direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene bouwregels
Plan: Buitengebied rood voor rood Wethouder Petterweg 4 Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20101003004-va01

Artikel 7 Algemene bouwregels

7.1 Regels betreffende de situering van bijbehorende bouwwerken
7.1.1

Voor de situering van bijbehorende bouwwerken geldt het volgende:

  • a. de afstand tussen de bebouwing en de woning mag maximaal 30 m bedragen;
  • b. aanbouwen en uitbouwen dienen op minimaal 2,5 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen te worden gebouwd;
  • c. gebouwen en overkappingen dienen op minimaal 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens te worden gebouwd, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd;

7.1.2 Afwijkingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de situeringseisen zoals bepaald in lid 7.1, met inachtneming van het volgende:

  • a. de afwijking wordt slechts verleend indien de aanvraag vergezeld gaat met een goed onderbouwd inrichtingsplan;
  • b. de nieuwe indeling dient te leiden tot een verhoging van de beeldkwaliteit op het bouwvlak;
  • c. de ontwikkeling dient stedenbouwkundig getoetst te worden;
  • d. de nieuwe indeling leidt niet tot beperking van omliggende agrarische bedrijven.

7.2 Overschrijding voorgevelrooilijn

De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden door:

  • a. tot het hoofdgebouw behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen die direct aan het hoofdgebouw worden aangebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 1,2 m bedraagt, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van het overschrijdende deel maximaal 60% van de voorgevelbreedte bedraagt;
    • 2. de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 m bedraagt.

7.3 Bestaande afstanden en andere maten
  • a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in de artikelen 4 en 5 zijn voorgeschreven, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in de artikelen 4 en 5 zijn voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden.
  • b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  • c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in artikel 12 niet van toepassing.