheid. We kiezen in regionaal verband (regiomarketing) voor een gezamenlijke strategie. Door Staphorst beter te vermarkten willen we het aantal dag-bezoeken in 2020 verdubbelen.

Toeristische ambassadeurs
We zoeken toeristische ambassadeurs onder inwoners en ondernemers en creëren zo een meer op toeristen gerichte houding. Daarnaast gaan we aan de slag met een communicatieplan gericht op inwoners en ondernemers van de kernen Rouveen-Staphorst, waarmee we duidelijk proberen te maken dat een ondernemende en gastvrije houding noodzakelijk is om het centrum vitaal, het buitengebied leefbaar en de cultuur levend te houden.

Toeristische basis

Verder brengen we de toeristische basis op orde door bewegwijzering, fiets- en wandelpaden en andere infrastructuur. We zorgen voor meer reuring in de kern Staphorst en houden de succesvolle weekmarkten de Open Monumentendag in stand en zetten in op het vergroten van de bekendheid hiervan, zodat we toeristen en dagjesmensen aantrekken. Ook blijven de Staphorstdagen bestaan en hebben we een positieve houding tegenover evenementen op de activiteitenterreinen. De gemeente heeft een gebied aangewezen waarop een eenvoudig activiteitenterrein, met mogelijk een muziekkoepel, in Rouveen gerealiseerd kan worden.

Door een workshop Leisure Leefstijlen te organiseren worden ondernemers aangemoedigd om leefstijlkeuzes te maken en de Staphorster identiteit te gebruiken in hun onderneming. Verder zullen wij ondernemers stimuleren het aanbod door productontwikkeling te verbreden (zie ook onder gebiedsgerichte aanpak). Daarbij kan worden gedacht aan het aanbieden van arrangementen. Daarnaast hebben wij de intentie toeristen zo goed als mogelijk te begeleiden en te verspreiden (niet alleen in het centrum). Zo kan de zondagsrust, die in Staphorst in tegenstelling tot veel andere plaatsen in Nederland nog echt aanwezig is, gezien worden als een vorm van nieuwe wellness. In de recreatieve omgeving van IJhorst zijn vrijetijdsvoorzieningen op zondag beschikbaar.


Bundeling van de krachten

Het bundelen van beleidskracht met buurgemeenten kan een verdere impuls geven en kunnen we meer bereiken. Bovendien staat Staphorst niet los van de regio en ligt beleidsmatige samenwerking met Meppel/De Wolden voor de hand. Dit voorkomt een waterbed-effect en het beconcurreren van elkaar. We zullen bovendien inwoners en ondernemers actief betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van de 'agenda recreatie en toerisme'. Ook gaan we ondernemers aansporen om zich te verenigen. Hierdoor kunnen nieuwe netwerken en verbanden ontstaan en kan de kennisuitwisseling en afstemming die hieruit volgt een positieve uitwerking hebben op de vrijetijdseconomie van de gemeente.


Gebiedsgerichte aanpak

Kern Staphorst 

We zetten in op een gebiedsgerichte aanpak en gebiedsgerichte projecten, waarbij we huidige toeristische kwaliteiten in de recreatieve clusters (zie Bedrijvigheid kaart) uitbouwen. We verbeteren de aantrekkelijkheid van de kern Staphorst door de 'leisure-component' toe te voegen. Dan gaat het om bijvoorbeeld ambachten, kunst, horeca, mode en winkels. Ook hebben we het doel om het aanbod aan hoogwaardige en diverse kleine verblijfsrecreatieve voorzieningen te vergroten in de vorm van logiesmogelijkheid in bestaande karakteristieke panden (erfgoedlogies). Daarnaast is het de bedoeling het aanbod aan dagrecreatieve voorzieningen, met name gericht op kinderen te versterken en te vergroten.

Op het evenemententerrein in Staphorst denken we daarom aan een overdekte activiteitenhal c.q. slechtweeraccommodatie, bijvoorbeeld gecombineerd met een overdekte manege. Het Huttendorp voor alle basisschoolleerlingen is een jaarlijks succes in de zomervakantie. Bij slecht weer zou dit dan mooi overdekt kunnen. Dit geldt ook voor het jaarlijkse oud- en nieuwfeest waardoor we geluidsoverlast kunnen beperken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0041.jpg"

De Zwarte Dennen

Bosgebied de Zwarte Dennen ontwikkelen we tot actieve en natuurlijke pleisterplaats met onder andere paardrijden, muziekconcerten en een dagattractieve bestemming en outdoor activiteiten. We voegen een natuurgerichte activiteit/attractie, zoals een klimmuur, een boomkroonpad of een fitnesspark toe om de aantrekkingskracht te vergroten. De wens is om bij de zwemvijver een accommodatie te ontwikkelen om voor de deelnemers aan de outdoor-activiteiten ook een plek te bieden voor een hapje en een drankje.

IJhorst

Verder versterken het verblijfsgebied IJhorst door de vitaliteit van de verblijfsrecreatie te verbeteren. Er bestaat een divers aanbod aan verblijfsrecreatie. Ieder park vergt een andere aanpak. Als gemeente nemen we hierin actief de leiding. Permanente bewoning van bestaande recreatiewoningen is nu een probleem op een aantal terreinen. Wij zijn bereid bestemmingen om te zetten wanneer blijkt dat recreatie niet meer mogelijk is als gevolg van een overmaat aan permanenten bewoning. Daar waar parken nog voldoende vitaliteit uitademen, zal de gemeente handhavend optreden tegen permanente bewoning. Op die manier kan het toeristisch recreatief aanbod op niveau worden gehouden en verder worden versterkt. Dit laat zien dat goed flankerend beleid en eenduidigheid in het beleid (of zoals we nu zeggen integraal werken) van belang is bij de ontwikkeling van het toeristisch-recreatief product.

Rouveen en de Streek

In Rouveen en met name in De Streek kunnen hoogwaardige en kleine verblijfsrecreatieve voorzieningen worden gerealiseerd binnen de bestaande en vrijkomende panden en die passend zijn binnen de cultuurhistorische setting.


Recreatief-toeristisch product gemeente Staphorst

Door een samenhangend 'recreatief-toeristisch product gemeente Staphorst' te ontwikkelen, wordt het draagvlak voor voorzieningen zoals detailhandel en horeca, maar bijvoorbeeld ook een ontmoetingsplek, een stuk groter. Hierbij zorgen we dat het publiek veilig kan uitgaan en dat mogelijke uitgaansoverlast tot een minimum beperkt blijft en maken afspraken met alle betrokkenen zodat de veiligheid en volksgezondheid gewaarborgd blijft.

Wandelen

Wandelen is goed voor de gezondheid en het maken van ommetjes voorziet in de behoefte van veel mensen om vanuit de woning een stuk te lopen. Het toevoegen van langere paden helpen het toerisme een handje. Om wandelen in de omgeving te stimuleren willen wij Lange-Afstand-Wandelpaden (LAW's), Streekpaden, regionale routenetwerken en andere recreatieve routes verknopen met ons bestaande wandennetwerk. Dit bekent ook dat we ruimte voor wandeltrajecten willen creëren op plekken waar de hoofdfunctie anders is (bijvoorbeeld agrarisch, natuur of waterkering). Bij voorkeur gebruiken we de aanleg van een wandelpad om ook de kwaliteit van de omgeving te verbeteren. Ook ondernemers kunnen hieraan bijdragen.


Nevenactiviteit

Kleinschalige verblijfsrecreatie of B&B op als nevenactiviteit of op voormalige agrarische bedrijven is mogelijk. B&B is ook mogelijk bij burgerwoningen. Dit alles is onder de voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met de gebiedsgerichte karakteristieken van het landschap en de andere kernkwaliteiten. We stimuleren recreatieve stapstenen op de fietsroutes zoals die naar Olde Maten. Daarin kunnen we ook de (voormalige) zandwinningsplassen betrekken. Horeca is hier denkbaar, maar de landschappelijke setting en de openbaarheid van de zwem- en duikgelegenheid moet - ofschoon het natuurlijk een door de mens gecreëerde situatie is - voorop blijven staan. De zandwinning Kerkenland zorgt voor veel overlast door jongeren die hier illegaal recreëren en veel troep achterlaten op de weilanden waar de koeien grazen. Een recreatieve accommodatie, al dan niet in de vorm van horeca, kan een oplossing bieden om ook toezicht op het gebied te garanderen.

Wandelen is goed voor de gezondheid en het maken van ommetjes voorziet in de behoefte van veel mensen om vanuit de woning een stuk te lopen. Het toevoegen van langere paden helpen het toerisme een handje. Om wandelen in de omgeving te stimuleren willen wij Lange-Afstand-Wandelpaden (LAW's), Streekpaden, regionale routenetwerken en andere recreatieve routes verknopen met ons bestaande wandennetwerk. Dit bekent ook dat we ruimte voor wandeltrajecten willen creëren op plekken waar de hoofdfunctie anders is (bijvoorbeeld agrarisch, natuur of waterkering). Bij voorkeur gebruiken we de aanleg van een wandelpad om ook de kwaliteit van de omgeving te verbeteren. Ook ondernemers kunnen hieraan bijdragen.


Tot slot

Door van Staphorst een A-merk te maken, de inwoners en ondernemers van Staphorst meer tot ambassadeurs aan te wijzen, de krachten van ondernemers en gemeenten te bundelen en een gebiedsgerichte aanpak aan te houden kunnen we ervoor zorgen dat het dorp Staphorst een dag(deel)bestemming wordt en in de top-50 van leukste toeristische plaatsen in Nederland komt te staan.

2.2.5 Bereikbaar langs alle wegen

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0042.jpg"

Geen doel op zich

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0043.jpg"

Op het gebied van verkeer en vervoer gebeurt veel in Staphorst. Behalve dat de gemeente circa 406 kilometer wegen in beheer heeft, hebben we in de structuurvisie voor de kernen een ambitieuze visie neergelegd. De voorgestelde wijzigingen in de verkeersstructuur zorgen er voor dat Staphorst in de toekomst goed bereikbaar is. Bereikbaarheid is echter geen doel op zich. Het is een middel om er voor te zorgen dat beleidsdoelstellingen op andere thema's gerealiseerd kunnen worden. Daarbij gaat het om de volgende thema's.


Ligging in de regio

Logistiek gezien heeft een Staphorst een gunstige geografische ligging en maakt de gemeente deel uit van de logistieke hotspot Zwolle - Kampen. De geografische ligging ten opzichte van Zwolle en Kampen is op de kaart 'Ligging in groter verband' goed te zien. Vanuit deze regio is zowel het westen van het land (Randstad) via de A28 en de A50, het noorden van het land (Groningen en Leeuwarden) via de A28 en de A32 als Duitsland via de A28 en de A37 goed te bereizen.

Economische ontsluiting

Bedrijven vestigen zich op plekken waar efficiënte verbindingen zijn met partners, klanten en arbeid. Mensen willen graag wonen op plekken waar bedrijvigheid in de nabijheid is. En daar waar mensen graag willen wonen, ontstaan nieuwe initiatieven, hechte gemeenschappen en sociale cohesie. Om die reden is een goede economische ontsluiting belangrijk. Economische ontsluiting betekent meer dan zorgdragen voor goede infrastructuur. Het betekent ook aansluiting vinden in de regio - letterlijk, maar ook samenwerking met bijvoorbeeld de regio Zwolle. Iets concreter geformuleerd, betekent een goede economische ontsluiting van Staphorst dat:

  • De gemeente economisch gezien profiteert van de gunstige ligging ten opzichte van de 'North Sea Baltic Corridor';
  • De gemeente aansluiting zoekt bij de logistieke 'hotspot Zwolle - Kampen - Meppel' en kansen op het gebied van synchromodaliteit (denk daarbij bijvoorbeeld aan de havenontwikkeling Meppel) verzilvert.


Verkeersveiligheid

Sinds de invoering van het landelijke verkeersbeleid Duurzaam Veilig, is het aantal ongevallen in Nederland sterk afgenomen. Niettemin is verkeersveiligheid in elk gemeente een blijvend aandachtspunt. Naast een inrichting die voldoet aan de principes van duurzaam veilig, is ook de inzet op educatie en gedrag een belangrijk onderdeel in de aanpak om het aantal verkeersongevallen tot een minimum te beperken.


Verkeersintensiteiten

Het inwoneraantal en aantal bedrijven in Staphorst blijft de komende jaren toenemen. Inherent hieraan is een toename van de verkeersintensiteiten. De verkeersstructuur dient hier op toegerust te zijn.


Cultuurhistorie

De gemeente Staphorst herbergt een rijkdom aan cultuurhistorische schatten. Hoewel men grote waarde hecht aan functionaliteit, zijn de inwoners ook trots op de historie en traditie. Maatregelen op het vlak van verkeer en vervoer dienen de cultuurhistorische waarde waar mogelijk te versterken. Voorkomen moet worden dat bouw- en verkeerskundige ingrepen afbreuk doen aan cultuurhistorische elementen.


Duurzaamheid

In 2014 en 2015 is de gemeente Staphorst uitgeroepen tot de duurzaamste gemeente van Staphorst. In 2016 staat Staphorst derde op de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex. Het thema Duurzaamheid biedt aangrijpingspunten voor de versterking van de economie. Zo kan bijvoorbeeld ingezet worden op stimulering van circulaire economie, zoals door de restauratie van monumenten. Bij investeringen ten aanzien van verkeer en vervoer dient duurzaamheid een belangrijke rol te spelen.


De belangrijkste opgaven

Op basis van de hiervoor genoemde doelen van een goede bereikbaarheid en de manieren om dit te meten zijn de belangrijkste opgaven tot 2030 de volgende. Goede bereikbaarheid wordt hier vooral geschetst van buiten naar binnen. Maar ook de interne ontsluiting moet natuurlijk goed geregeld zijn. Het doel is bijvoorbeeld om vrachtverkeer uit het centrum te weren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0044.jpg"
Bereikbaarheid bedrijventerreinen

De bedrijvigheid en ondernemersgeest van Staphorst zijn een belangrijk fundament onder de samenleving. In de toekomst neemt de verkeersdruk toe. De verkeersafwikkeling op met name de Stovonde en Gemeenteweg zal naar verwachting verslechteren. Daarom moeten we zoeken naar een betere en efficiëntere ontsluitingsstructuur.


Verdeling van verkeer over het wegennet  

Verkeersonveiligheid ontstaat op plekken waar de functie, vorm en het gebruik van een weg niet met elkaar in overeenstemming zijn. Het primaire verkeersprobleem van Staphorst is dat wegen met een functie als erftoegangsweg - de Gemeenteweg, Oude Rijksweg en in mindere mate de J.C. van Andelweg - gebruikt worden alsof het wegen met een verkeersfunctie zijn, terwijl tegelijkertijd de wegen die wél ingericht zijn op de verkeersafwikkeling van doorgaand verkeer, niet als zodanig gebruikt worden. In het kader van verkeersveiligheid, leefbaarheid en de afbreuk die hiermee wordt gedaan aan het cultuurhistorisch karakter van het dorpslint, is dit een zeer ongewenst gebruik van het wegennet. De menging van doorgaand (zwaar) verkeer en langzaam verkeer op het dorpslint, en de hoge snelheid - de snelheidslimiet wordt ruim overschreden - zorgt voor een verhoogde kans op ongevallen met ernstige afloop. Hier willen we vanaf en daarom zal de structuur fundamenteel moeten wijzigen door de ontsluiting op de A28 te veranderen.

De kwaliteit van de verkeersafwikkeling op de Stovonde wordt vooral bepaald door het conflict tussen verkeer dat vanaf de noordelijke afrit komt met uitgaand verkeer naar A28 zuid en Rouveen en het ingaande verkeer (naar Gemeenteweg) in combinatie met uitgaand verkeer naar Noordelijke richting (Burg. Van de Walstraat). Met name de linksafbewegingen ná de Stovonde (voor verkeer dat linksaf slaat richting één van de opritten A28) zijn zeer bepalend. Richting 20wandelen30 nemen de verkeersintensiteiten op de Stovonde toe. De wachtrijen in de omgeving van de Stovonde zullen daarmee ook toenemen.

In Staphorst zijn er dus meerdere voorbeelden van situaties waarin de vorm, functie en gebruik niet met elkaar in overeenstemming zijn. Hierdoor ontstaat een onsamenhangend wegennet en wordt het steeds moeilijker uit te leggen waarom op plek A wel een bepaalde maatregel is toegepast, terwijl dat op plek B niet gebeurt.


Nieuwe aansluiting A28

Om het verkeer beter door te laten stromen en het verkeer op onder andere de Oude Rijksweg te verminderen zijn er plannen om de op- en afrit van de A28 te verplaatsen. De voorkeursvariant is een nieuwe afslag net onder het tankstation Dekkersland en ter hoogte van de J.J. Gorterlaan. Met name het vrachtverkeer krijgt hierdoor een meer directe route naar de bedrijventerreinen en hoeft niet meer door de kern Staphorst te rijden. Ook ontstaat door de nieuwe aansluiting op de A28 een goede verbindingsmogelijkheid met Rouveen. Daardoor trekken we verkeer van de Streek weg; dat hoeft niet meer via Staphorst. Ook IJhorst kan hierdoor sneller ontsloten worden.

Door het verleggen van de op- en afritten ontstaat een centrum waar naar verwachting minder (zwaar) verkeer zal doorstromen waardoor verblijven en ontmoeten wordt gestimuleerd. Het is ook beter voor de gezondheid nabij de oude afrit, omdat de fijnstofconcentratie en de geluidhinder waarschijnlijk zullen afnemen. De nieuwe op- en afrit ligt ver van de woonomgeving. Met andere woorden de nieuwe situatie is niet alleen goed voor de bereikbaarheid, maar ook voor de leefbaarheid

Wij merken overigens bij dit onderdeel op dat wij medio maart 2018 kunnen aangeven verder onderzoek te gaan doen naar de haalbaarheid van de voorkeursvariant waarbij wij ook de middenvariant Middenwolderweg in beschouwing nemen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0045.jpg"

Wandelen

Wij hebben hiervoor al aangegeven dat wandelen een belangrijke bijdrage aan de recreatie en de gezondheid levert. Wij streven daarom naar een zodanige inrichting van de openbare ruimte dat lopen/bewegen wordt gestimuleerd. Bij de verplaatsing van routes zal wandelvriendelijkheid hoog in het vaandel staan. Dit betekent onder andere dat we eventuele knelpunten - zoals gevaarlijke kruispunten met andere wegen - proberen op te lossen met als doel een aantrekkelijke èn veilige wandelinfrastructuur te creëren. Zo zullen wij er onder andere op toe zien dat bij de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur, woningbouwlocaties en bedrijfsterreinen barrièrewerking voor wandelaars voorkomen wordt. In plannen en initiatieven zullen wij rekening houden met de toeristische vaarwegen (BRTN), de landelijke fiets- en wandelroutestructuren (LAW en LF) en de provinciale netwerken voor fietsen, varen en paardrijden.


Spoorwegovergang J.J. Gorterlaan

De spoorwegovergang J.J. Gorterlaan wordt in de huidige situatie vooral gebruikt door verkeer van en naar IJhorst, Nieuwleusen en de N377. Het gaat om relatief lage intensiteiten. Door de realisatie van bedrijventerreinen de Bullingerslag aan de Oosterparallelweg, zullen er in de toekomst meer vrachtwagens van de spoorwegovergang gebruik maken. Deze is hiervoor onvoldoende geschikt en we denken na over korte termijn aanpassingen. Voor de lange termijn, bij de komst van een station, zal hier op aangeven van ProRail vanuit veiligheidsoverwegingen een ondertunneling moeten komen. Bij de korte termijnoplossing houden we hier alvast rekening mee.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0046.jpg"
Knooppunt Lankhorst

Wanneer het verkeer op de A28 als gevolg van de verbreding van de E233 toeneemt, nemen de afwikkelingproblemen toe. Voor de economische ontsluiting van de regio Zwolle is het van essentieel belang dat de doorstroming en verkeersveiligheid op dit knooppunt gewaarborgd blijft.


Verwezenlijken station

Staphorsters die in Zwolle of Kampen willen studeren (bijv. aan het Windesheim) zijn met de bus een uur onderweg. Wil je bijvoorbeeld in Utrecht of Groningen studeren, dan vormt de slechte verbinding een behoorlijke drempel. Daarnaast geven bedrijven op de Baarge en Esch aan dat jongeren hen slecht kunnen bereiken. Het gebrek aan een snelle en betrouwbare verbinding met het openbaar vervoer vormt daarmee een knelpunt ten aanzien van de economische ontsluiting en bereikbaarheid van scholing en werk. Vanuit de Industriële Contactclub Staphorst kwam het warme pleidooi om snel werk te maken van een nieuwe halteplaats.


Fietsinfrastructuur

De fiets is voor veel inwoners een laagdrempelig vervoermiddel. De opkomst van de elektrische fiets draagt hier aan bij. Het gebruik ervan is goed voor zowel de gezondheid als de duurzaamheid. In het kader van het koersdocument fiets van de provincie Overijssel wordt met gemeenten in noord west Overijssel een regionale fietsstrategie opgesteld. Bij deze strategie wordt gekeken hoe ontbrekende schakels tussen steden, dorpen en gemeenten ingevuld kunnen worden. We proberen verder het utilitaire netwerk zoveel mogelijk in samenhang te bezien met het recreatieve netwerk. Voor recreanten is het belangrijk een aantrekkelijke fietsverbinding tussen Staphorst en Olde Maten te realiseren, het liefst met een of twee 'stapstenen' of halteplaatsen ertussen. Een daarvan is op termijn logisch te situeren bij de zandwinningsplas.


Monitoring en evaluatie

De komende jaren zal, mede vanwege technologische ontwikkelingen, steeds meer informatie over verkeer & vervoer beschikbaar komen. Zo heeft samenwerking met het verbond van verzekeraars inmiddels geleid tot een adequatere ongevallenregistratie, kan de snelheid van voertuigen bepaald worden aan de hand van 'floating car data' en wordt in regioverband gewerkt aan een regionaal alcoholmeetnet. Door deze informatie periodiek op een rijtje te zetten, kan een objectieve beoordeling gegeven worden over de 'prestaties' van het verkeersnetwerk. Hierdoor kunnen we trends en ontwikkelingen signaleren en kunnen we actief en vroegtijdig bijsturen.

2.2.6 Verbinden van onderwijs en arbeidsmarkt

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0047.jpg"

Geschoolde vakmensen

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0048.jpg"

Goede verbindingen tussen bedrijfsleven en werknemers - een goed functionerende arbeidsmarkt - zijn een cruciale factor voor een economisch florerende gemeente. Staphorst is zoals gezegd van oudsher een ondernemende gemeente en de werkeloosheid is laag. Tegelijkertijd weten scholieren niet altijd de aansluiting met het bedrijfsleven te vinden. Veel jeugd leert niet door en gaat snel aan het werk, terwijl het bedrijfsleven zoekt naar geschoolde vakmensen. Het is bovendien van belang om in te spelen op veranderingen op de arbeidsmarkt, zoals de technologisering en flexibilisering van arbeid; in de komende jaren zal door automatisering en robotisering de vraag naar praktijkgerichte, maar goed opgeleide scholieren verder toenemen.


Aansluiting verbeteren

Een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs is dan ook een 'must'. Om dit voor elkaar te krijgen gaan we ons inzetten om meer bewustzijn te creëren onder jeugdigen en hun ouders. Dat betekent dat er een andere insteek moet worden gekozen dan de traditionele Staphorster gewoonte. Hierbij kan gedacht worden aan het organiseren van bedrijvenmarkten of carrièredagen door Staphorster bedrijven. Het is van belang dat die bewustwording ook tot het onderwijs en het bedrijfsleven doordringt. We moeten bovendien meebewegen met nieuwe technologieën.


Scholieren zijn de toekomst

Specifiek voor de vraag die leeft bij Staphorster bedrijven is de ambitie om iedereen minimaal MBO4 te laten halen. Wellicht dat de mogelijkheid om naar een soort Technasium te gaan veel leerlingen kan overhalen door te leren. Onderwijs is echter niet alleen voor belang voor het vinden van een baan, maar ook als de brede maatschappelijke ontwikkeling van jongeren tot volwaardige burgers.

We onderzoeken daarom de doorstroming naar het type vervolgonderwijs dat passend is bij het niveau van het kind. Om het onderwijsniveau op peil te houden gaan we samen met scholen in beeld brengen wat de gevolgen zijn van de Wet Passend Onderwijs.


Maatschappelijk verantwoord ondernemen

We stimuleren sociaal werkgever- en ondernemerschap door het faciliteren van de kwetsbare, en sociaal zwakkere in de samenleving, maar ook maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO); korte lijnen tussen onderwijs en ondernemerschap zijn hier onderdeel van.

De gemeente treedt op als brug tussen bedrijven en scholen en stimuleert zo samenwerking in het sociaaleconomisch beleid.

Door overheden, bedrijven en ook kennisinstellingen optimaal met elkaar te verbinden (dit wordt ook wel 'triple helix' genoemd) kunnen we maximaal bijdragen aan de cruciale verbindingen tussen bedrijfsleven en werknemers.


Regiocampus

We willen dit ook in regionaal verband doen en zo bijdragen bij aan een vitaal woon-, werk- en vestigingsklimaat in Zuidwest-Drenthe en Noordwest-Overijssel. Hiervoor is de Regiocampus ontwikkeld. Dit is een fysieke plek voor leren, werken en vernieuwen. Professionals en studenten van bedrijven en instellingen uit alle sectoren werken hier samen in creatieve, innovatieve projecten en proeftuinen.

2.2.7 Versterken van sociale cohesie en integratie

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0049.jpg"

Gezonde en dynamische samenleving

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0050.jpg"

Zingeving, meedoen en kwaliteit van leven zijn alle onderdeel van positieve gezondheid. In deze paragraaf gaan we dieper op deze elementen in, omdat hier 'voor elkaar' vaak letterlijk geldt. We streven naar een lokale samenleving waarin iedereen vanuit zijn kracht en mogelijkheden mee kan doen en waarin burgers verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor het leefbaar houden van hun omgeving. Het beleid is erop gericht dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving.


Met en voor elkaar

We waarderen het werk van onze mantelzorgers en de vrijwillige thuiszorg. Zij zijn onmisbaar en de komende jaren zetten we in op PR en bekendheid om ondersteuningsmogelijkheden te vergroten. In een krachtige samenleving kan namelijk meer worden gedaan met de inzet van vrijwilligers. Voor zover problemen kunnen worden opgepakt door tussenkomst van vrijwilligers, is het gebruik maken daarvan te verkiezen boven professionele zorg. De kwaliteit mag hierdoor echter niet wezenlijk onder druk komen te staan. Ondersteuning en achtervang door professionals is (soms nog) wel noodzakelijk.


Gemeente en samenleving

In de gemeente Staphorst gaan we op zoek naar vormen van dienstverlening waarbij professionals en vrijwilligers elkaar aanvullen. We leggen hierbij het accent op algemene voorzieningen als oplossing, en niet op maatwerkvoorzieningen. Maatwerkvoorzieningen zijn veelal gebonden aan indicatiestelling en specialistische hulp. Dit maakt zorg duur; mogelijk kunnen algemene voorzieningen vaker een oplossing zijn.


Eigen kracht

Maar ook de eigen kracht van de inwoner staat centraal. Inwoners en hun sociale omgeving hebben eigen mogelijkheden en een eigen verantwoordelijkheid om problemen op te lossen. Dit is ten dele al zichtbaar in de dagelijkse praktijk; de burenplicht is in belangrijke delen van onze lokale samenleving een vanzelfsprekend begrip. Waar de eigen mogelijkheden niet toereikend zijn, kan de overheid helpen met een oplossing. Dat hoeft niet vanzelfsprekend een overheidsvoorziening te zijn.


Participatie

Participatie heeft een positieve invloed op de zelfredzaamheid van inwoners en op de sociale cohesie in dorpen en wijken. Voor mensen die het echt nodig hebben bieden wij een effectieve ondersteuning. Dit willen we bereiken door samenwerking en vanuit een integrale (sociaal-domeinbrede) aanpak. Bij de participatiewet richt de gemeente Staphorst zich op het in samenhang brengen van de beleidsvelden re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie, waarbij de nadruk op toeleiding naar werk ligt.


Meedoen

Mee kunnen doen betekent ook dat we vereenzaming van ouderen tegen moeten gaan. We zetten dan ook in op samenwerking tussen overheid en kerken, sport en culturele voorzieningen. We willen dat iedere inwoner van de gemeente deelneemt aan de samenleving en maatschappelijke activiteiten. Dit past in een participatiesamenleving (verantwoordelijkheid nemen in individualistische samenleving). We versterken de lokale burgerkracht. We zetten in op het creëren van ontmoetingsplekken, bijvoorbeeld door de ontmoetingsfunctie in het centrum van Staphorst te vergroten. Zo bevorderen we ontmoeten en de integratie van verschillende groepen inwoners. Het gezamenlijk wonen van jongeren en ouderen in één woongebouw - zoals een appartementencomplex - blijkt succesvol te zijn in den lande. Wij zien dat voor Staphorst ook als goede mogelijkheid, bijvoorbeeld in het centrum.

De komst van nieuwkomers uit het buitenland werkt door in het onderwijs (op openbare scholen stijgt het percentage leerlingen van niet-Nederlandse komaf met 25%), de huisvesting, de arbeidsmarkt en sociale cohesie. Het snel leren van de taal is essentieel voor het goed integreren van nieuwkomers. De inzet van vrijwilligers hierbij blijkt succesvol te zijn.


Meer samenleving, minder overheid

Initiatieven hoeven niet vanzelfsprekend van de overheid te komen. Via particuliere initiatieven kan ook veel tot stand worden gebracht. De taak van de overheid is het dan om deze initiatieven te faciliteren waarbij het behoud van cohesie van de plaatselijke samenleving een randvoorwaarde is. Daarbij zijn de verschillende levensbeschouwelijke identiteiten een gegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0051.jpg"
Maatwerk

Het is de opgave van de gemeente, als overheid die het dichtst bij de burger staat, de dienstverlening zo te organiseren dat het voor zowel inwoners als voor marktpartijen duidelijk is hoe de verantwoordelijkheden liggen. Bovendien moet het streven gericht zijn op de effectiviteit van de oplossing en niet op de regels. Bieden van maatwerk en ruimte voor de professional zijn uitgangspunt.


Integrale aanpak

Kwetsbare burgers hebben vaak problemen op meerdere gebieden. Eén van de redenen om de voorgenomen taken te decentraliseren en bij de gemeentelijke overheid onder te brengen is de mogelijkheid dat daarmee de kans op een integrale aanpak van de (multi-)problemen wordt vergroot. De dienstverlening zal zoveel als mogelijk zodanig georganiseerd moeten worden dat de problemen dan ook in samenhang beoordeeld kunnen worden. Deze uitgangspunten zijn bepalend voor de keuze en de invulling van een aantal actuele onderwerpen in het sociaal domein die vragen om een gezamenlijke, integrale aanpak.


Werk

De gemeente Staphorst streeft er naar dat zoveel mogelijk inwoners naar eigen vermogen participeren en voorzien in hun eigen inkomen. Werk staat daarbij voorop. Alle inzet is er op gericht om burgers te laten participeren door middel van werk, uit de uitkering te laten stromen of minder uitkeringsafhankelijk te laten zijn door een deel van hun inkomen naar vermogen zelf te laten verdienen.


Woonservicegebieden

Het streven is om de dienstverlening letterlijk zo dichtbij mogelijk te organiseren. Dit heeft te maken met de laagdrempelige toegang, maar dan kunnen oplossingen ook het best aansluiten bij de eigen wereld van de inwoner. Daarnaast en daarbij kunnen we aansluiten bij initiatieven, activiteiten en voorzieningen die in de dorpen aanwezig zijn en nog ontstaan. Ook hierbij is het behoud van cohesie in de plaatselijke samenleving een randvoorwaarde. De ontwikkeling van de woonservicegebieden sluit hier goed op aan.

  • In Staphorst moeten we het woonservicegebied nog verder ontwikkelen. De voorzieningen in de Berghorst zijn uitgebreid, waardoor hier ook aanbod is, dat vooral is gericht op ontmoeten. Wat we voor Staphorst nog beter willen doen is partijen meer laten samenwerken. Dit wordt meegenomen met het onderzoek naar het nieuwe gemeentehuis, waarbij tevens een nieuw dienstencentrum/ wijkservicecentrum betrokken wordt.
  • Het woonservicegebied Rouveen heeft gestalte gekregen via de herontwikkeling Triangellocatie Rouveen, waarbij we zijn uitgegaan van woningbouw voor starters en ouderen met zorgvoorziening en een kinderdagverblijf. Samen met Stichting Welzijn Staphorst hebben we gezocht naar combinaties in activiteiten voor ouderen en kinderen.
  • IJhorst krijgt een eigen 'huiskamer' voor ontmoeting en maatschappelijke voorzieningen. Samen met de gemeente, provincie, maatschappelijke organisaties, verenigingen, ondernemers en bewoners maken we werk van het behoud en verbetering van sport-, welzijns- en horeca-activiteiten en voorzieningen. We organiseren met elkaar activiteiten voor jong en oud met speciale aandacht voor zorg, basisonderwijs, kinderopvang en uitwisseling van onderlinge (vrijwillige) diensten en kennis van dorpsbewoners. We vinden het wenselijk dit zoveel mogelijk te clusteren in een duurzame multifunctionele voorziening op een centrale plek in het dorp. Dat biedt de meeste mogelijkheden voor samenwerking en een toekomstbestendige exploitatie. Deze huiskamer bouwen we vanaf 2017 samen op.

Samenwerking in de gemeente

We zetten in op het versterken van de verbinding van het maatschappelijk middenveld (waaronder welzijnsinstellingen, vrijwilligersorganisaties, verenigingen en kerken) en de (toegang tot) de zorg. We ondersteunen ook vrijwilligers, en zetten ons in op de doorontwikkeling van advies- en participatieraden. Die samenwerking maakt het ook mogelijk om ons te blijven richten op vroegtijdige signalering. Dat geldt voor problemen op de arbeidsmarkt (participatie), jeugd (goede contacten met school) en Wmo-zorg. Op die manier wordt voorkomen dat in een later stadium duurdere hulp nodig is.

Samenwerking in de regio

Maar niet alleen de samenwerking binnen het dorp is van belang. Om het dorp in de toekomst vitaal te houden is namelijk een bredere samenwerking nodig. Denk aan de samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van welzijn, wonen, onderwijs en zorg, organisaties die zich bezighouden met toerisme, recreatie en natuurbehoud in de regio, en ondernemers organisaties in de regio om samen in te zetten voor digitale bereikbaarheid. Verder is samenwerking met de provincie en de omliggende gemeenten van groot belang omdat veel vraagstukken, zoals rondom woningbouw, bedrijvigheid en duurzaamheid, regionaal van aard zijn. Een goede onderlinge afstemming is van groot belang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0052.jpg"

2.2.8 Positieve gezondheid

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0053.jpg"

Positieve gezondheid

We hebben als doelstelling beleid voortaan integraal te ontwikkelen. Daarom is het heel belangrijk om gezondheid ook integraal te bekijken. Positieve gezondheid biedt hiervoor een heel goed platform, omdat het ingaat op alle aspecten van gezondheid. Bovendien maakt het echt werk van de gedachte voorkomen is beter (en veel goedkoper voor de maatschappij) dan genezen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0054.jpg"

Lichaamsfuncties

Een goede lichamelijke gezondheid is een groot goed. De gezondheid van Nederlanders in het algemeen en Staphorsters in het bijzonder is relatief goed. Dat is misschien ook de reden dat tijdens het participatietraject voor de omgevingsvisie aan het onderwerp 'gezondheid' weinig belang werd gehecht waar de gemeente mee aan de slag moet. Maar als je aan iemand persoonlijk vraagt wat belangrijk is in het leven, dan zal gezondheid hoogstwaarschijnlijk wel als een van de eerste onderwerpen worden genoemd.

De gezondheid kan ook beter. Deze staat namelijk onder druk van diverse fysieke en sociale factoren. In Nederland geeft roken de grootste ziektelast, wat wordt uitgedrukt in DALY's (verlies aan gezonde levensjaren). Een ongezond milieu - onderdeel van de fysieke leefomgeving - komt op de tweede plaats. Het grootste deel daarvan wordt door luchtverontreiniging door verkeer veroorzaakt. De gezondheidsschade die veroorzaakt wordt door het inademen van vervuilde lucht is goed vergelijkbaar met het effect van het meeroken van sigaretten. In Nederland roken we gemiddeld 5,3 sigaretten per dag mee; in Staphorst is dit 4,2. Verontrustend is dat meer dan 99% van de gezondheidsschade komt door blootstelling onder (of binnen) de norm.

De vraag hierbij is telkens wat je als individu kunt beïnvloeden en wat als overheid. Het terugdringen van de invloed van de A28 lijkt moeilijk, maar het terugdringen van het lokale autogebruik is wel een goede doelstelling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0055.jpg"

Tweedeling

Er blijkt een relatie te zijn tussen opleidingsniveau en een gezonde levensverwachting. Dit is zorgelijk vanwege het grote aantal (gezonde) levensjaren dat dit scheelt (20), maar ook omdat de kans aanwezig is dat (bij ongewijzigd beleid) de tweedeling groeit. Overgewicht is een trend van de laatste jaren. Nu al heeft 57% van de Staphorsters een chronische aandoening.

Vroegtijdig signaleren

Op sociaal vlak willen we in een pril stadium kunnen ingrijpen als het mis dreigt te gaan. Preventie is immers de beste zorg. Van jong tot oud zetten we in op het signaleren van problemen. Dit gebeurt door onder andere de inzet van jeugdhulp, CWO, seniorenbezoekers, kerken, huisartsen en wijkverpleegkundigen.

Met preventie en vroegtijdige signalering voorkomen we dat later duurdere en/of zwaardere ondersteuning nodig is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0056.jpg"
Kwaliteit van leven en zingeving

Jongeren gezond

We willen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren tot volwassenen die zelfstandig, gelijkwaardig en actief deelnemen aan de maatschappij uitgaande van eigen talenten, verantwoordelijkheid en mogelijkheden. Uitgangspunt daarbij is meer inzet op preventie om duurdere vormen van zorg te voorkomen.

Staphorst is landelijk gezien één van de jongste gemeenten. Daarom hebben we meer aandacht voor bovenwijkse voorzieningen (speelvelden) en voorlichting (gezonde voeding, leefpatroon, en alcohol). Inzetten op een beweegvriendelijke omgeving is een wezenlijke maatregel om de gezondheid fysiek te bevorderen. Het is in dit verband van belang om bij nieuwbouw voldoende ruimte te reserveren voor groen en openbare ruimte, die vervolgens ook speel-, spel- en beweegvriendelijk moet worden ingericht. Ruimte voor ontmoeting is hierbij ook essentieel.

We zetten daarnaast in op een blijvende verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp, door bijvoorbeeld een pilot dyslexiezorg en de inzet van ambulante begeleiding in lokaal toegangsteam. We zoeken ook de verbinding tussen speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.


Ouderen vitaal

We zorgen voor goede voorlichting over een gezonde leefstijl en gezond oud worden. We anticiperen op de toenemende vergrijzing, die in 2030 met 60% toegenomen zal zijn. Een beweegvriendelijke omgeving is niet alleen voor jongeren van belang, maar ook voor ouderen. Daarom zijn ommetjes vanuit de wijken goed om toe te voegen en beweegmogelijkheden in de openbare ruimte. Voor een goede kwaliteit van leven op hogere leeftijd zijn het bestrijden van eenzaamheid en het leven lang leren belangrijke pijlers. Hier werken we aan onder meer door ruimte voor ontmoeting te creëren, zowel in de buitenruimte als in gebouwen.


Sociaal-maatschappelijk participeren: Voor elkaar en met elkaar

De gemeente wil problematische schulden onder de inwoners voorkomen. We zetten in op preventieve maatregelen en schuldhulpverlening en nazorgtrajecten om (weer) problematische schuldsituaties te voorkomen. We verlangen wel een tegenprestatie van inwoners met een gemeentelijke uitkering.

Daarnaast moet ook mantelzorg fysiek mogelijk worden gemaakt door ruimte te bieden aan mantelzorgers om bij hun hulpbehoevende te wonen of andersom.

We stimuleren pleegzorg en/of hulp binnen het eigen netwerk. Het uitgangspunt hierbij is: hulp in de nabije leefomgeving van het gezin.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0057.jpg"

2.2.9 Duurzaam voor elkaar

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0058.jpg"

Van groot naar klein

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0059.jpg"

Het is inmiddels duidelijk dat als we op dezelfde weg doorgaan als we de afgelopen decennia hebben gedaan, dit desastreuze gevolgen heeft voor het klimaat en daarmee voor onze aarde. De toekomst van volgende generaties zetten we daarmee op het spel. In 2016 hebben wereldleiders in Parijs een historisch akkoord gesloten over duurzaamheid. Dit is historisch omdat zo veel landen in de wereld gezamenlijk vergaande maatregelen hebben afgesproken om klimaatverandering te beteugelen. De verwachting is dat op Europees niveau deze transitie nog sterker zal worden, nu de Verenigde Staten van Amerika zich hebben teruggetrokken uit het akkoord.

Dit moet natuurlijk doorwerken op alle niveaus, ook die van de gemeente. Onze gemeenteraad heeft het als doel gesteld om te zorgen dat Staphorst in 2050 volledig energieneutraal is. Dat houdt in dat we in 2050 binnen onze gemeentegrenzen net zoveel duurzame energie opwekken als dat we verbruiken. Er is flink wat voor nodig om deze ambitie te halen. Niet alleen moet er veel meer hernieuwbare energie opgewekt worden, maar ook moet er stevig ingezet worden op energiebesparing.


Niet nieuw

Staphorst is al twee keer de duurzaamste gemeente van Nederland geweest. In dit verband wordt duurzaamheid gezien in de breedste zin van het woord; het gaat ook over sociale en economische duurzaamheid. Hierin scoort Staphorst hoog. Juist het thema energie en duurzaamheid is laag. Daarom wordt de ambitie op dit thema verhoogd. In de omgevingsvisie hebben we duurzaamheid vertaald naar drie kernkwaliteiten; gezonde en dynamische samenleving, verantwoord vernieuwen en innovatieve plattelandseconomie. Staphorst heeft de ambitie om ook de komende jaren tot de duurzaamste gemeenten van Nederland te behoren. In dit hoofdstuk komt de energetische duurzaamheid aan bod. Het doel om in 2050 energieneutraal te zijn, is zoals gezegd zeker geen gemakkelijke opgave.


Los van het aardgas

Om deze doelstelling te halen gaan we zo veel mogelijk woningen en bedrijven energieneutraal bouwen. Nieuwbouwwoningen worden zo veel mogelijk 'aardgasloos' - dus zonder aansluiting op het gasnet - gebouwd. Dit alles past goed bij de van oudsher autarkische instelling van de Staphorster. Energie krijgen deze woningen van de duurzaam opgewekte energie in het energielandschap en elders in de gemeente, zoals van zonnepanelen, windturbines en aardwarmte. Op die manier wordt Staphorst zo veel mogelijk zelfvoorzienend. Verder gaan we bestaande woningen bij renovatie loskoppelen van het gasnet. Hierover maken we prestatieafspraken met de woningcorporatie. In het buitengebied zijn weer andere oplossingen denkbaar, zoals het plaatsen van kleine windmolens op het erf.


Besparing

Een andere belangrijke manier om onze energiedoelstelling te behalen is door te zorgen dat we minder energie verbruiken. We gaan mee met de technologische ontwikkelingen en zoeken naar slimme manieren om minder energie te verbruiken. Zo kunnen we bijvoorbeeld restwarmte van industrie gebruiken en inwoners en bedrijven stimuleren op energiebesparende maatregelen te nemen.

Door in te zetten op energiebesparende maatregelen zorgen we voor meer comfort en warmte in de woning. Tegelijkertijd wordt er bespaard op de energierekening en wordt er meer bewustzijn gecreëerd. Ook wordt de lokale werkgelegenheid gestimuleerd en hoeft er binnen de gemeente relatief minder duurzame energie opgewekt te worden om uiteindelijk klimaatneutraal te worden.


Energieopwekking en infrastructuur

De transitie van fossiele naar duurzame energie is op dit moment in volle gang. We volgen de ontwikkelingen op de voet. Naast besparen gaan we ook meer duurzame energie opwekken binnen de gemeente.. Waar mogelijk gaan we zelf onze duurzame energie opwekken en opslaan om pieken in energieverbruik op te vangen. We maken vooralsnog geen gebruik van technieken die niet bewezen zijn of kleinschalig toepasbaar, zoals het opslaan van CO2 onder de grond.

We vinden het belangrijk om zelf de regie in handen te houden en te zorgen voor een zo breed mogelijk draagvlak voor duurzaamheidsoplossingen. Daarnaast mag er geen overlast ontstaan en zorgen we dat de opbrengsten uit windmolens en zonnepanelen ten goede komt aan de lokale samenleving. Aan de hand van technologische ontwikkelingen en nationaal en provinciaal beleid beweegt de gemeente mee met de ontwikkelingen ten aanzien van duurzaamheid. We houden ons aan de gemeentelijke doelstelling om in 2050 energieneutraal te zijn, maar hoe we deze doelstelling bereiken is afhankelijk van omstandigheden en ontwikkelingen, waarop we willen kunnen inspelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0060.jpg"
Windenergie

Op dit moment telt Staphorst drie windturbines. Deze worden gemoderniseerd zodat ze tot 50% meer energie gaan opleveren. We vinden het belangrijk om zelf de regie te houden op het gebied van windenergie, zeker omdat uit de participatie is gebleken dat de bouw van nieuwe windturbines voor de inwoners van Staphorst een punt van discussie is. De provincie Overijssel heeft een zoekgebied voor nieuwe windturbines vastgesteld in het zuiden van de gemeente. Gelet op het amendement van de raad en de kritische houding van de burgers over dit onderwerp, zal nader onderzocht worden of er andere geschikte locaties zijn buiten het zoekgebied en het energielandschap. Voor zowel de plaatsing van nieuwe turbines als de upgrading van de bestaande turbines geldt vooralsnog het amendement van de raad ten aanzien van het coöperatief zijn, voldoende draagvlak en het beperken van overlast.

Zonneweides

Het hoofddoel voor het duurzaam energielandschap, dat rondom de bestaande windturbines ligt (en in de paragraaf 'Ondernemend Staphorst' al aan de orde is geweest) is een energielandschap te creëren, dat voor een groot deel kan voorzien in de behoefte energieneutraal te zijn in 2050. Zonneweides zijn hier landschappelijk en cultuurhistorisch gezien logischer dan in het Slagenlandschap of in het Elzensingellandschap. Ook kan hier ruimte gezocht worden voor de opslag van energie, om pieken in energieverbruik op te vangen. Hierin wil de gemeente faciliteren. Zonneweides mogen echter niet ten koste gaan van goede landbouwgrond. We combineren waar mogelijk zonneweides met het houden van kippen of schapen, om de grond zo efficiënt mogelijk te benutten. Daarnaast houden we rekening met bestaande bedrijvigheid die uiteraard geen hinder mag ondervinden van de nieuwe inrichting van het gebied.

Kleine schaal
Maar ook op kleinere schaal zorgen we voor duurzame energie. Agrariërs mogen kleine windmolens plaatsen. We gaan bovendien voldoende laadpalen plaatsen voor het opladen van elektrische auto's. Daarnaast zetten we in op biovergisting en mestkraken4 als belangrijk onderdeel van hernieuwbare energieopwekking en waardecreatie van grondstoffen.

Duurzaam wonen

De toekomst van de aarde is een belangrijke drijfveer, maar niet de enige. Dichter bij huis geldt dat het wegens een stijgende energieprijs mogelijk is om kosten te besparen; het loont om duurzaamheids-maatregelen te nemen. Daarom stellen we ons als doel dat in 2020 45% van de woningvoorraad minimaal energielabel B heeft. Daarbij kunnen we het concept 'De Nul op de Meter woningen' aanmoedigen, waarbij woningen door slimme aanpassingen volledig energieneutraal worden gemaakt. Verder stimuleren we vergroening in de wijken, te beginnen in de tuinen, zodat grote regenbuien beter kunnen worden opgevangen. Energielabel B wordt nu in de prestatieafspraken met Vechthorst toegepast. Voor de particuliere voorraad hanteren we het bouwbesluit, maar we gaan in het kader van het omgevingsplan onderzoeken of initiatiefnemers meer mogen uitbreiden zodra ze meer vergroenen en verduurzamen.

… ook in monumenten

In de gemeente Staphorst staan veel monumentale boerderijen. Het is vanwege de monumentale waarde vaak lastiger deze woningen energieneutraal te maken dan een nieuwe woning. Door samen te werken en waar mogelijk subsidie te verlenen kunnen we ook deze gebouwen energieneutraal krijgen. We gaan samen met monumenteigenaren om de tafel om hun monument op verantwoorde en betaalbare wijze te verduurzamen. We gaan ook onderzoek doen naar energiebesparende verbouwingen van monumenten (inpandig). Op dit moment loopt er een pilot van de provincie Overijssel over het verduurzamen van monumenten. Deze pilot wordt op onderdelen voortgezet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0061.png"

Duurzame dorpen

Om de doelen echt tastbaar te maken, richten we 'duurzame dorpen' op. Deze dorpen - digitale platformen - hebben als ideaalbeeld dat in 2020 in iedere kern mensen duurzame ideeën delen, elkaar inspireren, samenwerken en duurzame doelen bereiken. Dit kan gaan over het isoleren van woningen, maar ook met het samen duurzaam opwekken van energie via een eigen energiecoöperatie of het collectief inkopen van zonnepanelen.


Groene plattelandseconomie

Een belangrijke bijdrage in de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente Staphorst kan geleverd worden door de bedrijven. We richten een bedrijvenconsortium op zodat bedrijven op het vlak van duurzaamheid met elkaar gaan samenwerken. Het consortium zorgt voor meer innovatie, ideeën en kan energievoorzieningen met elkaar koppelen.

We stimuleren alle nieuwe bedrijven hun daken met zonnepanelen bedekken. Er zijn nu al fraaie oplossingen die geïntegreerd kunnen worden en dat zal alleen maar toenemen.

We stimuleren ook dat alle daken van bestaande bedrijven met zonnepanelen worden bedekt. Zo kunnen de bedrijventerreinen een gigantische leverancier van groene stroom worden. Andersom leveren de klimaatdoelstellingen, zoals het isoleren en renoveren van woningen ook extra werkgelegenheid op voor lokale aannemers en bouwbedrijven.


Het goede voorbeeld

Als gemeente moeten we natuurlijk het goede voorbeeld geven. Daarom gaan we onze gemeentelijke vastgoedvoorraad in de komende jaren duurzaam verbeteren. Dit doen we op 'natuurlijke' momenten. Dat wil zeggen dat we ons vastgoed gaan verduurzamen op het moment dat onderhoud of renovatie gepland staat. Op die manier kunnen we op een zo efficiënt mogelijke manier werken aan klimaat- en energieneutrale gebouwen. We onderzoeken de mogelijkheden voor het bedekken van de daken van gemeentelijke instellingen met zonnepanelen, waaronder het gemeentehuis, met oog voor totaalpakket aan groene alternatieven voor energie. In het onderzoek wordt ook het huidige dienstencentrum meegenomen. We zorgen voor een duidelijke en stimulerende communicatie over dit project om het echt als voorbeeld uit te venten.


Bewustwording en voorlichting

Een goede voorlichting is heel belangrijk om iedereen bewust te maken van de mogelijkheden die er zijn om mee te doen aan de verduurzaming. De gemeente Staphorst ziet het als haar taak om hét loket te zijn voor informatievoorziening over duurzaamheid. Met het loket 'Duurzaam Wonen Staphorst' dragen we onderwerpen zoals 'Warme Truiendag, de 'Nacht van de Nacht', duurzaamheid in het onderwijs en gerichte duurzaamheidscampagnes uit. Ook zetten we in op het in kaart brengen en bestrijden van energiearmoede.

Hierdoor ziet de burger de gemeente Staphorst als een klantgerichte dienstverlener en als een betrouwbare en betrokken organisatie waar hij of zij welkom is. De dienstverlening wordt door de burger als professioneel, kwalitatief goed, efficiënt en effectief ervaren.

Verder gaan we de samenwerking aan met het regionale kennispunt energie en duurzaamheid.


Besparing auto's

Een grote energiebesparing is de transitie van brandstofauto's naar elektrische auto's. Een deel van de A28 loopt immers door Staphorst. Hier hebben we als gemeente weinig invloed op, maar het energieverbruik van de snelweg wordt wel meegenomen in de gemeentelijk statistieken. De A28 neemt 43% van het huidige totale energieverbruik in Staphorst voor zijn rekening. Dit is een aanzienlijk percentage. Maar omdat het hier verkeer betreft, betekent dit ook dat de potentie voor energiebesparing enorm is.


Tot slot

Alle maatregelen bij elkaar, die schematisch in de onderstaande figuur zijn weergegeven, moeten leiden tot een energieneutraal Staphorst in 2050. Enerzijds wordt deze doelstelling gehaald door energiebesparende maatregelen. Anderzijds door duurzame opwekking van energie. Naar de huidige maatstavenmaatstaven en externe invloeden daar gelaten kan een beeld worden geschetst van het huidige verbruik en de mogelijkheden aan duurzame opwekking. Let wel; het is slechts ter illustratie en indicatief. We kunnen afhankelijk van het draagvlak of nieuwe ontwikkelingen en technologieën onze uitgangspunten bijstellen. Minder molens betekent bijvoorbeeld meer aandacht voor besparing en het zoeken naar andere vormen van opwekking. Door het goede voorbeeld te geven wil de gemeente een handreiking bieden naar andere initiatiefnemers, om gezamenlijk tot een duurzaam Staphorst te komen. Initiatieven van pioniersfase naar realiteit brengen is hierbij essentieel in het aanjagen van de energietransitie.

2.3 Visiekaart

In dit hoofdstuk hebben we op basis van bestaande identiteiten en kernkwaliteiten een fysiek en sociaal raamwerk opgesteld. We hebben vervolgens een koers geformuleerd, aan de hand waarvan we per thema richting hebben gegeven aan toekomstige ontwikkelingen, die passen bij de sfeer en identiteit van het gebied. Het raamwerk en de verschillende ontwikkelingen vormen samen de integrale omgevingsvisie. Dit is verbeeld op de integrale omgevingsvisiekaart. De omgevingsvisiekaart is gefundeerd op bestaande kwaliteiten per deelgebied, vigerend beleid en lopende plannen (vlakken) en voegt daaraan enkele nieuwe keuzes toe (symbolen, pijlen en arceringen). Het is belangrijk vast te stellen dat de omgevingsvisiekaart geen bestemmingsplankaart is en dat deze geen ontwikkelingen onwrikbaar vastlegt. Anderzijds is wel een duidelijke richting die het bestuur van de gemeente bindt. Afwijken kan, maar dan wel goed gemotiveerd. Die hoofdlijnen van beleid gaan we verder uitwerken in het omgevingsplan en programma's. De raad kan periodiek (bijvoorbeeld ieder jaar) het uitvoeringsprogramma opnieuw vaststellen. Dit kan mede op basis van woningbouwmonitoring en ontwikkelingen in de uitvoering. Mogelijk heeft dit ook gevolgen voor de omgevingsvisiekaart die dan ook zal moeten worden aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0062.jpg"

Hoofdstuk 3 UITVOERING

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0063.jpg"

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk geven we aan hoe we omgaan met de uitvoering van de visie en beschrijven we hoe we de visie denken te realiseren. We doen dit aan de hand van de paragrafen 'Monitoring, aanvulling en herziening', 'Ontwikkelingen' en 'Grondbeleid'. Onder Monitoring, aanvulling en herziening gaan we in op de betekenis van de Omgevingswet voor de uitvoering.
Onder ontwikkelingen beschrijven we de diverse uitwerkingen die we bij de visie gaan opstellen en geven we aan hoe we omgaan met het actualiseren van de visie. Verder hebben we een projectenmatrix opgenomen. In deze matrix hebben we inzichtelijk gemaakt welke acties voortvloeien uit de visie, wat de rol van de diverse betrokken partijen is en hoe we deze projecten denken te realiseren. Deze paragraaf is uiteraard samengesteld op basis van de huidige kennis en stand van zaken van initiatieven. Ook de projectenmatrix kan worden herzien wanneer dat nodig is.


afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0064.jpg"

In de paragraaf Grondbeleid geven we met spelregels aan onder welke financieel-economische voorwaarden ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. We beschrijven welke rollen wij als gemeente (kunnen) vervullen in het gebiedsontwikkelingsproces. We geven aan hoe we omgaan met verwerving van gronden en gronduitgifte. Ook lichten we de mogelijke samenwerkingsverbanden met marktpartijen toe. Tot slot gaan we in op de financiële aspecten van het grondbeleid voor Staphorst. Deze paragraaf vervangt de Nota Grondbeleid 2014-2017 en geeft invulling aan artikel 212 van de Gemeentewet. Op grond van dit artikel herzien we deze paragraaf ten minste ééns in de vier jaar.

3.2 Monitoring, aanvulling en herziening

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0065.jpg"

Elke dag vers

Deze omgevingsvisie is de eerste visie die we in Staphorst vooruitlopend op de Omgevingswet hebben opgesteld. We hebben daarmee nu geen blauwdruk willen neerleggen waarmee we tot 2030 vooruit kunnen. Wel willen we koers bepalen en snel kunnen schakelen als dat nodig is. Verder is er geen wettelijke actualiseringtermijn meer (zoals wel bij structuurvisie en bestemmingsplannen altijd het geval was). Op enig moment zullen we tot de conclusie komen dat een bepaald thema nog onvoldoende is uitgewerkt of dat de situatie voor een gebied dusdanig is veranderd dat herziening van de visie nodig is. In de geest van de Omgevingswet moet de omgevingsvisie 'elke dag vers' gehouden worden. Dit is in de praktijk niet werkbaar. Wij denken dat een actualiseringscyclus van een jaar - dus de raad stelt elk jaar het stuk geactualiseerd opnieuw vast - werkbaar is en de omgevingsvisie voldoende scherp en bij de tijd houdt. Elke vier jaar zal wegens juridische verplichtingen het grondbeleid (voormalige Nota Grondbeleid) herzien worden.

Elk half jaar zal het college de raad op de hoogte brengen van actuele ontwikkelingen rondom de omgevingsvisie. Allereerst beschrijven we verderop in dit hoofdstuk al diverse onderwerpen en aandachtspunten waar we de komende tijd mee aan de slag gaan.

Een belangrijk ijkpunt is vervolgens het jaar 2021. Op dat moment treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking . Als Staphorst hebben we dan een actueel planologisch kader en kennen we de finesses van de Omgevingswet. De komende jaren tot 2021 zijn dan ook een goede fase om te oefenen met de jaarlijkse actualisering voordat de wet in werking treedt. Bijzondere aandacht bij het herzien van de omgevingsvisie vraagt de verdere integratie van de 'niet-traditioneel' ruimtelijke beleidsvelden binnen de kaders van de omgevingsvisie. De sociaal-maatschappelijke thema's zitten al in deze omgevingsvisie, maar die integratie moet ook in de praktijk worden gebracht. Het integraal werken binnen de gemeente zal meer gestalte moeten krijgen. We gaan onderzoeken of programmasturing hierbij kan helpen.

Omgevingsplan

Belangrijk is ook de bepaling in de Omgevingswet dat een gemeente één omgevingsplan kent. Dit betekent in principe dat het systeem zoals we dat nu kennen, verschillende bestemmingsplannen voor de dorpen en het buitengebied, niet meer aan de orde zal zijn. Ook alle verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, zullen in het omgevingsplan moeten worden opgenomen. Het omgevingsplan is het enige kerninstrument uit de Omgevingswet dat de burger direct bindt. De omgevingsvisie bindt alleen het bestuur.

Deze Omgevingsvisie is zodanig opgesteld dat de stap naar het Omgevingsplan beleidsmatig relatief eenvoudig is te maken. We hebben namelijk in deze omgevingsvisie al de kernkwaliteiten van Staphorst als geheel - en per deelgebied - opgenomen en we hebben deze vertaald in een integraal afwegingsschema, dat in het omgevingsplan verder uitgewerkt kan worden. Het doel is dat in het omgevingsplan verreweg het grootste deel van de verzoeken snel kan worden afgedaan en dat voor slechts een klein deel een nadere afweging nodig is. Als een initiatief in zijn geheel niet blijkt te passen in het omgevingsplan, dan kan hiervan afgeweken worden en kunnen we terugvallen op (het globalere afwegingsschema uit) de omgevingsvisie. Daarom is dit opgenomen in de omgevingsvisie terwijl het niet verplicht is.

De intentie van de wetgever is dat de raad de beoordeling van initiatieven in vertrouwen loslaat aan het college van burgemeester en wethouders, maar niet nadat de raad de kaders heeft meegegeven. Die kaders staan in deze omgevingsvisie (en straks in omgevingsplan) en het afwegingsschema is daar de meest concrete samenvatting van.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0066.jpg"
Omgevingswaarden / programma

De Omgevingswet biedt de mogelijk om voor de gehele gemeente omgevingswaarden vast te leggen, bijvoorbeeld ten aanzien van de uitstoot van schadelijke stoffen, de productie van geluid of andere vormen van hinder of mogelijke overlast. Vooralsnog zien wij geen noodzaak om voor de uitvoering van deze visie concrete waarden te stellen. De bestaande situatie in onze gemeente is niet van dien aard dat er nu sprake is van acute actiepunten. Mocht in de toekomst blijken dat bepaalde 'doelen' niet worden gehaald, dan kunnen we alsnog overwegen om omgevingswaarden vast te stellen en deze te koppelen aan een programma. Dit is ook een aspect dat aan bod komt bij de monitoring en evaluatie van deze eerste omgevingsvisie.

Integrale beleidsvorming

De Omgevingswet is één samenhangende wet die ontwikkelingen stimuleert en de kwaliteit van de leefomgeving waarborgt. De wet regelt voor burgers, bedrijven en overheden het doelmatige en duurzame beheer, gebruik, behoud en ontwikkeling van een veilige en gezonde leefomgeving.

Volgens de Omgevingswet is een omgevingsvisie een integrale visie, die de lange termijn-keuzes voor die leefomgeving laat zien en die de beleidsmatige basis biedt voor de overige kerninstrumenten van de wet (met name omgevingsplan en programma's). Officieel vervangt de omgevingsvisie de structuurvisie, het waterplan, het milieubeleidsplan, het verkeers- en vervoerplan en de ruimtelijke aspecten van de natuurvisie uit de voorziene Wet natuurbescherming. Gelet op de doelstelling van de wet - en omdat de omgevingsvisie de beleidsmatige basis biedt voor omgevingsplan en programma's - gaat deze omgevingsvisie echter in op de volle breedte van de fysieke en sociale leefomgeving.

Dit betekent dat straks al het beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving is opgenomen in de omgevingsvisie, het omgevingsplan en eventueel programma('s). Deze omgevingsvisie vervangt de structuurvisie, het verkeers- en vervoersplan en zoveel mogelijk de bestaande beleidsstukken op het gebied van water en milieu. Ook het actuele gemeentelijk grondbeleid is in zijn geheel in deze omgevingsvisie verankerd. Het integrale grondbeleid is een belangrijk beleid en linkt de visie aan het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie.
Daarnaast is het strategische deel (dat wat over de lange termijndoelen gaat) van de andere beleidsstukken die gaan over de fysieke leefomgeving, in deze omgevingsvisie opgenomen. Het resterende deel van die beleidsstukken zal in een van de andere kerninstrumenten van de Omgevingswet - omgevingsplan of programma - moeten worden opgenomen of alsnog in de omgevingsvisie worden opgenomen of vervallen. De doelstelling is dat er op termijn verder geen sectorale beleidsstukken meer overblijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0067.jpg"

3.3 Ontwikkelingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0068.jpg"

3.3.1 Initiatieven

We stimuleren alle initiatieven die op de een of andere manier bijdragen aan de doelen in deze visie. De omgevingsvisie gaat uit van realisatie van projecten door een ieder die in Staphorst woont, werkt of recreëert of er op een andere manier betrokken is.

We gaan ervan uit dat budget voor eventuele concrete projecten die voortvloeien uit deze visie, per project wordt uitgewerkt. Budget voor de realisatie van nieuwe initiatieven moet worden opgebracht door de betrokken initiatiefnemer. Waar dit nodig is sluiten we met deze vooraf een overeenkomst. In deze overeenkomst leggen we de afspraken over het project vast, evenals de rechten en plichten wederzijds. Een onderdeel daarvan is hoe met de kosten van een project wordt omgegaan. Voor projecten waar de plicht tot kostenverhaal geldt, wordt in principe in een anterieure exploitatieovereenkomst vastgelegd dat deze kosten door de initiatiefnemer aan de gemeente worden vergoed.

Daarnaast gaan we als gemeente deze omgevingsvisie gebruiken als onderbouwing in subsidie- en cofinancieringstrajecten. In de visie hebben we de koers voor Staphorst op weg naar 2030 uitgezet. Wij maken ons hard voor het koppelen en verbinden van geldstromen aan de realisatie van deze koers is waar wij ons hard voor maken. Daarbij gebruiken we de inbedding van 'onze' eigen projecten in grotere structuren ook om de financiering van onze ambities beter mogelijk te maken. Daarnaast kan de visie wellicht ook door andere initiatiefnemers worden gebruikt in de motivering van subsidieaanvragen. Meer hierover staat in de paragraaf Grondbeleid.

3.3.2 Prioritaire projecten

Tot slot benoemen we enkele concrete projecten waar we als gemeente de komende jaren zelf mee aan de slag gaan. Ook de realisatie van die projecten lukt ons niet zonder medewerking van betrokkenen zoals grondeigenaren, bewoners en (externe) financiers. Zo geven we duidelijk aan welke projecten voor ons prioriteit hebben, als open uitnodiging aan een ieder om bij te dragen aan de realisatie ervan.

Bij deze prioritaire projecten nemen we als gemeente in eerste instantie het initiatief om te komen tot uitwerking. Voor sommige projecten blijven we als gemeente ook gewoon de verantwoording dragen en blijven we initiatiefnemer. Het kan echter ook voorkomen dat we na de opstart van een project een andere rol innemen, zodat anderen het initiatief van ons overnemen. Wanneer dit nodig is werken we nog afzonderlijke projectplannen uit waarin uitgebreider op een project wordt ingegaan. Dit laatste geldt ook wanneer zich nieuwe projecten aandienen die voortvloeien uit de omgevingsvisie op een moment dat de visie zelf nog niet aan actualisatie toe is.

3.3.3 Projectenmatrix

In de fase tussen ontwerp en vaststelling is een matrix opgesteld waarin een groot aantal projecten is opgenomen die voortvloeien uit de omgevingsvisie, waaronder de al genoemde prioritaire projecten. Dit is een groslijst die in de loop van de tijd zal moeten worden ingeregeld. Zodoende heeft de projectenmatrix een dynamische karakter. De projectenlijst geeft wel inzicht in de uitvoering van de visie. Deze matrix werken we na vaststelling van de visie regelmatig bij, zodat deze aansluit bij de actuele regels, inzichten en wensen.
De projecten zijn gerangschikt naar de drie verbindende thema's. In de uitvoering zal worden omschreven wat het doel is van het project, wie de belangrijkste (mogelijke) betrokken partijen zijn en wat de rol van de gemeente is. Daarnaast zal op hoofdlijnen een planning worden aangegeven, zal vermeld worden op welke manier de financiering van de projecten wordt geregeld en is er eventueel ruimte voor een korte toelichting of vermelding van bijzonderheden. Dit willen we in het 1e kwartaal 2018 gereed hebben. De matrix die in de bijlage is opgenomen vormt een eerste indruk waar vevrolgens kolommen aan worden toegevoegd zoals hiervoor vermeld. Op die manier ontstaat een compleet beeld van alle projecten die vervolgens goed in de tijd weggezet kunnen worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0069.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0070.png"

3.3.4 Kostenverhaal

Daar waar ontwikkeld wordt, worden kosten gemaakt. Wij zijn wettelijk verplicht om de kosten die wijzelf maken, te verhalen op de (particuliere) initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen. Soms zijn we dit zelf, soms zijn het marktinitiatieven (-ontwikkelingen). Alle kosten die de gemeente moet maken om dit mogelijk te maken, brengen wij bij de initiatiefnemer in rekening. Daarvoor vragen we een exploitatiebijdrage. Uiteraard bespreken wij deze kosten vooraf, zodat de initiatiefnemer niet achteraf met vervelende kosten wordt geconfronteerd. Het kostenverhaal vloeit voort uit de Wet ruimtelijke ordening (Afdeling 6.4 Wro) en bestaat uit 2 categorieën, onderverdeeld in 5 kostenposten:

Kosten direct aan het initiatief gerelateerd:

  • 1. Planeigen kosten
  • 2. Plankosten

Kosten die het initiatief overstijgen:

  • 1. Bovenwijkse Voorzieningen
  • 2. Bovenplanse Kosten
  • 3. Bijdragen Ruimtelijke Ontwikkeling

Bij private initiatieven borgen we het kostenverhaal met een exploitatiebijdrage in een anterieure overeenkomst (privaatrechtelijk spoor, zie ook paragraaf 3.4.3). Alleen als we er echt niet uitkomen stellen we een exploitatieplan vast en kunnen we de kosten afdwingen (publiekrechtelijk spoort). Dit is een zwaar juridisch instrument dat we liever niet inzetten.

Kostenverhaal is van toepassing op alle bouwplannen waarvoor we een nieuw ruimtelijk besluit moeten nemen (zie artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening). Het kan dan gaan om de bouw van één of meerdere woningen, of het oprichten van een bedrijf.

Alle kosten die direct aan een initiatief zijn gerelateerd, verhalen we op de initiatiefnemers

Het gaat dan om de kosten voor voorzieningen die direct toewijsbaar of toerekenbaar zijn aan één of meerdere initiatieven.

Voor kosten die het initiatief overstijgen vragen we een bijdrage
De gemeente is voornemens bij elk bouwplan, zoals opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, een bijdrage te vragen voor kosten die het initiatief overstijgen. Deze bijdragen zetten we in voor projecten op de projectenmatrix, ter bevordering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Wanneer het bij een specifiek plan om (bijvoorbeeld groen- of water-) compensatie gaat, maken we in het kader van de exploitatie onderlinge afspraken. Dit geldt ook voor specifieke bovenwijkse voorzieningen. Welke bijdrage een initiatiefnemer mag verwachten, is afhankelijk van de ligging van het initiatief.

Voor het overstijgende kostenverhaal hanteren we in Staphorst een projectmatige afweging en aanpak.
De ruimtelijke ontwikkelingen en bovenwijkse voorzieningen hebben een ruim 'verzorgingsgebied', een gebied dat van de betreffende ontwikkeling profijt heeft. De ontwikkelingen dragen immers allen bij aan het gewenste eindbeeld van de kernen Staphorst, Rouveen en IJhorst, waar vervolgens de gehele gemeente Staphorst van profiteert.
In bijlage (Ruimtelijke ontwikkelingen) is per kern een overzicht gegeven van de ruimtelijke ontwikkelingen die de gemeente tot 2020 en op langere termijn (tot 2030) beoogt te realiseren. Deze matrix is een uitwerking van de projectenmatrix en bevat de ontwikkelingen die voor kostenverhaal in aanmerking komen. In de latere uitwerking van deze ontwikkelingen en projecten zal het overstijgende kostenverhal specifiek worden benoemd, ook rekening houdend met potentiele bijdragen van betrokken partijen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0071.jpg"

3.3.5 Maatschappelijke tafels

De gemeente bereidt de organisatie voor op een model met programmasturing (hier wordt niet programma in de zin van de Omgevingswet bedoeld). Hieraan kan wel het werken met programma's in de zin van de Omgevingswet worden gekoppeld. We willen voor de drie verbindende thema's (innovatieve plattelandseconomie, gezonde en dynamische samenleving en verantwoord vernieuwen) elk een programma opzetten, waarin we meer invulling gaan geven aan het specifieke thema. We gaan dan bijvoorbeeld het afwegingskader en de projectenmatrix verder uitwerken. Aangezien het nadrukkelijk de bedoeling is dit samen te doen met de samenleving, richten wij drie maatschappelijke tafels op, voor elk verbindend thema c.q. programma één. Hierin kunnen overheid, onderwijs, ondernemers en burgers met elkaar aan de slag om samen de mooie (in deze omgevingsvisie beschreven) ambities in de praktijk te brengen.

3.4 Grondbeleid

In deze paragraaf gaan we nader in op het grondbeleid. Deze paragraaf vervangt de Nota Grondbeleid 2014-2017. Op grond van artikel 212 van de Gemeentewet stelt de raad bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. De paragraaf Grondbeleid geeft hieraan invulling. In deze paragraaf geeft de gemeenteraad de beleidskaders aan en stelt het college in staat om binnen deze kaders ondernemend deel te nemen aan en de regie te voeren bij de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente.

Het grondbeleid schept de voorwaarden en bepaalt de financieel economische spelregels voor het realiseren van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente. Hoewel deze paragraaf uitgaat van beleid onder 'normale' marktomstandigheden, wordt er bij bepaalde beleidsinstrumenten een link gelegd naar de huidige marktomstandigheden in een tijd van economische crisis.

3.4.1 Actief en soms faciliterend grondbeleid

De gemeente Staphorst ziet het als haar taak om bij ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk de regie te voeren, zodat zij haar ruimtelijke doelstellingen zo goed mogelijk kan realiseren. Spelregels hierbij zijn:

  • Waar mogelijk voert Staphorst een actief grondbeleid. Bij actieve grondpolitiek begeeft de gemeente zich actief op de grondmarkt, zij verwerft gronden, maakt deze bouwrijp en verkoopt bouwkavels.
  • Daar waar dat beter past, zal faciliterend grondbeleid worden gevoerd: de gemeente voert dan wel de regie en faciliteert het ruimtelijk- en ontwikkelingsproces.

Actief grondbeleid
Actieve grondpolitiek heeft tot doel om, in het algemeen belang, ons een betere positie te verschaffen bij de realisering van uitbreidingsplannen. De doelstellingen ten aanzien van grond gerelateerde projecten en stedelijke ontwikkeling kunnen we daardoor beter realiseren.

Faciliterend grondbeleid
Bij faciliterend grondbeleid heeft de gemeente doorgaans weinig eigen grondposities en laat de ontwikkeling aan marktpartijen over. De gemeente heeft hier een voorwaardenscheppende en toezichthoudende rol.

3.4.2 verwerving

We streven naar een actief (minnelijk) verwervingsbeleid, zodat we tijdig over gronden kunnen beschikken en regie voeren over te behalen doelstellingen uit deze visie. Spelregels hierbij zijn:

  • We maken per plangebied van enige omvang een verwervingsplan, dat vastgesteld wordt door het college. Daarbij kan worden bepaald welke gronden bij voorkeur (sleutelpercelen) moeten worden verworven.
  • Het uitgangspunt is dat de gronden minnelijk worden verworven met eventuele toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten.
  • Onteigening is een volwaardig instrument en wordt waar het nodig en mogelijk is, ingezet om te voorkomen dat de ruimtelijke planning gevaar loopt.
  • Na consultatie van de raad kan verwerving ook plaatsvinden in samenwerking met een aannemersbedrijf / projectontwikkelaar.


Minnelijke verwerving
Gronden minnelijk verwerven is de eerste uitvoeringsstap in het uitvoeringsproces van de toepassing van actief grondbeleid. We gaan dan rechtstreeks met de eigenaar of de zaakwaarnemer in onderhandeling om de gronden te verwerven.

Overige instrumenten
Naast minnelijke verwerving hebben we nog een aantal instrumenten ter beschikking als het gaat om grondverwerving, namelijk:

  • Vestigen van het voorkeursrecht via de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • onteigening via de Onteigeningswet (Ow).


Uitgangspunt is dat deze verwervingsinstrumenten alleen worden ingezet om te voorkomen dat anders de (tijdige) realisatie van het gemeentelijk ruimtelijk beleid wordt gefrustreerd.

Verwervingsplan
Voor iedere ontwikkeling waar we zelf de regie nemen, moet een verwervingsstrategie worden opgezet. Bij een plangebied van enige omvang is een (grond)verwervingsplan hierbij een goed hulpmiddel. In een verwervingsplan wordt de strategie voor de te verwerven gronden uitgewerkt.

3.4.3 samenwerking met marktpartijen

We voeren bij ontwikkelingen een actief grondbeleid (zie ook 3.4.1), maar er zijn ook ontwikkelingen waar we niet de volledige regie kunnen of willen voeren. Dit kan leiden tot samenwerking met een ontwikkelende partij. Bijvoorbeeld wanneer de gemeente niet beschikt over alle gronden. Als de gemeente kosten moet maken om een ontwikkeling mogelijk te maken, worden deze kosten op de initiatiefnemer verhaald. Dit doen we bij voorkeur door een overeenkomst te sluiten of, wanneer we er samen niet uit komen, een exploitatieplan vast te stellen.
Spelregels hierbij zijn:

  • De gemeente geeft de voorkeur aan een overeenkomst onder het privaatrechtelijk spoor, wanneer zij niet over alle gronden binnen het exploitatiegebied beschikt. Indien de gemeente geen overeenkomst onder het privaatrechtelijk spoor kan sluiten zal zij het publiekrechtelijk spoor volgen;
  • Bij het afsluiten van een overeenkomst onder het privaatrechtelijk spoor kan de gemeente aan de contractpartner(s) de volgende voorwaarden verbinden:

o Afgeven bankgarantie

o Recht van 1e hypotheek ter zekerstelling van de betaling van het kostenverhaal

  • Indien niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, wordt er alsnog een exploitatieplan vastgesteld.

Samenwerkingsverbanden
De manier waarop de gemeente samenwerkt met marktpartijen leggen we niet op voorhand vast. Dit kan met veel regie door de gemeente (zoals in een gezamenlijke ontwikkelmaatschappij) of faciliterend met duidelijke kaders (bij een anterieure overeenkomst).

Anterieure overeenkomst: borging kostenverhaal
Het kostenverhaal borgen we bij voorkeur met het sluiten van een zogenaamde anterieure overeenkomst (privaatrechtelijk). Alleen als we er echt niet uitkomen met een initiatiefnemer stellen we een exploitatieplan vast (publiekrechtelijk). Hiermee kunnen we een bijdrage aan onze kosten afdwingen. Wel houden we ons als gemeente aan de kostenposten uit Wro (zie paragraaf 3.3.5). Het voordeel van een anterieure overeenkomst is, dat we niet vastzitten aan de (strikte) wettelijke regels voor het kostenverhaal. Dit heeft zowel voor de initiatiefnemer als voor ons voordelen. Het is sneller, goedkoper en we kunnen goede afspraken maken. Zo kunnen we samen iets kunnen realiseren wat een meerwaarde heeft voor de initiatiefnemer èn voor Staphorst als gehele samenleving.

In paragraaf 3.3.5 gaan we nader in op wat kostenverhaal voor initiatiefnemers betekent.

3.4.4 Gronduitgifte

De keuze voor actief grondbeleid door de gemeente bepaalt dat zij zelf aangeeft op welke manier zij gronden uitgeeft, aan wie en tegen welke prijs de gronden worden overgedragen. Deze handelingen worden uitgevoerd op basis van de op dat moment geldende en richtinggevende marktomstandigheden. Spelregels hierbij zijn:

  • De uitgifte van gronden door de gemeente Staphorst is marktgericht. De ontwikkelingen op de markt wordt actief gevolgd en op veranderde marktomstandigheden moet flexibel kunnen worden ingespeeld;
  • In de nieuwe aanstaande notitie gronduitgiftebeleid wordt dit onderwerp nader bekeken en zo nodig in deze omgevingsvisie opgenomen.


Uitgiftebeleid
Een belangrijk onderdeel van het grondbeleid is het uitgiftebeleid. Bij de uitgifte komt een nauwe verwevenheid met andere beleidsvelden om de hoek kijken. Met behulp van het uitgiftebeleid worden op andere beleidsterreinen gestelde doelen verwezenlijkt, zoals economisch beleid, volkshuisvestingsbeleid, ruimtelijk ordeningsbeleid en sport- en welzijnsbeleid. Voor bedrijfsterreinen is een aparte beleidsnotitie vastgesteld.

Verkoop / erfpacht
Bij gronduitgifte door de gemeente gaat de voorkeur uit naar verkoop van gronden. In specifieke gevallen kan de afweging gemaakt worden om gronden in erfpacht uit te geven. Een voorwaarde hiervoor is dat de gemeente de bouwgrond zelf beschikbaar heeft.

3.4.5 Financiële aspecten grondbeleid

Te hanteren parameters
De grondexploitaties worden opgebouwd uit verschillende elementen, zogenaamde parameters. De parameters zijn afhankelijk van macro-economische omstandigheden, waarbij het van belang is om deze per exploitatie te beoordelen. Welke parameters we onderscheiden is opgenomen in de bijlage.

Toerekening kosten aan de grondexploitaties
Met betrekking tot kostenverhaal verwijzen we hier kortheidshalve naar paragraaf 4.3.3. Voor investeringen binnen de grondexploitaties welke een maatschappelijk nut dienen zal de raad bij het vaststellen van de grondexploitaties expliciet vaststellen in welke mate deze investering toegerekend dient te worden aan de grondexploitaties.

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0072.jpg"

Exploitatieopzetten met derden
Indien een grondexploitatie gezamenlijk met een andere partij wordt gevoerd, moeten hiervan de financiële gevolgen voor de gemeente expliciet worden benoemd. De gemeente stelt in dat geval een eigen (interne) grondexploitatieberekening op.

Richtlijnen tussentijdse resultaatneming bij grondexploitaties
Met betrekking tot winstneming is het belangrijk om een evenwicht te betrachten tussen het voorzichtigheids- en het realisatiebeginsel.

Voorziening te verwachten verliezen grondexploitaties.
Indien uit de op te stellen grondexploitatieberekeningen blijkt dat een plan uiteindelijk zal worden afgesloten met een nadelig saldo, dan moeten deze verliezen worden opgevangen. Hiertoe wordt een voorziening verliezen grondexploitaties aangehouden die telkens gevoed wordt ten laste van de reserve grondexploitatie.

Reserve grondexploitatie
De financiële resultaten van projecten binnen de grondbedrijfsfunctie worden altijd verrekend met de reserve grondexploitatie. In de bijlage wordt nader ingegaan op de voorzichtigheidsprincipes die gelden.
Risicobeheersing
Het voeren van een grondexploitatie is een risicodragende activiteit. Het is daarom van belang om een goed systeem van risicomanagement en risicobeheersing te hanteren. Voor meer over risicobeheersing bij exploitaties verwijzen we naar de bijlage.

Informatievoorziening
Binnen de budgetcyclus worden college en raad inhoudelijk over de individuele projecten en activiteiten binnen de grondbedrijfsfunctie geïnformeerd. In de bijlage gaan we verder in op de verschillende momenten en methoden voor informatievoorziening.

Planning en controlcyclus
Sturing op en bijsturing van het vastgestelde beleid door de gemeenteraad vindt plaats in de planning- en controlcyclus en wel op de volgende wijze:

  • 1. Begroting
  • 2. Jaarrekening
  • 3. Najaarsnota
  • 4. Tussentijdse melding

afbeelding "i_NL.IMRO.0180.OVStaphvoorelkaar-VS01_0073.jpg"