direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal beleid Overijssel
Plan: Buitengebied 2007, 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16034-va01

2.4 Provinciaal beleid Overijssel

2.4.1 Omgevingsvisie Overijssel

De Omgevingsvisie is het provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. Leidende thema's in de Omgevingsvisie zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

In de Omgevingsvisie zijn opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene en stedelijke omgeving. Drie van de zes plangebieden hebben betrekking op een nieuwe ontwikkeling. Voor deze drie plangebieden gelden dat ze zijn gelegen in een gebied dat is aangeduid met het ontwikkelingsperspectief "Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte". In dit ontwikkelingsperspectief is sprake van verweving van functies. Gebieden voor gespecialiseerde landbouw, mengvormen van landbouw-recreatie-zorg, landbouw-natuur en landbouw-water, bijzondere woon-, werk- en recreatiemilieus, die de karakteristieke gevarieerde opbouw van het cultuurlandschappen in deze gebieden versterken.

Duurzaamheid wordt volgens de visie gerealiseerd door een transparante en evenwichtige afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities.

Ruimtelijke kwaliteit wordt volgens de visie gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op de verbinding van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of een gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan. In de gekozen benadering zijn de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, de stedelijke laag en de lust- en leisurelaag bepalend voor de kenmerken van een gebied. De lagen zijn altijd met elkaar verbonden. Vaak liggen de lagen over elkaar heen en hebben plekken te maken met kenmerken van verschillende lagen, maar het kan ook zijn dat een bepaalde laag domineert.

Op basis van gebiedskenmerken in vier lagen (natuurlijke laag, laag van agrarisch cultuurlandschap, stedelijke laag en lust- en leisurelaag) gelden specifieke kwaliteitsvoorwaarden en -opgaven voor ruimtelijke ontwikkelingen. De bijlage Catalogus Gebiedskenmerken geeft meer in detail inzicht in de kenmerken van verschillende gebieden en wat in die gebiedskenmerken van provinciaal belang is voor hoe een ontwikkeling invulling krijgt. Door ontwikkeling conform de catalogus wordt de identiteit en diversiteit van dorpen (en steden) versterkt. Dat geldt in bijzonder voor de stads- en dorpsrandgebieden.

Toetsing van de initiatieven aan de uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel 2009

Generieke beleidskeuzes

Generieke beleidskeuzes zijn keuzes die bepalend zijn voor de vraag of de onwikkelingen nodig, dan wel mogelijk zijn.

Perceel Oldenzaalsedijk 20: Dit perceel is gelegen binnen het plangebied van het reconstructieplan. Het perceel ligt in het verwevingsgebied. Echter aangezien de ontwikkeling de realisering van een schaapskooi, een educatiepunt en een bedrijfswoning betreft wordt niet verder op het reconstructieplan ingegaan. Verder is het plangebied gelegen binnen het Nationaal Landschap Noordoost-Twente. De realisering van deze schaapskooi met informatiepunt en bedrijfswoning gebeurt in samenwerking met het Nationaal Landschap Noordoost-Twente. Ook is het plangebied aangeduid als mogelijk zoekgebied voor zoutwinning. Het gebied is aangegeven als een gebied met een lage archeologische waarde.

Perceel Oude Almelosestraat 13: Dit perceel is gelegen binnen het plangebied van het reconstructieplan. Het perceel ligt in het verwevingsgebied. Echter aangezien het de realisering van de uitbreiding van het hotel betreft, wordt niet nader op het reconstructieplan ingegaan. Verder is het plangebied gelegen binnen het Nationaal Landschap Noordoost-Twente. Erve Hulsbeek betreft een historisch erf dat door de uitbreiding van het hotel wordt versterkt. Ook is het plangebied aangeduid als mogelijk zoekgebied voor zoutwinning. Het gebied is aangegeven als een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde. Door de provinciaal archeoloog is aangegegeven dat de oppervlakte van de nieuwbouw minder dan 250 m2 omvat. Derhalve is er geen archeologisch onderzoek verplicht.

Perceel tussen Grondmanstraat en Ossenmaatstraat: Het plangebied is aangeduid als mogelijk zoekgebied voor zoutwinning. Verder is het gebied op de kaart voor archeologie aangeduid als onbekend.

Ontwikkelingsperspectieven

Met de ontwikkelingsperspectieven wordt de ruimtelijke ontwikkelingsvisie van de provincie Overijssel vormgegeven. Hiervoor gelden de gebiedskenmerken als onderligger. Het ontwikkelingsperspectief geeft een hoofdkoers op provinciaal niveau. Dit vraagt maatwerk op lokaal niveau. De ontwikkelingsperspectieven zijn dan ook niet normstellend maar richtinggevend.

De plangebieden behoren tot het ontwikkelingsperspectief "Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte (mixlandschap)". De voorliggende locaties zijn gesitueerd in het buitengebied van de gemeente. Bij de ontwikkeling is sprake van: de uitbreiding van een hotel in het buitengebied, de verbouwing van een vervallen boerderij tot schaapskooi met educatieruimte en een bedrijfswoning, en de uitbreiding van een transformatiestation. Deze ontwikkelingen sluiten aan bij het gewenste veelzijdige karakter van het ontwikkelingsperspectief.

In de Omgevingsvisie zijn mogelijkheden om nieuwe inrichtingsvormen in de Groene ruimte te ontwikkelen. Bij deze ontwikkelingen zijn het behoud van de verscheidenheid tussen de verschillende landschappen en het bewaken van de landschappelijke samenhang tussen (voormalige) boerenerven, buurtschappen en dorpen met de omliggende landschappen de leidraad. In de Groene omgeving staat de volgende uitdaging centraal: behoud en versterking van landschap en het realiseren van de groen-blauwe hoofstructuur samen laten gaan met ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en andere economische dragers. De realisering van de schaapskooi met het educatiepunt draagt bij aan de versterking van het landschap. De vervallen boerderij wordt in 'oude staat' hersteld, passend in het Nationaal lanschap Noordoost-Twente. Ook de uitbreiding van het hotel draagt bij aan de versterking van het landschap. De uitbreiding van het transformatiestation met een gebouw, wordt landschappelijk ingepast, waardoor ook deze ontwikkeling het landschap behoud. De ontwikkelingen gaan niet ten koste van waardevolle landbouwgronden en levert geen belemmeringen op voor omliggende agrarische bedrijven. Bij de voorgenomen ontwikkelingen is sprake van investering in de ruimtelijke kwaliteit.

Gebiedskenmerken

Natuurlijke laag:

De provincie Overijssel bestaat uit een rijk en gevarieerd spectrum aan natuurlijke landschappen. Het natuurlijk landschap vormt de basis voor het gehele grondgebied van de provincie. De locaties zijn op de gebiedskenmerkenkaart "natuurlijke laag" aangegeven met het gebiedstype "Stuwwallen" (de locatie van Enexis ligt aan de rand van de stuwwal) en het gebiedstype "dekzandvlakte en ruggen" (beide andere locaties liggen hierbinnen). De ambitie van het gebiedstype "Stuwwallen" is het eigen karaker van de afzonderlijke stuwwalen te behouden en versterken. De inzet is het reliëf daarbij ruimtelijk beeldbepalend te laten zijn. Door bijvoorbeeld de overgangen naar andere landschappen te accenturenen door de zichten erop én er vanaf te versterken. De ambitie van het gebied "dekzandvlakte en ruggen" is om de natuurlijke verschillen tussen hoog en laag en tussen droog en nat functioneel meer sturend en beleefbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door een meer natuurlijk watersysteem en door bepalanting met "natuurlijke" soorten. Ook de (strekkings)richting van het landschap kan worden benut.

Laag van het agrarisch cultuurlandschap:

In het agrarisch cultuurlandschap gaat het er altijd om dat de mens inspeelt op de natuurlijke omstandigheden en die ten nut maakt. De locaties zijn op de gebiedskenmerkenkaart "laag van het agrarisch cultuurlandschap" aangeduid als "jonge heide- en broekontginningen" (Erve Hulsbeek) en als "oude hoevenlandschap" (locatie Enexis en locatie Erve Huiskes). Het "jonge heide- en broekontginningen" wordt gekenmerkt door de grote oppervlakte aan – voormalige – natte en droge heidegronden. Het "oude hoevenlandschap" wordt gekenmerkt door een landschap met verspreide erven. Het werd ontwikkeld nadat de complexen met de grote essen ‘bezet’ waren en een volgende generatie boeren nieuwe ontwikkelingsruimte zocht. De ambitie voor het "jonge heide- en broekontginngen"-landschap is de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden een stevige impuls te geven en soms een transformatie wanneer daar aanleiding toe is. De dragende structuren worden gevormd door landschappelijk raamwerken van lanen, bosstroken en waterlopen, die de rechtlijnige ontginningsstructuren versterken. Binnen deze raamwerken is ruimte voor verdere ontwikkeling van bestaande erven en soms de vestiging van nieuwe erven, mits deze een stevige landschappelijke jas krijgen.

De ambitie voor het "oude hoevenlandschap" is het kleinschalige, afwisselende oude hoevenlandschap vanuit de verspreid liggende erven een ontwikkelingsimpuls te geven. Deze erven bieden veel ruimte voor landbouw, wonen, werken, recreatie, mits er wordt voortgebouwd aan kenmerkende structuren van het landschap: de open esjes, de routes over de erven, de erf- en landschapsbeplantingen. Binnen deze structuren zijn er volop mogelijkheden om een functioneel grootschalige landbouw in een kleinschalig landschap te ontwikkelen.

In de voorliggende plangebieden wordt hier vorm aangegeven door de karakteristieke uitstraling van de erven te herstellen en te versterken. Voor wat betreft de locatie van Enexis wordt hier vorm aan gegeven door de landschappelijke inpassing van het gebouw.

Stedelijke laag:

De locaties hebben op de gebiedskenmerkenkaart "stedelijke laag" geen bijzondere eigenschappen. Deze gebiedskenmerken kunnen daarom buiten beschouwing worden gelaten.

Lust- en leisurelaag:

Erve Huiskes heeft geen specifieke aanduiding binnen deze laag. Erve Husbeek en het perceel van Enexis zijn gelegen binnen het gebied dat is aangeduid als "stads- en dorpsranden".

De stads- en dorpsrand is een overgangsgebied. Hier is sprake van 2 elkaar overlappende invloedssferen. De randen zijn bepalend voor de identiteit van zowel de steden- en dorpen als het landschap eromheen. De (potentiële) kwaliteit is die van de ‘best of both worlds’; stedelijke voorzieningen, verspreid liggende (gewilde) woon- en werkfuncties, padennetwerk in een landschappelijk raamwerk. Dichtbij stad en dorp en toch buiten. Randen gaan niet alleen over de ‘functionele mix’, maar vooral ook over herkenbaarheid, duidelijkheid, silhouetten (kerktorens, markante gebouwen, bruggen, en dergelijke) en het je thuis voelen. Markante zichtlijnen op dorpen versterken de randkwaliteit. In de stads- en dorpsranden sluiten recreatieve en utilitaire routes van buiten de stad/het dorp aan op de binnenstedelijke/dorpsstructuur. In deze gebieden komen veel opgaven en belangen samen zoals dorps- en stadsuitbreidingen, infrastructuur, landbouw, landschapsontwikkeling, water en natuur.

De ambitie van een stads- en dorpsrand is het dat het de ontwikkeling van woon-, werk- en recreatiemilieus in de stads- en dorpsranden verbindt aan hun omgeving met landschappelijke structuren en routes. Stimuleer integrale projecten waarin stedelijke programma’s en landschappelijk raamwerk gelijktijdig worden ontwikkeld en gerealiseerd. Tegengaan van verrommeling in de randzones. Bijdragen aan aantrekkelijke mix woon-, werk en recreatiemilieus. De uitbreiding van het hotel op Erve Hulsbeek draagt bij aan het versterken van de stadsrandzone van Oldenzaal. De uitbreiding van Enexis past binnen een stadsrandzone. De landschappelijke inpassing versterkt de beleving van de stadsrandzone.

Richting voor de stads- en dorpsrand:

  • Behoud, herstel en aanleg van landschappelijke.
  • Behoud, herstel en aanleg van landschappelijke recreatieve routes tussen stad/dorp en land, gekoppeld aan ontwikkeling.
  • Slecht barrières tussen stad en land. Verbind de opgaven van dorps- en stadsuitbrei- dingen en infrastructuur aan de opgaven in de groene stadsranden op een wijze dat de identiteit van dorp of stad en landschap worden versterkt.
  • Bied plaatselijk ruimte voor ontwikkelingen, mits deze voortbouwen aan de versterking van de stad-landrelatie.
  • Neem de inrichting van de stadsrand op in de grondexploitatie van bouwprojecten.
  • Maak mooie uitnodigende entrees van dorpen en steden.
  • Leg geen rondwegen meer aan die stad en land scheiden.

De ontwikkelingen van Erve Hulsbeek en de uitbreiding van Enexis passen beide binnen de "Richting voor de stads- en dorpsrand".

De ontwikkelingen van onderhaving plan passen binnen de Omgevingsvisie van Overijssel. Met name de ontwikkelingen van Erve Hulsbeek en Erve Huiskes versterken de beleving van het Twentse landschap. Ook de uitbreiding van Enexis draagt door de landschappelijke inpassing bij aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit.

Omgevingsverordening Overijssel 2009

De Omgevingsverordening Overijssel 2009 is als uitvoeringsinstrument aan de Omgevingsvisie gekoppeld. Hierin is juridisch vastgelegd dat bij bestemmingsplannen moet worden ingegaan op de verschillende lagen zoals deze zijn vastgelegd in de Catalogus Gebiedskenmerken, waarbij wordt onderbouwd dat de ontwikkeling bijdraagt aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit.

In de catalogus zijn het provinciaal belang van alle gebiedstypen en gebiedskenmerken beschreven en zijn de aspecten ambitie en sturing toegevoegd. In de ruimtelijke kwaliteit spelen verschillende gebieden en hun kenmerkende eigenschappen een belangrijke rol. Het spectrum aan gebiedskenmerken is gegroepeerd in vier lagen.

  • De natuurlijke laag: De locaties zijn op de gebiedskenmerkenkaart "natuurlijke laag" aangegeven met het gebiedstype "Stuwwallen" (De locatie van Enexis ligt aan de rand van de stuwwal) en het gebiedstype "dekzandvlakte en ruggen" (beide andere locaties liggen hierbinnen). De ambitie van het gebiedstype "Stuwwallen" is het eigen karaker van de afzonderlijke stuwwalen te behouden en versterken. De inzet is het reliëf daarbij ruimtelijk beeldbepalend te laten zijn. Door bijvoorbeeld de overgangen naar andere landschappen te accenturenen door de zichten erop én er vanaf te versterken. De ambitie van het gebied "dekzandvlakte en ruggen" is om de natuurlijke verschillen tussen hoog en laag en tussen droog en nat functioneel meer sturend en beleefbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door een meer natuurlijk watersysteem en door bepalanting met "natuurlijke" soorten. Ook de (strekkings)richting van het landschap kan worden benut. Voor wat betreft het perceel van Enexis geldt dat ze het nieuwe gebouw landschappelijk inpassen, zodat de overgang naar het stuwwal niet wordt verstoord. De percelen van Erve Hulsbeek en Erve Huiskes zijn historische erven die het Twentse landschap versterken.
  • De laag van het agrarisch cultuurlandschap: In de laag van het agrarisch cultuurlandschap vallen de plangebieden onder de "jonge heide- en broekontginningen" (Erve Hulsbeek) en onder het "oude hoevenlandschap" (locatie Enexis en locatie Erve Huiskes). De ambitie voor het "jonge heide- en broekontginnen" is de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden een stevige impuls te geven en soms een transformatie wanneer daar aanleiding toe is. De dragende structuren worden gevormd door landschappelijk raamwerken van lanen, bosstroken en waterlopen, die de rechtlijnige ontginningsstructuren versterken. Binnen deze raamwerken is ruimte voor verdere ontwikkeling van bestaande erven en soms de vestiging van nieuwe erven, mits deze een stevige landschappelijke jas krijgen. De ambitie voor het "oude hoevenlandschap" is het kleinschalige, afwisselende oude hoevenlandschap vanuit de verspreid liggende erven een ontwikkelingsimpuls te geven. Deze erven bieden veel ruimte voor landbouw, wonen, werken, recreatie, mits er wordt voortgebouwd aan kenmerkende structuren van het landschap: de open esjes, de routes over de erven, de erf- en landschapsbeplantingen. Binnen deze structuren zijn er volop mogelijkheden om een functioneel grootschalige landbouw in een kleinschalig landschap te ontwikkelen. In de voorliggende plangebieden wordt hier vorm aan gegeven door de karakteristieke uitstraling van de erven te herstellen en te versterken. Voor wat betreft de locatie van Enexis wordt hier vorm aan gegeven door de landschappelijke inpassing van het gebouw.
  • De stedelijke laag: In de stedelijke laag hebben de locaties geen bijzondere eigenschappen. Deze gebiedskenmerken kunnen daarom buiten beschouwing worden gelaten.
  • De lust- en leisurelaag: In de lust- en leisurelaag heeft Erve Huiskes geen specifieke aanduiding. Erve Husbeek en het perceel van Enexis zijn gelegen binnen het gebied dat is aangeduid als "stads- en dorpsranden".

In de verordening wordt in artikel 2.1.4 Principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik gesteld dat bij bestemmingsplannen die uitsluitend voorzien in andere dan stedelijke ontwikkelingen die een extra ruimtebeslag door bouwen en verharden leggen op de groene omgeving aannemelijk moet worden gemaakt:

  • dat (her)benutting van bestaande bebouwing in de groene omgeving in redelijkheid niet mogelijk is;
  • dat mogelijkheden voor combinatie van functies op bestaande erven optimaal zijn benut;

Erve Huiskes: er wordt alleen een nieuwe kapschuur gebouwd, voor het overige worden bestaande gebouwen, gerestaureerd of herbouwd. Er wordt dus zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande gebouwen;

Erve Hulsbeek: het bestaande hotel wordt uitgebreid. Het is niet redelijk te verwachten dat op een ander perceel een bestaand gebouw wordt gezocht. Op het eigen perceel is geen leegstaande bebouwing.
Perceel Enexis: de bestaande nutsvoorziening wordt uitgebreid met een gebouw. Het benutten van bestaande bebouwing in de omgeving is geen mogelijkheid.

In de verordening wordt in artikel 2.1.5 Ruimtelijke kwaliteit gesteld dat:

  • 1. In de toelichting op bestemmingsplannen wordt onderbouwd dat de nieuwe ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken.
    Erve Huiskes: er wordt een historisch erf weer 'in ere' hersteld. De ruimtelijke kwaltieit zal worden versterkt;
    Erve Hulsbeek: het reeds bestaande hotel wordt uitgebreid. De uitbreiding wordt in dezelfde stijl gebouwd als de bestaande bebouwing. De ruimtelijke kwaliteit zal ook op dit perceel worden versterkt;
    Perceel Enexis: het gebouw wordt landschappelijk ingepast. Er is een erfinrichtingsschets gemaakt. Ook voor dit perceel geldt dat de ruimtelijke kwalteit wordt versterkt.
  • 2. In het kader van toelichting als bedoeld in lid 1 wordt inzichtelijk gemaakt op welke wijze toepassing is gegeven aan de vierlagenbenadering die in de Omgevingsvisie Overijssel is neergelegd en op welke wijze de Catalogus Gebiedskenmerken is gebruikt bij de ruimtelijke inpassing.
    In paragraaf 2.4.1 onder het "kopje" Omgevingsvisie is op de Catalogus Gebiedskenmerken uitgebreid ingegaan.
  • 3. In het kader van de toelichting als bedoeld in lid 1 wordt gemotiveerd dat de nieuwe ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het gebied is neergelegd.
    In paragraaf 2.4.1 onder het "kopje" omgevingsvisie is op het ontwikkelingsperspectief ingegaan.
  • 4. Gemeenteraden mogen gemotiveerd afwijken van het ontwikkelingsperspectief dat voor het betreffende gebied geldt, wanneer er sprake is sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen en voldoende verzekerd is dat er sprake is van versterking van ruimtelijke kwaliteit conform de gebiedskenmerken.
    Deze afwijkingsmogelijkheid geldt niet voor gevallen waarin sprake is van ontwikkelingen die volgens het bepaalde in de onderdelen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 MER-plichtig zijn.
    Bovenstaande is niet op onderhavige plangebieden van toepassing.
  • 5. Bestemmingsplannen die betrekking hebben op gebieden waarvoor in de Catalogus Gebiedskenmerken normerende uitspraken worden gedaan, voorzien voor zover deze uitspraken zich daarvoor lenen, in een bestemmingsregeling conform deze normerende uitspraken.
    In de planregels zijn de normerende uitspraken meegenomen.
  • 6. Bestemmingsplannen die betrekking hebben op gebieden waarvoor in de Catalogus Gebiedskenmerken richtinggevende uitspraken worden gedaan, voorzien voor zover deze uitspraken zich daarvoor lenen, in een bestemmingsregeling conform deze richtinggevende uitspraken.
    In de planregels zijn de richtinggevende uitspraken meegenomen.
  • 7. Van het gestelde onder 5 mag gemotiveerd worden afgeweken wanneer:
    • a. er sprake is van zwaarwegende sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen en
    • b. voldoende verzekerd is dat er sprake is van versterking van ruimtelijke kwaliteit conform de provinciale ambities zoals aangegeven in de Catalogus Gebiedskenmerken.
      Bovenstaande is niet op onderhavige plangebieden van toepassing.
  • 8. Van het gestelde onder 6 mag worden afgeweken mits voldoende gemotiveerd is dat de kwaliteitsambitie zoals aangegeven in de Catalogus Gebiedskenmerken in gelijke mate gerealiseerd wordt.
    Bovenstaande is niet op onderhavige plangebieden van toepassing.


In de verordening wordt in artikel 2.1.6 Kwaliteitsimpuls Groene omgeving gesteld dat:

  • 1. Bestemmingsplannen voor de Groene omgeving kunnen - met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.1.3. en artikel 2.1.4. en het bepaalde in artikel 2.1.5. - voorzien in nieuwvestiging en grootschalige uitbreidingen van bestaande functies in de Groene omgeving, uitsluitend indien hier sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen voor zijn én er is aangetoond dat het verlies aan ecologisch en/of landschappelijk waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.
    Onderhavige ontwikkelngen worden niet gezien als grootschalige uitbreidingen en er is ook geen sprake van nieuwvestigingen. Bovenstaande is dus niet op onderhavige plangebieden van toepassing.
  • 2. In afwijking van het gestelde onder lid 1 en onverminderd artikel 2.1.5. kan de vestiging van nieuwe agrarische bouwpercelen worden toegestaan als:
    • a. een ondernemer zijn landbouwbedrijf verplaatst voor het realiseren van publieke belangen;
    • b. een ondernemer op de huidige locatie geen ontwikkelingsmogelijkheden meer heeft en een volwaardig agrarisch bedrijf verplaatst naar een locatie waar wel ontwikkelingsmogelijkheden zijn op voorwaarde dat het agrarisch bouwperceel als bestemming op de uitplaatsingslocatie(s) in Overijssel wordt opgeheven. Deze voorwaarde geldt niet als er sprake is van een verplaatsing van een intensieve tak van een gemengd landbouwbedrijf naar een landbouwontwikkelingsgebied of als de uitplaatsingslocatie herbenut zal worden door een volwaardig agrarisch bedrijf.
      Er is geen sprake van een nieuw agrarisch bouwperceel, dus bovenstaande is voor onderhavig bestemmingsplan niet van toepassing.

Doordat de eigenschappen van het oorspronkelijke landschap zoveel mogelijk zijn geïntegreerd in de inrichtingsplannen, ligt er een plan dat voldoet aan het principe van ruimtelijke kwaliteit uit de Omgevingsvisie. De plangebieden worden ingericht als historische erven en het perceel van Enexis wordt landschappelijk ingepast. Er is dan ook geen sprake van strijd met het in de Omgevingsvisie opgenomen provinciaal belang.