Dennenhoekweg 19 Lemele

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Woonplan Ommen 2003 - 2007

In de nota zijn de hoofdlijnen van het gemeentelijk woonbeleid beschreven voor vijf jaar: de periode 2003 tot en met 2007. Een recenter woonbeleid is in de gemeente Ommen vooralsnog niet voorhanden. In het Woonplan Ommen 2003-2007 is aangegeven wat de woonmissie van de gemeente is:

De gemeente Ommen wil een groene, zelfstandige gemeente blijven waar het goed en veilig wonen is. Zij biedt aan de eigen inwoners voldoende woonmogelijkheden. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar jongeren en ouderen om te voorkomen dat deze groepen de gemeente moeten verlaten. Ter versterking van het voorzieningenniveau en de lokale werkgelegenheid wil de gemeente dat er ook woningen worden gebouwd voor nieuwe werknemers van buiten. Hierdoor vergroot het economische draagvlak voor de voorzieningen en daarmee wordt het centrum van Ommen aantrekkelijker voor de toeristen en dagrecreanten. Doordat er voldoende woningbouw plaatsvindt, groeit het inwonertal geleidelijk.

Geconcludeerd kan worden dat bovenstaand beleid in feite achterhaald is, waardoor een goede toetsing niet mogelijk is. Wel kan geconcludeerd worden dat onderhavig plan niet in strijd is met de ambitie zoals verwoord in het Woonplan Ommen. De sloop en nieuwbouw van een woning op betreffend perceel heeft geen invloed op de woningvoorraad in Lemele.

3.3.2 Kleine kernenbeleid

De gemeenteraad heeft in september 2005 de Hoofdlijnennotitie Kleine kernenbeleid vastgesteld. Hiermee ging een langgekoesterde wens van de kernen Beerzerveld-Mariënberg, Vinkenbuurt, Vilsteren, Varsen, Lemele, Witharen, Stegeren/Junne en Beerze in vervulling. Doel van de notitie is om in samenwerking met de lokale bevolking de leefbaarheid op peil te houden en daar waar mogelijk te verbeteren. In de nota wordt eerste ingegaan op de vraag hoe kleine kernenbeleid qua methodiek kan worden ingevuld (communicatie en participatie). Daarna komen zeven thema's aan de orde die invulling geven aan het inhoudelijk beleid. Om enige nuancering aan de ontwikkeling van inhoudelijk beleid te geven is gekeken naar enkele ontwikkelingen waarmee kleine kernen afgelopen tijd geconfronteerd zijn. Er zijn verschillende reacties op deze ontwikkelingen mogelijk:

• accepteren en volgen; dat impliceert: geen specifieke privileges voor woningtoewijzing aan bestaande bevolking, geen extra inspanningen voor behoud lokale werkgelegenheid, wel aandacht voor verkeersafwikkeling en voor “sport en spel”; de “markt” bepaalt verder de mate waarin een kleine kern zich als woongebied handhaaft.
  
• consolideren; dit is gericht op het zoveel mogelijk behouden van het aanwezige self-supporting karakter. Gevolgen voor woningbouw en –toewijzing, ouderen en zorg, soc.culturele voorzieningen, lokale werkgelegenheid.
  
• groeien naar blijvende self-support potentie: gericht op een ontwikkeling waarbij de kleine kern groeit naar een grotere kern, met (nieuwe) eigen voorzieningen, werkgelegenheid, zorgstructuur etc.

Lemele zit tussen consolideren en groei. Hier moet geinvesteerd worden in (geconditioneerde) woningbouw, voorzieningen, zorg, lokale werkgelegenheid. Er is een wens tot kleinschalig bedrijventerrein en er wordt nadrukkelijk gekeken naar extra woningbouw. Daarnaast wil men een andere invulling geven aan de Schakel en een gymzaal bouwen. Het voorgenomen plan past binnen het kleine kernenbeleid. Er is sprake van vervangende nieuwbouw, waarbij geen verdere groei van de woningvoorraad plaatsvindt.

3.3.3 Welstandsnota Ommen (2003)

In 2003 is de welstandsnota door de gemeenteraad van Ommen vastgesteld. In de afgelopen jaren is de nota consequent en veelvuldig gebruikt bij de welstandsbeoordeling van bouwplannen in de gemeente. De nota is een bruikbaar en werkbaar instrument gebleken bij de uitvoering van het welstandsbeleid. In de praktijk is gebleken dat de nota op enkele onderdelen moest worden gewijzigd, aangescherpt en geactualiseerd. Dit gegeven in combinatie met andere ontwikkelingen, zoals de komst van de WABO per 1 juli 2010, hebben er toe geleid dat de welstandsnota in 2010 is gewijzigd en geactualiseerd (vastgesteld door de raad 21 juni 2010). Met dit gewijzigde en geactualiseerde welstandsplan geeft de gemeente uitvoering aan de eisen die de Woningwet stelt ten aanzien van het welstandstoezicht en wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen.

In de Welstandsnota van de gemeente Ommen wordt Lemele beschreven als een esdorp met een verspreid liggende oorspronkelijke bebouwing. Het dorp is gegroeid langs de twee doorgaande wegen die samen komen bij de kruising. De structuur van het esdorp, met de grote open es op de flank van de Lemelerberg, de lager gelegen weilanden langs de Regge en de bebouwing daartussen, is nog duidelijk herkenbaar. Vanaf buiten het dorp is er een goed zicht op de bebouwing langs de rand, met name de nieuwbouw valt daarbij op. Langs de doorgaande wegen is tussen de bebouwing door steeds zicht op het landschap. In de gewijzigde Welstandsnota wordt Lemele opgedeeld in 4 deelgebieden. Onderhavig plangebied valt onder deelgebied 2. Het tweede gebied is het oudste gebied en wordt gekenmerkt door twee-onder-één kappers en vrijstaande woningen. Het groen is bepalend voor het aanzicht. De stijl van de woningen loopt uiteen evenals het materiaalgebruik en de kleuren. Er worden geen felle kleuren toegepast.

1. Het beleid is er op gericht de hiervoor beschreven bebouwingskarakteristieken buiten de woonwijken te behouden en te versterken.

2. Nieuwe, eigentijdse en specifieke ontwikkelingen zijn mogelijk mits deze voldoen aan de daarvoor gestelde criteria. Uitgangspunt bij de beoordeling is dat wordt voldaan aan de minimale eisen van redelijke welstand.

3. In de woonwijken is een diversiteit aan stijlen mogelijk waarbij materialen en kleuren niet mogen conflicteren met de directe omgeving.

4.Het gebruik van natuurlijke materialen heeft de voorkeur.

Geconcludeerd kan worden dat het voorgenomen bouwplan in overeensteming is met de (gewijzigde) welstandsnota Ommen. De bebouwingskarakteristiek wordt behouden, het bouwplan is in overeenstemming met omliggende bebouwing en de stijl van de woning past qua materiaalgebruik in de omgeving. Tevens wordt er geen afbreuk gedaan aan de waardevolle structuur van de es.