direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Marsdijk 4, Beerze
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20121003003-va01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden veehouderij en akker- en vollegrondstuinbouw, met dien verstande dat maximaal 200 stuks melk- en kalfkoeien en 72 stuks vrouwelijk jongvee mogen worden gehouden;
  • b. (extensieve) dagrecreatieve voorzieningen, in de vorm van niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, natuurobservatie, natuur- en millieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen, informatiecentrum, met dien verstande dat een agrarisch belevingscentrum met eventueel een vergaderruimte tevens is toegestaan;
  • c. kleinschalige natuurontwikkeling en/of agrarisch natuur- en landschapsbeheer;

met daarbijbehorende voorzieningen:

  • d. (ontsluitings)wegen;
  • e. in- en uitritten;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen; en
  • i. tijdelijke waterberging en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater;

een en ander met inachtneming van:

  • j. de in dit gebied voorkomende landschappelijke waarden in de vorm van kleinschaligheid, grillig kavelpatroon, verspreid liggende bebouwing, en onbebouwde essen en kleinschalige landschapselementen zoals de bestaande houtwallen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bebouwing

Op de voor "Agrarisch" aangewezen gronden mogen ten dienste van de (sub)bestemming uitsluitend worden gebouwd;

  • a. bedrijfsgebouwen;
  • b. hoofdgebouwen in de vorm van bedrijfswoningen met aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak geldt het bestaande aantal bedrijfswoningen als maximum;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a is een complex van aaneengesloten voorzieningen zoals sleufsilo's, kuilvoerplaten, buitenrijbanen, foliebassins en mestzakken tevens toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorzieningen', met dien verstande dat voldoende afstand tot omliggende hindergevoelige objecten in acht moet worden genomen en geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de waarden zoals genoemd in 3.1 onder j;
  • d. ten aanzien van buitenrijbanen geldt het volgende:
    • 1. per agrarisch bedrijf is maximaal één buitenrijbaan toegestaan;
    • 2. de afmeting van een buitenrijbaan mag maximaal 20 x 40 m bedragen;
    • 3. de buitenrijbaan en bijbehorende lichtmasten dienen op minimaal 50 m van bouwvlakken van derden geplaatst te worden;
  • e. indien binnen één hoofdgebouw meerdere woningen zijn gevestigd mogen deze woningen niet worden herbouwd als afzonderlijke, op aparte percelen gelegen, vrijstaande woningen;
  • f. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. inhoud   max. oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning ( inclusief aan- en uitbouwen)   bestaande aantal **   750 m³     4,5 m   10 m  
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie       150 m²   4 m   6 m  
bedrijfsgebouwen       volledig bouwvlak   5,5 m   12 m  
voedersilo's           15 m  
erf- en terreinafscheidingen
- voor de voorgevelrooilijn
- overige plaatsen *  
       
1 m
2 m  
lichtmasten           6 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde           3 m  
sleufsilo's           2 m  

Tabel 1: Bouwregels

* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.

** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.2:

  • a. onder b en toestaan dat er een tweede agrarische bedrijfswoning wordt opgericht ten dienste van een volwaardig agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
    • 1. het gaat om een agrarisch bedrijf met levende have waarvoor permanent toezicht nodig is;
    • 2. het bedrijf dient een omvang te hebben van minimaal twee volwaardige arbeidskrachten, waarbij de continuïteit is verzekerd;
    • 3. uitsluitend kan worden afgeweken indien er nog niet eerder een tweede agrarische bedrijfswoning voor het bedrijf aanwezig is geweest.
  • b. onder f ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat van bedrijfswoningen, teneinde om het mogelijk te maken dat de inhoud van de woning inpandig wordt vergroot tot 1.000 m³, zulks ten behoeve van de huisvesting van een tweede arbeidskracht, of een rustende boer met inachtneming van het volgende:
    • 1. uitsluitend kan worden afgeweken indien er sprake is van een duurzaam, volwaardig agrarisch bedrijf en of de extra woonruimte noodzakelijk is voor de huisvesting van een tweede arbeidskracht of een rustende boer;
    • 2. uitbreiding van de woning dient plaats te vinden binnen het bestaande hoofdgebouw; alleen indien dit niet mogelijk of doelmatig is, kan afwijking plaatsvinden voor uitbreiding van de woning door middel van nieuwbouw;
    • 3. er niet kan worden afgeweken, indien op het bouwvlak reeds een woning aanwezig is die voor de bedoelde huisvesting geschikt of geschikt te maken is;
    • 4. bij het inpandig vergroten van de woning mag het oppervlak aan bijgebouwen en overkappingen niet meer bedragen dan 150 m².
3.4 Specifieke gebruiksregels

Op de voor "Agrarisch" aangewezen gronden gelden de volgende regels:

  • a. het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor opslag van goederen met een totale opslaghoogte van meer dan 4 m;
  • b. in aanvulling van het bepaalde in 3.1 zijn onderstaande niet-agrarische nevenfuncties binnen een bouwvlak rechtstreeks toegestaan, met dien verstande dat op eigen terrein moet worden voorzien in parkeergelegenheid en het uitsluitend is toegestaan bij een volwaardig agrarisch bedrijf;
aard van de nevenfunctie   maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie   maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten   -   200  
veearts/hoefsmederij   -   200  
aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in de (bedrijfs)woning)   -   100  
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension)   1.200   200  
kano- boot- of fietsenverhuur   -   100  

Tabel 2: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht

  • c. in afwijking van het bepaalde onder 3.1 onder a is het houden en weiden van melk- en ander vee ten behoeve van de veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm agrarisch uitgesloten - veehouderij' niet toegestaan na een termijn van 24 maanden nadat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend voor het perceel ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij' danwel na dat het bedrijfsgebouw ten behoeve van de huisvesting van melk- en ander vee ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bedrijfsgebouw' in gebruik is genomen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder 3.1 onder a is het huisvesten van melk- en ander vee uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bedrijfsgebouw'.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 3.1 ten behoeve van de uitbreiding van de maximale toegestane veestapel, met dien verstande dat moet worden voldaan aan de wet- en regelgeving;
  • b. 3.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan bij wijze van nevenfuncties bij een volwaardig agrarisch bedrijf;
    • 2. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 3. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 4. bestaande landschaps- en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 5. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking, dit in relatie tot de functie van de ontsluitingsweg waaraan het bedrijf is gelegen;
    • 6. voor opslag, voor niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3, mogen géén nieuwe gebouwen worden gebouwd, evenmin mogen bestaande gebouwen ten behoeve van opslag als nevenfunctie worden uitgebreid;
    • 7. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
    • 8. wat betreft recreatief nachtverblijf is dit uitsluitend toegestaan indien de vorm van recreatief nachtverblijf een toegevoegde waarde heeft voor het bestaande recreatieve product;
    • 9. op eigen terrein dient er te worden voorzien in parkeergelegenheid;
    • 10. in combinatie met de bij recht toegestane niet-agrarische nevenfuncties in 3.4 onder c mag de totale oppervlakte voor nevenfuncties wat betreft bouwwerken niet meer dan 800 m² bedragen en niet meer dan 2.000 m² wat betreft de gronden.

aard van de nevenfunctie   maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie   maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
aan landbouw verwancte functies / bedrijvigheid      
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen)   -   500  
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering)   -   500  
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   500  
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel   -   200  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten      
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   200  
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   500  
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   200  
recreatieve functies / agrotoerisme      
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij)   500   200  
recreatief nachtverblijf   -   300  
groepsaccommodatie   -   200  
overige dienstverlening      
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij)   -   200  
tentoonstellingsruimte/museum   500   200  
dierenpension; hondenfokkerij   -   200  

Tabel 3: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan

  • c. 3.4 onder b ten aanzien van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten teneinde bij (bedrijfs)woningen behorende bijgebouwen te mogen gebruiken voor deze activiteiten, voor zover:
    • 1. de activiteiten geen hinder opleveren voor de woonsituatie;
    • 2. de activiteiten geen detailhandel en/of horeca betreffen, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 3. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
    • 4. de activiteiten, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet onevenredig beperken;
    • 5. de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van de activiteit niet meer bedraagt dan 100 m².
3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:

  • a. ten behoeve van het overschrijden van de aanduiding ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bedrijfsgebouw" voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw dat ten dienste doet als huisvesting voor melk- en ander vee, met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige duurzame grondgebonden veehouderij bedrijven;
    • 2. de bedrijfseconomische noodzaak moet worden aangetoond;
    • 3. het geen hinder oplevert voor de woonsituatie van omwonenden;
    • 4. de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven niet onevenredig worden beperkt.
    • 5. landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • b. ten behoeve van de verschuiving van agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige duurzame grondgebonden veehouderijbedrijven;
    • 2. de oppervlakte van het bouwvlak mag niet toenemen;
    • 3. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien aanwezige landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 4. de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
    • 5. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing door middel van opgaande randbeplanting van een gebiedseigen assortiment;
    • 6. op dee bouwvlakken blijft Artikel 3 van overeenkomstige toepassing.
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid, 3.1 is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren;
  • b. aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting);
  • c. verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden;
  • d. aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verharding > 50 m² (niet zijnde kavelpaden);
  • e. aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, en afgraven dan wel ten behoeve van ontginning met uitzondering van de aanleg van drainage.
3.7.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden, die reeds in uitvoering of aanwezig zijn op het tijdstip van het kracht worden van het bestemmingsplan;
  • c. werken of werkzaamheden ten behoeve van de realisering van bestemmingen en bouwmogelijkheden op grond van planwijziging of bestemmingsplanherziening.

3.7.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.7.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden geschaad, gelet op;

  • a. het belang dat met de ingreep is gediend;
  • b. de belangen van het landschap, natuur en cultuurhistorie zoals genoemd in 3.1;
  • c. het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuisihoudkundige doelstellingen.