direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: De Imminkhoeve Lemele
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20101004001-va01

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatie;
  • b. het uitoefenen van activiteiten gericht op dagrecreatie;
    alsook ondergeschikte en daarbijbehorende:
    • 1. detailhandel;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. horeca;
  • c. een schaapskooi;
  • d. een werktuigenberging;
  • e. centrale voorzieningen in de vorm van overkappingen, een kantoor, winkel, kantine, receptie, douchegelegenheden, toiletgebouwen en een wellnessgebouw;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', mede voor culturele en educatieve voorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', uitsluitend voor het wonen in een bedrijfswoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend voor een werktuigenberging;

met daarbijbehorende:

  • i. gebouwen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • k. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • l. wegen;
  • m. paden;
  • n. nutsvoorzieningen;
  • o. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte voor niet meer dan 50% van de gevel niet meer dan 7 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 12 m bedragen;
  • d. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden.
3.2.2 Bedrijfswoning

Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 30º bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 50º bedragen.
3.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwwerken dienen binnen een bouwvlak te worden gerealiseerd;
  • b. een bijbehorend bouwwerk dient op niet minder dan 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning, dan wel achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijk oppervlakte mag niet meer dan 75 m2 bedragen;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 7 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 3.2.3 onder c en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte wordt vergroot tot niet meer dan 100 m2.
3.4.1 Afwegingskader

Een in 3.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.