direct naar inhoud van 4.2 Wijze van bestemmen
Plan: Schurinkhof 2 Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20121005005-va01

4.2 Wijze van bestemmen

4.2.1 Algemeen

Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft uit te oefenen. Dit houdt in dat:

  • 1. de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en
  • 2. de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (het overgangsrecht is hierbij mede van belang).

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing

(omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van ‘werken’ (omgevingsvergunning voor het aanleggen).

Een bestemmingsplan regelt derhalve:

  • 1. het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen);

en een bestemmingsplan kan daarbij regels geven voor:

  • 2. het bebouwen van de gronden;
  • 3. het verrichten van werken (aanleggen).

4.2.2 Hoofdstukopbouw van de regels

De regels zijn verdeeld over 4 hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels (artikel 2).
  • 2. Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Ook de dubbelbestemming wordt in dit hoofdstuk opgenomen. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsbepalingen ook in andere artikelen relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moet worden. Alleen zo is een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld.
  • 3. Algemene regels. In dit hoofdstuk zijn bepalingen opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Het zijn bijvoorbeeld een anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene afwijkings- en wijzigingsregels. Ter bescherming van de molenbiotoop van de nabijgelegen korenmolen is een regeling opgenomen.
  • 4. Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.

4.2.3 Bestemmingen in dit bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

In dit bestemmingsplan zijn drie bestemmingen opgenomen:

Gemengd - 2

De bestemming Gemengd - 2 geldt voor het gebouw. Deze bestemming is gekozen omdat er op deze locatie sprake is van een mening van functies, namelijk detailhandel en wonen. Detailhandel is uitsluitend op de begane grond toegestaan en wonen alleen op de verdieping. Bebouwing moet binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Omdat niet alle soorten detailhandel zijn toegestaan is via een specifieke gebruiksregel aangegeven wat is toegestaan. Daarbij wordt verwezen naar bijlage 1, waarin verschillende te onderscheiden branches zijn aangegeven. Ook ten aanzien van de omvang van de verschillende winkelunits in relatie tot de branchering zijn regels opgenomen.

De naamgeving van de bestemming is afgestemd op het bestemmingsplan Centrum Ommen dat parallel aan dit bestemmingsplan wordt opgesteld. Onderhavig bestemmingsplan wordt na vaststelling opgenomen in het bestemmingsplan Centrum Ommen. Aangezien in dat bestemmingsplan eveneens sprake is van een gemengde bestemming, waarbij de inhoud van de regels echter anders is, is gekozen voor een onderscheid naar deze bestemmingen.

Verkeer - Verblijf

De gronden rondom het gebouw zijn bestemd tot Verkeer - Verblijf. De functie voor verkeer en verblijf is toegestaan. Daarnaast is ook gebruik ten behoeve van aangrenzende bestemmingen toegestaan. De balkons van het gebouw vallen binnen deze bestemmen, evenals de overkapping bij de entree van de winkel. Eventuele uitstallingen zijn daardoor ook binnen deze bestemming mogelijk.

Waarde - Archeologie

Deze dubbelbestemming is opgenomen ter bescherming van de mogelijke archeologische waarde in de ondergrond. De bestemming bevat regels voor het verlenen van een omgevingsvergunning.