direct naar inhoud van 4.1 Milieuaspecten
Plan: Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek - Locatie Rossum-Weerselo 6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16030-va02

4.1 Milieuaspecten

4.1.1 Geluid

Inleiding

De waterinjectielocatie Rossum-Weerselo 6 ligt in een stadsrandzone in de gemeenten Oldenzaal maar wordt beschouwd als landelijk gebied. De nationale geluidseisen die worden gehanteerd zijn 40 dB(A) etmaalwaarde op het dichtstbijzijnde woonhuis.

De gemeente Oldenzaal heeft geen gemeentelijk geluidsbeleid vastgesteld. Voor dit bestemmingsplan is het nationaal beleid voor de maatregelen die worden getroffen aan de installaties en de locatie uitgangspunt. Tevens is door de gemeenteraad in antwoord op het principeverzoek van de NAM als voorwaarde geformuleerd dat er geen verslechtering mag plaatsvinden ten opzichte van de huidige vergunde situatie. Dit laatste betekent dat de geluidscontour de bestaande contour (die op het hek ligt) niet overschrijdt.

Voor het bestemmingsplan is, naast de al uitgevoerde geluidonderzoeken uit de MER, een geluidonderzoek uitgevoerd “Geluidsprognose waterinjectie-faciliteiten ten behoeve van oliewinning Schoonebeek, locaties TUM-1/2, ROW-2/3/4/5/6 en TUB-7, Noordelijk Akoestisch Adviesburo BV, 7 november 2008”. Dit onderzoek is alleen getoetst aan het landelijke geluidsbeleid en op basis van het plaatsen van een tweetal skids. Uit dit onderzoek is gebleken dat in deze situatie niet voldaan zou worden zowel aan het landelijk geluidsbeleid als aan de randvoorwaarden in antwoord op het principeverzoek zijn geformuleerd.

Aanvullende maatregelen tot een toelaatbaar geluidniveau zijn toegepast. Op basis hiervan is het geluidonderzoek “Geluidsprognose waterinjectie-faciliteiten op NAM-locatie Rossum-Weerselo 6, 22 juni 2009” uitgevoerd.

Best beschikbare technieken

Op de locatie worden de beste beschikbare technieken (BBT) voor nieuwe installaties gebruikt. Dit betekent dat de benodigde installaties op zogenaamde skids worden geplaatst. De skids worden voorzien van geluidsarme apparaten en geluidsoverdracht naar de omgeving wordt voorkomen door goede geluidsisolatie. De elektromotor van de pomp is de belangrijkste en grootste geluidsbron. Om de geluidsemissie van deze elektromotor tot een minimum te beperken, wordt een geluidsarme elektromotor toegepast die in een zware geluidsomkasting wordt geplaatst.

Het geluid van het regel-skid is vooral afkomstig van de regelklep en wordt via het leidingwerk en de klep zelf afgestraald. De klep en het leidingwerk op het skid wordt voorzien van een goede geluidsisolatie. Op het regel-skid staat tevens een controle-/ regelcontainer waarbinnen de toerenregeling van de elektromotor staat opgesteld. Deze apparatuur wordt in een geluidsomkasting geplaatst.

Verder is het leidingwerk van het regel-skid naar de injectieput nog van belang. Het geluidsvermogen van deze leidingen is afgeleid van het geluidsniveau van de persleiding van de pomp en van de regelklep. Er is hierbij rekening gehouden met een goede geluidsisolatie rond de leidingen. De geluidsemissie van de transformatoren wordt beperkt door opstelling in een compact station (betonnen omhulsel). Door het toepassen van bovengenoemde maatregelen wordt voldaan aan de best beschikbare techniek.

Additionele reducerende maatregelen

Om aan de richtwaarde van het nationaal geluidsbeleid van 40 d(BA) etmaalwaarde te voldoen en om de bestaande geluidcontour niet te overschrijden zijn additionele reducerende maatregelen nodig.

Om de geluidsbelasting van de installaties verder te beperken moeten naast de al toegepast BBT de overige voorzieningen getroffen:

  • 5. volledige skid omkasting;
  • 6. ondergronds aanleggen van leidingen;
  • 7. beperking van injecteren van water in nachtelijke uren;
  • 8. één waterinjectieskid in plaats van twee skids.

In eerdere situaties was uitgegaan van het plaatsen van twee skid op de twee aanwezige putten op de locatie. Door het plaatsen van slechts een skid kan ook maar een waterinjectieput worden gebruikt om na verloop van tijd over te schakelen naar de andere put. Dit betekent wel dat over een langere periode de locatie voor waterinjectie in gebruik zal zijn, de huidige verwachting is circa 8 tot 10 jaar.

Met toepassing van de BBT en de hierboven opgesomde additionele maatregelen wordt de geluidsbelasting op de voorgevels van de omliggende woningen als volgt:

Beoordelingpunt   Etmaalwaarde prognose dB(A)  
Bekspringweg (60 m)   39  
Oude Ootmarsumsestraat 46   40  
Oude Ootmarsumsestraat 42   40  
Oude Ootmarsumsestraat 30   37  

afbeelding "i_NL.IMRO.0173.BP16030-va02_0009.jpg"

De 50 db(A) contour blijft binnen het hekwerk, met een zeer kleine overschrijding aan de westkant.

Conclusie

Voor de installaties op de locatie Rossum-Weerselo 6 zal de BBT worden gehanteerd en zal de skid volledig worden omkast. Er wordt daarmee niet voldaan aan de richtwaarde van 40 dB(A) van het nationaal geluidsbeleid en de voorwaarde van de gemeente dat de bestaande contour uitgangspunt is.

Met additionele maatregelen als volledige omkasting, ondergronds aanleggen van de leidingen, 's nachts minder injecteren en slechts één skid plaatsen in plaats van twee wordt voldaan aan de voorwaarden. De minimale overschrijding aan de westzijde van de locatie wordt als acceptabel geacht.

4.1.2 Bodemkwaliteit

De waterinjectieputten bevinden zich ter plaatse van bestaande gasproductielocaties. Het aanpassen van de putten heeft geen effect op bodemverstoring of bodemkwaliteit, zowel niet in de aanlegfase als niet in de gebruiksfase. Wel is er een mogelijk een zogenaamd bodembewegingseffect in de gebruiksfase.

Bodembeweging in gebruiksfase

In het verleden heeft in Twente een zeer geringe bodemdaling plaatsgevonden boven de voormalige gasvelden waar nu waterinjectie gaat plaatsvinden. Het gaat hier om een bodemdaling van respectievelijk 0 tot 2 cm en 4 cm, een dergelijke bodemdaling is nauwelijks meetbaar. Het eventuele omgekeerde effect van deze daling is eveneens niet meetbaar. Het effect van waterinjectie op bodemdaling of -stijging wordt boven de voormalige gasvelden dan ook als nihil beschouwd.

Evenals gas- of olieproductie kan ook waterinjectie lichte aardbevingen tot gevolg

hebben, het wordt echter zeer onwaarschijnlijk geacht dat trillingen voorkomen bij injectie in voormalige gasvelden die niet eerder seismisch actief zijn geweest. De Twentse locaties zijn niet eerder seismisch actief geweest. De oorspronkelijke reservoirdruk wordt ook niet overschreden.

4.1.3 Luchtkwaliteit

Toetsing aan het Besluit luchtkwaliteit (nu Wet Luchtkwaliteit) heeft plaatsgevonden in het kader van de MER Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek. De voorgenomen activiteiten rond de waterinjectielocaties en de ondergrondse leidingen hebben naar verwachting (vrijwel) geen effect op de luchtkwaliteit.