Plan: | Landelijk gebied, Kuinderweg 12 Emmeloord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00619-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Landelijk gebied, Kuinderweg 12 Emmeloord' met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00619-VS01 van de gemeente Noordoostpolder;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0171.BP00619-VS01 met de bijbehorende regels;
de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied, Kuinderweg 12 Emmeloord;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
erf achter de lijn die een woning doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder de woning opnieuw te doorkruisen of in het erf achter de woning te komen;
aardappelen, groente en fruit;
een bedrijf dat geheel of overwegend is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten, niet zijnde (bio)gas of elektriciteit, door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een paardenpension, manege;
een agrarische bedrijvigheid waarbij het gebruik van agrarische gronden ter plaatse noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven en het verrichten van cultuurtechnische werkzaamheden, met behulp van werktuigen;
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter levering van goederen of diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten verwerkt;
de teelt van gewassen op open grond; daaronder niet begrepen bosbouw, sierteelt en fruitteelt;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van akkerbouwgewassen;
een of meer gebouwen en of andere bouwwerken ;
een werk, geen bouwwerk of werkzaamheden zijnde;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een woning dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindende woning verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teelt ondersteuning voor - al dan niet bedekte - teelten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bebouwing is toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbiedt;
een strook beplanting bestaande uit struiken en bomen aan drie zijden van het erf ter begrenzing van het erf, van tenminste 6 m breed, of tenminste 3 m breed aan de zijde van een direct naastliggend erf;
sloot welke vanuit de oorspronkelijke inrichting van het erf altijd direct ligt of heeft gelegen langs de zij- en achterkant van het erf;
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de op de verbeelding aangeduide lijn die geldt als begrenzing van de gebouwen van de aan de weg gekeerde zijde van een erf, of:
ingeval van een bestemmingsvlak, niet zijnde een agrarisch erf, de denkbeeldig doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;
een veehouderij-, akkerbouw-, tuinbouw- of fruitteeltbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel;
het gebouw, of gedeelte daarvan, op een perceel dat gelet op de bestemming en uiterlijke verschijningsvorm het belangrijkste is;
een tak van een agrarisch bedrijf dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waarbij de dieren in hoofdzaak worden gehouden in gebouwde huisvesting en waarbij het niet gaat om melkrundvee, schapen, paarden of geiten. Onder intensieve veehouderij wordt niet verstaan m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten als bedoeld in bijlagen C en D van het Besluit Milieueffectrapportage 1994;
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, niet zijnde een stacaravan;
opstallen van glas, of ander lichtdoorlatend materiaal, boogkassen en schermhallen met een hoogte van 1,5 meter of meer boven het maaiveld;
grens van een kavel zoals die bekend is vanuit de oorspronkelijke cultuurhistorische verkavelingspatroon van de Noordoostpolder;
de aanwezige sloot gelegen langs, en ter vorming van, de kavelgrens;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf;
een voorziening ten dienste van een bedrijf, zoals een gas- en elektriciteitsbedrijf, dat opereert in een sector die beschouwd wordt van openbaar nut te zijn omdat het belangrijke producten of diensten ten nutte van het publiek levert;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, aan dat bouwwerk bevestigde ondergeschikte delen, zoals ondergeschikte dakopbouwen, schoorstenen, vlaggenmasten en antennes niet meegerekend;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
1. De op de plankaart als 'Agrarisch' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
2. Onder bedrijven als bedoeld in lid 1 zijn detailhandelsbedrijven niet begrepen, tenzij het detailhandel betreft, als nevenactiviteit, in ter plaatse voortgebrachte producten en/of in AGF (aardappelen, groente en fruit), met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 100 m².
Binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak op de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing.
Onder die bebouwing zijn begrepen kassen, ten hoogste één woning, zijnde de bedrijfswoning, en daarbij behorende bijgebouwen.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. andere bouwwerken. Hieronder zijn niet begrepen:
- bouwwerken voor mestopslag, sleufsilo’s en andere silo’s;
- boogkassen.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
bebouwing | maximum goothoogte | maximum bouwhoogte |
bedrijfsgebouwen | 9,0 m | 12,0 m |
kassen | 6 m | 10 m |
bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
bouwwerken voor mestopslag | -- | 6 m |
silo's | -- | 20 m |
erf- en terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn | -- | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen | -- | 2 m |
andere bouwwerken | -- | 4 m |
overige bouwwerken geen gebouw zijnde, buiten bouwvlak | -- | 1,5 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2 en 3.4.3, ten behoeve van het bouwen van bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing, buiten het bouwvlak mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om tot een afstand van 42 meter ten opzichte van de achterzijde van het bouwvlak af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.1, ten behoeve van het bouwen van mestsilo's, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m en ten behoeve van het bouwen van sleufsilo's, spoel- en waterbassins, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
Het parkeren ten behoeve van de bestemming dient plaats te vinden binnen het erf.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit, mits:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het ophogen van gronden ten behoeve van het gebruik van gronden voor permanente bollenteelt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het gebruik van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het gebruiken van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen binnen een bebouwingsvlak en uitsluitend als tweede tak, voor het volgende niet-agrarisch gebruik:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het bewerken en verwerken van mest met behulp van een mestvergistingsinstallatie ten behoeve van het verkrijgen van biogas, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingsgrenzen in het plan te wijzigen, mits wordt aangetoond dat:
a. hiertoe dringende redenen zijn, die hen na het ter inzage leggen van het plan ter kennis zijn gekomen;
b. de wijziging het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet onevenredig schaadt.
Voorts geldt dat de geldende oppervlakte van het bij de wijziging betrokken bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden verkleind of vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 8.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 met maximaal 10%.
Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 8.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 8.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied, Kuinderweg 12 Emmeloord'.