direct naar inhoud van 2.1 Rijksbeleid
Plan: Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek - Locatie Rossum-Weerselo 6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16030-va02

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Nota Ruimte

In de nota Ruimte wordt door het ministerie van VROM in de PKB-3 tekst aangegeven, dat er voor winning van olie en gas ruimte bestaat binnen de bestaande concessies . De Schoonebeek winningsvergunning valt hier onder.

De nota Ruimte schetst vier hoofddoelstellingen die in onderlinge samenhang moeten

worden nagestreefd:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale waarden;
  • de borging van veiligheid.

Een aantal ruimtelijke structuren en netwerken dat in belangrijke mate ruimtelijk structurerend is voor Nederland als geheel, vormt samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Daartoe zijn in de nota twee basiskwaliteiten onderscheiden:

  • water, natuur en landschap;
  • economie, infrastructuur en verstedelijking.

Water, natuur en landschap

Het nationaal ruimtelijk beleid voor water en groene ruimte richt zich op borging en ontwikkeling van natuurwaarden, de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit, en van bijzondere, ook internationaal erkende, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

Provincies en gemeenten zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor de vormgeving en realisering van het ruimtelijk beleid in het buitengebied. Tevens is borging van veiligheid tegen overstromingen, voorkomen van wateroverlast en watertekorten en verbetering van water- en bodemkwaliteit van groot belang. Het rijk heeft daarbij speciale aandacht voor het hoofdwatersysteem, de Ecologische Hoofdstructuur (inclusief robuuste ecologische verbindingen) en de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden en natuurbeschermingswetgebieden. Hetzelfde geldt voor de nationale landschappen, de Werelderfgoedgebieden en de greenports.

In de Nota Ruimte zijn gebieden aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur en als nationaal landschap. De waterinjectielocatie in Oldenzaal valt niet binnen de begrenzing van deze gebieden.

Daarnaast zijn Vogel- en Habitatrichtlijngebieden aangewezen welke zijn geregeld onder de Flora- en Faunawet. Deze gebieden vormen samen het Natura 2000 netwerk. De waterinjectielocatie in Oldenzaal valt niet binnen deze gebieden.

Economie, infrastructuur en verstedelijking

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken is gericht op voldoende ruimte

voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Een aantal bijbehorende doelstellingen zijn versterking van de

internationale concurrentiepositie, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Bundeling van economie, infrastructuur en verstedelijking staat bij de ruimtelijke uitwerking van deze doelstellingen centraal.

2.1.2 Derde energienota

Het energiebeleid in Nederland is door het ministerie van Economische Zaken beschreven in de Derde Energienota uit 1998. In de Derde Energienota stelt het rijk dat delfstoffen een nationale bodemschat vormen en om die reden zorgvuldig beheerd moeten worden. De overheid ziet het verder als taak dat olie- en gasvelden verantwoord worden geëxploiteerd. Dit houdt in dat er niet alleen zoveel mogelijk olie op efficiënte wijze gewonnen moet worden, maar ook dat dit op een maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt (Staatstoezicht op de mijnen, 2001).

2.1.3 Landelijk afvalbeheerplan

Het beleid voor de injectie van afvalwaterstromen die vrijkomen bij de winning van olie en gas is vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP, Ministerie van VROM). Dit plan is in maart 2003 in werking getreden. Hierin is aangegeven dat, binnen bepaalde randvoorwaarden, geen bezwaar is tegen het ter plekke terug in de bodem brengen van formatie-/injectiewater.

In december 2008 is het nieuwe LAP 2009-2021 gepubliceerd. Ook hierin wordt aangegeven dat, binnen bepaalde randvoorwaarden, geen bezwaar is tegen het ter plekke in de bodem brengen van formatie-/injectiewater.