Plan: | TAM-omgevingsplan Woningbouw Beerzerveld |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.2024TAMOP0002-ON01 |
Preambule
Dit plan beoogt 34 nieuwbouwwoningen mogelijk te maken op de locatie ten zuiden van de Van Alewijkstraat in het noord-westen van de kern Beerzerveld.
Juridisch is het plan een nieuw hoofdstuk in het omgevingsplan van de gemeente Ommen. De in deze wijziging van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als afdelingen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Ommen. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer 22a gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van overeenkomstige toepassing op dit omgevingsplan, tenzij hierna daarvan is afgeweken.
het omgevingsplan van de gemeente Ommen.
het TAM-omgevingsplan 'TAM-omgevingsplan Woningbouw Beerzerveld' met identificatienummer NL.IMRO.0175.2024TAMOP0002-ON01 van de gemeente Ommen.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het uitvoeren van activiteiten.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
blokken van meer dan twee niet-gestapelde woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd.
een (para)medisch, juridisch, administratie, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.
het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf en ontbijt waarbij gasten parkeren op het bij de woning behorende eigen terrein. Onder bed- en breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoengebonden werkzaamheden en/of arbeid.
bouwwerken die aanwezig en toegestaan waren voor het tijdstip dat dit TAM-omgevingsplan rechtskracht heeft verkregen.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping.
de grens van een bouwwerkperceel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak.
een gebouw gecombineerd in een cluster wat als één geheel wordt vormgegeven en als herkenbare eenheid zichtbaar wordt gemaakt.
de digitale voorstelling van de in dit plan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarmee ingevolge de regels bepaalde activiteiten zijn toegelaten.
de grens van een locatie.
een voorziening voor elektriciteit, gas, water, telecommunicatie, (gescheiden) inzameling van (huishoudelijke)afvalstoffen, opslag en transport van afvalwater, openbare veiligheid, volksgezondheid en een daarmee gelijk te stellen voorziening van algemeen nut.
bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een tuin waarin sierplanten kunnen worden aangeplant en verzorgd zonder dat sprake is van (buiten)verblijfsruimte.
een blok van twee aaneengebouwde hoofdgebouwen, niet zijnde gestapeld hoofdgebouwen.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.
de langs de weg gelegen lijn, welke zoveel mogelijk een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging heeft ten opzichte van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen op de naastgelegen bouwpercelen.
een niet-aaneengebouwd hoofdgebouw.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een woning.
In aanvulling op artikel 22.24 van het omgevingsplan, gelden de volgende meet- en rekenbepalingen:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding ten opzichte van de bouwregels niet meer dan 1 m bedraagt.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Niet genoemde gebruiks- en bouwactiviteiten en gebruiks- en bouwactiviteiten die in strijd zijn met dit TAM-omgevingsplan zijn niet toegestaan, met uitzondering van bestaande bouwwerken.
In afwijking van de in het tijdelijke deel van het plan van de gemeente Ommen opgenomen nota bodembeheer regio IJsselland, zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - bodemfunctieklasse wonen’ aangewezen als gebied met bodemfunctieklasse wonen zoals bedoeld in artikel 5.89p van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - intrekgebied' zijn aangewezen als intrekgebied zoals bedoeld in de provinciale omgevingsverordening Overijssel.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op het gebruik van gronden en bouwwerken.
Het is verboden om de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op activiteiten ter plaatse van de locatie 'Groen - activiteiten binnen groen - toegestaan'.
De volgende activiteiten zijn toegestaan:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op activiteiten ter plaatse van de locatie 'Verkeer - activiteiten binnen verkeer - toegestaan'.
De volgende activiteiten zijn toegestaan:
De uitoefening van een ondergeschikt beroep aan huis is toegestaan, als:
Ondergeschikte kleinschalige beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn verboden zonder omgevingsvergunning.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 11.2 wordt alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11 kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van bouwwerken.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven, of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van hoofdgebouwen ter plaatse van de locatie 'Hoofdgebouw bouwen - vergunningplicht'.
In aanvulling op artikel 22.29 van het plan wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een hoofdgebouw, alleen verleend als:
Voordat door het college wordt besloten over de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan wint het college schriftelijk advies in bij de adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit over de vraag of het bouwplan in overeenstemming is te achten met de beoordelingsregels inzake beeldkwaliteit.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van hofwoningen ter plaatse van de locatie 'Hofwoning bouwen - vergunningplicht'.
In aanvulling op artikel 22.29 van het plan wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een hofwoning, alleen verleend als:
Voordat door het college wordt besloten over de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan wint het college schriftelijk advies in bij de adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit over de vraag of het bouwplan in overeenstemming is te achten met de beoordelingsregels inzake beeldkwaliteit.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Bij de toepassing van artikel 22.27 en 22.36 van het plan moet ook worden voldaan aan de volgende regels:
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de locatie 'Bijbehorend bouwwerk bouwen - vergunningplicht', tenzij toepassing kan worden gegeven aan artikel 15 van dit TAM-omgevingsplan en artikel 22.27 en artikel 22.36 van het plan.
In aanvulling op artikel 22.29 van het plan wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk, alleen verleend als:
waarbij het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 60% bedraagt.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de locatie 'Bijbehorend bouwwerk bij hofwoning bouwen - vergunningplicht'.
In aanvulling op artikel 22.29 van het plan wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een hofwoning, alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van erkers ter plaatse van de locatie 'Erker bouwen - vergunningplicht'
In aanvulling op artikel 22.29 van het plan wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een erker, alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van een sport- of speeltoestel ter plaatse van de locatie 'Sport- of speeltoestel bouwen - verbod'.
In afwijking van artikel 22 van dit TAM-omgevingsplan en artikel 22.27, sub d, van het plan, is het bouwen van een sport- of speeltoestel verboden.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van erf- of perceelafscheidingen ter plaatse van de locatie 'Erf- of perceelafscheiding bouwen - gebod' en geldt als aanvulling op artikel 22.27 sub f van het plan en artikel 2.1b van de Vangnetregeling Omgevingswet.
Bij de toepassing van artikel 22.27 sub f van het plan en artikel 2.1b van de Vangnetregeling Omgevingswet moet ook worden voldaan aan de volgende regel:
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, verbouwen en in stand houden van erf- of perceelafscheidingen ter plaatse van de locatie 'Erf- of perceelafscheiding bij hofwoning bouwen - toegestaan' en geldt als aanvulling op en als afwijking van artikel 22.27 sub f van het plan en artikel 2.1b van de Vangnetregeling Omgevingswet.
Bij de toepassing van artikel 22.27 sub f van het plan en artikel 2.1b van de Vangnetregeling Omgevingswet moet ook worden voldaan aan de volgende regels:
In aanvulling op artikel 22.29 wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan, voor het bouwen van een ander bouwwerk, alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het plan kunnen voorschriften worden verbonden.
Dit artikel is van toepassing op het aanleggen van een wintergroene haag ter plaatse van de locatie 'Wintegroene haag aanleggen - gebod'.
Binnen 1 jaar na ingebruikname van een bouwperceel ten behoeve van wonen zoals bedoeld in artikel 9 wordt:
Dit artikel is van toepassing op bouwactiviteiten waarbij een parkeerbehoefte wordt verwacht gelet op het beoogde gebruik van dat bouwwerk.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het omgevingsplan wordt alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het omgevingsplan kunnen voorschriften worden verbonden, in ieder geval over:
Dit artikel is van toepassing op bouwactiviteiten waarbij een ruimte voor laden of lossen wordt verwacht gelet op het beoogde gebruik van dat bouwwerk.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het omgevingsplan wordt alleen verleend als:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 van het omgevingsplan kunnen voorschriften worden verbonden, in ieder geval over: