Plan: | Buitengebied, herziening Hammerweg 64 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0049-VG02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Hammerweg 64' met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0049-VG02 van de gemeente Ommen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in Staat van bedrijfsactiviteiten waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van artikel 1.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aanbouw, bijgebouw of recreatiewoning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin (een gedeelte van) een huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. Sierteelt, houtteelt, glastuinbouw en intensieve veehouderij worden daaronder niet begrepen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
bebouwing, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een logeeradres waar huisdieren tijdelijk kunnen worden ondergebracht.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw) dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de kadastrale gegevens.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie.
de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie.
een voorziening met een dak en ombouw, al dan niet op palen, die gebruikt wordt voor de jacht.
kleine verblijven op palen die met een trap/ladder bereikbaar zijn en gebruikt worden voor de jacht.
als karakteristiek wordt beschouwd, een hoofdgebouw:
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers tot een oppervlak van 0,5 ha.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie n de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
bosbouw met een multifunctioneel karakter, gericht op natuur, productie en recreatie, vallend onder de Boswet.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
horeca van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvom, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft. Voor ondersteunende horeca geldt dat het horeca betreft ter ondersteuning van een andere hoofdfunctie / andere activiteit van het bedrijf. Het verstrekken van horeca aan derden is niet toegestaan, waarbij onder derden wordt verstaan: mensen / groepen die niet specifiek voor de hoofdfunctie van het bedrijf komen, zoals passanten. Het organiseren van feesten en partijen en dergelijke is tevens niet toegestaan;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan.
een onverhard, niet overdekt, en omheind terrein al dan niet voorzien van lichtmasten met een andere ondergrond dan gras, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport, met dien verstande dat een tredmolen hieronder niet is begrepen.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
extensieve, verspreide dagrecreatie.
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt.
opslag van goederen en producten die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze ter plaatse bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld worden; uitgezonderd de opslag van gevaarlijke stoffen.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
de huisvesting van één huishouden in een woning;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
de perceelsscheiding van een bouwperceel, niet gelegen aan de voor- of achterzijde van het perceel.
de opvang van volwassenen, gehandicapten, gedetineerden, moeilijk opvoedbare jeugd of zorgbehoeftige ouderen, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.1.5 De afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De voor 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat bestaande veldschuren eveneens zijn toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 gelden de volgende regels:
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
omheining van een paardenbak | 2 m | ||||
lichtmasten bij een paardenbak | 6 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | R | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | R | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
Het in 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.5.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden | Toelaatbaar | ||
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | O | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O2) | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O2) | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | O | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O2) | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
O2) Geen omgevingsvergunningplicht indien de betreffende werken en werkzaamheden passen binnen de doeleindenomschrijving van de bestemming ‘Natuur’ of worden genoemd in een beheersplan voor de betreffende natuurgebieden.
Het in 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.3.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 5.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één | 1.150 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 330 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 ten behoeve van vervangen danwel beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing of vergroting van de woning, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 ten behoeve van de overschrijding van de maximale bouwhoogte voor bijgebouwen en overkappingen, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4.1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in de Bijlage 2 opgenomen Erfinrichtingstekening andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 6.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.2 ten behoeve van vervangen danwel beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing of vergroting van de woning, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenactiviteiten zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenactiviteit | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenactiviteit | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenactiviteit | |||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | |||||||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | - | 200 | |||||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 | |||||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | |||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | - | 200 | |||||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | - | 200 | |||||||
recreatieve functies / agrotoerisme | |||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 | |||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | 200 | 100 | |||||||
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 | |||||||
recreatief nachtverblijf | - | 200 | |||||||
groepsaccommodatie | - | 200 | |||||||
overige dienstverlening | |||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | - | 100 | |||||||
dierenpension; hondenfokkerij | 200 | 100 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen - VAB' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | N | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||
paardenstalling /paardenpension | W | |||||
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf | W | |||||
overige dienstverlening | ||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | |||||
dierenpension; hondenfokkerij | W |
Tabel : Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op:
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 2.500 m2 en dieper stekend dan 50 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in lid 7.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Alvorens het burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 7.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 7.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie geldt het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1, met inachtneming van het volgende:
Ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten geldt het volgende:
Bij een omgevingvergunning kan worden afgeweken van de herbouw op dezelfde plaats zoals bepaald in lid 9.2.1 onder b, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.3.1, mits de (ver)bouw van woningen niet leidt tot onevenredige beperkingen voor de betreffende agrarische bedrijven.
Indien sprake is van (her)bouw van geluidsgevoelige objecten in een zone langs een (spoor)weg als bedoeld in de Wet geluidhinder mag de afstand tot deze (spoor)weg niet worden verkleind.
De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden door tot het hoofdgebouw behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen die direct aan het hoofdgebouw worden aangebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 1,2 m bedraagt, met dien verstande dat:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoop zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken:
H(x)= de maximaal toelaatbare hoogte
X = de afstand tot de molen
Z= askophoogte
waarbij per molen in acht genomen dient te worden:
Beltkorenmolen De Besthmenermolen
Ligt ten zuiden van de Vecht op de kruising van de Hammerweg en de Lemelerweg.
De molenbiotoop bestrijkt alleen bebouwing, die in het bestemmingsplan Ommen Zuid is gelegen. Het betreft verspreid staande bebouwing. De molenbiotoop wordt ook met name door omringende beplanting beinvloed.
Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland AHN is de maaiveldhoogte ter plaatse van de molen 7,5 m.
Op basis van de uitgangspunten van de Hollandse molen c.q. de SOM kunnen de volgende maximale hoogtes voor bebouwing in de omgeving van de molen worden berekend:
Z = 14,50 m
De belt (= stelling) is 3.50 meter hoog.
H(100)= 3.50 m
H(200)= 6.90 m
H(300) = 8.90 m
met dien verstande dat bij vervanging van bestaande bebouwing de bestaande bouwhoogte ten hoogste is toegelaten, indien sprake is van herbouw op dezelfde locatie.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits de belangen van de molen niet onevenredig worden geschaad. Hierover dient vooraf advies te worden ingewonnen van de Stichting Ommer Molens.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Afwijkingen als bedoeld in lid 12.1.1 worden niet verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het maximaal aantal toegestane woningen ten behoeve van het onderbrengen van extra wooneenheden in monumenten en karakteristieke boerderijvormen die hoofdgebouwen zijn. Daarbij geldt het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale inhoudsmaat van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter karakteristiek hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid en het karakter van het hoofdgebouw niet wordt aangetast.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
Voor zover niet vergunningsvrij, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Een afwijking als bedoeld in 12.5.1 wordt slechts verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan ten behoeve van het toestaan van een paardenbak binnen de bestemmingen ‘Agrarisch - Essen- en kampenlandschap’, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten teneinde bij (bedrijfs)woningen behorende bijgebouwen te mogen gebruiken voor deze activiteiten, voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen.
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
Dit bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen en andere meerdaagse of regelmatig terugkerende activiteiten met een maximum van vijf evenementen per jaar en een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, mits, voor zover noodzakelijk, een vergunning op basis van de APV is verleend, en met dien verstande dat indien evenementen in een bestemming uitdrukkelijk zijn bestemd, het eerder gestelde maximum in aantal en in duur van evenementen niet geldt.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 15.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 15.1 met maximaal 10%.
Lid 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 15.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 15.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 15.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Hammerweg 64.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ommen in de vergadering van