direct naar inhoud van Artikel 12 Bos
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0180.5102011001-VS01

Artikel 12 Bos

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg, instandhouding en ontwikkeling van bosbeplanting;
  • b. het behoud, beheer en/of herstel van de natuurlijke- en landschappelijke waarden, zoals deze tot uitdrukking komen in de hoogopgaande beplanting en het (micro) reliëf en de fauna;
  • c. dagrecreatief medegebruik;
  • d. hondendressuurterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein';
  • e. kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • f. observatietoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - observatietoren';

met de daarbij behorende:

  • g. gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud van bos- en natuurgebieden;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. voet- en fietspaden.

Het 'dagrecreatief medegebruik' is beperkt tot de inrichting en het gebruik van dagrecreatieve voorzieningen.

12.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer gelden de volgende regels:
  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten – bebouwing' is het bouwen van gebouwen niet toegestaan;
  • 2. de goothoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 3 m, dan wel de bestaande goothoogte, indien deze meer bedraagt;
  • 3. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen bedraagt niet meer dan 300 m², dan wel de bestaande oppervlakte, indien deze meer bedraagt.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte van brandtorens bedraagt niet meer dan de bestaande hoogte;
  • 2. de bouwhoogte van de obsevatietoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - observatietoren' bedraagt ten hoogste 10 m;
  • 3. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bebouwing uitgesloten' gelden de volgende regels:
  • 1. uitsluitend het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is toegestaan;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 2 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder:

  • a. het gebruik van gronden als stort- en opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover deze opslag geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  • b. het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd-, speel- parkeer- en/of kampeerterrein;
  • c. het gebruik van gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-) vliegsport;
  • d. het gebruik van gronden voor doeleinden van handel- en/of bedrijf met uitzondering van het bosbouwbedrijf.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op de gronden bedoeld in dit artikel de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • 2. het vellen, rooien of beschadigen van bomen en andere houtopstanden;
  • 3. het aanleggen van wegen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden;
  • 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
  • b. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'bebouwing uitgesloten' zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op de gronden bedoeld in dit artikel de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het beschadigen, kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • 2. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • 3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • 4. het aanleggen en/of het verharden van wegen en paden;
  • 5. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief of educatief medegebruik;
  • 6. het aanbrengen, dan wel het wijzigen van een drainagesysteem;
  • 7. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.
  • c. De in sub a en b vervatte verboden gelden niet voor werken of werkzaamheden:
  • 1. betreffende het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
  • d. De onder a en b genoemde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien door werken of werkzaamheden en de gevolgen daarvan geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de doeleinden en waarden als omschreven in lid 13.1.