Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beerzerhaar 33 Beerzerveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0090-VG01 |
het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beerzerhaar 33 Beerzerveld" met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0090-VG01 van de gemeente Ommen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0175.buiten2012bp0090-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
het analoog bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente Ommen, vastgesteld op 18 februari 2010;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen en vergunningbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van ge-wassen en/of het houden van dieren en waarbij de bedrijfsvoering aanbod gericht is; nader te onderscheiden in:
een niet-industrieel bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven en/of het verwerken en/of opslaan van dieren of producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, zoals een agrarisch hulp- en nevenbedrijf, een agrarisch loonbedrijf en een agrarisch handels- of exportbedrijf en/of het opfokken, trainen, africhten van en de handel in paarden, alsmede een pensionstalling met daaraan ondergeschikt het lesgeven in paardrijen aan derden;
agrarische activiteiten, voornamelijk bij wijze van liefhebberij, niet zijnde bedrijfsmatig;
een agrarisch bedrijf in de omvang van minder dan een halve arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang;
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op de handel in en de export van producten uit agrarische sector en dat daartoe beschikt over faciliteiten ten behoeve van het vervoer, de opslag, de be- en verwerking of de afzet van agrarische producten zoals transport- en opslagbedrijven, koelhuizen en dergelijke;
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verlenen van diensten en/of het toeleveren van zaai- en pootgoed, gewasbeschermingsmiddelen en/of andere producten en/of machines aan agrarische bedrijven en hoveniersbedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven en agrarische loonbedrijven daaronder niet begrepen), inclusief verhuur van machines;
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur en/of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de plankaart aangegeven oppervlak dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak dat op het bouwperceel rust dat maximaal mag worden bebouwd;
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein vereist is, ten dienste van staat;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik;
bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven waarop ingevolge deze regels bepaalde bouwwerken zijn toegestaan; bouwvlakken ten behoeve van agrarische of agrarisch aanverwante bedrijven die verbonden zijn door middel van de figuur 'relatie' op de verbeelding, worden geacht één bouwvlak voor één bedrijf te vormen;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) aangewezen Historische Buitenplaats, bestaande uit een huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park;
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
een mobiel kampeermiddel dat kan worden aangemerkt als aanhangwagen in de zin van de Regeling Voertuigen;
gebouwen op verblijfsrecreatieve terreinen zoals een bedrijfswoning, een receptie, een kantine, een kampwinkel, een zwembad en soortgelijke gebouwen ten dienste van de bedrijfsvoering;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid;
iedere boven beëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, tuinartikelen, brand- en explosiegevaarlijke goederen en meubels;
de bouwlaag op de begane grond;
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel opzicht ten dienst van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw) dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de kadastrale gegevens;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
rapportage waarmee op basis van onderzoek inzichtelijk gemaakt wordt welke gezondheidsrisico's het, als gevolg van uitbreiding of nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, heeft voor gezondheidsgevoelige functies/objecten in de omgeving, welke veterinaire effecten te verwachten zijn en welke maatregelen genomen worden ter voorkoming van die risico's;
een gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf van groepen;
extensief kampeerterrein voor mobiele kampeermiddelen voor ten hoogste 100 (aaneengesloten) dagen in de periode 15 maart tot en met 31 oktober voor groepen met een sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke doelstelling;
een tijdelijke opvangplaats voor honden, waar het dier na verloop van tijd weer wordt opgehaald door de eigenaren, bijvoorbeeld na vakantie, waaraan ondergeschikt ook activiteiten met honden kunnen plaatsvinden, zoals een hondenschool;
een bedrijf/instelling waar honden gedurende de dag-uren en/of avonduren, al dan niet samen met hun baasjes, gedrag- en gehoorzaamheidstrainingen ondervinden;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden versterkt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt versterkt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie;
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, op daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
als karakteristiek wordt beschouwd, een hoofdgebouw;
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied;
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen;
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;
gebieden tussen 0,5 en 5 ha met groenvoorzieningen, beplantingen en kleinschalige natuurontwikkeling;
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde;
een kampeerterrein bij een (voormalig) agrarisch bedrijf gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers tot een oppervlak van 0,5 ha;
objecten zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b en l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een geheel of gedeeltelijk met bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen dat waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is;
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende natuur en het menselijk grondgebruik;
dienstverlening/(overheids)voorzieningen op het gebied van openbaar bestuur en overheidsdiensten, levensbeschouwelijke organisaties, onderwijs, gezondheidszorg, veterinaire diensten en welzijnszorg, uitvaartverzorging, crematoria, mortuaria, begraafplaatsen, cultuur, religie, sport, openbare orde, veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren; hieronder wordt niet verstaan een strafinrichting;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca (kantine, foyer, en dergelijke) en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
de langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens sociale omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande sociale relatie;
eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of het sociale vlak.
diegene die (deels) in de zorgbehoefte van een mantelzorgbehoevende voorziet;
objecten/functies die, gelet op hun aard en omvang, hinder ondervinden van inrichtingen, (spoor)wegen en bedrijven(bedrijfsactiviteiten), voor wat betreft aspecten als geluid, luchtkwaliteit, geur, stof, veiligheid en trillingen. De volgende objecten/functies zijn als milieugevoelig aan te merken:
daarnaast zijn in verband met specifieke milieuaspecten zoals luchtkwaliteit en externe veiligheid ook de volgende objecten of functies als gevoelig aangemerkt, waaronder:
Voorts kunnen in verband met specifieke milieuaspecten zoals geur ook objecten of functies als gevoelig worden aangemerkt, waaronder:
alle bovenstaande objecten/functies worden vanuit volksgezondheid gezien als objecten/functies waar voor langere tijd per dag sprake is van aanwezigheid van personen en daarmee een volksgezondheidsgevoelig object/functie betreffen.
bosbouw met een multifunctioneel karakter, gericht op natuur, productie en recreatie, vallend onder de Boswet.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna;
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
voor wat 'openbaar groen' is, moet worden uitgegaan van hetgeen daaronder in het normale spraakgebruik wordt verstaan: parken, plantsoenen en speelveldjes, die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk zijn; een weiland, bos of water wordt niet aangemerkt als openbaar groen; zogenaamd restgroen of snippergroen is wel openbaar, maar niet voor publiek algemeen toegankelijk, en daarom niet als openbaar groen in de zin van bovenstaande omschrijving aan te merken.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie of bewerking.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
extensieve, verspreide dagrecreatie;
een stacaravan welke niet op het maaiveld hoeft te staan dat voldoet aan de volgende kenmerken:
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 Staat van bedrijvenactiviteiten bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt;
een kampeermiddel dat voldoet aan de volgende kenmerken:
bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het verbeteren van de productie en arbeidsomstandigheden en ten behoeve van het matigen van weersinvloeden ter ondersteuning van de vollegronds-groenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen hoge en lage (tot 2 m) teeltondersteunende voorzieningen en tussen tijdelijke en permanente teeltondersteunende voorzieningen.
een recreatieve verblijfplaats met vaste wanden en een dak van tentzeil dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
een standplaats die bedoeld is voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
een gebouw ten behoeve van recreatief verblijf bestaand uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of stacaravan, zoals chalet;
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/ in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
Activiteiten waarbij meer dan hobbymatige aantallen vee worden gehouden zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer en/of waarbij dierlijke mest van eigen dieren wordt opgeslagen dan wel verwerkt.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
de opvang van volwassenen, gehandicapten, gedetineerden, moeilijk opvoedbare jeugd of zorgbehoeftige ouderen, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van bovenkant goot c.q. druiplijn ten opzichte van het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein. Ondergeschikte bouwonderdelen als goten van dakkapellen worden niet meegerekend.
de afstand van de bovenkant dakopstand of boeiboord ten opzichte van het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein.
de verticale afstand van het hoogste punt van een gebouw of ander bouwwerk tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein; bij de bepaling van de hoogte worden ondergeschikte bouwonderdelen als antennes, liftkokers, schoorstenen, luchtkokers, lichtkappen, roeden van hooibergen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen niet meegerekend.
de verticale afstand van het hoogste punt van de antenne-installatie tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein; indien de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antenne-installatie.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen, worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
afstand gemeten vanaf enig punt van een bouwwerk tot de rand van de dichtstbijzijnde berm aan de zijde van de weg.
2.9.1.
Te meten overeenkomstig de definitie voor oppervlakte van een gebouw.
2.9.2.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden en mits de verticale projectie van de gevel zelf op of achter de bouw- c.q. bestemmingsgrens blijft.
2.9.3.
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten vanuit het hart van een lijn op de analoge of digitale plankaart.
De regels behorende bij artikel 32 Aanlegregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
4.1.1.
De gronden op de plankaart aangewezen voor 'Agrarisch', zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
alsmede voor:
bijbehorende voorzieningen zoals: (ontsluitings)wegen, in- en uitritten, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tijdelijke waterberging en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater.
4.1.2.
De in lid 4.1.1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in Artikel 7 Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid (Zone Ao) rechtstreeks toelaatbaar zijn bij wijze van medebestemming. Daarbij is aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na ontheffing of planwijziging toelaatbaar zijn.
4.2.1.
Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
4.2.2.
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen) |
één, tenzij anders op de plankaart aangegeven |
750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bedrijfswoningen (inclusiefaan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - aantal bedrijfswoning toegestaan: 2' | twee-aaneen- gebouwde woningen |
600 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie |
150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen (waaronder kassen ter plaatse van Ag) |
volledig bouwvlak |
5,5 m | 12 m | ||
groepsaccommodatie ter plaatse van de subbestemming Adr |
1.000 m² | 5,5 m | 12 m | ||
voedersilo's | 15 m | ||||
erf- of terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn en ter plaatse van (zg) - overige plaatsen* |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m | ||||
sleufsilo's | 2 m | ||||
bedrijfsgebouwen ter plaatse van A* |
bestaand** | 5,5 m | 12 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders zijn - met toepassing van artikel 3.6 Wro - bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen binnen bouwvlakken met de bestemming 'Agrarisch', met inachtneming van het volgende:
De regels behorende bij artikel 30 Niet-agrarische nevenfuncties ter plaatse van bouwvlakken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
De regels behorende bij artikel 31 Vervolgfuncties ter plaatse van bouwvlakken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
De regels behorende bij de dubbelbestemming 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid (Zone Ao)' zoals verwoord in artikel 25 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
De algemene bepalingen (regels) behorende bij hoofdstuk 4 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
De overgangsregels behorende bij artikelen 44, 45 en 46 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' blijven onverkort van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beerzerhaar 33 Beerzerveld" van de gemeente Ommen.
Behorend bij het besluit van xxxx.
===