direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiele herziening Schipgravenweg Rouveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0180.5102023005-VS01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Partiele herziening Schipgravenweg Rouveen met identificatienummer NL.IMRO.0180.5102023005-VS01 van de gemeente Staphorst.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 bestemmingsplan Buitengebied Staphorst

Het 'Bestemmingsplan Buitengebied Staphorst' van de gemeente Staphorst, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Staphorst op 25 juni 2013.

1.4 bestemmingsplan Staphorst Dorp - Rouveen 2016

Het 'bestemmingsplan 'Staphorst Dorp – Rouveen 2016' van de gemeente Staphorst, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Staphorst op 26 januari 2016.

1.5 evenement

Elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, zoals bedoeld in Afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Staphorst (APV), waarbij op grond van de APV en het evenementenbeleid onderscheid gemaakt wordt in:

  • meldingvrije evenementen;
  • meldingplichtige evenementen;
  • vergunningplichtige evenementen.
1.6 evenementenbeleid

Het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde "Evenementenbeleid gemeente Staphorst" van september 2021, of zoals dat op een later tijdstip is herzien in een geactualiseerd(e) evenementenvisie en/of evenementenbeleid.

1.7 evenemententerrein

Een terrein bedoeld en geschikt zowel voor het houden van kortdurende incidentele voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak, als voor het houden van langer durende incidentele en regelmatig terugkerende één- en meerdaagse evenementen, inclusief de daarbij behorende tijdelijke onderkomens, gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde en overige voorzieningen die gewenst zijn om de activiteiten uit te kunnen voeren en in goede banen te leiden.

Artikel 2 Relatie plan - bestemmingsplan Buitengebied Staphorst en bestemmingsplan Staphorst Dorp - Rouveen 2016

De regels behorende bij het 'bestemmingsplan Buitengebied Staphorst' en de regels behorende bij het 'bestemmingsplan Staphorst Dorp - Rouveen 2016' zijn onverminderd van toepassing voor het onderhavige plan, tenzij anders bepaald in deze regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. groenvoorzieningen in de vorm van een park/plantsoen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. een evenemententerrein ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.3;
  • i. de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby)tuinbouw met de daarbij behorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • j. een aaneengesloten permanent verhard terrein van maximaal 3.000 m2;

met de daarbij behorende:

  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • l. tijdelijke onderkomens, gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, verhardingen en overige voorzieningen die gewenst zijn voor het uitvoeren en in goede banen leiden van evenementen.

In de bestemming is begrepen het behoud, herstel en ontwikkeling van de authentieke beplanting.

3.2 Bouwregels
  • a. voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
    • 1. er mag ten behoeve van het gebruik van de gronden als evenemententerrein één permanent gebouw van maximaal 50 m² worden opgericht binnen de aanduiding 'evenemententerrein';
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan respectievelijke 3 m en 6 m bedragen,
  • b. voor het bouwen van permanente bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen.
  • c. ten behoeve van evenementen mogen er binnen de aanduiding 'evenemententerrein' tijdelijke onderkomens, gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde en overige verhardingen en voorzieningen worden opgericht en in stand gehouden uitsluitend voor de duur van het evenement, en de tijd die in redelijkheid nodig is voor het op- en afbouwen daarvan.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen de aanduiding 'evenemententerrein' mogen evenementen worden gehouden met dien verstande dat:

  • a. er bij de organisatie van een meldingvrij en /of meldingplichtig evenement, zoals bedoeld in afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening, rekening moet worden gehouden met de randvoorwaarden en uitgangspunten zoals die in het evenementenbeleid zijn opgenomen;
  • b. er bij de organisatie van een vergunningplichtig evenement, zoals bedoeld in afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voldaan moet worden aan de voorschriften zoals die in de verkregen evenementenvergunning zijn opgenomen;
  • c. er maximaal twaalf dagen per jaar een evenement georganiseerd mag worden waarbij conform het evenementenbeleid een geluidsniveau kan ontstaan dat hoger is dan de reguliere grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde voor bedrijven;
  • d. bij het gebruik van een installatie voor het versterken van muziek en/of stemgeluid, voldaan moet worden aan de standaard geluidsvoorschriften zoals die in het evenementenbeleid zijn vastgelegd, danwel aan de geluidsvoorschriften die zijn opgenomen in de verkregen evenementenvergunning indien daarbij van de standaard wordt afgeweken.
  • e. bij evenementen met versterkte muziekoptredens het podium zodanig moet worden gepositioneerd, dat de positie, richting en hoogte van de speakers overeenkomen met de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek dat is opgenomen in Bijlage 1, en het geluidsniveau dusdanig moet worden begrensd dat voldaan wordt aan de geluidsniveaus zoals die in het akoestisch onderzoek zijn aangegeven, danwel bij afwijking daarvan zoals die in de verkregen evenementenvergunning zijn vastgelegd;
  • f. als de eindtijd voor de verschillende typen evenementen wordt aangehouden de eindtijd zoals die in het evenementenbeleid, danwel in de verkregen evenementenvergunning, is vastgelegd;
  • g. het geluid van opbouw- en afbouwwerkzaamheden moet voldoen aan de grenswaarde van 50 dB(A).
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Muziekevenement

Van de in artikel 3.3 gestelde gebruiksregels kan worden afgeweken mits:

  • a. het evenement past binnen het evenementenbeleid van de gemeente Staphorst, zoals opgenomen in Bijlage 2, en daarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een evenementenvergunning is verleend, waarbij geldt dat indien dit beleid wordt gewijzigd, rekening moet worden gehouden met deze wijziging;
  • b. de verkeersveiligheid kan worden gewaarborgd;
  • c. het maximaal toelaatbaar akoestisch niveau conform het evenementenbeleid van de gemeente Staphorst, zoals opgenomen in Bijlage 2, van dit type evenement niet wordt overschreden.
3.4.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen en te laten uitvoeren:
    • 1. het verwijderen of beschadigen van bomen en andere houtopstanden.
  • b. het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. op basis van het voorheen geldende plan niet vergunningplichtig waren en die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een ten tijde van de inwerkingtreding van het plan reeds verleende vergunning;
    • 4. op archeologisch, dan wel ecologisch onderzoek zijn gericht, dat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het natuurgebied.
  • c. de onder a genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke, de geomorfologische, en de cultuurhistorische waarden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: "Regels van de Partiele herziening Schipgravenweg Rouveen".