direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek - Locatie Rossum-Weerselo 6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16030-va02

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Bedrijf' in combinatie met de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mijnbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. terreinen en voorzieningen ten dienste van het injecteren van injectiewater, dat vrijkomt bij mijnbouwactiviteiten,

met de daarbij behorende:

  • b. ondergrondse en/of bovengrondse werken, gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;
  • c. verhardigen, wegen en paden;
  • d. water;
  • e. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.

3.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen de bestemming te worden gebouwd;
  • b. de maximaal toegestane oppervlakte aan gebouwen is 75 m²;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van maximaal 5 meter;
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbod

Het is verboden binnen de in artikel 3.1 omschreven bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen voor zover dit niet ten dienste staat van de mijnbouwactiviteiten;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen voor zover dit niet ten dienste staat van de mijnbouwactiviteiten;
  • c. het aanleggen van kabels en leidingen die niet ten dienste staan van de mijnbouwactiviteiten;
  • d. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen voor zover dit niet ten dienste staat van de mijnbouwactiviteiten.
3.3.2 Uitzonderingen op verbod

Het verbod als bedoeld in 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
3.3.3 Afwegingskader

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar voorzover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.