Plan: | Creil - 1e partiële herziening Floraweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00528-VS01 |
Het plangebied grenst aan het dorp Creil. Het ligt ten noordwesten van het dorp. De ontwikkeling is in bijlage 1 weergegeven.
De nieuwe ontsluitingsweg wordt aangelegd tot aan de in-/uitrit van de laatste opslagloods van Broer. Deze zal circa 35 meter opschuiven. De reeds aanwezige draaikom aan het einde van de Floraweg dient eveneens te worden verschoven. Door het verleggen van de weg wordt het bouwvlak vergroot. Door middel van deze partiële herziening van het moederplan wordt de gewenste verplaatsing van de ontsluitingsweg (Floraweg), de draaikom en uitbreiding van het bedrijf planologisch geregeld.
De laatste jaren is Noordoostpolder als vestigingsplaats vooral in trek bij bedrijven uit de branches agribusiness, composiet en logistiek. Het bedrijventerrein Creil is aangelegd om ruimte te bieden aan grote be- en verwerkende bedrijven in de agrarische sector. Daar past het bedrijf van Broer in. Het verleggen van de Floraweg maakt de vestiging van Broer mogelijk op bedrijventerrein Creil. De te verleggen weg behoudt haar algemene en openbare karakter ten behoeve van de ontsluiting van het bedrijventerrein.
2.2 Bestemmingen en aanduidingen
Bedrijventerrein - 3
De gronden op het bedrijventerrein zijn bestemd voor bedrijvigheid tot en met categorie 3.2. Om op eenvoudige wijze te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, is een afwijkingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Via afwijking kunnen bedrijven uit een hogere milieucategorie worden toegelaten die naar de aard van de bedrijvigheid alsmede qua bedrijfsomvang vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven. Voorwaarde is wel dat deze bedrijven qua hinder en of gevaar geen onevenredige afbreuk doen aan het woonleefmilieu.
Voor een nadere beoordeling over de toelaatbaarheid van de bedrijven is een Staat van Bedrijfsactiviteiten van belang. Naast een omschrijving van de soort/aard van toelaatbaar te achten bedrijven bevat deze Staat indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddeld te achten bedrijf in die sector.
In beginsel zijn detailhandelsbedrijven niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen en productiegebonden goederen. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan binnen deze bestemming.
De toegestane bouwhoogten zijn aangeduid en het minimale bebouwingspercentage bedraagt 20.
2.3 Overige bestemmingen en aanduidingen
In dit bestemmingsplan worden ook de gronden bestemd als groenstroken, verkeer (nieuwe ontsluitingsweg), bos en watergangen. De functies en nadere uitleg worden in het moederplan toegelicht.