Ens, Drietorensweg 29

2.3 Archeologie

Het projectplan ligt in het archeologisch aandachtgebied. Archeologische aandachtsgebieden zijn gebieden met een relatief hoge dichtheid aan goed geconserveerde archeologische waarden. Zij omvatten delen van de prehistorische stroomgebieden van de Vecht, IJssel en Eem, waarin onder andere nederzettingen van de Swifterbantcultuur liggen. Daarom heeft MUG Ingenieursbureau b.v. een archeologisch bureauen booronderzoek verricht. Hieronder is de samenvatting opgenomen. Het rapport ligt bij de gemeente Noordoostpolder.

De verwachting uit het bureauonderzoek was dat het pleistocene dekzand zich vlak onder het maaiveld zou bevinden. Uit het booronderzoek blijkt echter dat het pleistocene dekzand zich dieper dan 4 mmv bevindt.

De vragen uit de inleiding kunnen als volgt worden beantwoord:

Vraag 1: Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit?

De bodemopbouw is intact en bestaat uit Zuiderzeeafzettingen van lichtbruin zand met schelpresten die overgaan in matig siltige, sloefachtige zanden. Vanaf 1,40 mmv bestaat de bodem uit sloefachtige klei. De boringen zijn doorgezet tot 4 mmv. Het pleistocene zand zal zich nog onder de klei bevinden, dus dieper dan 4 mmv.

Vraag 2: Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan?

Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

Vraag 3: Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens?

De veldgegevens geven aan dat het pleistocene zand zich dieper bevindt dan verwacht.

De verstoringsdiepte van de geplande werkzaamheden is nog niet bekend, maar ligt waarschijnlijk niet dieper dan 4 mmv. Wanneer de verstoringsdiepte binnen deze 4 m blijft wordt het pleistocene dekzand niet bereikt en is er vanuit archeologisch oogpunt geen bezwaar tegen de voorgenomen werkzaamheden. Mochten er bij de grondwerkzaamheden bij toeval archeologische resten worden aangetroffen, dan wordt de bevoegde overheid, gemeente Noordoostpolder, hiervan meteen op de hoogte gebracht.