direct naar inhoud van Regels
Plan: Kleine kernen, wijzigingsplan Beerzerweg 23, Beerze.
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.klkernen2012wp0011-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Kleine kernen, wijzigingsplan Beerzerweg 23, Beerze.' met identificatienummer NL.IMRO.0175.klkernen2012wp0011-vg01 van de gemeente Ommen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan "Kleine kernen"

het bestemmingsplan "Kleine Kernen" met identificatienummer NL.IMRO.0175.klkernen201200001-va01 van de gemeente Ommen, vastgesteld op 27 juni 2013;

1.4 bestemmingsplan "Facetherziening parkeren Ommen"

het bestemmingsplan “Facetherziening parkeren Ommen” met identificatienummer NL.IMRO.0175.ParkerenBP001-VG01 van de gemeente Ommen, vastgesteld op 19 juli 2018;

1.5 verbeelding

de verbeelding van het wijzigingsplan 'Kleine kernen, wijzigingsplan Beerzerweg 23, Beerze.', bestaande uit de kaart met identificatienummer NL.IMRO.0175.klkernen2012wp0011-vg01;

voor het overige worden de begrippen behorende bij

onverkort van toepassing verklaard.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten behorende bij het bestemmingsplan "Kleine kernen" en bestemmingsplan "Facetherziening parkeren Ommen" blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

De bestemmingsregels van de bestemming Wonen behorende bij het bestemmingsplan "Kleine kernen" blijven onverkort van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. artikel 16.1 wordt aangevuld met onderdeel i met de zinsnede: 'alsmede de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 Ruimtelijk kwaliteitsplan opgenomen Ruimtelijk kwaliteitsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing;'
  • b. artikel 16.1 wordt aangevuld met onderdeel j met de zinsnede: 'nevenactiviteiten in de vorm van een cateringbedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis', indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de kleinschalige beroeps- en of bedrijfsactiviteiten behoren tot maximaal categorie 1 van de in de bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten met inachtneming van de hierin genoemde afstanden;
    • 2. niet is toegestaan een horeca-inrichting, met uitzondering van een bed en breakfast voorziening;
    • 3. niet toegestaan is detailhandel, behoudens als ondergeschikte activiteit bij en direct verband houdend met de uitoefening van de kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten;
    • 4. niet toegestaan is groothandel;
    • 5. niet toegestaan zijn reparatiewerkzaamheden voor particulieren van motoren, motorvoertuigen, vaartuigen, caravans, landbouwvoertuigen of bromfietsen;
    • 6. kleinschalige bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in categorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten eveneens zijn toegestaan nadat door aanvrager is aangetoond dat deze activiteiten wat betreft geur, stof en geluid en gevaar en wat betreft ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit, met een bedrijf uit categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten gelijk kunnen worden gesteld;
    • 7. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogen geen onevenredige hinder opleveren voor de omgeving, geen onevenredige afbreuk doen aan het ruimtelijk (woon) karakter van de buurt, geen onevenredige aantasting opleveren voor de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden, geen onevenredige nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en mogen niet leiden tot onaanvaardbare parkeerdruk, geen publieksgericht karakter hebben, uitsluitend bezoek op afspraak is toegestaan;
    • 8. opslag van goederen of stalling van motorrijtuigen, aanhangwagens en fietsen die verband houden met de kleinschalige bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan in gebouwen;
    • 9. degene die gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die de kleinschalige bedrijfsactiviteiten uitoefent;
    • 10. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend inpandig worden verricht.
  • c. artikel 16.2.2 onder e wordt aangevuld met de zinsnede: 'en met dien verstande dat het oppervlakte van bestaande bijgebouwen mag worden gehandhaafd indien deze meer bedraagt;
  • d. artikel 16.4 wordt aangevuld met een lid 16.4.3 'voorwaardelijke verplichting'.
    • 1. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in ‘Wonen’ opgenomen doeleindenomschrijving, zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen en erfinrichting conform het als Bijlage 1 van de regels opgenomen Ruimtelijk kwaliteitsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in ‘Wonen’ opgenomen doeleindenomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 24 maanden na het tijdstip van onherroepelijk worden van het wijzigingsplan uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het als Bijlage 1 van de regels opgenomen Ruimtelijk kwaliteitsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
  • e. artikel 16.5 wordt aangevuld met lid 16.5.7, luidend als volgt: '16.5.7 'landschapsmaatregelen' Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder lid 16.4.3 voor het treffen van andere landschapsmaatregelen dan opgenomen in het in Bijlage 1 Ruimtelijk kwaliteitsplan, mits:
    • 1. de landschapsmaatregelen minimaal gelijk zijn aan de in het Ruimtelijk kwaliteitsplan opgenomen landschapsmaatregelen en voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in het genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden.
  • f. artikel 16.5 wordt aangevuld met lid 16.5.8 'Woningsplitsing'.

Bij omgevingsvergunning kan binnen de bestemmingen Wonen worden afgeweken van de regels omtrent het toegestane aantal woningen per bouwperceel, voor het toestaan van:

    • 1. één woning extra, met inachtneming van het in dit lid bepaalde onder 2 tot en met 8;
    • 2. de extra woning mag uitsluitend worden gerealiseerd binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij/woning, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte;
    • 3. de uiterlijke verschijningsvorm van de voormalige boerderij/woning moet in stand blijven;
    • 4. de gezamenlijke inhoud van de woningen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van de aaneengesloten bebouwing;
    • 5. de extra woning dient te passen binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
    • 6. er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of van de functie van aangrenzende bestemmingen;
    • 7. op geen van de gevels van een extra woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder overschrijden;
    • 8. inpassing op het erf en in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een ruimtelijke kwaliteitsplan.

Artikel 4 Waarde - Archeologie

De regels behorende bij de dubbel-bestemming Waarde - Archeologie zoals verwoord in artikel 18 van het bestemmingsplan "Kleine kernen" blijven onverkort van toepassing.

Artikel 5 Waarde - Archeologische verwachting

De regels behorende bij de dubbel-bestemming Waarde - Archeologische verwachting zoals verwoord in artikel 19 van het bestemmingsplan "Kleine kernen" blijven onverkort van toepassing.

Artikel 6 Waarde - Beschermd dorpsgezicht / Historische buitenplaats

De regels behorende bij de dubbel-bestemming Waarde - Beschermd dorpsgezicht / Historische buitenplaats zoals verwoord in artikel 20 van het bestemmingsplan "Kleine kernen" blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Overige regels

Voor het overige blijven de algemene regels van de bestemmingsplannen:

onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder artikel 9.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
  • c. Het bepaalde onder artikel 9.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder artikel 9.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder artikel 9.2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde artikel 9.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als regels van het wijzigingsplan 'Kleine kernen, wijzigingsplan Beerzerweg 23, Beerze.' van de gemeente Ommen.