direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied, wijziging De Haar 6, Witharen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.buiten2012wp0014-vg02

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Buitengebied, wijziging De Haar 6, Witharen' met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012wp0014-vg02 van de gemeente Ommen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestemmingsplan "Buitengebied"

het bestemmingsplan met identificatienummer NL.IMRO.0175.20091003001-va01 van de gemeente Ommen, zoals dat is vastgesteld op 18 februari 2010;

1.4 dierenverblijf:

een verblijf als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij, niet zijnde een rij-/trainingshal;

1.5 emissiepunt:

een punt als bedoeld in artikel 1 van de Regeling geurhinder en veehouderij;

1.6 geurgevoelig object:

een object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

1.7 plankaart:

de verbeelding van het wijzigingsplan 'Buitengebied, wijziging De Haar 6, Witharen' bestaande uit de kaart met nr. NL.IMRO.0175.buiten2012wp0014-vg02.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied" blijft onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

De bestemmingsregels van 'Agrarische doeleinden' behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied" blijven onverkort van toepassing, met dien verstande dat:

  • 1. de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied" is gewijzigd in die zin dat ter plaatse van het perceel aan De Haar 6:
    • a. de bestemming 'Woondoeleinden' is gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch' met bouwvlak;
    • b. de bestemming 'Agrarische doeleinden' zonder bouwvlak is gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch' met bouwvlak;
  • 2. de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied" voor dit plan zijn gewijzigd in die zin dat:
    • a. aan lid 3.1.2. wordt toegevoegd:
      • ter plaatse van het plangebied (plan): uitsluitend het bedrijfsmatig houden van paarden en veulens tot een maximum van 25 paarden (inclusief veulens);
    • b. lid 3.2.2 wordt aangevuld met:
      • de afstand tussen de emissiepunten van een nieuw dierenverblijf en de gevel van een geurgevoelig object minimaal 50 meter dient te bedragen.
      • de afstand tussen de gevel van een nieuw dierenverblijf en de gevel van een geurgevoelig object minimaal 25 meter dient te bedragen.
      • wat betreft stapmolens en paardenbakken geldt dat de afstand tot de gevel van een geurgevoelig object minimaal 30 meter dient te bedragen;
      • wat betreft de opslag van vaste mest geldt dat de afstand tot de gevel van een geurgevoelig object minimaal 50 meter dient te bedragen;
      • lid 3.7 wordt aangevuld met:
        1. tot een met de bestemming strijdig gebruik in elk geval wordt gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van nieuwe bouwwerken overeenkomstig de in 'Artikel 3' opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
        2. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 1 , andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:

a. de landschapsmaatregelen minimaal gelijk zijn aan de in Bijlage 1 opgenomen landschapsmaatregelen en voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden.

Artikel 4 Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid

De bestemmingsregels van 'Agrarisch gebied met landschappelijke openheid' behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied" blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied" blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.
5.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van 5.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 5.1 met maximaal 10 %.

5.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.4 Gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.

5.5 Strijdig gebruik
  • a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • b. Indien het gebruik, bedoeld 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
5.6 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan: "Buitengebied, wijziging De Haar 6, Witharen".