direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Hazewinkel West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP13009-va01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven ter plaatse van de aanduiding:
    'bedrijf tot en met categorie 3.1'   bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';  
    'bedrijf tot en met categorie 3.2'   bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';  
    'bedrijf tot en met categorie 4.1'   bedrijven in de categorieën 1 tot en met 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';  
    'bedrijf tot en met categorie 4.2'   bedrijven in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'.  
  • b. alsmede ter plaatse van de aanduidingen:
    'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek'   een dierenkliniek  
    'detailhandel'   een kringloopwinkel  
    met dien verstande dat tevens bedrijven zijn toegestaan binnen de ter plaatse opgenomen categorie van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';  
  • c. kantoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - zichtzone';
  • d. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.1.2

Opslag is uitsluitend toegestaan achter de naar de weggekeerde bouwgrens.

4.2 Bouwregels
4.2.1

Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte, met dien verstande dat de hoogte van een bedrijfsgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - zichtzone' minimaal 7 m bedraagt;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt 100%, met dien verstande dat bij een gebouw, waarbij gelet op omvang of functie ruimte nodig is voor parkeren of het stallen van motorvoertuigen, uitsluitend mag worden gebouwd indien uit de aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat, overeenkomstig de geldende CROW-parkeerkencijfers, op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • d. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt minimaal 3 m, met dien verstande dat deze afstand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - zichtzone' minimaal 5 m bedraagt;
  • e. inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m3.
4.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning, met dien verstande dat uitbouwen in de vorm van erkers aan de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de breedte van de erker maximaal 50% van de breedte van de voorgevel en de diepte maximaal 1,5 m mag bedragen dan wel de breedte van de erker maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel en de diepte maximaal 1 m mag bedragen;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning bedraagt maximaal 100 m2;
  • c. de goothoogte is:
    • 1. bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 3 m;
    • 2. bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal 3 m, dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning + 0,25 m;
  • d. de bouwhoogte is:
    • 1. bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 6 m;
    • 2. bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal de bouwhoogte van de bedrijfswoning - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
4.2.3

Gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen of buiten het bouwvlak;
  • b. oppervlakte maximaal 25 m2 bedraagt;
  • c. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
4.2.4

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 8 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 4.2.1 onder b voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 15 m, met dien verstande dat voor ondergeschikte onderdelen van een gebouw zoals schoorstenen, masten, liftkokers, luchtbehandelingskasten of andere daarmee vergelijkbare onderdelen een bouwhoogte kan worden toegestaan van maximaal 20 m;
  • b. het bepaalde in artikel 4.2.3 onder c voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 20 m.
4.3.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 onder a kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. detailhandel, behoudens de in artikel 4.1.1 onder b genoemde bestaande detailhandelsvestiging;
  • b. horeca, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit ten behoeve van het bedrijf.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 4.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf dat niet is vermeld in de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage), mits:
    • 1. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
    • 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van ondergeschikte detailhandel van ter plaatse vervaardigde goederen, materialen en producten;
  • c. het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van volumineuze detailhandel in auto's , boten, caravans en grove bouwmaterialen, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - zichtzone'.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naast hogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naast hogere categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid;
    • 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.