Bestemmingsplan uitbreiding en herinrichting Camping Bergzicht

Proces

Bij het Waterschap Regge en Dinkel is op 27 oktober 2010 een online watertoets uitgevoerd, waarbij de gegevens voor dit project zijn ingevoerd. Uit deze toets volgde dat het waterschap Regge en Dinkel geen bezwaren heeft tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Ten aanzien van het intrekgebied heeft meermalen afstemming met de provincie plaats gevonden. Het advies van de provincie is overgenomen. Het waterschap heeft 16 juni 2011 (brief met kenmerk 11.08735) aangegeven, dat in de waterparagraaf en de bijbehorende regels de waterbelangen goed zijn verwoord en dat ze kunnen instemmen met het bestemmingsplan. Het proces van de watertoets is daarmee voldoende doorlopen.

Situatiebeschrijving

Het plangebied is gelegen in het zuiden van de gemeente Ommen buiten de bebouwde kom. In de huidige situatie zijn alle uitbreidingslocaties onverhard. Het maaiveld rond het plangebied ligt nagenoeg vlak op een hoogte van circa N.A.P. +6,0 à +6,2 meter. Alleen het sportveld in het noordoosten ligt iets hoger en heeft een maaiveldhoogte van circa N.A.P. +6,8 m.

Het dichtstbijzijnde oppervlaktewater is de Beneden Regge op circa 200 meter ten noordoosten van het huidige sportveld. De Beneden Regge is aangewezen als KRW waterlichaam. Binnen het plangebied zelf is geen oppervlaktewater aanwezig. Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) van de aanwezige permanente bebouwing op het campingterrein wordt via het vuilwaterrioolstelsel afgevoerd naar de RWZI.

Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. Het zuiden van het plangebied is echter wel gelegen binnen het intrekgebied van de drinkwaterwinning Archemerberg. In de Omgevingsverordening Overijssel 2009 heeft de provincie vastgelegd hoe gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden met waterveiligheid, het voorkomen van wateroverlast en grondwaterbescherming. Voor de wijze hoe in bestemmingsplannen specifiek omgegaan dient te worden met grondwaterbescherming heeft de provincie het document 'Methodiek voor gebiedsgerichte grondwaterbescherming in Overijssel' opgesteld. Conform de 'Methodiek voor gebiedsgerichte grondwaterbescherming in Overijssel' dient voor de ontwikkeling van de parkeerplaats te worden voldaan aan het stand-still principe. Dat betekent dat het risico op grondwaterverontreinigingen niet mag toenemen.

Voorgenomen ontwikkeling

De voorgenomen ontwikkeling bestaat uit de realisatie van een tweede bedrijfswoning nabij de entree, 50 stacaravans en aan de noordzijde 60 parkeerplaatsen. Het verhard oppervlak bestaat daarmee voornamelijk uit kleine oppervlakten (caravans en de woning) die gespreid over het plangebied worden gerealiseerd. Omdat met de uitbreiding van de camping ook het aantal parkeerbewegingen toe neemt wordt, om het risico op grondwaterverontreinigingen te beperken, een (zuiverende) voorziening aangelegd voor de verwerking van het afstromende hemelwater van de parkeerplaats.

Beschrijving thema's uit handreiking watertoets deel III

In onderstaande paragraaf wordt beschreven wat de gevolgen zijn van de voorgenomen ontwikkeling op de thema's zoals die zijn benoemd in de handreiking watertoets deel III.

• 1. Veiligheid: ruimte voor afvoer, tegengaan overstromen, beschermen van waterkeringen, rekening houden met risico's van functies in gebieden.

Het plangebied ligt buiten de invloed van de Beneden Regge en er is geen risico op overstroming.

• 2. Overlast: ruimte voor vasthouden van water bovenstrooms, beperken van bouwen in lage en natte gebieden, vrijhouden van waterlopen, rekening houden met kwelwater, ruimte vrijhouden voor bergen van teveel water.

De uitbreiding ligt niet in laag gelegen gebieden. Binnen het plangebied vindt infiltratie plaats en is voldoende ruimte beschikbaar voor infiltratie van hemelwater. Het hemelwater wordt met lokale voorzieningen geïnfiltreerd binnen de plangrenzen. Overlast door versnelde afvoer wordt niet verwacht.

• 3. Watervoorziening: bergen van water voor droge tijden, beschermen drinkwatergebieden.

Het plangebied ligt niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied. Het hemelwater dat op verharde oppervlakken valt zal met lokale infiltratievoorzieningen teruggebracht worden in de bodem. De aanvulling van grondwater blijft hierdoor gelijk. Door het toepassen van niet uitlogende materialen wordt verontreiniging van het grondwater voorkomen.

• 4. Volksgezondheid: rekening houden met risico's van voedselrijk en warm water.

Binnen het plangebied wordt geen oppervlaktewater aangelegd. Het vuilwater wordt afgevoerd op de riolering. Een grijswatersysteem wordt niet toegepast. Een risico voor de volksgezondheid is niet aanwezig.

• 5. Bodemdaling: rekening houden met risico's van daling van de bodem bij laag water.

De bodemopbouw is niet zettinggevoelig. De grondwaterstand wordt niet verlaagd en de belasting van de bodem is beperkt. Bodemdaling is daarom ook niet van toepassing.

• 6. Waterkwaliteit: tegengaan van vervuiling van oppervlaktewater en grondwater.

De Beneden Regge is een KRW waterlichaam en stelt daarom specifieke eisen ten aanzien van de waterkwaliteit. Omdat geen water wordt afgevoerd naar de Beneden Regge en binnen het plangebied geen oppervlaktewater aanwezig is wordt vervuiling van het oppervlaktewater uitgesloten. Vervuiling van het afstromende hemelwater wordt voorkomen door geen materialen toe te passen die de waterkwaliteit negatief beïnvloeden.

Opgemerkt wordt dat binnen het intrekgebied een parkeerplaats wordt voorzien. Dit kan worden gezien als een toename in het risico voor de drinkwaterwinning Archemerberg. Bij het ontwerp en de inrichting van de parkeerplaats moeten daarom voorzieningen worden genomen om vervuiling van het grondwater te voorkomen. Hier wordt invulling aan gegeven door het afstromende water bovengronds (zichtbaar) af te voeren naar een centrale infiltratievoorziening. Deze wordt, vanwege de zuiverende werking, bij voorkeur ingericht als helofytenfilter.

• 7. Verdroging: tegengaan van verdroging van natte natuurgebieden, beperking verharding, ecologische oevers.

Het hemelwater wordt binnen de projectgrenzen geïnfiltreerd in de bodem. Het verhard oppervlak bestaat uit vele kleien oppervlakten (caravans) en wordt gespreid over projectgebied aangebracht. Bij de aanleg van erfverharding (toegangswegen, parkeerplaatsen) wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met toepassing van halfverharding. Nadelige gevolgen voor de grondwateraanvulling worden daarom niet verwacht. Natte natuur- en oppervlaktewater is niet aanwezig.

• 8. Riolering: ruimte vrijhouden voor infiltratie van regenwater, ruimte voor zuivering.

De extra dienstwoning en stacaravans zullen worden aangesloten op het bestaande vuilwater rioolstelsel binnen het plangebied. Het vuilwater zal worden afgevoerd naar de RWZI. Het hemelwater wordt niet op de riolering aangesloten maar lokaal in de bodem geïnfiltreerd.