| Plan: | Buitengebied, Rood voor rood Dalmsholterweg 20 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20111003008-va01 |
Het plangebied is gelegen in een flierenlandschap, de Dalmsholter Vlier. Het flierenlandschap is een bijzonder landschapstype. Op de historische kaarten zijn de gebieden met het flierenlandschap als graslandgebieden te midden van uitgestrekte heidevelden herkenbaar. In het huidige landschap vallen deze gebieden nog steeds op. Het zijn nu grotendeels open agrarische ruimtes te midden van uitgebreide bosgebieden. Aan de randen en tussen de bosgebieden liggen deze lagere, open en van oorsprong natte gebieden in het landschap met smalle kavels, de zogenaamde flieren. Dit landschapstype is door de lage ligging en opkomen van kwel van oorsprong overwegend nat. Door ontwatering ten behoeve van de landbouw (jonge ontginning) is de bijzondere waarde deels verloren gegaan. Onderstaande figuren geven de landschappelijke aspecten rond 1900 en 1950 weer.
Figuur 2.1./2.2. Topografische kaart 1900 (boven), 1950 (onder) (Bron: Provincie Overijssel)
Duidelijk zichtbaar zijn de kenmerken van het jong ontginningslandschap ten zuiden van de weg. Het jonge ontginningslandschap is open en wordt gekenmerkt door rechtlijnige kavels. Belangrijke landschapselementen in het gebied zijn bomenrijen, singels en zichtlijnen, maar ook ‘ingepakte’ erven die als losse kamers in het landschap liggen. Het gebied wordt omsloten door hoger gelegen beboste gronden, waardoor de betreffende locatie als het ware in een laagte komt te liggen.
Het plangebied is gelegen in een oude hoevenlandschap, dat is goed te zien aan de verspreide erven. Het werd ontwikkeld nadat de complexen met de grote essen 'bezet' waren en een volgende generatie boeren nieuwe ontwikkelingsruimte zocht. Die vonden ze bij kleine dekzandkopjes die individueel werden ontgonnen. Dit leidde tot een landschap dat de zelfde opbouw kent als het essenlandschap, alleen in een meer kleinschalige, meer individuele en jongere variant. Deze kleinere maat en schaal zijn tevens de reflectie van de natuurlijke ondergrond.
Figuur 2.3./2.4. Topografische kaart 1900 (boven), 1950 (beneden) (Bron: Provincie Overijssel)
Mooi te zien is ook de variatie van de verschillende landschappen in het gebied. Zoals aangegeven ligt het plangebied zelf in een oude hoevenlandschap, maar in de omgeving zijn meerdere landschappelijke kenmerken te vinden. In de directe nabijheid van het plangebied zijn o.a. kenmerken te zien van het maten en flierenlandschap, essenlandschap (de Holthone) en het veenkoloniaal landschap. Deze combinatie van verschillende landschappen maakt het tot een gebied met landschappelijke waarde.