direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Vollenhoverbrug
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.PB00009-VS01

4.4 Ecologie

Bij het opstellen van ieder bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met effecten op ecologische waarden in of in nabijheid van het projectgebied. Hiervoor is wetgeving ontwikkeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt in gebieds- en soortbescherming. Gebiedsbescherming vindt plaats door middel van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Soortbescherming gebeurt door de werking van de Flora- en Faunawet. Door initiatiefnemer is aan Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek B.V. uit Veenwouden de opdracht gegeven om een Quickscan (Quick-scan ecologisch onderzoek, Altenburg & Wymenga, projectnr. 1529vhb.09, d.d. 24-03-2010) te laten uitvoeren (zie Bijlage 1).

4.4.1 Conclusies m.b.t. beschermde gebieden

Natuurbeschermingswet: Voortoets.

  • De beoogde vervanging van de brug veroorzaakt geen conflict met de Natuurbeschermingswet ten aanzien van Meervleermuis, mits negatieve effecten op de mogelijke vliegroute van Meervleermuis over het Vollenhoverkanaal worden voorkomen (zie paragraaf 4.2, Natuurbeschermingswet). Maatregelen om negatieve effecten op Meervleermuis te voorkomen, dienen vooraf te zijn vastgelegd in de uitvoeringsbeschrijvingen van de werkzaamheden. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet worden onderzocht of de beoogde herinrichting een conflict veroorzaakt met de instandhoudingsdoelen van Meervleermuis in de Natura 2000-gebieden 'Wieden' en 'Zwarte Meer'.
  • De beoogde werkzaamheden veroorzaken een verstoring van Rivierdonderpad die waarschijnlijk langs de stenige kanaaloevers onder de Vollenhoverbrug aanwezig zijn. Het gaat hier om een tijdelijke en zeer plaatselijke verstoring en het is niet te verwachten dat het instandhoudingsdoel van Rivierdonderpad in het Natura 2000- gebieden 'Wieden' in gevaar komt. Om deze reden heeft de provincie Flevoland (bevoegd gezag) geoordeeld dat de vervanging van de brug niet vergunningplichtig is volgens de Natuurbeschermingswet ten aanzien van de Rivierdonderpad.
  • De beoogde herinrichting veroorzaakt geen conflict met de Natuurbeschermingswet ten aanzien van de overige aangewezen natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden nabij het projectgebied.

Ecologische Hoofdstructuur

  • Het Vollenhoverkanaal vormt een ecologische verbinding tussen de (natuur)gebieden die noordelijke en zuidelijk daarvan liggen. De beoogde herinrichting zal de kwaliteit van deze verbinding, voor zover deze onder en vlakbij de brug ligt, kunnen verlagen. Tijdens de aanlegfase zal een belemmering optreden voor dieren die de oevers van het kanaal volgen om de brug onderlangs te passeren. De initiatiefnemer wordt aangeraden om in contact te treden met de provincie Flevoland over deze tijdelijke en plaatselijke verstoring van de PEHS.
  • Negatieve effecten op vleermuizen kunnen worden voorkomen door voldoende rekening te houden met de waarschijnlijk aanwezige vliegroute van vleermuizen onder de brug (zie paragraaf 4.2, Ecologische Hoofdstructuur). Na de aanlegfase kan ervoor worden gezorgd dat dieren langs de oevers van het kanaal de brug onderlangs kunnen blijven passeren, bijvoorbeeld door het inrichten van faunapassages. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, veroorzaakt de beoogde herinrichting in dezen geen conflict met de regelgeving omtrent de PEHS.
  • De beoogde herinrichting veroorzaakt geen conflict met de regelgeving omtrent de PEHS ten aanzien van de overige PEHS-gebieden in de omgeving van het projectgebied.
4.4.2 Conclusies m.b.t. beschermde soorten

Rivierdonderpad
Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een goedgekeurde gedragscode, veroorzaakt de vervanging van de brug geen conflict met de Flora- en faunawet ten aanzien van Rivierdonderpad. Indien niet wordt gewerkt volgens een dergelijke gedragscode, is aanvullend onderzoek naar aanwezigheid van de Rivierdonderpad noodzakelijk en afhankelijk van de resultaten mogelijk een ontheffingsaanvraag.

Vogels
De beoogde inrichting veroorzaakt geen conflict met de Flora-en faunawet ten aanzien van broedende vogels, mits verstoring van broedende vogels en hun nesten wordt voorkomen.

Vleermuizen
De beoogde herinrichting veroorzaakt geen conflict met de Flora-en faunawet ten aanzien van vleermuizen, mits de waarschijnlijk aanwezige vliegroute van vleermuizen onder de brug niet worden verstoord. Wanneer negatieve effecten niet worden tegengegaan, is aanvullend onderzoek nodig naar de aanwezigheid van vliegroutes van vleermuizen om te bepalen of de ingreep een conflict veroorzaakt met de Flora- en faunawet ten aanzien van vliegroutes van vleermuizen.

Overige soorten
Wettelijk beschermde soorten die in deze paragraaf niet worden genoemd, komen naar verwachting niet voor in het projectgebied en/of ondervinden geen negatieve effecten van de beoogde herinrichting. De beoogde herinrichting veroorzaakt ten aanzien van de betreffende soorten geen conflict met de Flora-en faunawet.

4.4.3 Aanbevelingen

De initiatiefnemer wordt aangeraden om met de provincie Flevoland in overleg te treden ten aanzien van de tijdelijke negatieve effecten op de ecologische verbinding via de kanaaloevers onder de brug. De initiatiefnemer kan tevens gebruik maken van ter zake deskundigen op het gebied van ecologische verbindingen. Daardoor kan vooraf aan de werkzaamheden worden vastgesteld welke maatregelen nodig zijn om de ecologische verbinding langs de oevers van het Vollenhoverkanaal te optimaliseren, bijvoorbeeld middels faunapassages.

De initiatiefnemer kan gebruik maken van ter zake deskundigen op het gebied van vleermuizen. Met behulp van advisering en ecologische begeleiding kan zodoende worden gezekerd dat de mitigerende maatregelen ten aanzien van vleermuizen juist worden uitgevoerd.