Plan: | Buitengebied, herziening Ridderinkweg 1 en 1a Arriën |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0094-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Ridderinkweg 1 en 1a Arriën' met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0094-vg01 van de gemeente Ommen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van artikel 1.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aanbouw, bijgebouw of recreatiewoning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin (een gedeelte van) een huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren en waarbij de bedrijfsvoering aanbod gericht is; nader te onderscheiden in:
het houden van melk- en ander vee waarbij de veehouderij geheel of in overwegende mate afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel; onder grondgebonden veehouderij wordt tevens verstaan paardenfokkerij;
een agrarisch bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen van paarden alsmede het africhten, trainen en verhandelen van ter plaatse gefokte paarden; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling en manege;
de teelt van gewassen op open grond, met uitzondering van sierteelt en bosbouw;
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met tenminste 250 m² bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve natuurbeheer; in deze definitie wordt onder melkrundvee verstaan:
de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein vereist is, ten dienste van staat.
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik.
bebouwing, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw) dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de kadastrale gegevens.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf van groepen.
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
een vrijstaand gebouw met een roede, een kap en een onderbouw die minimaal 0,5 m onder de kap van het dak is aangekapt aan één of meerdere zijden.
een zelfstandig dan wel samenwonend persoon of personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals keuken, sanitaire voorzieningen en entree, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, op daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
gebieden tussen 0,5 en 5 ha met groenvoorzieningen, beplantingen en kleinschalige natuurontwikkeling.
een kampeerterrein bij een (voormalig) agrarisch bedrijf gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers tot een oppervlak van 0,5 ha.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan.
een onverhard, niet overdekt, en omheind terrein al dan niet voorzien van lichtmasten met een andere ondergrond dan gras, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport, met dien verstande dat een tredmolen hieronder niet is begrepen.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving;
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een kampeermiddel dat voldoet aan de volgende kenmerken:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt.
een recreatieve verblijfplaats met vaste wanden en een dak van tentzeil dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een standplaats die bedoeld is voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een houten blokhut dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
de huisvesting van één huishouden in een woning;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
de perceelscheiding van een bouwperceel, niet gelegen aan de voor- of achterzijde van het perceel.
de opvang van volwassenen, gehandicapten, gedetineerden, moeilijk opvoedbare jeugd of zorgbehoeftige ouderen, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Dakkapellen worden alleen meegeteld bij de inhoud als deze niet voldoen aan de vergunningsvrije regeling als opgenomen in bijlage II, hoofdstuk II, artikel 2 van het Bor.
De inhoud van vergunningsvrije bouwwerken en bouwonderdelen wordt buiten beschouwing gelaten.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen, zoals:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 gelden de volgende regels:
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder d ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat van bedrijfswoningen, teneinde het mogelijk te maken dat de inhoud van de woning inpandig wordt vergroot tot 1.000 m³, zulks ten behoeve van de huisvesting van een tweede arbeidskracht, of een rustende boer met inachtneming van het volgende:
In aanvulling van het bepaalde in 3.1 zijn onderstaande niet-agrarische nevenfuncties zoals genoemd in tabel 1 binnen een bouwvlak rechtstreeks toegestaan, met dien verstande dat op eigen terrein moet worden voorzien in parkeergelegenheid.
Aard van de nevenfunctie | Maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | Maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie |
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 |
veearts/hoefsmederij | - | 200 |
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 |
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 |
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel 1: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 2, met inachtneming van de volgende regels:
Aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie |
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | |||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | - | 500 |
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | - | 500 |
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | - | 200 |
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | |||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 |
aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in de (bedrijfs)woning) |
R | 100 | |
recreatieve functies / agrotoerisme | |||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | 500 | 200 |
Kano- boot- of fietsverhuur | R | 100 | |
recreatief nachtverblijf | A | - | 300 |
groepsaccommodatie | A | - | 200 |
overige dienstverlening | |||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | - | 200 |
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | R | 100 | |
tentoonstellingsruimte/museum | A | 500 | 200 |
dierenpension; hondenfokkerij | A | 500 | 200 |
Tabel 2: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in het Ruimtelijk Kwaliteitsplan andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de verschuiving van agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één compensatiewoning binnen bouwvlakken van agrarische bedrijven met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de realisatie van kleinschalige groengebieden de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Groen', met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bijvoorbeeld de realisatie van de EHS of de aanleg van robuuste verbindingszones, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' met bouwvlak te wijzigen in 'Wonen - VAB', met inachtneming van het volgende :
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in tabel 3, met inachtneming van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W | |
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden |
W | |
veearts/hoefsmederij | W | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing | W | |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |
recreatieve functies / agrotoerisme | ||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | W | |
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf) | W | |
Kleinschalig kampeerterrein | W | |
overige dienstverlening | ||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | |
dierenpension; hondenfokkerij | W |
Tabel 3: Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het toestaan van kleinschalige waterberging, met inachtneming van het volgende:
Indien voor een vervolgfunctie een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, geldt het volgende:
Met betrekking tot de bouwmogelijkheden geldt het volgende:
Ter plaatse van bouwvlakken mogen voor de in tabel in 3.6.6 bedoelde functies, ongeacht of deze zonder meer toelaatbaar zijn dan wel na planwijziging, geen nieuwe gebouwen worden gebouwd. Evenmin mogen de gebouwen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het in tabel in 3.6.6 bedoelde gebruik een aanvang neemt, qua oppervlakte en hoogte worden uitgebreid.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels uit het bestemmingsplan te verlenen van het bepaalde onder 1 ten behoeve van vervangen danwel beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing of vergroting van de woning, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | R | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | R | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden vereist
Het in 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.7.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar bijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het gebruik van een bed & breakfast in de woning is toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit welke niet genoemd worden in 4.1, maar die naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de functies in milieucategorie 2, niet zijnde detailhandel, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in het Ruimtelijk Kwaliteitsplan andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten geldt het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de herbouw op dezelfde plaats zoals bepaald in lid 6.1.1 onder b, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden opstallen – of delen ervan – en gronden te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Afwijkingen als bedoeld in lid 8.1.1 worden niet verleend:
Voor zover niet vergunningsvrij, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Een afwijking als bedoeld in 8.2.1 wordt slechts verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten teneinde bij (bedrijfs)woningen behorende bijgebouwen te mogen gebruiken voor deze activiteiten, voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 11.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 11.1 met maximaal 10%.
Lid 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 11.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Ridderinkweg 1 en 1a Arriën.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ommen.