Plan: | Emmeloord, De Deel 12-14 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00689-VS01 |
In het centrum van Emmeloord aan De Deel 12 en 14 zijn twee winkelpanden met op de verdieping bovenwoningen gesitueerd. Deze twee bovenwoningen zijn op basis van het geldende bestemmingsplan 'Emmeloord, Centrum - herziening 2010' niet toegestaan, waardoor er sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan en dus een illegale situatie. Om deze twee woningen te legaliseren moet een ruimtelijke procedure worden doorlopen. Om de woningen in het kader van een goed woon- en leefklimaat mogelijk te maken wordt horeca categorie 3 met dit bestemmingsplan weg bestemd.
De gemeente Noordoostpolder wil in principe meewerken aan het project. Om de ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken, moet een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet hierin.
Het plangebied betreft de percelen aan De Deel 12 en 14 in het centrumgebied van Emmeloord. De ligging van het plangebied is weergeven in figuur 1.1. De Deel 12 is paars omlijnd en De Deel 14 is wit omlijnd.
Figuur 1.1 Ligging plangebied, (bron: Google Maps, bewerking Rho Adviseurs)
Het plangebied is juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan 'Emmeloord, centrum - herziening 2010', vastgesteld op 28 april 2011. Het perceel De Deel 12 heeft hierin de bestemming 'Horeca'. Binnen deze bestemming zijn horecabedrijven tot en met categorie 3 toegestaan. Wonen en kantoren zijn alleen op de verdieping ter plaatse van een aanduiding toegestaan. Voor De Deel 12 is door middel van een vergunde omgevingsvergunning, detailhandel op de begane grond toegestaan.
Het perceel De Deel 14 is bestemd als 'Detailhandel'. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor detailhandel en dienstverlening. Horeca, supermarkten en wonen (op de verdieping) zijn alleen ter plaatse van een aanduiding toegestaan.
Voor De Deel 14 en het voorste deel van De Deel 12 geldt een maximum goothoogte en bouwhoogte van 12 meter. Voor het achterste gedeelte van De Deel 12 geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 4 meter. Een uitsnede van het bestemmingsplan is weergeven in figuur 1.2.
Figuur 1.2: Uitsnede bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl, bewerking Rho Adviseurs)
Paraplubestemmingsplan parkeren
Voor de gehele gemeente Noordoostpolder is op 8 juli 2019 een paraplubestemmingsplan vastgesteld. In dit parapluplan is een parkeerregeling opgenomen waarin het parkeerbeleid van de gemeente Noordoostpolder wordt geregeld. De parkeerregeling is ook van toepassing op het plangebied.
Met dit project worden twee bestaande bovenwoningen gelegaliseerd. Zoals beschreven in paragraaf 1.3 zijn woningen op de verdiepingen alleen toegestaan als de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'wonen'. Voor beide percelen is deze aanduiding niet aanwezig en zijn dus woningen niet toegestaan.
Na dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beknopte beschrijving van het plan gegeven. Daarbij wordt ingegaan op de bestaande situatie, de gewenste ontwikkeling en op de hiervoor opgestelde randvoorwaarden. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het relevante beleidskader, waarna in hoofdstuk 4 een toetsing aan de omgevingsaspecten volgt. Hoofdstuk 5 gaat in op de juridische aspecten van het plan. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid behandeld.
Het plangebied is onderdeel van het centrumgebied van Emmeloord. Dit centrumgebied is volop in (her)ontwikkeling. Het plangebied ligt aan De Deel. De Deel is een weg bedoeld voor bestemmingsverkeer waar auto's voornamelijk stapvoets rijden richting het plein. Dit plein wordt voornamelijk gebruikt voor parkeren van auto's en fietsen. Tot voor kort liep de ontsluiting van dit plein voor het plangebied langs en werd ontsloten op de Korte Dreef. Op dit moment wordt dit (parkeer)plein opnieuw ingericht. Met de nieuwe inrichting wordt de ontsluiting ter hoogte van het plangebied verplaatst. Het gebied waar voorheen de ontsluiting liep, wordt nu ingericht als voetgangers- en fietsgebied met meer groen. Daarnaast wordt hier een nieuw horecapaviljoen gerealiseerd. In figuur 2.1 wordt een luchtfoto van de huidige situatie en de nieuwe inrichting van De Deel weergegeven.
Figuur 2.1 Luchtfoto huidige en beoogde situatie De Deel (bron: Roelofs en Google Maps)
Het plangebied bestaat uit twee gebouwen De Deel nummer 12 en nummer 14. Beide gebouwen bestaan uit drie woonlagen met een kap. Op de begane grond van De Deel 12 is een winkel in zorghulpmiddelen gevestigd. In De Deel 14 was een juwelier gesitueerd. In beide panden zijn op de verdiepingen (onrechtmatige) bestaande bovenwoningen aanwezig.
In figuur 2.2 is het aanzicht van het plangebied te zien en in figuur 2.3 het parkeerterrein aan De Deel.
Figuur 2.2 Aanzicht plangebied (bron: Google Streetview)
Figuur 2.3 Overzijde plangebied (bron: Google Streetview)
Zoals beschreven zijn boven de winkels twee bovenwoningen aanwezig. Door het ontbreken van de aanduiding 'wonen' zijn deze woningen op basis van het geldende bestemming niet toegestaan. Conform de huidige feitelijke situatie worden er met dit bestemmingsplan twee bovenwoningen juridisch-planologisch mogelijk gemaakt. Met dit plan worden geen (extra) nieuwe woningen of bouwmogelijkheden mogelijk gemaakt.
Het plangebied ligt aan De Deel. Op basis van het centrumplan Emmeloord (zie paragraaf 3.3) wordt dit plein herontwikkeld als plein met meerdere horecalocaties. In de huidige situatie is in het pand aan de Deel 14 geen horeca toegestaan. Met dit bestemmingsplan wordt het voor deze locatie mogelijk om hier een horecabedrijf te vestigen tot en met horeca categorie 2.
Aan de Deel 12 zijn horecabedrijven tot en met categorie 3 toegestaan. Dit zijn horecabedrijven, zoals een discotheken die geluidshinder kunnen veroorzaken. Horecabedrijven uit categorie 3 zijn in de huidige situatie niet aanwezig. Om te voorkomen dat in de toekomst op deze locatie een dergelijk zwaar horecabedrijf gevestigd kan worden waardoor het woon- en leefklimaat voor woningen in de omgeving kan worden belemmerd, wordt deze categorie horeca wegbestemd.
Voor beide panden gaat dus gelden dat op de begane grond horeca tot en met categorie 2 is toegestaan en dat op de verdiepingen gewoond mag worden.
De ontwikkeling van het project moet passen in de geldende beleidskaders van respectievelijk het Rijk, de provincie en de gemeente. Uit dit beleidskader kunnen uitgangspunten voortvloeien waarmee in dit project rekening gehouden moet worden. Naast dit beleid is ook sprake van Europese regelgeving die doorwerkt in het project. Deze regelgeving komt aan de orde bij de omgevingsaspecten in het volgende hoofdstuk.
Nationale Omgevingsvisie
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (hierna: NOVI) vastgesteld. De NOVI is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI geeft richting en helpt om keuzes te maken; te kiezen voor slimme combinaties van functies en uit te gaan van de specifieke kenmerken en kwaliteiten van gebieden en er nu mee aan de slag te gaan en beslissingen niet uit te stellen of door te schuiven. Het versterken van de omgevingskwaliteit staat in de NOVI centraal. Dat wil zeggen dat alle plannen met oog voor de natuur, gezondheid, milieu en duurzaamheid gemaakt moeten worden. Bij de NOVI hoort een Uitvoeringsagenda. Hierin staat hoe uitvoering wordt gegeven aan de NOVI.
Binnen de NOVI zijn 8 voorlopige aandachtsgebieden geformuleerd als zogeheten NOVI-gebied. In een NOVI-gebied krijgt een aantal concrete vraagstukken extra prioriteit. Dit helpt om grote veranderingen en ruimtelijke opgaven in een regio beter te realiseren.
Opgaven
Er is in Nederland sprake van een aantal dringende maatschappelijke opgaven. Deze opgaven kunnen niet apart van elkaar worden opgelost. Ze moeten in samenhang bekeken worden. Ze grijpen in elkaar en vragen meer ruimte dan beschikbaar is in Nederland. Niet alles kan, niet alles kan overal. Op het niveau van nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven aan de omgeving in Nederland, verwoord in 4 opgaven:
Realiseren opgaven
In de NOVI is een tweetal instrumenten opgenomen om de opgaven te realiseren:
Voor Noord Nederland wordt in 2021 een omgevingsagenda opgesteld, waar regio Noord-Holland onderdeel van uitmaakt. In de Omgevingsagenda agenderen het Rijk en regio de gezamenlijke vraagstukken en de gewenste aanpak daarvan. De Omgevingsagenda biedt een basis voor uitvoeringsafspraken en inzet van programma's en projectbesluiten van Rijk en regio.
Een NOVI-gebied is een instrument waarbij Rijk en regio meerdere jaren verbonden zijn aan de gezamenlijke uitwerking van de verschillende opgaven in het ruimtelijke domein. Vaak wordt voortgebouwd op bestaande samenwerkingstrajecten. Denk aan een Regio Deal en een verstedelijkingsstrategie.
Conclusie
Gelet op de te realiseren opgaven uit de NOVI kan de conclusie worden getrokken dat de voorgenomen ontwikkeling in overeenstemming is met de NOVI.
Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (artikel 3.1.6) is geregeld dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voorzien in duurzame verstedelijking. Het artikel is op 12 mei 2017 gewijzigd. Deze wijziging is op 1 juli 2017 in werking getreden. Deze regeling houdt in dat de toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling bevat. Indien het ruimtelijk plan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, moet er tevens gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
Stedelijke ontwikkeling
De eerste vraag die beantwoord moet worden is of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Dit wordt mede bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. Voor wonen geldt dat een ontwikkeling vanaf 12 woningen ladderplichtig is (zie o.a. jurisprudentie: ECLI:NL:RVS:2015:953). Voor een (horeca) bedrijven geldt een grens van 400 m².
Met dit bestemmingsplan worden twee bovenwoningen in het stedelijk gebied van Emmeloord mogelijk gemaakt. Daarmee wordt de ondergrens uit de jurisprudentie niet overschreden en wordt de ontwikkeling niet gezien als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling' zoals bedoeld in de ladder.
Aan De Deel 14 worden horecabedrijven tot en met categorie 2 op de begane grond mogelijk gemaakt. Binnen de huidige bestemming zijn al meerdere bedrijfsfuncties mogelijk, met dit bestemmingsplan wordt daar horeca aan toegevoegd. Het bruto vloer oppervlak van het gebouw aan de Deel 14 is circa 120 m². Daarmee blijft de ontwikkeling ruim onder de grens van 400 m² en wordt de ontwikkeling niet gezien als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling' zoals bedoeld in de ladder.
Omgevingsprogramma Provincie Flevoland
In 2017 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie FlevolandStraks vastgesteld (zie volgende paragraaf). Hierin is in hoofdlijnen de strategische visie op de toekomst van Flevoland weergegeven. Deze eerste versie van het Omgevingsprogramma Flevoland is vastgesteld door Provinciale Staten van Flevoland op 27 februari 2019. In deze versie is er voor gekozen al het bestaande beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving te bundelen in één programma dat digitaal beschikbaar is. Op deze wijze zijn de provinciale beleidskeuzes compact beschreven en is de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen het beste gewaarborgd.
Stedelijk gebied
Het verstedelijkingsbeleid is gericht op de ontwikkeling van vitale steden en dorpen. Het beleid maakt behoud en versterking van de kwaliteit van de fysieke omgeving mogelijk. Het gaat hierbij om efficiënt ruimtegebruik, kwaliteitsverbetering en herstructurering van het stedelijk gebied en versterking van het draagvlak voor voorzieningen. Deze doelen worden gediend door de stedelijke ontwikkeling van de kernen te bundelen. Nieuwe bebouwing wordt geconcentreerd in of aansluitend aan het bestaande bebouwde gebied. Dit ondersteunt de optimale benutting van infrastructuur en centrumvorming rondom belangrijke vervoerknooppunten.
Wonen
In de afgelopen decennia is in Flevoland onvoldoende gedifferentieerd gebouwd. De nadruk lag op ruime eengezinswoningen. Hoewel Flevoland een opvangtaak voor andere delen van Nederland behoudt, komt de woningbehoefte van de huidige inwoners steeds nadrukkelijker op de voorgrond te staan. Hierbij moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften van ouderen, alleenstaanden en starters omdat de bestaande woningvoorraad daar onvoldoende aan tegemoet komt. Met dit project worden twee bestaande woningen planologisch mogelijk gemaakt in het centrum van Emmeloord. De voorgenomen ontwikkeling past daarom binnen het omgevingsprogramma.
Omgevingsvisie Flevoland - FlevolandStraks
De Omgevingsvisie FlevolandStraks (vastgesteld op 8 november 2017) geeft de visie van de provincie Flevoland op de toekomst van dit gebied. De visie gaat over de periode tot 2030 en verder. Het geeft aan welke kansen en opgaven er voor Flevoland liggen en welke ambities de provincie heeft voor de toekomst.
Vanuit de omgevingsvisie worden er drie kernopgaven beschreven:
Deze opgaven vormen de kern voor alle ontwikkelingen waar de provincie Flevoland bij betrokken is. In de strategische opgaven staan de belangrijkste vraagstukken en ambities voor de toekomst beschreven. Het gaat om de volgende opgaven:
Flevoland biedt in 2030 en verder ruimte voor duurzame ontwikkelingen met oog voor fysieke, sociale en economische aspecten. Met de voorgenomen ontwikkeling vindt een fysieke ontwikkeling die een duurzaam toekomstperspectief biedt voor het centrumgebied. Het project sluit aan op de omgevingsvisie.
Structuurvisie Noordoostpolder 2025
In de Structuurvisie 2025, die is vastgesteld op 9 december 2013, wordt de visie van de gemeente Noordoostpolder op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de Noordoostpolder geschetst.
In de structuurvisie streeft de gemeente naar een aantrekkelijke en uitnodigende fysieke woonomgeving. Er wordt ingezet op afwisselend woningaanbod en bijzondere woonmilieus. Inbreiding in de kernen gaat voor uitbreiding van de kernen in het landelijk gebied (vernieuwing van binnenuit). De gemeente kiest voor effectrijke maatregelen voor de bestaande bebouwde omgeving waarop invloed valt uit te oefenen.
In dit project is gelegen in bestaande stedelijk gebied van Emmeloord waarbij in het centrum op de begane grond een horeca functie wordt toegevoerd en twee feitelijk bestaande woningen juridisch- planologisch mogelijk worden gemaakt. De beoogde ontwikkeling draagt bij aan de levendigheid van het aangrenzende plein, wat momenteel een herstructurering plaatsvindt naar een hoogwaardig horeca plein. Hiermee past de ontwikkeling binnen het beleid van de Structuurvisie.
Woonvisie Noordoostpolder 2.0 'Vernieuwing van binnenuit'
Met deze woonvisie heeft de gemeente Noordoostpolder een actueel beleidskader, waarmee zij antwoord geven op snelle (maatschappelijke) veranderingen, zoals minder groei, schaalvergroting, andere wetgeving en individualisering. Het geeft ook invulling aan nieuwe woningmarktinzichten, zoals de behoefte aan meer variatie, andere woonproducten, minder uitbreiding en meer nadruk op de bestaande woningvoorraad en omgeving.
De gemeente Noordoostpolder zet in op vernieuwing van binnenuit. Dit betekent dat deze herontwikkelingsprojecten prioriteit hebben. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld transformatie van de schil rondom het centrum van Emmeloord. Emmeloord is het onbetwiste centrum voor Noordoostpolder. De kracht van Emmeloord ligt in zijn karakter als 'dorpse' stad. De gemeente wil onder andere het centrum en de schil speciale aandacht geven.
Het projectgebied maakt deel uit van het centrum van Emmeloord. Hier wordt ingezet op het aanbieden
van rustig-stedelijk wonen. Hierbij worden een aantal uitgangspunten voor vernieuwing van de
bestaande woonomgeving genoemd:
Deze ontwikkeling past binnen het beleid van de Woonvisie Noordoostpolder 2.0 doordat het om een verbetering van de woonomgeving gaat.
Centrumplan Emmeloord
De gemeente Noordoostpolder heeft in 2017 voor het centrumgebied van Emmeloord een centrumplan opgesteld. In dit plan voor het centrum van Emmeloord zijn 8 ruimtelijke principes sturend. Zij vormen het fundament van het stedenbouwkundig plan en krijgen verdieping in de richtlijnen voor beeldkwaliteit.
Belangrijk hierbij is dat de gaten in het stadshart worden opgevuld, dat er winkelstraten ontstaan met aan twee zijden winkels, dat er sfeervolle straten komen met veel groen en dat er naast de winkelfunctie ook horeca en wonen worden toegevoegd in het stadshart om de diversiteit en de levendigheid te bevorderen. Het projectgebied ligt aan de westkant van het centrum. Aan de westkant van het centrum ligt het accent op horeca en cultuur.
Figuur 4.1 Uitsnede plankaart centrumplan (bron: Centrumplan Emmeloord)
In figuur 4.1 is een uitsnede van de plankaart van het centrumplan Emmeloord weergegeven. Het plangebied is hierin opgenomen met 'horeca in de gevel op termijn'. Het toevoegen van een horecafunctie aan De Deel 14 ligt daarmee in lijn met het centrumplan van de gemeente Noordoostpolder.
Er is sprake van legalisatie c.q. gebruiksverandering van bestaande panden. In dat kader worden alleen de relevante omgevingsaspecten (bedrijven en milieuzonering, geluid, externe veiligheid) besproken. Beoordeling van andere omgevingsaspecten, zoals archeologie en cultuurhistorie, ecologie, bodem, water en luchtkwaliteit is niet aan de orde.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Voor het bepalen van de richtafstanden wordt onderscheidt gemaakt tussen rustige woonomgevingen en gemengde gebieden.
De woningen betreffen een gevoelige functie. De omgeving van het plangebied kan omschreven worden als ‘gemengd gebied’. Het plangebied ligt namelijk in het centrum van Emmeloord waar bedrijven winkel, horeca en woonfuncties zijn toegestaan.
Op basis van het geldende bestemmingsplan heeft het gebied ten noorden van het plangebied de bestemming ‘Detailhandel’. Binnen deze bestemming zijn detailhandelsbedrijven, zoals winkels toegestaan. Winkels vallen op basis van de VNG-brochure in categorie 1. Voor deze functies geldt een richtafstand van 10 meter. Omdat sprake is van gemengd gebied kan één stap terug worden gedaan in de richtafstanden conform de VNG-brochure. De richtafstanden van de toegestane functies komen dan uit op 0 meter, waardoor menging van de functies met woningen goed inpasbaar is.
Het gebied ten zuiden van het plangebied is bestemd met de bestemming 'Dienstverlening'. Binnen de bestemming zijn dienstverlenende bedrijven, zoals een bank toegestaan. Dienstverlenende bedrijven vallen op basis van de VNG-brochure in ook categorie 1. voor deze bedrijven geldt dus ook een richtafstanden van 0 meter, waardoor menging van de functies met woningen goed inpasbaar is.
Met dit bestemmingsplan worden aan De Deel 12 en De Deel 14 horecabedrijven uit categorie 1 en 2 toegestaan. Voor deze functies geldt ook een richtafstand van 0 meter op basis van de typering 'gemengd gebied'.
Gelet op het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering vormt voor deze ontwikkeling.
In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige gebouwen enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies anderzijds. Het uitgangspunt is dat op de gevels van geluidsgevoelige functies voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Indien hier niet aan wordt voldaan, kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Deze hogere waarde is te verlenen tot 63 dB in de bebouwde kom. Wegen waarvoor de zoneplicht niet geldt, zijn woonerven en wegen waarop een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt.
Volgens de kaart van Atlasleefomgeving.nl is de geluidsbelasting in het plangebied niet goed (figuur 4.2). Echter is dit een oude situatie, waarin de ontsluiting van het parkeerterrein 'De Deel' langs het plangebied loopt. In de nieuwe situatie is dit niet het geva waardoor de geluidbelasting op het plangebied afneemt, wat ten goede komt aan het woon/leefklimaat van de woningen.
Figuur 4.2 Geluidsbelasting plangebied (bron: Atlasleefomgeving.nl)
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transportroutes en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Binnen het projectgebied of in de directe omgeving zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is. In of nabij het plangebied liggen evenmin (hogedruk)aardgastransportleidingen. Met dit project worden geen nieuwe objecten voor minder zelfredzame personen gerealiseerd. Het aspect externe veiligheid heeft geen gevolgen voor de uitvoering van dit project
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het omgevingsvergunning plan-m.e.r.-plichtig, project-m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Indien een activiteit onder de drempelwaarden blijft, dient alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd te worden, waarbij onderzocht dient te worden of de activiteit belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële (milieu)effecten.
Per 16 mei 2017 is de regelgeving voor de MER en m.e.r.-beoordeling gewijzigd met daarin een nieuwe procedure voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Het project valt niet binnen één van de activiteiten zoals opgenomen in onderdeel C of D van het besluit m.e.r. Er is geen sprake van een stedelijk ontwikkelingsproject, daarom is er geen sprake van een m.e.r. (beoordelings-)plicht. Overigens blijkt uit de beoordeling in de voorgaande paragrafen dat er geen belangrijke negatieve milieugevolgen zullen optreden.
Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het voldoet aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012.
Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
De regels in dit bestemmingsplan zijn waar mogelijk afgestemd op het moederplan 'Emmeloord, centrum - herziening 2010' vastgesteld op 28 april 2011.
Detailhandel
De gronden behorende bij De Deel 14 zijn bestemd met de bestemming 'Detailhandel' met de functieaanduiding 'horeca' en 'wonen'. De tot detailhandel bestemde gronden zijn bedoeld voor detailhandel, dienstverlening en opslag, kantoor en kantine ten behoeve van deze functies. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor onder ander tuinen, erven en verhardingen.
Door middel van de aanduidingen 'wonen' is wonen op de verdiepingen toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn tevens horecabedrijven van categorie 1 en 2 toegestaan. Detailhandel (verkoopvloeroppervlak) en dienstverlenende activiteiten zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan.
Horeca
De gronden behorende bij De Deel 12 zijn bestemd met de bestemming 'Horeca' met de functieaanduiding 'wonen'. Deze gronden zijn bestemd voor horecabedrijven van categorie 1 en 2 en detailhandel. Daarnaast mogen deze gronden ook gebruikt worden voor tuinen, erven, verhardingen en groenvoorzieningen Door middel van de aanduidingen 'wonen' is wonen op de verdiepingen toegestaan.
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
Inspraak en overleg
Omdat de gemeente de belanghebbenden wil betrekken bij de planvorming, wordt op basis van de Inspraakverordening van de gemeente het plan in deze periode aangeboden aan overlegpartners. Er heeft overleg plaatsvinden met de provincie Flevoland en waterschap Zuiderzeeland. Vanuit de overlegpartners is geen bezwaar tegen deze ontwikkeling
Zienswijzen
Vervolgens heeft ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijzen in te dienden. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Vaststelling
Het bestemmingsplan is vervolgens, op 28 september 2021, ongewijzigd vastgesteld. Uiteindelijk is tegen het vaststellingsbesluit beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De economische uitvoerbaarheid van een plan wordt in eerste instantie bepaald door de financiële haalbaarheid ervan. Daarnaast is de grondexploitatieregeling uit de Wro van belang voor de economische uitvoerbaarheid. Deze regeling bepaalt dat de gemeente de door haar gemaakte kosten kan verhalen. Het kostenverhaal heeft dus ook invloed op de haalbaarheid van het plan.
Financiële haalbaarheid
De ontwikkeling betreft een particulier initiatief, waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. Aangenomen wordt dat deze over de financiële middelen beschikt om het plan uit te kunnen voeren en alle kosten voor de uitvoering voor rekening neemt.
Grondexploitatie
Doel van de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van overeenkomsten. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden, woningbouwcategorieën en fasering. Bij de privaatrechtelijke weg worden dergelijke afspraken in een (anterieure) overeenkomst vastgelegd.
De gemeente moet, volgens de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de gemaakte gemeentelijke kosten verhalen op de initiatiefnemers van de ontwikkeling. Dit geldt overigens alleen wanneer sprake is van bouwplannen, zoals opgenomen in het Bro.
Het bouwplan dat dit bestemmingsplan mogelijk maakt is niet aangemerkt als een bouwplan in de zin van het Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet nodig. Wel wordt met de initiatiefnemer een planschadeovereenkomst afgesloten.