direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Buitengebied, De Stouwe 18, Vinkenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20111003007-va01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. bed & breakfast;

met daarbijbehorende:

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. tuinen en erven;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. tijdelijke waterberging en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater; en
  • k. ontsluitings(wegen).
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen in casu woonhuizen;
  • b. bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2.1 Hoofdgebouwen in casu woonhuizen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak mag niet meer dan één woonhuis worden gebouwd;
  • c. het woonhuis moet binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek" is een woning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 750 m³;
    • 2. de goothoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen.
  • e. ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" is een vrijstaande woning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 750 m³;
    • 2. de goothoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen.

4.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen mag maximaal 150 m² bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' de aanwezige maatvoering als maximum geldt;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' de aanwezige maatvoering als maximum geldt; ;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' de aanwezige maatvoering als maximum geldt; .

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde;

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2 m mag bedragen.

4.2.4 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 4.2.1 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en dat ingeval van herbouw de afwijkende maatvoering mag worden aangehouden met dien verstande dat de herbouw op dezelfde plaats moet plaatsvinden.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1:

  • a. onder d ten behoeve van het onderbrengen van een extra wooneenheid in het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
    • 2. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van dit hoofdgebouw; en
    • 3. de cultuurhistorische waarden van dit hoofdgebouw niet wordt aangetast.
  • b. onder d ten behoeve van het vergroten van de maximale inhoudsmaat van de woning, met dien verstande dat:
    • 1. de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht wordt uitgebreid; en
    • 2. het karakter van het hoofdgebouw niet wordt aangepast.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteiten

Het gebruik van ruimten van de hoofdgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie blijft behouden;
  • b. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 100 m²;
  • c. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen mag niet bestaan uit detailhandel en/of horeca en/of prostitutie;
  • d. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis gebonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;
  • e. parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden;

4.4.2 Voorwaardelijke verplichting
  • a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt, uitsluitend indien en voor zover binnen een termijn van 6 maanden na het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor de vrijstaande woning ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Overige aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in juncto 1.3 ten behoeve van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteiten welke niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in Bijlage 2, maar die naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de aangegeven categorie van activiteiten, niet zijnde detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie blijft behouden;
  • b. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 100 m²;
  • c. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen mag niet bestaan uit detailhandel en/of horeca en/of prostitutie;
  • d. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis gebonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • f. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • g. parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden;

4.5.2 Niet-agrarische nevenactiviteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 met dien verstande dat uitsluitend het bijgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenfuncties' mag worden gebruikt ten behoeve van de nevenfuncties zoals genoemd in tabel 1 na afwijking van het bestemmingsplan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • b. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • c. bestaande landschaps- en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking, dit in relatie tot de functie van de ontsluitingsweg waaraan het bedrijf is gelegen;
  • e. voor opslag mogen géén nieuwe gebouwen worden gebouwd, evenmin mogen bestaande gebouwen ten behoeve van opslag als nevenfunctie worden uitgebreid.
  • f. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  • g. wat betreft recreatief nachtverblijf is dit uitsluitend toegestaan indien de vorm van recreatief nachtverblijf een toegevoegde waarde heeft voor het bestaande recreatieve product;
  • h. op eigen terrein dient er te worden voorzien in parkeergelegenheid;
  • i. er sprake is van een functioneel verband tussen de nevenactiviteit en de woning gelegen binnen hetzelfde bouwperceel;
  • j. met betrekking tot de gronden, geen bouwwerk zijnde, mag maximaal het aantal m² zoals opgenomen in tabel 1 ten behoeve van een nevenfunctie worden gebruikt.

aard van de nevenfunctie   maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie   maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid      
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen)   -   500  
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering)   -   oppervlakte gebouw als maximum  
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   500  
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel, paardenstalling (incl. exploitatie paardenkoets/paardenpension, veearts, hoefsmederij   -   200  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) en verkoop aan huis van streekeigen producten   -   200  
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten      
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   200  
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   oppervlakte gebouw als maximum  
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn   -   200  

Tabel 1: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan

4.5.3 Mantelzorg

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  • a. een afhankelijke woonruimte is uit het oogpunt van mantelzorg noodzakelijk;
  • b. de afhankelijke woonruimte wordt bewoond door de mantelzorgbehoevende(n);
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de afhankelijke woonruimte voldoet aan de regels inzake bijgebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte ten dienste van mantelzorg niet meer dan 75 m² bedraagt;
  • e. er wordt gebruik gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw meer geschikt is;
  • f. de afhankelijke woonruimte voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit;
  • g. in aanvulling op de vergunning wordt een overeenkomst tussen de gemeente en de betrokkenen gesloten.

4.5.4 Paardenbak

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 voor de realisatie van een paardenbak met een maximale afmeting van 20 x 40, met dien verstande dat:

  • a. burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan:
    • 1. de situering van de paardenbak;
    • 2. de afmetingen van de paardenbak;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

4.5.5 Aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4.1 voor het toestaan dat bijgebouwen worden gebruikt ten behoeve van aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie blijft behouden;
  • b. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 100 m²;
  • c. het ondergeschikte medegebruik van de gebouwen mag niet bestaan uit detailhandel en/of horeca en/of prostitutie;
  • d. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis gebonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;
  • e. parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden;
  • f. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • g. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • h. parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden.

4.5.6 Voorwaardelijke verplichting

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4.2 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 1 andere landschapsmaatregelen wordt getroffen, met dien verstande dat:

  • a. de landschapsmaatregelen minimaal gelijk zijn aan de in Bijlage 1 opgenomen landschapsmaatregelen en voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in Bijlage 1 genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van artikel 3.6 Wro bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 2 in die zin te wijzigen dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, voor zover wijziging van de milieubelasting van het desbetreffende bedrijfstype daartoe aanleiding geeft.