Plan: | Parapluplan kleine windmolens |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.windmolensBP001-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Parapluplan kleine windmolens" met identificatienummer NL.IMRO.0175.windmolensBP001-va01 van de gemeente Ommen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied in een stad of dorp met een bijzonder cultuurhistorisch karakter. De bescherming is bedoeld om de cultuurhistorische identiteit van een gebied te behouden en in te zetten bij ontwikkelingen. Op dit moment zijn er in Nederland 472 van deze beschermde gebieden;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoelt om ter plaatse te functioneren;
hieronder wordt verstaan dat de energieopbrengsten van de windmolen(s) primair zijn bestemd voor de verkoop van deze opgewekte energie. Teruglevering aan het net net bij overproductie of levering van opgewekte energie aan omwonenden in het kader van een postcoderoos vallen niet onder commerciële doeleinden.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
de gemiddelde hoeveelheid energie die de aanvrager per jaar verbruikt;
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de horizontale as turbines zijn ‘traditionele’ windturbines met twee, drie of meer wieken bevestigd aan een horizontale as. Bij Horizontale As Turbines (HAT-type) ligt de as evenwijdig aan de richting van de wind, terwijl de wieken loodrecht op de richting van de wind staan;
kleine windmolens zijn turbines met een tiphoogte tot maximaal 25 meter en een relatief klein vermogen. In dit paraplubestemmingsplan zijn deze bedoeld om te plaatsen in het buitengebied van de gemeente Ommen , maar deze windmolens kunnen in principe op iedere locatie geplaatst worden. Zo kunnen mensen (deels) in hun eigen energiebehoefte voorzien;
de aanvraag voor een kleinschalige windturbine gaat vergezeld van een landschappelijk inpassingsplan. Het landschappelijk inpassingsplan bevat in ieder geval een motivering waaruit in voldoende mate blijkt dat de beoogde windturbine op zorgvuldige wijze wordt ingepast in het erfensemble en omliggende landschap door het toepassen van inheemse beplanting en/of de toevoeging van gebiedseigen landschapselementen. Bij de aanvraag dient een situatietekening te worden toegevoegd met maatvoeringen inclusief de hoogte van de gebouwen, alsmede een beplantingsplan (indien van toepassing);
de bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het 'aangrenzende maaiveld' wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw;
het Natuurnetwerk Nederland betreffende het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, Natura 2000, is onderdeel van het NNN;
Natura 2000 betreft het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze Natura 2000-gebieden worden bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit (soortenrijkdom) te behouden. In 1979 is de Vogelrichtlijn opgesteld en in 1992 de Habitatrichtlijn. Deze richtlijnen bestaan uit twee delen: soortenbescherming en gebiedsbescherming. Alle EU-lidstaten wijzen beschermde gebieden aan voor specifieke (leefgebieden van) (vogel-)soorten. De onder beide richtlijnen aangewezen beschermde gebieden vormen het Natura 2000-netwerk;
middels deze regelig kunnen particulieren en MKB'ers alsnog investeren in duurzaam en dichtbij opgewekte energie via een door hen zelf opgerichte energiecoöperatie, en daarmee financieel voordeel krijgen bij verrekening met de energiebelasting. Deze regeling wordt ook wel de Postcoderoosregeling genoemd omdat deelnemers aan zo’n coöperatie of project in aangrenzende postcodes moeten wonen;
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven;
bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen;
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving;
bij Verticale As Turbines (VAT-type) staat de as loodrecht op de richting van de wind, terwijl de wieken/ bladen evenwijdig aan de as zijn bevestigd. Deze turbines vangen de wind die loodrecht op de wieken komt, ongeacht de richting. Bijzondere horizontale as-turbines zonder wieken vallen hier ook;
een windmolen zet de energie van de wind om in een draaiende beweging, die door een generator wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken;
belangrijke doorgaande provinciale- of rijksweg;
met de grond of met een gevel verankerde bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een permanent of daarmee vergelijkbaar karakter;
het gebied zoals aangeduid binnen het geldende bestemmingsplan, dat groter is dan het bouwperceel, en waarbinnen de bebouwing voor het betreffende agrarische bedrijf moet worden opgericht.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
wordt gemeten vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windmolen;
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de fundering;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
De regels in dit bestemmingsplan gelden ter aanvulling op alle vastgestelde ruimtelijke plannen op het grondgebied van de gemeente Ommen. Voor het overige geldt dat de regels van deze ruimtelijke plannen en verleende omgevingsvergunningen van overeenkomstige toepassing blijven.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bouwen van maximaal twee windmolens bij een agrarisch bedrijf is toegestaan, mits deze voldoen aan de volgende voorwaarden:
Bij het bouwen van maximaal twee windmolens bij een agrarisch bedrijf dient daarnaast te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de windmolens als bedoeld in Artikel 5 nadere eisen stellen aan de plaats, omvang en gebruik van de windmolen ten behoeve van:
Windmolens moeten aan alle relevante wet- en regelgeving voldoen, waarbij in ieder geval geldt dat de windmolen voldoet aan:
Voor het gebruik van de windmolen(s) gelden, naast de randvoorwaarden uit 6.2, ook de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan kleine windmolens' van de gemeente Ommen.